Dinsdaff 31 April A«. 1908. <Beze tgcurant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieels Kennisgeving. FEUILLETON. Liefde en Trots. fjo. 14773 LEEDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTS Voor Leiden per week 6 Centsper 8 maanden 1 l l f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd fijn B 1.30. Franco peT post 9 1.65. PRI.'S O KR ADVERTENTIEN» 7an 18 regels f 1.05. iedere regel meer /0.17J. Grootere letters naar plaatarnimte. - Kleine advertentién van 30 woorden 40 Cents oontantelk tiental woorden meer 10 Cents. - Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend. Polstie-agent Kuiken. Nog ontvingen w(j van: V. d. S. f 2; postwissel N. N. f 2.50; motto „Pllchtsvervulliog schenkt rust" f 0.60 M. en V, v. D.; B. R. f 1 en W. f 3. Totaal f 60.25. Rapalje en.... do Eeidsclie Fabrieksschool. Dezer dagen, even nadat eenige laffe jonge kerels den euvelen moed hadden, een politieagent verraderlijk a?.n te -allen en op onmenschelijke wijze te mishandelen, kwam on/s in handen een circulaire van het bestuur der ,,Leidsche Fabrieksschool' in 1902 tot een aantal ingezetenen onzer gemeente gericht. Deze circulaire ving aldus aan: ,,De Leidsche Fabrieksschool, die in ,,1892 is opgericht, stelt zich ten doel jon- ,,gens en meisjes, die op fabrieken werk- ,^aam zijn, te ontwikkelen en te beschaven „door hen des avonds nuttig bezig te hou- „den, hun oogen en handen te leeren gebrui- ,,ken en op hun wijzo van doen en spreken „invloed te oefenen. „De jongens ontvangen onderwijs in huisvlijt (slöjdy lezen, teekenen er reke- „nen; de meisjes in vrouwelijke handwer- „ken. „Beide afdeelingen komen in verschillen- ,,de gebouwen bijeen. „Van belang is bij het verstrekken van „dit onderricht, dat deze jonge menschen, „die zoo vatbaar zijn voor indrukken, ge- „wend worden des avonds hun vrije uren „nuttig to besteden een afkeer krijgen „van fstraatloopen en smaak leeren vin- „den in hot gebruiken van fatsoenlijke woor den." Wat er verder volgde was een aanspo ring om financieelen steun ten einde op den ingeslagen weg voort te gaan. Verder door bladerend de paperassen betrekking hebbende op deze inrichting, trof ons nog een circulaire in 1906 met gelijk doel verzonden en met den zelfden aanhef. Maar den volgde er iets dat ons wee moedig stemde. Wel waren do aanvragen om plaatsing in die jaren sterk vermeer derd, doch hot aantal contribuanten was daarentegen zoozeer verminderd, dat men zich genoodzaakt zag veel jonge lieden te leur te stellen niet a'leen, maar tevens op middelen moest bedacht zijn om in te krimpen in plaats van uit te breiden. Het bestuur besloot daarom de afdeeling meis jes op te heffen, hopende dat deze meisjes op de cursussen in het „Volkhuis" en in verschillende Wijkgebouwen" zouden ge plaatst kunnen worden. Het aantal jongens zou door dezen maatregel tot 80 kunnen worden uitgebreid, verdeeld over 4 klassen, elk van 20 leerlingen een getal zoo groot mogelijk om nog met succes slöjd-onder- wijs te kunnen gevon. Er moest daardoor nog een vierde onderwijzer worden aange steld. Er konden echter op deze wijze van de 103 jonge lieden, die zich aanmeldden slechts 80, d.i. 74 pCt., worden toegelaten. Gaarne had het betuur alle jongens, die zich hadden aangemeld en in de termen daarvoor vielen, geplaatst, indien de fi nanciën het hadden toegelaten. Ons dunkt de Leidscho burgerij moet daartoe het be stuur in staat stellen. Als daar is een drang bij den volksjongen, om te worden beschaafd en ontwikkeld in vrijen tijd, om een paar uren zich te willen oefenen, liever dan te vagebondeeren langs do straat, dan moet hem daartoe de gele genheid worden gegeven. En het