N». 14-752 Woensdag 25 Maart. A®. 1908. (Seze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven, Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Iets over de beginselen en hoofd bepalingen onzer Strafwetgeving. FEUILLETON. Haar plicht getrouw. PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden I 2', f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z(jn 1.30. Franco per post1-63. PENS DER ADVERTENTIES t Van 18 regel, ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. - Qroctsro letter, naar plaatsrnimte. - Kleine adrertentlën ran 30 woorden 40 üent, contant j elk tiental woorden meer 10 Oente.- Voor het inoaeaeeren wordt 0.05 berekend, r Vergarfsring van don Hemacnleraad van Lalden, »p Donderdag 28 Maart 1908/ dos namiddags te Iwoe uren. 'Alsnog to boliandolen: 14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing van de school 4er 2de klasse voor jongens en meisjes. (83) HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gezien het adres van do Firma A. AL BERTS en Co., houdende ver/.oek om ver gunning tot het oprichten van een Bakkerij in het perceel Zuidsingol No. 34, kadastraal Vekend Sectie C No. 185, gemeente Leiden; Gelet op de artt. en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de oijlageu op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Woensdag 8 April aanst. des voormiddaga te elf uren, op bet Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven tun bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er do aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die >iet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen, ten einde hun bezwaron inondeling toe te lichten. r Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HE YET, Secretaris. Leiden, 25 Haart 1908. Directe Belastingen. De Burgemeester van LeicLen blrengt ter aigemeene kennis, dab aan oen Ontvan ger der Directe Belastingen is ter hand go- jrteld het kohier der Personeelo belasting Ho. 4 van den dienst 1908, executoir ver- paard den 20sten Maart j.l. en her innert voorts den belanghebbenden aan hun verplichting om den aanslag op den bij Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 25 Maart 1908. Directe Belagtijogen. De Burgemeester van Leiden brengt ter ^tfgemeene kennis, dat aan don Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand ge- 'fetcld het kohier der Personeelo belasting ijTo, 20 van den dienst 1907, executoir ver- iklaard den 20sben Maart jl. en herinnert Voorts den belanghebbenden aan hun ver plichting om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. •Leiden, 25 Maart 190A. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter aigemeene kennis, dat door het Bestuur der Werkmansverceniging „Nut en Genoegen", te Leiden, een ver zoekschrift is ingediend om verlof voor den verkoop van alcohol houdenden, adde ren dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de vergaderzaal van het perceel Pietcrskerkgraeht No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 25 Maait 1908. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter aigemeene kennis, dat door A. ZANDVLIET, koopman, wonende te Lei den, een verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcohol houden den, anderen dan sterken drank, voor ge bruik ter plaatse van verkoop, in het bene denlokaal van het perceel Vliet No. 44. