Dinsdaff 31 April
A«. 1908.
<Beze tgcurant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieels Kennisgeving.
FEUILLETON.
Liefde en Trots.
fjo. 14773
LEEDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per week 6 Centsper 8 maanden 1 l l f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd fijn B 1.30.
Franco peT post 9 1.65.
PRI.'S O KR ADVERTENTIEN»
7an 18 regels f 1.05. iedere regel meer /0.17J. Grootere letters naar
plaatarnimte. - Kleine advertentién van 30 woorden 40 Cents oontantelk
tiental woorden meer 10 Cents. - Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend.
Polstie-agent Kuiken.
Nog ontvingen w(j van:
V. d. S. f 2; postwissel N. N. f 2.50; motto
„Pllchtsvervulliog schenkt rust" f 0.60 M. en
V, v. D.; B. R. f 1 en W. f 3.
Totaal f 60.25.
Rapalje en.... do Eeidsclie
Fabrieksschool.
Dezer dagen, even nadat eenige laffe
jonge kerels den euvelen moed hadden, een
politieagent verraderlijk a?.n te -allen en
op onmenschelijke wijze te mishandelen,
kwam on/s in handen een circulaire van
het bestuur der ,,Leidsche Fabrieksschool'
in 1902 tot een aantal ingezetenen onzer
gemeente gericht.
Deze circulaire ving aldus aan:
,,De Leidsche Fabrieksschool, die in
,,1892 is opgericht, stelt zich ten doel jon-
,,gens en meisjes, die op fabrieken werk-
,^aam zijn, te ontwikkelen en te beschaven
„door hen des avonds nuttig bezig te hou-
„den, hun oogen en handen te leeren gebrui-
,,ken en op hun wijzo van doen en spreken
„invloed te oefenen.
„De jongens ontvangen onderwijs in
huisvlijt (slöjdy lezen, teekenen er reke-
„nen; de meisjes in vrouwelijke handwer-
„ken.
„Beide afdeelingen komen in verschillen-
,,de gebouwen bijeen.
„Van belang is bij het verstrekken van
„dit onderricht, dat deze jonge menschen,
„die zoo vatbaar zijn voor indrukken, ge-
„wend worden des avonds hun vrije uren
„nuttig to besteden een afkeer krijgen
„van fstraatloopen en smaak leeren vin-
„den in hot gebruiken van fatsoenlijke woor
den."
Wat er verder volgde was een aanspo
ring om financieelen steun ten einde op
den ingeslagen weg voort te gaan.
Verder door bladerend de paperassen
betrekking hebbende op deze inrichting,
trof ons nog een circulaire in 1906 met
gelijk doel verzonden en met den zelfden
aanhef.
Maar den volgde er iets dat ons wee
moedig stemde. Wel waren do aanvragen
om plaatsing in die jaren sterk vermeer
derd, doch hot aantal contribuanten was
daarentegen zoozeer verminderd, dat men
zich genoodzaakt zag veel jonge lieden
te leur te stellen niet a'leen, maar tevens
op middelen moest bedacht zijn om in
te krimpen in plaats van uit te breiden. Het
bestuur besloot daarom de afdeeling meis
jes op te heffen, hopende dat deze meisjes
op de cursussen in het „Volkhuis" en in
verschillende Wijkgebouwen" zouden ge
plaatst kunnen worden. Het aantal jongens
zou door dezen maatregel tot 80 kunnen
worden uitgebreid, verdeeld over 4 klassen,
elk van 20 leerlingen een getal zoo groot
mogelijk om nog met succes slöjd-onder-
wijs te kunnen gevon. Er moest daardoor
nog een vierde onderwijzer worden aange
steld.
Er konden echter op deze wijze van de
103 jonge lieden, die zich aanmeldden
slechts 80, d.i. 74 pCt., worden toegelaten.
Gaarne had het betuur alle jongens, die
zich hadden aangemeld en in de termen
daarvoor vielen, geplaatst, indien de fi
nanciën het hadden toegelaten. Ons dunkt
de Leidscho burgerij moet daartoe het be
stuur in staat stellen.
Als daar is een drang bij den volksjongen,
om te worden beschaafd en ontwikkeld in
vrijen tijd, om een paar uren zich te willen
oefenen, liever dan te vagebondeeren langs
do straat, dan moet hem daartoe de gele
genheid worden gegeven. En het bestuur
eener onderwijsinrichting mag door geldge
brek niet g drongen worden dezulken af te
wijzen, en aan den demoraliseerenden in
vloed van het straatleven over te geven.
