N». 14-752
Woensdag 25 Maart.
A®. 1908.
(Seze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven,
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Iets over de beginselen en hoofd
bepalingen onzer Strafwetgeving.
FEUILLETON.
Haar plicht getrouw.
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden I 2', f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z(jn 1.30.
Franco per post1-63.
PENS DER ADVERTENTIES t
Van 18 regel, ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. - Qroctsro letter, naar
plaatsrnimte. - Kleine adrertentlën ran 30 woorden 40 üent, contant j elk
tiental woorden meer 10 Oente.- Voor het inoaeaeeren wordt 0.05 berekend,
r
Vergarfsring van don Hemacnleraad van Lalden,
»p Donderdag 28 Maart 1908/ dos namiddags
te Iwoe uren.
'Alsnog to boliandolen:
14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor de verbouwing van de school
4er 2de klasse voor jongens en meisjes. (83)
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien het adres van do Firma A. AL
BERTS en Co., houdende ver/.oek om ver
gunning tot het oprichten van een Bakkerij
in het perceel Zuidsingol No. 34, kadastraal
Vekend Sectie C No. 185, gemeente Leiden;
Gelet op de artt. en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek, met de oijlageu op de
Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is; alsmede dat op Woensdag 8 April
aanst. des voormiddaga te elf uren, op bet
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
tun bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er do aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
>iet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen, ten einde hun bezwaron
inondeling toe te lichten.
r Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HE YET, Secretaris.
Leiden, 25 Haart 1908.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van LeicLen blrengt
ter aigemeene kennis, dab aan oen Ontvan
ger der Directe Belastingen is ter hand go-
jrteld het kohier der Personeelo belasting
Ho. 4 van den dienst 1908, executoir ver-
paard den 20sten Maart j.l. en her
innert voorts den belanghebbenden aan hun
verplichting om den aanslag op den bij
Wet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 25 Maart 1908.
Directe Belagtijogen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
^tfgemeene kennis, dat aan don Ontvanger
der Directe Belastingen is ter hand ge-
'fetcld het kohier der Personeelo belasting
ijTo, 20 van den dienst 1907, executoir ver-
iklaard den 20sben Maart jl. en herinnert
Voorts den belanghebbenden aan hun ver
plichting om den aanslag op den bij de
Wet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
•Leiden, 25 Maart 190A.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter aigemeene kennis, dat door
het Bestuur der Werkmansverceniging
„Nut en Genoegen", te Leiden, een ver
zoekschrift is ingediend om verlof voor
den verkoop van alcohol houdenden, adde
ren dan sterken drank, voor gebruik ter
plaatse van verkoop, in de vergaderzaal
van het perceel Pietcrskerkgraeht No. 9.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 25 Maait 1908.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter aigemeene kennis, dat door
A. ZANDVLIET, koopman, wonende te Lei
den, een verzoekschrift is ingediend, om
verlof voor den verkoop van alcohol houden
den, anderen dan sterken drank, voor ge
bruik ter plaatse van verkoop, in het bene
denlokaal van het perceel Vliet No. 44.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris,
Leiden, 25 Maart 1908.
V (Slot.
In ons vorig opstel hebben wij opge
merkt, dat ook ten onzent het stelsel van
voorwaardelijke invrijheidstelling niet ge
heel onbekend is. Daaromtrent is bepaald,
dat iemand, die tot gevangenisstraf is ver
oordeeld, wanneer hij drie vierde gedeelten
van zijn straftijd en tevens ten minste drie
jaren in d© gevangenis heeft doorgebracht,
voorwaardelijk in vrijheid kan worden ge
steld. D© voorwaarde, aan zijn invrij
heidstelling verbonden, is natuurlijk deze,
dat hij zich good gedraagt. Vandaar dan
ook dat zeker toezicht wordt uitgeoefend.
Indien de voorwaarde niet wordt vervuld,
kan die invrijheidstelling natuurlijk worden
herroepen. Nieuwe invrijheidstelling kan
dan niet worden verleend.