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris, Leiden, 25 Maart 1908. V (Slot. In ons vorig opstel hebben wij opge merkt, dat ook ten onzent het stelsel van voorwaardelijke invrijheidstelling niet ge heel onbekend is. Daaromtrent is bepaald, dat iemand, die tot gevangenisstraf is ver oordeeld, wanneer hij drie vierde gedeelten van zijn straftijd en tevens ten minste drie jaren in d© gevangenis heeft doorgebracht, voorwaardelijk in vrijheid kan worden ge steld. D© voorwaarde, aan zijn invrij heidstelling verbonden, is natuurlijk deze, dat hij zich good gedraagt. Vandaar dan ook dat zeker toezicht wordt uitgeoefend. Indien de voorwaarde niet wordt vervuld, kan die invrijheidstelling natuurlijk worden herroepen. Nieuwe invrijheidstelling kan dan niet worden verleend. Wat de hechtenis of vrijheidsberooving voor het begaan van minder ernstig© feiten betreft, deze kan één dag bedragen, maar ook een jaar duren; in sommige gevallen zelfs nog iets langer. Wenscht de tot hech tenis veroordeelde de straf in afzondering te ondergaan, dan wordt het hem op zijn verzoek vergund. Wat betreft de geldboete, ook hier is een 'algemeen minimum, namelijk 50 cents, ter- "wijl voor ieder bijzonder geval een maxi mum is voorgeschreven; maar deze vermo- genssfcraf wordt veelal niet ondergaan. In zeer vele gevallen blijft de veroordeelde in gebreke te betalen. In dat geval wordt de straf nadat een bepaalde tijd verstreken is, door hechtenis vervangen. Deze zoogenaam de subsidiaire straf wordt ook bij h;t von nis bepaald. Men kan trouwens desverkie- zendo de hechtenis dadelijk ondergaan en, In ons vorig artikel staat dat in som mige gevallen in het buitenland orgel tjes in de cellen worden toegelaten. Zóó vroolijk is de zaak echter niet. In de kopij stondvogeltjes. bevalt dat niet, dan kan men er zich altijd nog van bevrijden door do verschuldigde boete te voldoen. Aan de straf van boete is nog een bijzon derheid verbonden. Wanneer namelijk een overtreding is begaan, waarop geen andere straf dan die van geldboete is gesteld, dan kan men zich van alle rechtsvervolging ont slaan, door eenvoudig de hoogste boete vrij willig te betalen, en zulks op machtiging van den ambtenaar van het Openbaar Mi nisterie, binnen den door dezen te bepa len tijd. In sommige gevallen wordt iemand, alvo rens het eigenlijke strafproces tegen hem aanvangt, voorloopig in verzekerde bewa ring gesteld. Dit is de «zoogenaamd© en tamelijk beruchte preventieve hech tenis. Wanneer hij nu later veroordeeld wordt, dan kan de rechter bepalen dat de tijd, in vóórarrest doorgebracht, bij do uitvoering der straf geheel of gedeeltelijk in mindering zal worden gebracht of afge trokken. Ten slotte nog enkele het strafrecht in het algemeen betreffende bijzonderheden. Vooreerst de pogi n g Men kan beproe ven een feit te begaan, hetwelk door de wet als een 'strafbaar feit wordt beschouwd. Men lost b,v. een revolverschot op iemand en poogt dus hem te dooden of hem zwaai lichamelijk letsel toe te brengen. De poging mislukt echter. Waarom? Omdat de revol ver niet met soherp geladen was. Maar de dader meende van wel, daarom is zijn po ging ook strafbaar. Dit geldt echter niet voor die feiten van minder ernstigen aard, die wij overtredin gen noemen. Het is b.v. vei boden om op den openbaren weg tegen iemand eenige baldda- digheid te plegen; dat wil zeggen die het doet is strafbaar. Men kan echter niet p o- g o n om balddadigheid to plegen. Men doet het of men doet het niet. Die het probeert, gesteld dat dit kan, is niet Btrafbaar; om strafbaar to wezen moet men de straat schenderij werkelijk gepleegd hebben. Op den regel, dat de poging tot misdrijt strafbaar is, bestaan enkele