bestuur eener onderwijsinrichting mag door geldge brek niet g drongen worden dezulken af te wijzen, en aan den demoraliseerenden in vloed van het straatleven over te geven. Er bestaat ontegenzeglijk verband tus- schen inrichtingen ala deze fabrieksschool en het meer of minder vagebondeeren langs onze straten. Wie deze school bezoekt, of bezocht heeft, achten wij niet in staat tot het plegen van wandaden, als voor ruim een week op do Haarlemmerstraat is geschied. Wie weet, zoo vroegen wij en nu zal men begrijpen waarom wij het woord „rapalje" en de Leidscho Fabrieksschool in één adem noemden wie weet of één of meer medeplichtigen aan deze geweldple ging, niet tevergeefs aan do deur der Fa^- brieksschool hebben geklopt, in iedeT geval zouden ze Itoogstwaarschijnlijk niet daar aan zich hebben bezondigd, indien ze eenige jaren, in de vrije avonduren onder den be- schavenden en ontwikkelenden invloed, die van zulk een inrichting uitgaat, hadden gestaan. Daar is in de jongste gemeenteraadszit ting gesproken over te nemen maatregelen tegen de treurige uitwassen der bandeloos heid, nu niet van de jeugd, maar van jonge mannen als deze. Scherper toezicht werd er noodig geacht, sommigen zagen er niet tegen op der poli tie een revolver mee te geven, om bij hooge noodzakelijkheid er gebruik van te maken. Of deze of andere maatregelen noodig zijn, ligt niet aan ons te beoordeelcn, maar wel durven we zeggen dat het ook op maat schappelijk terrein beter is wondeplekken te voorkomen, dan ze te laten voortwoeke ren om ze daarna uit te snijden. Daarom moeten wij een inrichting ale de Leidsche Fabrieksschool op milde wijze steunen, haar in staat stellen dat zij de deuren voor de jongens uit de volksklasse wijd kan open zetten en ieder en knaap, die zijn vrije avonduren besteden wil aan eigenvorming, met open armen ontvangen kan. Op welke wijze de jongens er goede ma nieren leeren en worden beschaafd, moeteD en kunnen we gerust overlaten aan de wijs heid en den tact der leeraren, en hoe ze huD handen leeren gebruiken, dat kunnen we zien op de tentoonstelling van werkstuk ken, door deze jongens vervaardigd, welke morgen en overmorgen, Woensdag en Don derdag, van 2 tot 4 uren, in het Nutsge- bouw zal geopend zijn. Vóór men zich tot den penningmeester, den heer K. van Wensen, Hoogewoerd 144, wende om zich op te geven voor een bijdra ge, of zoo men reeds iets er aan geeft om deze te verhoogen, bezoeko men deze ten toonstelling, om zich ook van het practisch nut der school te laten overtuigen. Vergadering vin itu Gemeenieraad van Leiden, op Donderdag '2.3 April 1908, <Ua namiddags te twee uren. T» behandelen onderwerpen lo. Voorstel om Commissarissen der Ste delijke Gasfabriek te machtigen perceelen, gelegen aan den R oogen cn den Lagen Voortweg te Oegstgeest, aan de hoofdgasled ding aan te sluiten. (IOC) 2o. Voorstel tot aam. Hing van het Uit- breidings- en Vernieuwingsfonds der Stede lijke Gasfabriek ten I evo vaD de uitvoe ring van eenige wer cn tot vaststelling van den desbetreffc r i begrootingsstaat. (105) 3o. Voortzetting v u hehandeling van het yc bretel om van g- mtewege steun te verleenen ter bevorder van de verzeko* ring tegen de geldelijke volgen van werk loosheid. (88) HINDERWET. Burgemeester en We": aders van Leiden; Gezien het adres w.n do Directie der Naaml. Vennootsc iap Broodfabriek „Ue- re3", houdende verzoek om vergunning tot het uitbreiden van haar fabriek aan de Zijdgxacht No. 28, lead, bekend in sectic E. No. 1527, door het bijplaatsen van een elec tromotor van 8 p.k. