No. 14743 Anno 1003. Brieven van een Leidenaar. daar is bij den opzet trouwens al rekening mee gehouden, cn wij hebben immers reeds hooren verluiden, dat niet ceoa was gere kend op zulk een goed begin, als waarop kan worden gewezen. Maak ik mij over do aansluiting voor ambacht en bedrijf vooraf in de toekomst niet ongerust, als er geen verandering komt, vrees ik, dat do aansluiting van par- tiouliere woningen voor verlichting zelfs in de toekomst niet zoo'n vaart zal nemen, als wel zou kunnen. Niet omdat do bewo - ners niet gaarne het electrisch licht zou den hebben. Zij weten we], dat de telkens verbeterde electrische gloeilamp ook voor huiselijk gebruik het aangewezen verlich tingstoestel is, cn zc zouden zich geen oogeablik beraden aansluiting te verzoe ken, maar, ja, daar komt bij velen een maar bij. Verreweg do meeste meergegoede burgers en deze komen hierbij vooreerst in aan merking wonen in gehuurde huizen, waarvan de eigenaars over het algemeen niet 'bijzonder kapitaal-krachtige bouw-on- dernemers zijn. In die huizen is natuurlijk gasaanleg en do eigenaar is meestal niet genegen om daarbij nog een vrij kostbaren eloctrischen aanleg aan te brengen. De huurder, die niet kan zeggeu, dat hij in het thans bewoonde huis zal blijven, komt er in do mccsto gevallen ook niet toe om het voor eigen rekening te doen, en zoo blijven velen van electrisch Jicht verstoken, wier huishouding er geheel op aangewezen is, en dio het dan ook heel graag zouden bezitten. Was nu nog do hui zen aan bouw in vollen gang, dan zou ook hier do concurrentie er wrcl toe dwingen. In de nieuwgebouwde huizen zou men het aanleggen, en anderen moesten wol volgen. klaar de bouwerij ligt, zooals wij weten, op den rug cn het zal geruimen tijd du ren vóór cr weer nieuw leven in komt. En om nu to maken, dat mcnsclien, die gaarne het electrisch licht zouden willen hebben, daartoe besluiten, moest, dunkt mij, de gemeente er too overgaan d.n aan leg geheel of gedeeltelijk zolve te bekos tigen. Men zou eens zien koevele Leidsche bur gers er dan toe overgingen electrisch licht in huis te nemen. Wellicht zou het geen bezwaar wezen het tarief daarvoor iets hooger tc stellen dan voor hen, die zelf de geleiding liebbcn doen aanloggen, evenals dit bij den gasaanleg ook gebeurt, waar de. muntgasgebruikers, wien de aanleg cn do meter ook gratis is verstrekt, iets meer voor het gas betalen. Daar moet orn wat nog nieuw is er in tc brengen, nu eenmaal wat koopmanschap bij, en wij weten immers dat de directeur van onze electriciteits- en gasfabriek een uitnemend koopman is. Daar is wel eens beweerd, dat de gemeen te niet zoo begccrïg is dat dc burgers ge bruik maken van do clectriciteit voor ver lichting, omdat zij te gelijk ook gasleveran cier ster is Ik zou dit niet denken. Als men electrisch licht gebruikt, wordt daarmee het gas niet afgeschaft. Dit blijft zich nog altijd in de keuken en andere bijvertrekken ha haven en vindt allicht een ruimer toe passing voor verwarming. Het is ook op het gebied van liet licht als op elk ander Gebied, do gelegenheid schept do genevn' jid. Het zal voor de gemeente altijd voordee- liger zijn, als men in eenzelfde woning el"C- trisch- en gaslicht te gelijk gebruikt, dan gaslicht alleen, wees daarvan overtuigd. Het is voor mij, die geheel buiten deze zaak sta, niet mogelijk de financieclc ge volgen geheel te overzien van een maatre gel als deze, maar wanneer