uitzonderingen. Zij betreffen het tweegevecht en do mishan deling van menooh of dier. Al die feiten, zoo zij gepleegd werden, zijn strafbaar; maar wanneer het niet tot een uitvoering gekomen is, onthoudt de strafrechter zich van in menging. Een ontvouwing van de juridische gronden, waarop dergelijke beginselen rus ten, ia natuurlijk voor een blad als het onze minder geschikt. Niet alleen zij, die het feit persoonlijk plegen, zijn daders van strafbare feiten. Men kan ook aan een strafbaar feit deel nemen en die dat doen noemt men mede plichtigen, hoewel het vanzelf spreekt, dat medeplichtigen minder zwaar worden geBtraft dan de eigenlijke daders. Men kan ook medeplichtig zijn door het strafbaar feit opzettelijk uit to lokken, bijv. door geld te geven of het een of ander te beloven; door geweld of bedreiging enz. Die aldus handelt is opzettelijk be hulpzaam of maakt het plegen van het misdrijf gemakkelijk, wat trouwens op ver schillende andere wijzen kan geschieden. Hiermede hebben wij ons doel bereikt en vertrouwen d© lijnen, waardoor ons straf recht, waarvan de beginselen zich meer bij do begrippen van den nieuwcren tijd aan passen, en vooral ons verouderd en dooi zeer velen afgekeurd strafstelsel zijn afge- teekend, op zoo bevattelijk mogelijke wijze met het bovenstaande te hebben geschetst. Leiden, 25 ftfaart. De Commissie van Financiën heeft geen bedenking tegen de door Burgemees ter en Wethouders voorgestelde verhoogin gen der begrooting dienst 1907 a. ten behoeve van eenige uitgaafsposten waarvan do raming te laag is gebleken; b. ten behoeve van de hoogere koaten van het slachthuis c. ten behoeve van de betaling der door de rechtbank toegekendo schadeloosstellin gen voor de onteigende perceel©» in de Pa arden steeg. In de gemeenteraadszitting van 18 Juli van verleden jaar werd besloten tot den bijbouw van een viertal lcerlokalcn en een gymnastieklokaal aan do school 2do klasse voor jongens en meisjes aan de Oude Vest. De kosten dier verbouwing, met inbegrip van de kosten van inrichting en meubilair werden destijds geraamd op 24500 gld. De definitieve plannen zouden den Raad echter eerst later ter goedkeuring worden aangeboden, en de voor de uitvoe ring vereischte gelden dan tevens worden aangevraagd. Nadat plan en bestek door den districts schoolopziener waren goedgekeurd, heeft thans de openbare aanbesteding van het werk plaats gehad. Daarbij bleek de laag ste inschrijver bereid te zijn het werk uit te voeren voor de som van 19,800 gld., on der welk bedrag dan tevens begrepen zijn de kosten van installatie van het Caecilio- Gasthuis als tijdelijke hulpschool. Die som zal echter moeten worden verhoogd met een bedrag van 5000 gld. voor de koeten van aanschaffing van meubilair en leermidde len, de kosten van t bestek en die van toezicht. Do totaal kosten van verbouwing, inrichting en tijdelijke onderbrenging van do leerlingen in een hulpschool zullen du3 bij gunning van het werk aan den laagston inschrijver, waartegen bij B, on Ws, geen bezwaar bestaat, bedragen 24,800 gld. of slechts 300 gld. meer dan het bedrag dat den Raad destijds werd opgegeven, waarbij echter niet uit het oog mag worden verlo ren, dat thans ondor dat bedrag ook de koeten van do inrichting der hulpschool zijn begrepen. B. en Ws. geven den Raad daarom in "overweging aan hét overgelegde, verbou wingsplan ook zijn goedkeuring te hechten en, door vaststelling van den supplctoiren begrootingsstaat, de velreischte golden te hunner beschikking te stollen. Voor een zeer talrijk publiek trad gis teravond in het Klein Auditorium van het Academiegebouw op ds. H Bakels, cm.