Er bestaat ontegenzeglijk verband tus-
schen inrichtingen ala deze fabrieksschool
en het meer of minder vagebondeeren langs
onze straten.
Wie deze school bezoekt, of bezocht heeft,
achten wij niet in staat tot het plegen van
wandaden, als voor ruim een week op do
Haarlemmerstraat is geschied.
Wie weet, zoo vroegen wij en nu zal
men begrijpen waarom wij het woord
„rapalje" en de Leidscho Fabrieksschool
in één adem noemden wie weet of één
of meer medeplichtigen aan deze geweldple
ging, niet tevergeefs aan do deur der Fa^-
brieksschool hebben geklopt, in iedeT geval
zouden ze Itoogstwaarschijnlijk niet daar
aan zich hebben bezondigd, indien ze eenige
jaren, in de vrije avonduren onder den be-
schavenden en ontwikkelenden invloed, die
van zulk een inrichting uitgaat, hadden
gestaan.
Daar is in de jongste gemeenteraadszit
ting gesproken over te nemen maatregelen
tegen de treurige uitwassen der bandeloos
heid, nu niet van de jeugd, maar van
jonge mannen als deze.
Scherper toezicht werd er noodig geacht,
sommigen zagen er niet tegen op der poli
tie een revolver mee te geven, om bij hooge
noodzakelijkheid er gebruik van te maken.
Of deze of andere maatregelen noodig
zijn, ligt niet aan ons te beoordeelcn, maar
wel durven we zeggen dat het ook op maat
schappelijk terrein beter is wondeplekken
te voorkomen, dan ze te laten voortwoeke
ren om ze daarna uit te snijden.
Daarom moeten wij een inrichting ale de
Leidsche Fabrieksschool op milde wijze
steunen, haar in staat stellen dat zij de
deuren voor de jongens uit de volksklasse
wijd kan open zetten en ieder en knaap,
die zijn vrije avonduren besteden wil aan
eigenvorming, met open armen ontvangen
kan.
Op welke wijze de jongens er goede ma
nieren leeren en worden beschaafd, moeteD
en kunnen we gerust overlaten aan de wijs
heid en den tact der leeraren, en hoe ze huD
handen leeren gebruiken, dat kunnen we
zien op de tentoonstelling van werkstuk
ken, door deze jongens vervaardigd, welke
morgen en overmorgen, Woensdag en Don
derdag, van 2 tot 4 uren, in het Nutsge-
bouw zal geopend zijn.
Vóór men zich tot den penningmeester,
den heer K. van Wensen, Hoogewoerd 144,
wende om zich op te geven voor een bijdra
ge, of zoo men reeds iets er aan geeft om
deze te verhoogen, bezoeko men deze ten
toonstelling, om zich ook van het practisch
nut der school te laten overtuigen.
Vergadering vin itu Gemeenieraad van Leiden,
op Donderdag '2.3 April 1908, <Ua namiddags
te twee uren.
T» behandelen onderwerpen
lo. Voorstel om Commissarissen der Ste
delijke Gasfabriek te machtigen perceelen,
gelegen aan den R oogen cn den Lagen
Voortweg te Oegstgeest, aan de hoofdgasled
ding aan te sluiten. (IOC)
2o. Voorstel tot aam. Hing van het Uit-
breidings- en Vernieuwingsfonds der Stede
lijke Gasfabriek ten I evo vaD de uitvoe
ring van eenige wer cn tot vaststelling
van den desbetreffc r i begrootingsstaat.
(105)
3o. Voortzetting v u hehandeling van
het yc bretel om van g- mtewege steun te
verleenen ter bevorder van de verzeko*
ring tegen de geldelijke volgen van werk
loosheid. (88)
HINDERWET.
Burgemeester en We": aders van Leiden;
Gezien het adres w.n do Directie der
Naaml. Vennootsc iap Broodfabriek „Ue-
re3", houdende verzoek om vergunning tot
het uitbreiden van haar fabriek aan de
Zijdgxacht No. 28, lead, bekend in sectic E.
No. 1527, door het bijplaatsen van een elec
tromotor van 8 p.k.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek dat
genoemd verzoek, met do bijlagen op de
Secretaris dezer gemeente ter visio ge
legd is; alsmede dat op Dinsdag 5 Mei
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen, ten einde hun bezwa
ren mondeling toe te lichten.