Wat de hechtenis of vrijheidsberooving
voor het begaan van minder ernstig© feiten
betreft, deze kan één dag bedragen, maar
ook een jaar duren; in sommige gevallen
zelfs nog iets langer. Wenscht de tot hech
tenis veroordeelde de straf in afzondering
te ondergaan, dan wordt het hem op zijn
verzoek vergund.
Wat betreft de geldboete, ook hier is een
'algemeen minimum, namelijk 50 cents, ter-
"wijl voor ieder bijzonder geval een maxi
mum is voorgeschreven; maar deze vermo-
genssfcraf wordt veelal niet ondergaan. In
zeer vele gevallen blijft de veroordeelde in
gebreke te betalen. In dat geval wordt de
straf nadat een bepaalde tijd verstreken is,
door hechtenis vervangen. Deze zoogenaam
de subsidiaire straf wordt ook bij h;t von
nis bepaald. Men kan trouwens desverkie-
zendo de hechtenis dadelijk ondergaan en,
In ons vorig artikel staat dat in som
mige gevallen in het buitenland orgel
tjes in de cellen worden toegelaten. Zóó
vroolijk is de zaak echter niet. In de kopij
stondvogeltjes.
bevalt dat niet, dan kan men er zich altijd
nog van bevrijden door do verschuldigde
boete te voldoen.
Aan de straf van boete is nog een bijzon
derheid verbonden. Wanneer namelijk een
overtreding is begaan, waarop geen andere
straf dan die van geldboete is gesteld, dan
kan men zich van alle rechtsvervolging ont
slaan, door eenvoudig de hoogste boete vrij
willig te betalen, en zulks op machtiging
van den ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie, binnen den door dezen te bepa
len tijd.
In sommige gevallen wordt iemand, alvo
rens het eigenlijke strafproces tegen hem
aanvangt, voorloopig in verzekerde bewa
ring gesteld. Dit is de «zoogenaamd© en
tamelijk beruchte preventieve hech
tenis. Wanneer hij nu later veroordeeld
wordt, dan kan de rechter bepalen dat de
tijd, in vóórarrest doorgebracht, bij do
uitvoering der straf geheel of gedeeltelijk
in mindering zal worden gebracht of afge
trokken.
Ten slotte nog enkele het strafrecht in het
algemeen betreffende bijzonderheden.
Vooreerst de pogi n g Men kan beproe
ven een feit te begaan, hetwelk door de wet
als een 'strafbaar feit wordt beschouwd.
Men lost b,v. een revolverschot op iemand
en poogt dus hem te dooden of hem zwaai
lichamelijk letsel toe te brengen. De poging
mislukt echter. Waarom? Omdat de revol
ver niet met soherp geladen was. Maar de
dader meende van wel, daarom is zijn po
ging ook strafbaar.
Dit geldt echter niet voor die feiten van
minder ernstigen aard, die wij overtredin
gen noemen. Het is b.v. vei boden om op den
openbaren weg tegen iemand eenige baldda-
digheid te plegen; dat wil zeggen die het
doet is strafbaar. Men kan echter niet p o-
g o n om balddadigheid to plegen. Men doet
het of men doet het niet. Die het probeert,
gesteld dat dit kan, is niet Btrafbaar; om
strafbaar to wezen moet men de straat
schenderij werkelijk gepleegd hebben.
Op den regel, dat de poging tot misdrijt
strafbaar is, bestaan enkele uitzonderingen.
Zij betreffen het tweegevecht en do mishan
deling van menooh of dier. Al die feiten, zoo
zij gepleegd werden, zijn strafbaar; maar
wanneer het niet tot een uitvoering gekomen
is, onthoudt de strafrechter zich van in
menging. Een ontvouwing van de juridische
gronden, waarop dergelijke beginselen rus
ten, ia natuurlijk voor een blad als het onze
minder geschikt.
Niet alleen zij, die het feit persoonlijk
plegen, zijn daders van strafbare feiten.
Men kan ook aan een strafbaar feit deel
nemen en die dat doen noemt men mede
plichtigen, hoewel het vanzelf spreekt,
dat medeplichtigen minder zwaar worden
geBtraft dan de eigenlijke daders.