-pre dikant bij de Doopsgezinde Gemeente, thans te Haarlem, daartoe uitgonoodigd door de Theologische Faculteit der Leidsche Stu- dentenvereeniging. Door zijn geschriftje „Een bouquetjo Dog matiek" heeft de heer Bakels in do Theolo gische wereld van zich laten spreken, van daar wellicht de voor deze vergaderingen bijzonder groote opkomst. De Spr. hield een rede over de zekerheid van Gods bestaan. Hoewel men geen definitie van God geven kan, toch is Zijn bestaan volgens Spr. langa indirecten en dirccten weg to bewijzen. Na dit uitvoerig te hebben gedaan, waar bij bleek dat Spr. een streng logisch denker- is, stelde hij de waarde van het Godsgeloof tegenover de volstrekte ontkenning. De geloovigo kan in deze wi-rcld dankbaar zijn en voldaan, eerbied voelen en leeren berusten tegenover God, do groote machts- bron; do atheist vindt daartoe geen aanlei ding en gevoelt zich daardoor veel arme»:. Spr. deeldo ten slotto als zijn gevoelen mee dat de tiid van het ongeloof aan het ebben is, thans verkeeren wij in de dagen van twijfel en agnosticisme, doch ook doze zullen voorbijgaan cn plaats maken voor 'b geloof in een Eeuwige Almacht. Spr.'s rede werd met groote aandacht gevolgd. Ds. G-. J. do Hoest S.Jzpredikant bt de Ned.-Herv. Gem. alhier, die, gelijk men weet, tegen 11 Mei a. s. emeritaat heeft aan gevraagd, hoopt den lOden Mei te voren het feit te mogen herdenken, dat h|j voor 40 jaar de Evangelie bediening aanvaardde Zyn eerste Gemeente was Amerongen, waar hy ongeveer 4 jaar werkzaam was. Daarna diende hy achtereenvolgens de Gemeenten te IJsolmonde (1872 '76), te Amersfoort (1876 '79), to Barneveld (1879 -'84), te Leeuwarden (1884 '87) en te Zutphen (1887 '92). Den lOden Mei 1S92 deed hy in de Pieterskerk alhier zyn introdo. Voor het examen nuttige handwerken zyn te 's Gravenhage geslaagd do dames 0. C. M. Smits, E. Deinum, A. Veenstra, J. H. Milikan, allen van Lelden; M. L. Visser, Zegwaard; A. Zuydam, Gouda. De student in de geneeskunde JH. Smidfc van Gelder, aan de Universiteit te Leiden, wordt toegelaten tot de verbinte nis als adspirant-reservc-officicr van go- zondheid. Do toezegging van het beroep naai Dcurne, Herv. Gem., is aangenomen dooi den heer J. J. L. Middendorp, cand. te Leiden. In de vergadering der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Middelburg, werd besloten adhaesio te betuigen aan een door de Lcidscho Kamer aan de Tweed© Kamer gezonden verzoek om in ieder geval een wettelijken tijd in te voeren, welke dezo dan ook zij. Men meldt uit Den Haag: Maakte do gezondheid van den jubilaris het ontvangen van bezoeken bezwaarlik, tooli was hot aan vele teekenen duidelijk ie zien, dat do heer L. J. S. van Kempen op zijn zeventig sten verjaardag niet vergeten werd. Een stroom van brieven en kaartjes vond zijn weg naar den Bezuidenhout, en een stapel telegrammen groeido nog laat op den mid dag aan. Prachtige bloem- cn viuchtenstuk- ken prijkten in de salons, als Li jken van vriendschap, van waardeering, van dank baarheid voor wat deze jubilaris in engeren kring voor familie en vrienden, e» in ruime ren voor zeer velen geweest is, cn nog blijft." In 't bijzonder raag hier vermeld worden ecu fraai bronzen beeld „De arbeid', met onder schrift „J. M. van Kempen aan zijn com pagnon cn broeder"; cn vervolgens een fraaie groote Rozenburger-tegel, geschenk van het 88) „Mooi, en nu, dame3, laten wij dan eens Samen klinken op dc vervulling van mijn innigstcn wensch. Vindt u het goed, me- (jrrouw Werkentin?" „.'