de financieelc bezwaren niet van gewicht zijn, zou ik mijn plan aan commissarissen der Stedelijke Fa brieken van Gas cn Electricifceit, in ernsti ge overweging durven goven. Wk loon hiervan zeker overtuigd, dat men op deze wijze menigeen als verbruiker van electrisch licht 7.al krijgen, dio thans, door de omstandigheden gedwongen, nc_ van ver re staat. Men zou, indien het tarief iets lioo- ger werd gesteld, toch ook niet onbillijk worden jegens hen, <lie reeds voor eigen rekening do geleiding hebben doen aanleg gen on zou andere eigenaars niet weerhou den dit te blijven doon. Een eigen geleiding moet altijd do voorkeur blijven verdienen. Hoe meer stroom cr geleverd wordt, hoo voordeeliger het natuurlijk is, onxlat alles op een maximum-lovering is ingericht, en ook daarom is het zoeken en aangrijpen van middelen om het aflcvoringsgcbied te vor^rooten, zoo aan te bevelen, dunkt mij. Ik meende zulk een middel te hebbon ge vonden en ik wist niet beter te doen dan er op deze wijzo publiciteit aan to geven Zijn er onder mijn lezers, dio or nog iets anders of beters op weten, om zoo spoedig mogelijk onzo laatste groote gemeentelijke instelling tot bloei te bron een, dat zij er niet het zwijgen toe doen Het belang van de elecfcriciteitsfabriek ia ten slotte ook weer ons aller belang. Bima. Do correspondent te Batavia van de „N. R. Ct." seint: ,,Bima is na do kruistochten van den gouverneur en kapitein Siebeihoif met niar- rechaussees geheel tot rust gekomen. Inge leverd werden 2S5 geweren en veel blanke wapens." Het blad teekent hierbij liet volgende aan Bima is een van do bondgenootschappe lijke landen, op het eiland So.mbawa ge legen. In Februari j.l. werd het eiland Soembawa plotseling het tooncel van ver zet, terwijl nog in do politieke verslagen van het vorige jaar de toestand in do vier bondgenootschappelijke land n op So mba- wa, n.l. Dompo, Sanggar, Bima cn Soem- ba, steeds gunstig werd genoemd. Do nieu we politieko contracten werden toen met die staatjes achtereenvolgens gesloten, waardoor men een eind trachtte te matten aan slavernij en pandelingschap, do hee rendiensten werden geregeld cn het finan ciewezen word aan b: paalde hervormingen onderworpen. De bestuurders dezer rijkjjs, als allo inlandsohe groeten, zeer gewillig met het zetten van hun handieckcning, moeten aJ dadelijk gevoeld hebben, dat hier hun inkomsten, waaronder als immer vele onwettige, ernstig werden bedreigd. Zoo lang do cischen nog maar op 't papier stonden bleef alles oogenschijnlijk rustig, de toestand heette officieel nog steeds gun stig. Toen echter bleek, dat het m^t de in ning der belastingen en het invoeren der verschillende hervormingen ernst werd, toen veranderde do stand van zaken. Al spoedig moest gerapporteerd worden, dat in het binnenland eenige hoofden en de bevolking weigerden belasting to betalen. In ons Tweede Blad B van 22 Februari zetten wij uiteen, hoe de overste W. H. B. van der Zwaan, op dat b richt naar Soem bawa gezondcD, door de dreigende houding der bevolking onverrichter zalke terug moest keeren, daar hij over te weinig sol daten beschikte om het verzot, dat dreig de, te breken. Toen ging luitenant Vastenou derwaarts, dio, zooals men zich herinnert, daar den 21stcn Februari bij de vermeestering van kampong Ngali, waarbij de vijandverwoe de JansaanviaJlen uit voordo, hel aan den dood vond. Begrijpen wij hot bovenstaande telegram goed, dan