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met do bijlagen op de Secretaris dezer gemeente ter visio ge legd is; alsmede dat op Dinsdag 5 Mei aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen, ten einde hun bezwa ren mondeling toe te lichten. Burgemeester cn Wethouder» voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester, VAN H EYSTt Secretaris. Leiden, 21 April 1908. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door J. W. VAN DER STEEN, wonende te Lei den, een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcoholhouden den, anderen dan sterken drank, voor ge bruik ter plaatse van verkoop, in het bene den-voorlokaal van het perceel Lammer markt No. 33. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Loiden, 21 April 1908. Leiden, 21 ApriB. Door commissarissen der Stedelijke fa brieken van Gas en Electriciteit alhier wordt medegedeeld, dat het vernieuwings- en uifcbreid-ingsfonaa der stedelijke gastar briek om vorschiUendo redenen aanvulling behoeft. In de eerste plaats blijkt dat de fabriek voor gecarbureerd water gas, welke is inge richt op een maximum-productie van 15,000 kub. M. per etmaal en wier productie in den afgeloopen winter reeds tot ll.OOOkub. M. per etmaal gestegen is, niet langer zonder re serve zal mogen werken. Dientengevolge is bijplaatsing van een stoomketel en van een tweedo rij toestc'len noodig. Voorts is het wenschelijk, dat naast het bestaande olie-reservoir nog een tweede van gelijken inhoud worde gebouwd, omdat ao olio dan in grootere hoeveelheid en daar door ook goedkooper zal kunnen worden aangekocht en tevens de mogelijkheid zal worden geopend om met meer dan één soort olio to werken, hetgeen van belang is om verschillende oliesoorten in het groot be drijf te leeren kennen. Voor deze uitbreidingen is een L» drag van 35,000 noodig. In de tweede plaats is de vernieuwing van het oude zuiverhuis en van de daarin ge plaatste kisten dringend noodzakelijk, ter wijl bovendien tusechen het in 1901 gebouw de en het thans te vernieuwen zuiverhuis een overdekte regeneratieruimte wordt noo dig geacht. Van een en ander worden de kosten geraamd op f 45,000. Voorts cischt het buizennet op verschil lende punten der 6tad vernieuwing of ver zwaring. Vorschillendo waterovergangen moeten worden vcnieuwd en met het ver zwaren van de hoofdgasleidingen in de sin gels zal worden voortgegaan. Een bedrag van f 25,000 wordt voor deze verbeteringen noodig geacht. Eindelijk zal een vernieuwing van de stoomleidingen in de gasfabriek een uitga- vo van ongeveer f 5000 vereischen. Alles te zamen genomen zal dus het uit- breidings- cn vernieuwingsfonds met f 110,000 moeten worden aangevuld. Daarom geven B. cn Ws. den gemeente raad in overweging: lo. te besluiten tot aanvulling van het Ui tb rei dings- en Vernieuwingsfonds dor gas fabriek met een bedrag van f 110,000, te vinden uit- geJdleening, onder bepaling dat jaarlijks door de gasfabriek aan do gemeen te zai worden betaald dezelfde interest, als de gemeente voor het door haar geleende kapitaal verschuldigd is, en dat jaarlijks 5 pCt. zal worden bestemd tót aflossing van schuld of kapitaaldelging, aan te van gen met het jaar 1909; 2o. over te gaan tot vaststelling van den bij dit voorstel overgelegden supplctoiren begrootingsstaat, groot 110,000. Van den heer J. Kortekaos te Oegst geest ontvingen commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas cn Electriciteit het verzoek een perceel aan den Hoogen Voort- weg, ten oosten van den Rijnsburger straat weg, aan do gasleiding aan te sluiten. In dit gedeelte van den Hoogen Voortweg ligt geen gasleiding, de weg behoort aan de ge meente Oegstgeest en deze maakt geen be zwaar, dat in de haar lo'. b hooivn'R wegen gasbuizen worden gelegd. Ingevolge art. 1 der Verordening