Men kan ook medeplichtig zijn door het
strafbaar feit opzettelijk uit to lokken,
bijv. door geld te geven of het een of ander
te beloven; door geweld of bedreiging enz.
Die aldus handelt is opzettelijk be
hulpzaam of maakt het plegen van het
misdrijf gemakkelijk, wat trouwens op ver
schillende andere wijzen kan geschieden.
Hiermede hebben wij ons doel bereikt en
vertrouwen d© lijnen, waardoor ons straf
recht, waarvan de beginselen zich meer bij
do begrippen van den nieuwcren tijd aan
passen, en vooral ons verouderd en dooi
zeer velen afgekeurd strafstelsel zijn afge-
teekend, op zoo bevattelijk mogelijke wijze
met het bovenstaande te hebben geschetst.
Leiden, 25 ftfaart.
De Commissie van Financiën heeft
geen bedenking tegen de door Burgemees
ter en Wethouders voorgestelde verhoogin
gen der begrooting dienst 1907
a. ten behoeve van eenige uitgaafsposten
waarvan do raming te laag is gebleken;
b. ten behoeve van de hoogere koaten van
het slachthuis
c. ten behoeve van de betaling der door
de rechtbank toegekendo schadeloosstellin
gen voor de onteigende perceel©» in de
Pa arden steeg.
In de gemeenteraadszitting van 18
Juli van verleden jaar werd besloten tot
den bijbouw van een viertal lcerlokalcn en
een gymnastieklokaal aan do school 2do
klasse voor jongens en meisjes aan de
Oude Vest. De kosten dier verbouwing, met
inbegrip van de kosten van inrichting en
meubilair werden destijds geraamd op
24500 gld. De definitieve plannen zouden
den Raad echter eerst later ter goedkeuring
worden aangeboden, en de voor de uitvoe
ring vereischte gelden dan tevens worden
aangevraagd.
Nadat plan en bestek door den districts
schoolopziener waren goedgekeurd, heeft
thans de openbare aanbesteding van het
werk plaats gehad. Daarbij bleek de laag
ste inschrijver bereid te zijn het werk uit
te voeren voor de som van 19,800 gld., on
der welk bedrag dan tevens begrepen zijn
de kosten van installatie van het Caecilio-
Gasthuis als tijdelijke hulpschool. Die som
zal echter moeten worden verhoogd met een
bedrag van 5000 gld. voor de koeten van
aanschaffing van meubilair en leermidde
len, de kosten van t bestek en die van
toezicht. Do totaal kosten van verbouwing,
inrichting en tijdelijke onderbrenging van
do leerlingen in een hulpschool zullen du3
bij gunning van het werk aan den laagston
inschrijver, waartegen bij B, on Ws, geen
bezwaar bestaat, bedragen 24,800 gld. of
slechts 300 gld. meer dan het bedrag dat
den Raad destijds werd opgegeven, waarbij
echter niet uit het oog mag worden verlo
ren, dat thans ondor dat bedrag ook de
koeten van do inrichting der hulpschool
zijn begrepen.
B. en Ws. geven den Raad daarom in
"overweging aan hét overgelegde, verbou
wingsplan ook zijn goedkeuring te hechten
en, door vaststelling van den supplctoiren
begrootingsstaat, de velreischte golden te
hunner beschikking te stollen.
Voor een zeer talrijk publiek trad gis
teravond in het Klein Auditorium van het
Academiegebouw op ds. H Bakels, cm.-pre
dikant bij de Doopsgezinde Gemeente, thans
te Haarlem, daartoe uitgonoodigd door de
Theologische Faculteit der Leidsche Stu-
dentenvereeniging.
Door zijn geschriftje „Een bouquetjo Dog
matiek" heeft de heer Bakels in do Theolo
gische wereld van zich laten spreken, van
daar wellicht de voor deze vergaderingen
bijzonder groote opkomst.
De Spr. hield een rede over de zekerheid
van Gods bestaan.
Hoewel men geen definitie van God geven
kan, toch is Zijn bestaan volgens Spr. langa
indirecten en dirccten weg to bewijzen.