Burgemeester cn Wethouder» voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester,
VAN H EYSTt Secretaris.
Leiden, 21 April 1908.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
J. W. VAN DER STEEN, wonende te Lei
den, een verzoekschrift is ingediend, om
verlof voor den verkoop van alcoholhouden
den, anderen dan sterken drank, voor ge
bruik ter plaatse van verkoop, in het bene
den-voorlokaal van het perceel Lammer
markt No. 33.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Loiden, 21 April 1908.
Leiden, 21 ApriB.
Door commissarissen der Stedelijke fa
brieken van Gas en Electriciteit alhier
wordt medegedeeld, dat het vernieuwings-
en uifcbreid-ingsfonaa der stedelijke gastar
briek om vorschiUendo redenen aanvulling
behoeft.
In de eerste plaats blijkt dat de fabriek
voor gecarbureerd water gas, welke is inge
richt op een maximum-productie van 15,000
kub. M. per etmaal en wier productie in den
afgeloopen winter reeds tot ll.OOOkub. M. per
etmaal gestegen is, niet langer zonder re
serve zal mogen werken. Dientengevolge is
bijplaatsing van een stoomketel en van een
tweedo rij toestc'len noodig.
Voorts is het wenschelijk, dat naast het
bestaande olie-reservoir nog een tweede van
gelijken inhoud worde gebouwd, omdat ao
olio dan in grootere hoeveelheid en daar
door ook goedkooper zal kunnen worden
aangekocht en tevens de mogelijkheid zal
worden geopend om met meer dan één soort
olio to werken, hetgeen van belang is om
verschillende oliesoorten in het groot be
drijf te leeren kennen.
Voor deze uitbreidingen is een L» drag van
35,000 noodig.
In de tweede plaats is de vernieuwing van
het oude zuiverhuis en van de daarin ge
plaatste kisten dringend noodzakelijk, ter
wijl bovendien tusechen het in 1901 gebouw
de en het thans te vernieuwen zuiverhuis
een overdekte regeneratieruimte wordt noo
dig geacht. Van een en ander worden de
kosten geraamd op f 45,000.
Voorts cischt het buizennet op verschil
lende punten der 6tad vernieuwing of ver
zwaring. Vorschillendo waterovergangen
moeten worden vcnieuwd en met het ver
zwaren van de hoofdgasleidingen in de sin
gels zal worden voortgegaan.
Een bedrag van f 25,000 wordt voor deze
verbeteringen noodig geacht.
Eindelijk zal een vernieuwing van de
stoomleidingen in de gasfabriek een uitga-
vo van ongeveer f 5000 vereischen.
Alles te zamen genomen zal dus het uit-
breidings- cn vernieuwingsfonds met
f 110,000 moeten worden aangevuld.
Daarom geven B. cn Ws. den gemeente
raad in overweging:
lo. te besluiten tot aanvulling van het
Ui tb rei dings- en Vernieuwingsfonds dor gas
fabriek met een bedrag van f 110,000, te
vinden uit- geJdleening, onder bepaling dat
jaarlijks door de gasfabriek aan do gemeen
te zai worden betaald dezelfde interest, als
de gemeente voor het door haar geleende
kapitaal verschuldigd is, en dat jaarlijks
5 pCt. zal worden bestemd tót aflossing
van schuld of kapitaaldelging, aan te van
gen met het jaar 1909;
2o. over te gaan tot vaststelling van den
bij dit voorstel overgelegden supplctoiren
begrootingsstaat, groot 110,000.
Van den heer J. Kortekaos te Oegst
geest ontvingen commissarissen der Stede
lijke Fabrieken van Gas cn Electriciteit het
verzoek een perceel aan den Hoogen Voort-
weg, ten oosten van den Rijnsburger straat
weg, aan do gasleiding aan te sluiten. In
dit gedeelte van den Hoogen Voortweg ligt
geen gasleiding, de weg behoort aan de ge
meente Oegstgeest en deze maakt geen be
zwaar, dat in de haar lo'. b hooivn'R wegen
gasbuizen worden gelegd.
Ingevolge art. 1 der Verordening van den
9den Januari 1896, houdende bepalingen
omtrent het gebruik van gas door particu
lieren, zal de Gemeenteraad moeten beslis
sen of dit verzoek kan worden ingewilligd.