van den 9den Januari 1896, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particu lieren, zal de Gemeenteraad moeten beslis sen of dit verzoek kan worden ingewilligd. Daarom stellen commissarissen aan B. en Ws. voor het verzoek van den heer Korte kaas aan den Raad over te leggen onder bijvoeging van hun advies om het, behou dens rechten van derden, in te willigen on der voorwaarde, dat de kosten van den aan leg geheel door den aanvrager zullen wor den gedragen en onder voorbehoud, dat dl prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig door den Gemeenteraad wellicht kan worden verhoogd boven h# Leidsche tarief. Het laat zich aanzien, dat op de gedeel ten van den Hoogen Voortweg cn den La gen Voortweg nabij tien Rijnsburger weg spoedig meer peroeelcn om gasaansluiting zullen vragen. In verband daarmede geven commissaris- sen B. en Ws. verder in overweging aan den Raad voor eenmaal machtiging aan te vra gen om de perceelen aan die wegen van ga? te voorzien op de bovenvermelde voorwaar de en onder het genoemde voorbehoud. Commissarissen leggen tevens een teeko ning over van den Hoogen Voortweg en den" Lagen Voortweg, voor zoover deze voor het leggen van gasbuizen in aanmerking komen, totaal 560 meter. Tegen dit voorstel van algemeene mach tiging van commissarissen wat den bedoel den Hoogen cn Lagen Voortweg betreft be staat bij B. cn Ws. geen bezwaar, zoodal zij den Raad gunstig adviseeren. De wegens den Zondag uitgestelde pa rade bij gelegenheid vaa den 32sten ver jaardag van Prins Hendrik. Gemaal van H. M. de Koningin, ging ook heden, wegen» het minder gunstige wedor, niet door. Het carillon van den Stadhuistoren werd :n het middaguur bespeeld, en van eenige openbare gebouwen wapperde, ovenals op 19 April, de driekleur, doch van niet zooveel als toen. De af deeling Leiden van den Volksbond heeft ter behandeling op de 35ste Algemeene Vergadering, Augustus van dit jaar, heft volgende voorstel aan het Hoofdbestuur ge daan: „Het Hoofdbestuur trede in overleg met het Departement van Oorlog ten einde t<> bewerken, dat de miliciens, die voor herha lingsoefeningen onder de wapenen komen, zich op een vroeger uur dan thans, bij hum korpsen moeten melden." Zij grondt dit op de volgende over wc gin- gen: Het onder de wapenen komen der oud» lichtingen onzer militie levert in vrijwel ailo garnizoenen een weinig aanlokkelijk schouwspel op. Groepen tierende on dron ken krijgslieden zwieren van ongeveer twaalf tot vier uren door de straten en dragen het hunne er toe bij om de burgerij geen hoog denkbeeld van onzo weermacht te go- ven. Wat is daarvan do reden? De opkome lingen moeteD zich vóór vier uren bij hun j korps melden, wat in de practijk daarop neerkomt, dat zij even voor vier uren cte kazerne binnentreden. Daar nu elk regiment zijn miliciens uit den omtrek verkrijgt, is de oudo lichting reeds lang vóór vier uren in haar garni zoen bijeen. Oude bekenden ontmoeten- elkaar en zooals het nu eenmaal in ons va- 1 derland moet gaan, er wordt een borrel op de vernieuwdo kennismaking gedronken.) En van eCn komen er meer, zoodat een zeer groot deel der oude lichting gaandeweg in opgewonden toestand geraakt. Levert onzo militie op deze wijze een af« stootend beeld, ook do militaire dienst heeft' gToot nadeel van een dergelijke wijze van! onder de wapenen komen, 't Is voor heft kader verbazend moeilijk onder de dronken en rumoerige lichting zijn gezag te handluv 18) *8 Morgens ging Claude wandelen, met ten grooten stroohoed op haar blonde ha ren, om haar gevoelige huid te beschutten kegen de gloeiende liefkoozingen der zuide lijke zon. Met den goeden Rocamier was zjj zeer goede vrienden