Na dit uitvoerig te hebben gedaan, waar
bij bleek dat Spr. een streng logisch denker-
is, stelde hij de waarde van het Godsgeloof
tegenover de volstrekte ontkenning.
De geloovigo kan in deze wi-rcld dankbaar
zijn en voldaan, eerbied voelen en leeren
berusten tegenover God, do groote machts-
bron; do atheist vindt daartoe geen aanlei
ding en gevoelt zich daardoor veel arme»:.
Spr. deeldo ten slotto als zijn gevoelen
mee dat de tiid van het ongeloof aan het
ebben is, thans verkeeren wij in de dagen
van twijfel en agnosticisme, doch ook doze
zullen voorbijgaan cn plaats maken voor 'b
geloof in een Eeuwige Almacht.
Spr.'s rede werd met groote aandacht
gevolgd.
Ds. G-. J. do Hoest S.Jzpredikant bt
de Ned.-Herv. Gem. alhier, die, gelijk men
weet, tegen 11 Mei a. s. emeritaat heeft aan
gevraagd, hoopt den lOden Mei te voren het
feit te mogen herdenken, dat h|j voor 40 jaar
de Evangelie bediening aanvaardde Zyn eerste
Gemeente was Amerongen, waar hy ongeveer
4 jaar werkzaam was. Daarna diende hy
achtereenvolgens de Gemeenten te IJsolmonde
(1872 '76), te Amersfoort (1876 '79),
to Barneveld (1879 -'84), te Leeuwarden
(1884 '87) en te Zutphen (1887 '92). Den
lOden Mei 1S92 deed hy in de Pieterskerk
alhier zyn introdo.
Voor het examen nuttige handwerken
zyn te 's Gravenhage geslaagd do dames 0. C.
M. Smits, E. Deinum, A. Veenstra, J. H.
Milikan, allen van Lelden; M. L. Visser,
Zegwaard; A. Zuydam, Gouda.
De student in de geneeskunde JH.
Smidfc van Gelder, aan de Universiteit te
Leiden, wordt toegelaten tot de verbinte
nis als adspirant-reservc-officicr van go-
zondheid.
Do toezegging van het beroep naai
Dcurne, Herv. Gem., is aangenomen dooi
den heer J. J. L. Middendorp, cand. te
Leiden.
In de vergadering der Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Middelburg,
werd besloten adhaesio te betuigen aan een
door de Lcidscho Kamer aan de Tweed©
Kamer gezonden verzoek om in ieder geval
een wettelijken tijd in te voeren, welke dezo
dan ook zij.
Men meldt uit Den Haag: Maakte do
gezondheid van den jubilaris het ontvangen
van bezoeken bezwaarlik, tooli was hot
aan vele teekenen duidelijk ie zien, dat do
heer L. J. S. van Kempen op zijn zeventig
sten verjaardag niet vergeten werd. Een
stroom van brieven en kaartjes vond zijn
weg naar den Bezuidenhout, en een stapel
telegrammen groeido nog laat op den mid
dag aan. Prachtige bloem- cn viuchtenstuk-
ken prijkten in de salons, als Li jken van
vriendschap, van waardeering, van dank
baarheid voor wat deze jubilaris in engeren
kring voor familie en vrienden, e» in ruime
ren voor zeer velen geweest is, cn nog blijft."
In 't bijzonder raag hier vermeld worden ecu
fraai bronzen beeld „De arbeid', met onder
schrift „J. M. van Kempen aan zijn com
pagnon cn broeder"; cn vervolgens een fraaie
groote Rozenburger-tegel, geschenk van het
88)
„Mooi, en nu, dame3, laten wij dan eens
Samen klinken op dc vervulling van mijn
innigstcn wensch. Vindt u het goed, me-
(jrrouw Werkentin?"
„.'.Is do vervulling van uw wensch u ge
lukkig maakt, dan spreekt het vanzelf."