.Is do vervulling van uw wensch u ge lukkig maakt, dan spreekt het vanzelf." Zij klonken samen cn Rolf dronk zijn glas Melanio von Bcrkow reed clkcn dag met ,haar stalmeester uit. Er was een eigenaar dige verhouding tusschen deze twee ont- Istaan. Den lichten, amusanten toon, dien iïhachwitz in do conversatie aansloeg, viel zeer in den smaak van do oppervlakkige, •genotzuchtige vrouw. Dat was nog eens iets anders, als die vervelende gesprekken over het weer, den oogst, de koren- en veeprij- zen cn al die soort van zaken, die altijd het Onderwerp van gesprek voor haar overige kennissen uitmaakten. Zij gevoelde, dat Tr. hwitz hetzelfde genre was als zij zelf; Lij kon in haar ideeën inkomen en kon zich ©est in alles schikken. "Wie weet, als ze zich niet zoo eigenzinnig ;ïn het l ofd had gezet om Tornau te her- oveibn, of dan de. plannen, welke Trach witz had beraamd, toen Melanie hem in Monte-Carlo in den uitersten nood had ge holpen, niet waren veiwezonlijkt Zonderling genoeg verloor Traohwitz fif en too deze plannen geheel en al uit heb (POg en andere gedachten hielden hem dan bezig; vooral .was dat het geval, aJs hij weer met Renate in aanraking was geweest. Door Melanies woorden was zijn jaloorsch- heid op Rolf Tornau aangewakkerd. Zij werd steeds 6terkcr, evenals ook zijn ver langen naar Renate. Met jaloersche woede bemerkte hij hoe Rolf zijn gevoel voor Re nate nauwelijks meer kon verbergen. Zoo dikwijls maar mogelijk was, zette hij Mela nio er toe aan, naar Tornau te rijden, en dezo was daardoor altijd wel te vinden. Beiden riepen daardoor telkens een pijn lijke jaloerschheid in zich wakker, en als ze na zulk een bezoek zwijgend naast el kaar naar huis terugreden, zaten ze op plannen te zinnen, die het geluk van Rolf Tornau dreigden te vernietigen. Eens reed Melanie, vergezeld van Trach- iwitz, weer op een morgen naar de tamilie Diesterkamp. Tot haar innerlijke blijd schap vernam ze van de vrouw des huizes, dat men de Tornausche familie te dineeren verwachtte, en zij werd vriendelijk uitgo noodigd met Traohwitz eveneens te blijven. Zij maakte eerst eenige uitvluchten voor den schijn, maar liet zich ten slotte toch gemakkelijk overhalen om te blijven. Men ging het Trachwitz, die bij de paarden was gebleven, meedeelen cn kort daarop trad ook hij de groote, heldere woonkamer binnen. Hij begroette mevrouw ton Diesterkamp met een handkus en ver ontschuldigde zich, dat hij in rijkostuum aan tafel moest verschijnen. Zij keek haar gasten glimlachend aan en oei vriendelijk: ,,0p het land maakt med zich daarmee het leven niet moeilijk, miju heer von Trachwitz; lik vind bovendien, dat u er zoo netjes en elegant uitziet, dat men het niet anders zou verlangen. U ia» zoo'n oude dame als ik ben het compliment, niet kwalijk nemen." Trachwitz boog. „Zeker niet, mevrouw integendeel, u maakt mo bepaald trotscu met uw gezegde." Melanie lachte. „Ik ben immers ook in rijkostuum, beste Trachwitz, maar hier zullen ,we zeker wel een gelegenheid vin den om onze handen te wasschen. Dat is dan ook het eenige, wat wo aan ons toilet (kunnen veranderen." Toen de familie von Tornau kwam, vond dezo het niet bijzonder prettig, die beiden hier te vinden. Mevrouw von Tornau had zich op een vertrouwelijk babbeluurtje met haar oude vriendin verheugd, en bovendien kon ze Melanie niet dan met een gevoel van afkeer ontmoeten. Renate gevoeld© zich iu tegenwoordigheid van haar man altijd eenigszins