Daarom stellen commissarissen aan B. en
Ws. voor het verzoek van den heer Korte
kaas aan den Raad over te leggen onder
bijvoeging van hun advies om het, behou
dens rechten van derden, in te willigen on
der voorwaarde, dat de kosten van den aan
leg geheel door den aanvrager zullen wor
den gedragen en onder voorbehoud, dat dl
prijs van het gas voor verbruikers buiten
Leiden woonachtig door den Gemeenteraad
wellicht kan worden verhoogd boven h#
Leidsche tarief.
Het laat zich aanzien, dat op de gedeel
ten van den Hoogen Voortweg cn den La
gen Voortweg nabij tien Rijnsburger weg
spoedig meer peroeelcn om gasaansluiting
zullen vragen.
In verband daarmede geven commissaris-
sen B. en Ws. verder in overweging aan den
Raad voor eenmaal machtiging aan te vra
gen om de perceelen aan die wegen van ga?
te voorzien op de bovenvermelde voorwaar
de en onder het genoemde voorbehoud.
Commissarissen leggen tevens een teeko
ning over van den Hoogen Voortweg en den"
Lagen Voortweg, voor zoover deze voor het
leggen van gasbuizen in aanmerking komen,
totaal 560 meter.
Tegen dit voorstel van algemeene mach
tiging van commissarissen wat den bedoel
den Hoogen cn Lagen Voortweg betreft be
staat bij B. cn Ws. geen bezwaar, zoodal
zij den Raad gunstig adviseeren.
De wegens den Zondag uitgestelde pa
rade bij gelegenheid vaa den 32sten ver
jaardag van Prins Hendrik. Gemaal van
H. M. de Koningin, ging ook heden, wegen»
het minder gunstige wedor, niet door.
Het carillon van den Stadhuistoren werd
:n het middaguur bespeeld, en van eenige
openbare gebouwen wapperde, ovenals op 19
April, de driekleur, doch van niet zooveel
als toen.
De af deeling Leiden van den Volksbond
heeft ter behandeling op de 35ste Algemeene
Vergadering, Augustus van dit jaar, heft
volgende voorstel aan het Hoofdbestuur ge
daan:
„Het Hoofdbestuur trede in overleg met
het Departement van Oorlog ten einde t<>
bewerken, dat de miliciens, die voor herha
lingsoefeningen onder de wapenen komen,
zich op een vroeger uur dan thans, bij hum
korpsen moeten melden."
Zij grondt dit op de volgende over wc gin-
gen:
Het onder de wapenen komen der oud»
lichtingen onzer militie levert in vrijwel
ailo garnizoenen een weinig aanlokkelijk
schouwspel op. Groepen tierende on dron
ken krijgslieden zwieren van ongeveer twaalf
tot vier uren door de straten en dragen
het hunne er toe bij om de burgerij geen
hoog denkbeeld van onzo weermacht te go-
ven. Wat is daarvan do reden? De opkome
lingen moeteD zich vóór vier uren bij hun j
korps melden, wat in de practijk daarop
neerkomt, dat zij even voor vier uren cte
kazerne binnentreden.
Daar nu elk regiment zijn miliciens uit
den omtrek verkrijgt, is de oudo lichting
reeds lang vóór vier uren in haar garni
zoen bijeen. Oude bekenden ontmoeten-
elkaar en zooals het nu eenmaal in ons va- 1
derland moet gaan, er wordt een borrel op
de vernieuwdo kennismaking gedronken.)
En van eCn komen er meer, zoodat een zeer
groot deel der oude lichting gaandeweg in
opgewonden toestand geraakt.
Levert onzo militie op deze wijze een af«
stootend beeld, ook do militaire dienst heeft'
gToot nadeel van een dergelijke wijze van!
onder de wapenen komen, 't Is voor heft
kader verbazend moeilijk onder de dronken
en rumoerige lichting zijn gezag te handluv
18)
*8 Morgens ging Claude wandelen, met
ten grooten stroohoed op haar blonde ha
ren, om haar gevoelige huid te beschutten
kegen de gloeiende liefkoozingen der zuide
lijke zon. Met den goeden Rocamier was zjj
zeer goede vrienden geworden, en, verrukt,
in do gelegenheid te zijn, hier in de Pyre
neeën, waar de flora tot in oneindige ver
scheidenheid te vinden is, levende navor-
schingen te kunnen doen, heel wat belang
rijker dan de droge studies in de gedroog
de bloemen van een herbarium, was zij een
trouwe metgezel van den rentmeester op
zijn tochten en bij het botaniseeren. Dikwijls
kwamen zij dan graaf Guy tegen, die icde-
ren morgen een wandelrit te paard deed.