is de luitenant-kolonel der in fanterie H. N. A. Swart, civiei cn mili tair gouverneur van Celebes en Onderhco- righeden, vergezeld van den kap ito in-ad judant M. W. Siobelhoff en do noodigo versterking, na hot bericht van dat onver wachte hevige verzot naar Soembawa go- gaan, om zelf de leiding in handen te ne men. Uit bedoeld telegram blijkt nu te vens, dat het verzet voornamelijk in Bima heerschte. Na den zwaren slag, dien Vastenou met zijn marechausseo den vijand bij Ngali toe bracht 65 doodon, waaronder Hadji Ab- doel Karim cn andere verzetehoolden, liet de vijand liggen was wel to voorzien, dab men daar niet veel lust meer zou ge voelen nogmaals kennis te maken mot do uitwerking onzer repeteer-karabijncn. Hieruit blijkt nog eens hoe noodzakelijk het 13, om, als eenmaal militaire hulp noo- dig geacht wordt, goed toe te slaan. Van verdere gevechten en verliezen go- waagt dit laatste telegram niet; verdere verliezen zijn ook niet te betreuren. Niet minder dan 285 geweren cn vele blanke wa pens werden ingeleverd. Het is to hopen, dat het verzet niet even eens in do andere Staatjes uit breekt. Hot zou ons echter niot verwonde ren, als ook elders op Soembawa militaire hulp noodig zal zijn, alvorens daar een toestand van volkomen rust is ontstaan cn do bestuurders zioh geheel hebben neerge legd bij den veranderden staat van zalken. Het sneuvelen van kapüein Timmer. Naar aanleiding van het bericht om trent het sneuvelen van den kapitein doi inf N.-I. L. Timmer, bij een gevecht met een bendo, tegen den pancmbahan of vorst van Sintang (W. afd. v. Borneo) in op stand gekomen Dajaks, (7 Februari j.l.), wordt aan ,,De N. Crt." van geachte zijdo het volgend uittreksel uit een brief van een tc Sintang iü garnizoen liggend officier me degedeeld Drie dagen voordat ik terugkwam van patrouille, kreeg do Radjah bericht, dat de Dajak's hem wilden \crmoordcn. Direct vroeg hij militaire hulp. Denzelfden avond vertrok dan ook een sergeant met 25 ~in een paar uur de rivier (Kapoeasj op naar dc opgegeven kampong, terwijl het huis van den Radjah to Sintang door een sergeant cn 15 man werd bewaakt. Den volgenden middag heel laat kwam eindeL.k de sergeant terug met een hoop wapens en een paar go- vangenen Hij had 's nachts een kampong aangevallen, waarin zich 30 Dajakkers bo vondon, tot de tanden toe gewapend. Dczo kampong zou zich met drie andere den SOsten Januari vereenigen on een aanval doen op Sintang, nl. op den Radjah, dien zij haten. Door dit bericht vertrok de kapitein Tim mer met 25 man drie uur dc rivi:r af, om do andere Dajakkers to verrassen en hen tot inkeer te brengen. Niemand vermoedde dat de inwoners van dien kampong Blitar onze slodaten zouden durven aanvallen. Do kapitein zelf noemde zijn tocht maar een patrouille. U ikunt begrijpen wat ontzettend i* schrok, toen v. H inij Donderdag om elf uren in den nacht wekte en vertelde, cut... de kapitein dood hier was gebracht ineen sarapang. Ik lie-p dadelijk met v. H. or naar too, wij konden onzen goeden chef helaas niet meer herkennende brave uiül» was reeds drie dagen dood. Direct was heel Sintang op de been en werd overlegd wat te doen. Do twee soldaten, die hot lijk hier hadden gebracht, vei telden, dat zij dadelijk verraderlijk waren aangevallenen do kapitein direct dood neerviel. Hij heeft drie schoten gekregen, het eerste schot had hem oogcnbJ ikke lijk gedood, dit was door dcu rug in het