gedwongen en verlegen en ook Rolf had van beiden een afkeer. Melanie ignoreerde intusschen zijn slech te bui totaal en legde heelemaal beslag op hem, door hem in een onderhoud te wikke len, waaraan hij zioh niet, zonder erg on beleefd te zijn, kon onttrekken. Mevrouw von Diesterkamp had zijn moeder in een hoekje getrokken, en de heer des huizes had de kamer verlaten, om den wijn uit den kelder te halen. Traohwitz en Renate waren dientengevol ge wel op elkaar aangewezen. Zij stonden voor do deur, die van de kamer toegang tot den tuin gaf; terwijl Rolf en Melanie bij den schoorsteenmantel waren gezeten. „U bent erg stil, vandaag, mijnheer von Tornau 1" begon Melanie. Hjj wendde zijn blik met geweld van Re nate af en keek Melanie eenigszins sjot tend aan. „Heb ik dan wel ooit groot© ga ven om t© converseeren bezeten?" ,.Wil u een complimentje uitlokken?" „Niet, dat ik weet." „Het is u immers ook geheel onverschil lig, wat Melanie Berkow van u denkt, niet waar?" Hij haalde zijn schouders op. „Wat geeft het of ik u tegenspreek?" „Niets, u hebt gelijk. Het is voor u ook veel interessanter, mevrouw Werkentin op to nemen." -Hij keek haar ernstig aan en maakte een beweging, alsof hij wilde opstaan. „Maak u niet boos, ik neem het u vol strekt niet kwalijk. Die mooie gezelschaps juffrouw vind ik ook uiterst interressant. Weet u, waarom?" „Neen". „Zou u het graag willen weten?" „Ik wil niet uw vertrouwen afdwingen." „Hm, goed gezegd. Maar toch wil ik het u zeggen." Zij legde haar vingertoppen to gen elkaar en keek hem onderzoekend aan. „Kijk di© twee daar eens bij de deur l Een mooi paar, nietwaar?" Rolfs oogen flikkerden dreigend. Zij be merkte met voldoening, dat hij door haar gezegde getroffen was. „Nu, waarom zegt u er niets van? U zou liet natuurlijk uiterst onaangenaam vinden dit juweeltje van een gezelschapsjuffrouw op te moeten geven; maar ik vrees toch, dat u zich daarin wel zal moeten schikken. Ik voor mij denk er ernstig over, om de stalmeesterswoning naar den linkervleugel over te plaatsenvoor een heel© familie ia de tegenwoordige woning te klein." Hij klemde zijn tanden op elkaar en haal de diep adem. Toen soi hij onverschillig: „U schijnt er nog altijd pleizier in to heb ben, mevrouw Werkentin aan te vallen, waar u kunt. U moest toch weten, dat dit absoluut geen nut heeft." „Maar hoe komt u daarbij, mijnheer von Tornau? Ik zou me zelfs zeer verheugen, als de jonge vrouw een nieuw geluk vond, en ik zou allca willen doen om haar het verblijf in Berkow aangenaam te maken. U miskent mijn bedoeling. Maak u toch niet belache lijk, best© Tornau. Gelooft u, dat ik zulk een toespeling zou hebben gemaakt, als ik geen goed© reden had aan te. nemen, dat er tusschen die twee een roman voorvalt? Kijk maar eens, welke blikken hij haar toe werpt." „Ik verzoek u niet verder op dezen toon over haar te spreken zij staat onder mijn bescherming." Zij lachte hem in zijn gezicht uit. goed; als u dan beslist blind wilt zijn, dan moet u het zelf maar weten." „Ik verlang, dat u uw bewering moti veert." Zij schudde haar hoofd langzaam heen en weer. „Ik heb nu geen lust meer om u de oogen bo openen. Misschien ik zeg uit drukkelijk misschien heb ik later eens lust u verder© opheldering to geven. Van daag niet. Vraag u mevrouw Werkontiri toch zelf eens of zc geen betrekking op mijnheer von Trachwitz heeft, waarvan niemand hier iets weet. Met haar veelge roemde waarh i ldiefdo zal ze u zeker het ant* 1 Idig blijven." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1