Hij glimlachte dan tegen hen, met den glim
lach van den ver er boven verheven man,
die toegevend is voor onschadelijke krank
zinnigen, en had altijd aan tafel eenige
spotternijen voor hen gereed, terwijl hij
met gemaakte belangstelling naar de kost
bare vondsten informeerde. Claude laebto
dan, antwoordde vroolijk, onverstoorbaar
op die spotternijen, die zij voelde, dat niet
kwaad gemeend waren, en begon den vol
genden morgen onvermoeid haar tochten,
van welke zij een heerlijke gezondheid me
debracht.
Daü kwam zij thuis, en voelde zich hier
werkelijk thuis, met al de genoegens van de
reeds aangenomen gewoonten. Het waa
baar, met de onwillekeurige behoeften van
het menschelijk hart ora een \ast standpunt
te hebben, alsof zij hier reeds wortel begon
te fcchieten; alsof zij zich hier begon vast te
hechten aan do plaats, waar zij gevreesd
had vreemdelinge te zullen blijven, en die
haar nu al voldoende was.
Op een namiddag, dat de hitte al te druk
kend was, cn geen enkel koeltje do lucht
kwam verfrisschen, vond mevrouw De Mon-
tignac beter niet uit te gaarr, en vlijdo zij
zich op haar gewone plaatsje in het ealon,
in gezelschap van haar onafscheidenlij"ken
hond. Na eenigen tijd voegde Claude zich
bij haar in de ruime zaal, die een heerlij
ken indruk van koelte en rust gaf, met do
neergelaten jaloezieën, de mooie, donkere,
antieke meubelen, vervroolijkt hier en daar
door grootc bouquetten rozen, die de lucht
met hun geuren vervulden.
De graaf stond bij zijn moeder te praten
en begroette het binnentredende jonge meis
je met een glimlach: zij zag er allerliefst
uit in haar eenvoudig zacht-rose kleedje
met den grooten witte kanten kraag, die do
blankheid voor haar gelaat nog meer deed
uitkomen.
„Welk een lente-achtige verschijning",
riep de graaf vroolijk. „Jonge fee, er ont
breekt u nog iets, een van uw zusters, die
ik u vriendelijk verzoek uit mijn handen te
willen aannemen."
Hij nam uit een der vazen een witte roos,
met zacht getint hartje, die zij aannam cn
lachend in haar ceintuur stak.
„Een van mijn zusters! Uw toespeling
is heel lief, maar zou oud 1 Kunt u niet eens
iets nieuws bedenken?"
„Neen, waarlijk, ik-wist, dat die opmer
king zou komen, maar daar niets mijn ge
dachte beter kon weergeven, heb ik het ge
waagd, op gevaar af mij uw minachting op
den hals te halen, moderne jongedame 1
Houd dus alleen rekening met de bedoeling.
Wees goedertieren, als gij dat ten minste
kunt", voegde hij er bij, naar de deur
gaande.
„Mooi, de pijl van den Parthe!" riep
Claude schertsendmoet ik hierbij ook
rekening houden met do bedoeling? Tot
ziens, plcizierige rit!" riep zij hem na, zich
over de ballustrade van liet terras buigenoo.
Hij maakte lachende een ontkennende be
weging en sprong op den zwarten „Prins",
een prachtig Engelsch paard, dat zijn naam
verdiendeClaude volgde hem nadenk nd
met de oogen, zoolang zij hem nog door do
lanen kon zien galoppeeren, vergezeld van
zijn hazenwindhond Domino, die allerlei
wilde sprongen om het paard en zün berij
der uitvoerde.
Toen keerde zij bij mevrouw De Montïg-
uac terug, wie zij aanbood iets voor te lo
zen do gravin nar dit aanbod gaarne aan
aan en Claude begon met haar lieve, helde
re stem te lezen; maar weldra bemerkte zij,
dat de oude dame ingeslapen was, waarop
zij het blad ter zijde legde, en zich in een
gemakkelijk n stoel uitstrekte, zich over
gevende aan eenigszins slaperige overpein
zingen, de gelukkige slaperigheid van de
jeugd, die slechts de oogen dicht doet, om
haar dromerijen heter to zien.