Zij klonken samen cn Rolf dronk zijn glas
Melanio von Bcrkow reed clkcn dag met
,haar stalmeester uit. Er was een eigenaar
dige verhouding tusschen deze twee ont-
Istaan. Den lichten, amusanten toon, dien
iïhachwitz in do conversatie aansloeg, viel
zeer in den smaak van do oppervlakkige,
•genotzuchtige vrouw. Dat was nog eens iets
anders, als die vervelende gesprekken over
het weer, den oogst, de koren- en veeprij-
zen cn al die soort van zaken, die altijd het
Onderwerp van gesprek voor haar overige
kennissen uitmaakten. Zij gevoelde, dat
Tr. hwitz hetzelfde genre was als zij zelf;
Lij kon in haar ideeën inkomen en kon zich
©est in alles schikken.
"Wie weet, als ze zich niet zoo eigenzinnig
;ïn het l ofd had gezet om Tornau te her-
oveibn, of dan de. plannen, welke Trach
witz had beraamd, toen Melanie hem in
Monte-Carlo in den uitersten nood had ge
holpen, niet waren veiwezonlijkt
Zonderling genoeg verloor Traohwitz
fif en too deze plannen geheel en al uit heb
(POg en andere gedachten hielden hem dan
bezig; vooral .was dat het geval, aJs hij
weer met Renate in aanraking was geweest.
Door Melanies woorden was zijn jaloorsch-
heid op Rolf Tornau aangewakkerd. Zij
werd steeds 6terkcr, evenals ook zijn ver
langen naar Renate. Met jaloersche woede
bemerkte hij hoe Rolf zijn gevoel voor Re
nate nauwelijks meer kon verbergen. Zoo
dikwijls maar mogelijk was, zette hij Mela
nio er toe aan, naar Tornau te rijden, en
dezo was daardoor altijd wel te vinden.
Beiden riepen daardoor telkens een pijn
lijke jaloerschheid in zich wakker, en als
ze na zulk een bezoek zwijgend naast el
kaar naar huis terugreden, zaten ze op
plannen te zinnen, die het geluk van Rolf
Tornau dreigden te vernietigen.
Eens reed Melanie, vergezeld van Trach-
iwitz, weer op een morgen naar de tamilie
Diesterkamp. Tot haar innerlijke blijd
schap vernam ze van de vrouw des huizes,
dat men de Tornausche familie te dineeren
verwachtte, en zij werd vriendelijk uitgo
noodigd met Traohwitz eveneens te blijven.
Zij maakte eerst eenige uitvluchten voor
den schijn, maar liet zich ten slotte toch
gemakkelijk overhalen om te blijven.
Men ging het Trachwitz, die bij de
paarden was gebleven, meedeelen cn kort
daarop trad ook hij de groote, heldere
woonkamer binnen. Hij begroette mevrouw
ton Diesterkamp met een handkus en ver
ontschuldigde zich, dat hij in rijkostuum
aan tafel moest verschijnen.
Zij keek haar gasten glimlachend aan en
oei vriendelijk: ,,0p het land maakt med
zich daarmee het leven niet moeilijk, miju
heer von Trachwitz; lik vind bovendien,
dat u er zoo netjes en elegant uitziet, dat
men het niet anders zou verlangen. U ia»
zoo'n oude dame als ik ben het compliment,
niet kwalijk nemen."
Trachwitz boog. „Zeker niet, mevrouw
integendeel, u maakt mo bepaald trotscu
met uw gezegde."
Melanie lachte. „Ik ben immers ook in
rijkostuum, beste Trachwitz, maar hier
zullen ,we zeker wel een gelegenheid vin
den om onze handen te wasschen. Dat is
dan ook het eenige, wat wo aan ons toilet
(kunnen veranderen."
Toen de familie von Tornau kwam, vond
dezo het niet bijzonder prettig, die beiden
hier te vinden. Mevrouw von Tornau had
zich op een vertrouwelijk babbeluurtje met
haar oude vriendin verheugd, en bovendien
kon ze Melanie niet dan met een gevoel
van afkeer ontmoeten. Renate gevoeld© zich
iu tegenwoordigheid van haar man altijd
eenigszins gedwongen en verlegen en ook
Rolf had van beiden een afkeer.