geworden, en, verrukt, in do gelegenheid te zijn, hier in de Pyre neeën, waar de flora tot in oneindige ver scheidenheid te vinden is, levende navor- schingen te kunnen doen, heel wat belang rijker dan de droge studies in de gedroog de bloemen van een herbarium, was zij een trouwe metgezel van den rentmeester op zijn tochten en bij het botaniseeren. Dikwijls kwamen zij dan graaf Guy tegen, die icde- ren morgen een wandelrit te paard deed. Hij glimlachte dan tegen hen, met den glim lach van den ver er boven verheven man, die toegevend is voor onschadelijke krank zinnigen, en had altijd aan tafel eenige spotternijen voor hen gereed, terwijl hij met gemaakte belangstelling naar de kost bare vondsten informeerde. Claude laebto dan, antwoordde vroolijk, onverstoorbaar op die spotternijen, die zij voelde, dat niet kwaad gemeend waren, en begon den vol genden morgen onvermoeid haar tochten, van welke zij een heerlijke gezondheid me debracht. Daü kwam zij thuis, en voelde zich hier werkelijk thuis, met al de genoegens van de reeds aangenomen gewoonten. Het waa baar, met de onwillekeurige behoeften van het menschelijk hart ora een \ast standpunt te hebben, alsof zij hier reeds wortel begon te fcchieten; alsof zij zich hier begon vast te hechten aan do plaats, waar zij gevreesd had vreemdelinge te zullen blijven, en die haar nu al voldoende was. Op een namiddag, dat de hitte al te druk kend was, cn geen enkel koeltje do lucht kwam verfrisschen, vond mevrouw De Mon- tignac beter niet uit te gaarr, en vlijdo zij zich op haar gewone plaatsje in het ealon, in gezelschap van haar onafscheidenlij"ken hond. Na eenigen tijd voegde Claude zich bij haar in de ruime zaal, die een heerlij ken indruk van koelte en rust gaf, met do neergelaten jaloezieën, de mooie, donkere, antieke meubelen, vervroolijkt hier en daar door grootc bouquetten rozen, die de lucht met hun geuren vervulden. De graaf stond bij zijn moeder te praten en begroette het binnentredende jonge meis je met een glimlach: zij zag er allerliefst uit in haar eenvoudig zacht-rose kleedje met den grooten witte kanten kraag, die do blankheid voor haar gelaat nog meer deed uitkomen. „Welk een lente-achtige verschijning", riep de graaf vroolijk. „Jonge fee, er ont breekt u nog iets, een van uw zusters, die ik u vriendelijk verzoek uit mijn handen te willen aannemen." Hij nam uit een der vazen een witte roos, met zacht getint hartje, die zij aannam cn lachend in haar ceintuur stak. „Een van mijn zusters! Uw toespeling is heel lief, maar zou oud 1 Kunt u niet eens iets nieuws bedenken?" „Neen, waarlijk, ik-wist, dat die opmer king zou komen, maar daar niets mijn ge dachte beter kon weergeven, heb ik het ge waagd, op gevaar af mij uw minachting op den hals te halen, moderne jongedame 1 Houd dus alleen rekening met de bedoeling. Wees goedertieren, als gij dat ten minste kunt", voegde hij er bij, naar de deur gaande. „Mooi, de pijl van den Parthe!" riep Claude schertsendmoet ik hierbij ook rekening houden met do bedoeling? Tot ziens, plcizierige rit!" riep zij hem na, zich over de ballustrade van liet terras buigenoo. Hij maakte lachende een ontkennende be weging en sprong op den zwarten „Prins", een prachtig Engelsch paard, dat zijn naam verdiendeClaude volgde hem nadenk nd met de oogen, zoolang zij hem nog door do lanen kon zien galoppeeren, vergezeld van zijn hazenwindhond Domino, die allerlei wilde sprongen om het paard en zün berij der uitvoerde. Toen keerde zij bij mevrouw De Montïg- uac terug, wie zij aanbood iets voor te lo zen do gravin nar dit aanbod gaarne aan aan en Claude begon met haar lieve, helde re stem te lezen; maar weldra bemerkte zij, dat