Zoo bleven beiden, langen tijd, onbewust
van den voortgang der uren, totdat tegen
het einde van den namiddag een licht koel
tje door do open balkondeuren drong;
Pucky begon öïirustig te worden op oe
knieën zijnor meesteres en mevrouw De Alorr-
tignac, ontwakende, riep Claude met kla
gende stem.
Deze begreep aanstonds de bedoeling,
vermeerderde den voorraad sjaals cn zette
Pucky op een fluweclen kussendaarna
ging zij bij bet venster zitten en beschouw-
do de besvegingen der zwanen cn eenden,
die ook ontwaakt waren uit de onvermijde
lijke rustgedurende eenigen tijd heersch-
tc de stilte weder in het salon.
„O Claude, ik heb wat vergeten", zeide
plotseling mevrouw Do. Monti -nac. „De ge
neraal heeft de volgende maand een bal, en
daar dit het eerste i\ wa roe» gij zult ver
schijnen. moet gc bijzonder zorg dragen
voor uw toilet: indien uw garderobe met
voldoende voorzien is, schrijf dan naar Pa
rijs".
„Mijn garderobe is ruim voorzien", ant
woordde Claude lachende. „Een zorgvolle
hand heeft haar ingericht op ccn wijze,
waarmede alle gevaar kan getrotseerd wor
den, zelfs dc bals van den generaal."
„Des te beter", antwoordde dc gravin,
doch zij voegde er' geheimzinnig bij: „Zoo
goed ingericht de uitzet is, dien ge mede
gebracht hebt, hij zou toch niet voldoencw
zijn voor alle omstandigheden, voor je hu
welijk, bijvoorbeeld?"
„Mijn huwelijkriep Claude met ce-
maakten schrik, haar armen opstekende
„helaas, als u geen pretendent voor ra»,
hebt, ik zie geen enkelen aan den horizon i
Ik heb dus allen mogelijken tijd te denk n
over al do pracht, die ik uit Parijs zal la
ten komen, voor die gedenkwaardige gele
genheid. O, maar nu ik er aan denkDaar
is de heer De Barbazaji, onze vereerde buur
man
„Wil, ala het u belieft, niet aan den heer
Dc Barbazan denken", antwoordde de gra
vin, die geen scherts verstond, gestreng;
„het is waarlijk niet om je aan den heer
De Barbazan uit to huwen, dat de graaf de
moeite genomen heeft, je te gaan halen en'
je van den beginne af met bijzondere adv
ting heeft behandeld. De graaf had daar
mede een bepaald oogmerk, namelijk je to6
gravin De Montignac te maken, hetgeen mij
voorkomt wel zoo begeerlijk te zijn", voegde
de oude dame er ;j, trotsch haar tengere
gestalte verheffende.
Claude was opgestaan, doodsbleek, met
bevende stem; „is u zeker, dat Guy, to^n
hij mij uit het klooeUr ging halen, voorne
mens was mij te huwen?"
„Ik ben er zeker van!" zeide do gravim
„hij deelde het mij mede vóór zijn vertrekt
Dat verrast u, nietwaar mijn kind vcegdo
zij er goedig bij, mccncnde, dat het jonge
meisje overstelpt was door do eer, die haar!
te beurt viel.
„Wat mij verrast", sprak Claude raeft
innige verontwaardiging, „is de gering
schatting, waarvan zulk een plan getuigt
Ongelukkig heeft meri vergeten mijn toe
stemming t vru-en. Ik zou denken, dat ik
toch O' rog renig belang bij dc zaak had 1
Hm- gaat t<< ii om mijn geluk en mijn toe
komst i O zoudt u denken, dat ik die blin-
/.'jd overgeven aan een hoogmoctfig»
mee r, die meent het recht te hebben over
het lot van ccn menschelijk wezen to be-
s'.-hikken, zonder zich om haar mcening
zelfs te bekommeren? O neen! Duizendmaal
ueeuIeder wezen, dat door God ge&oha*
pen is, bezit zijn vrijen wil, en u kunt uw
zoon zeggen, dat ik geen voorwerp ben,
waarmede men naar de gril van het oogeo-
blik kan handelen 1"
("Wordt vervolgd.)