Melanie ignoreerde intusschen zijn slech
te bui totaal en legde heelemaal beslag op
hem, door hem in een onderhoud te wikke
len, waaraan hij zioh niet, zonder erg on
beleefd te zijn, kon onttrekken. Mevrouw
von Diesterkamp had zijn moeder in een
hoekje getrokken, en de heer des huizes
had de kamer verlaten, om den wijn uit
den kelder te halen.
Traohwitz en Renate waren dientengevol
ge wel op elkaar aangewezen. Zij stonden
voor do deur, die van de kamer toegang tot
den tuin gaf; terwijl Rolf en Melanie bij
den schoorsteenmantel waren gezeten.
„U bent erg stil, vandaag, mijnheer von
Tornau 1" begon Melanie.
Hjj wendde zijn blik met geweld van Re
nate af en keek Melanie eenigszins sjot
tend aan. „Heb ik dan wel ooit groot© ga
ven om t© converseeren bezeten?"
,.Wil u een complimentje uitlokken?"
„Niet, dat ik weet."
„Het is u immers ook geheel onverschil
lig, wat Melanie Berkow van u denkt, niet
waar?"
Hij haalde zijn schouders op. „Wat geeft
het of ik u tegenspreek?"
„Niets, u hebt gelijk. Het is voor u ook
veel interessanter, mevrouw Werkentin op
to nemen."
-Hij keek haar ernstig aan en maakte een
beweging, alsof hij wilde opstaan.
„Maak u niet boos, ik neem het u vol
strekt niet kwalijk. Die mooie gezelschaps
juffrouw vind ik ook uiterst interressant.
Weet u, waarom?"
„Neen".
„Zou u het graag willen weten?"
„Ik wil niet uw vertrouwen afdwingen."
„Hm, goed gezegd. Maar toch wil ik het
u zeggen." Zij legde haar vingertoppen to
gen elkaar en keek hem onderzoekend aan.
„Kijk di© twee daar eens bij de deur l Een
mooi paar, nietwaar?"
Rolfs oogen flikkerden dreigend. Zij be
merkte met voldoening, dat hij door haar
gezegde getroffen was.
„Nu, waarom zegt u er niets van? U zou
liet natuurlijk uiterst onaangenaam vinden
dit juweeltje van een gezelschapsjuffrouw
op te moeten geven; maar ik vrees toch,
dat u zich daarin wel zal moeten schikken.
Ik voor mij denk er ernstig over, om de
stalmeesterswoning naar den linkervleugel
over te plaatsenvoor een heel© familie
ia de tegenwoordige woning te klein."
Hij klemde zijn tanden op elkaar en haal
de diep adem. Toen soi hij onverschillig:
„U schijnt er nog altijd pleizier in to heb
ben, mevrouw Werkentin aan te vallen,
waar u kunt. U moest toch weten, dat dit
absoluut geen nut heeft."
„Maar hoe komt u daarbij, mijnheer von
Tornau? Ik zou me zelfs zeer verheugen, als
de jonge vrouw een nieuw geluk vond, en ik
zou allca willen doen om haar het verblijf
in Berkow aangenaam te maken. U miskent
mijn bedoeling. Maak u toch niet belache
lijk, best© Tornau. Gelooft u, dat ik zulk
een toespeling zou hebben gemaakt, als ik
geen goed© reden had aan te. nemen, dat
er tusschen die twee een roman voorvalt?
Kijk maar eens, welke blikken hij haar toe
werpt."
„Ik verzoek u niet verder op dezen toon
over haar te spreken zij staat onder mijn
bescherming."
Zij lachte hem in zijn gezicht uit.
goed; als u dan beslist blind wilt zijn, dan
moet u het zelf maar weten."
„Ik verlang, dat u uw bewering moti
veert."
Zij schudde haar hoofd langzaam heen en
weer. „Ik heb nu geen lust meer om u de
oogen bo openen. Misschien ik zeg uit
drukkelijk misschien heb ik later eens
lust u verder© opheldering to geven. Van
daag niet. Vraag u mevrouw Werkontiri
toch zelf eens of zc geen betrekking op
mijnheer von Trachwitz heeft, waarvan
niemand hier iets weet. Met haar veelge
roemde waarh i ldiefdo zal ze u zeker het
ant* 1 Idig blijven."
(Wordt vervolgd).