de oude dame ingeslapen was, waarop zij het blad ter zijde legde, en zich in een gemakkelijk n stoel uitstrekte, zich over gevende aan eenigszins slaperige overpein zingen, de gelukkige slaperigheid van de jeugd, die slechts de oogen dicht doet, om haar dromerijen heter to zien. Zoo bleven beiden, langen tijd, onbewust van den voortgang der uren, totdat tegen het einde van den namiddag een licht koel tje door do open balkondeuren drong; Pucky begon öïirustig te worden op oe knieën zijnor meesteres en mevrouw De Alorr- tignac, ontwakende, riep Claude met kla gende stem. Deze begreep aanstonds de bedoeling, vermeerderde den voorraad sjaals cn zette Pucky op een fluweclen kussendaarna ging zij bij bet venster zitten en beschouw- do de besvegingen der zwanen cn eenden, die ook ontwaakt waren uit de onvermijde lijke rustgedurende eenigen tijd heersch- tc de stilte weder in het salon. „O Claude, ik heb wat vergeten", zeide plotseling mevrouw Do. Monti -nac. „De ge neraal heeft de volgende maand een bal, en daar dit het eerste i\ wa roe» gij zult ver schijnen. moet gc bijzonder zorg dragen voor uw toilet: indien uw garderobe met voldoende voorzien is, schrijf dan naar Pa rijs". „Mijn garderobe is ruim voorzien", ant woordde Claude lachende. „Een zorgvolle hand heeft haar ingericht op ccn wijze, waarmede alle gevaar kan getrotseerd wor den, zelfs dc bals van den generaal." „Des te beter", antwoordde dc gravin, doch zij voegde er' geheimzinnig bij: „Zoo goed ingericht de uitzet is, dien ge mede gebracht hebt, hij zou toch niet voldoencw zijn voor alle omstandigheden, voor je hu welijk, bijvoorbeeld?" „Mijn huwelijkriep Claude met ce- maakten schrik, haar armen opstekende „helaas, als u geen pretendent voor ra», hebt, ik zie geen enkelen aan den horizon i Ik heb dus allen mogelijken tijd te denk n over al do pracht, die ik uit Parijs zal la ten komen, voor die gedenkwaardige gele genheid. O, maar nu ik er aan denkDaar is de heer De Barbazaji, onze vereerde buur man „Wil, ala het u belieft, niet aan den heer Dc Barbazan denken", antwoordde de gra vin, die geen scherts verstond, gestreng; „het is waarlijk niet om je aan den heer De Barbazan uit to huwen, dat de graaf de moeite genomen heeft, je te gaan halen en' je van den beginne af met bijzondere adv ting heeft behandeld. De graaf had daar mede een bepaald oogmerk, namelijk je to6 gravin De Montignac te maken, hetgeen mij voorkomt wel zoo begeerlijk te zijn", voegde de oude dame er ;j, trotsch haar tengere gestalte verheffende. Claude was opgestaan, doodsbleek, met bevende stem; „is u zeker, dat Guy, to^n hij mij uit het klooeUr ging halen, voorne mens was mij te huwen?" „Ik ben er zeker van!" zeide do gravim „hij deelde het mij mede vóór zijn vertrekt Dat verrast u, nietwaar mijn kind vcegdo zij er goedig bij, mccncnde, dat het jonge meisje overstelpt was door do eer, die haar! te beurt viel. „Wat mij verrast", sprak Claude raeft innige verontwaardiging, „is de gering schatting, waarvan zulk een plan getuigt Ongelukkig heeft meri vergeten mijn toe stemming t vru-en. Ik zou denken, dat ik toch O' rog renig belang bij dc zaak had 1 Hm- gaat t<< ii om mijn geluk en mijn toe komst i O zoudt u denken, dat ik die blin- /.'jd overgeven aan een hoogmoctfig» mee r, die meent het recht te hebben over het lot van ccn menschelijk wezen to be- s'.-hikken, zonder zich om haar mcening zelfs te bekommeren? O neen! Duizendmaal ueeuIeder wezen, dat door God ge&oha* pen is, bezit zijn vrijen wil, en u kunt uw zoon zeggen, dat ik geen voorwerp ben, waarmede men naar de gril van het oogeo- blik kan handelen 1" ("Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1