hart gekomen. Het tweede was eveneens een rugwond, het derde fn den arm. Mob hem zijn nog twee soldaten gevallen; dezen zijn geheel door pieken en klewangs doorstoken. Vijf werden gewond. Met. zeer veel moeite cn zioh dapper verdedigende, hebben drie soldaten en eenige Maloiers ho* lijk van den kapitein naar de rivier kun nen dragen Een paar uur nadat du kapitein hier waa gebracht, vertrok Van H. m.t 25 man en 40 Maleiers van den Radjah om den troep van den kapitein te helpen. Hiervan wist men niets, alleon dat de fourier met de soldaten door is gegaan om dc Dajakkers aan to vallen. Men wist ook, dat hij ge wond was. Tegenover hoeveel vijand n men gestaan heeft, weet men niet, men heeft manr neergeschoten. Dien g< hoeion Don der dagniacht zijn wij opgobloven en den volgenden morgen had de begrafenis van uit het hospitaal plaats. Vrijdagavond kwam do Kapooas (stoomboot), die het bericht bracht, dat do controleur van Ta jan, een post één d&g- raarsch hier vandaan, reeds eiads een maand wist, wat er te Sintang broeide. Indien dit bericht waarheid bevat, is het zdker onverantwoordelijk geweest ons niet tc waarschuwen. Zondagavond kwam de Kapoeasterug met dc gewonden on soldaten, die uitge put waren. Allen behoorden tot den troep van den kapitein Timmer. Dc arme stak kerds zagen cr vrccsclijk uitgehongerd uit. Al dio dagen hadden zij niets gegeten on niets aan hun wonden kunnen doen. De fourier had den troep prachtig bij elkaar gehouden Wat deze Dajakkers bezield heeft, be grijp ik niot. Do hecle streek, die ik pas op patrouille bezocht, was dolblij dat de solda ten er weer waren. Men hield mij als het waro vast on een ieder bood mij zijn huis als nachtverblijf aan..." FaiHissemontcn. Mej. E. M. Armee, wonende to Utrecht, Noudo 4bis, handelclrijvendo in karpetten, zeilen, behangsel papieren, enz., in het per ceel Haarlemmerdijk 75 to Amsterdam. M. A. A. Janssen, bakker, wonende to Steenbergen. J. P. A. Kilsdonk, makelaar, wonende te Amsterdam aan do Keizersgracht No. 365. A. C. van don Berg Pz., veehouder te Oversehio. H. J. Dammen, kofriehuishoudcr, wonen- do te Amsterdam, Brursplcintje No. 2. A. Pluim, arbeider to Maurik. G. A. van dor ZMm, winkelier in boter, kaas en kruidenierswaren, wonende te Rotterdam Oranjoboomstraat 571. P Denissen, bakker te Tilburg. E. Voets, winkelier, wonende te 's-Gra- vonhagc, aan do Vinkensteynstraat No. 26. Geëindigd: Door het verbindend worden: der eenigo uitdeelingslijsten dj faillisse menten van: J H. Vorst, biërhuishouder en steenhouwer te °-Gravenhage; R. Roelf- zema to OosterhoogebrugAbraham Rijweg bier.-uishoudor, wonendo te Rotterdam, A. Sluiter, timmerman en aannemer, te Apel doorn, en door het. in -ebt van gewijsde gaan der homologatie van het akkoord F. Grootveld, kruidenier, woDonde to Hilver sum T. d Ruiter, weduwe Rik van Beek, bo Putten; B- Knoop, winkelier te Rotter dam; H. Kortckaas, winkelier te Oegst- geest; W. Dames jr., lomkweekcr, wonen de tc Haarlem; J. Vreeken, bloemist, han delende onder do firma J. Vreoken en üo., wonende to HillcgomJ. J. Bos, K.-Azn tc Amsterdam. Vernietigd: Hot vonnis van de arrondis- soments-rochtbank, waarbij W. E. Neer voort, handelsreiziger, wonende te Amster dam, Utrechtschcstraat 110, werd verklaard in staat van faillissement. OpgchcveDdo faillissementen D. Peter sen, kantoorbediende, wonendo to Rotter dam aan do Westewagciistraat 68; E. van der Noord, schoenmaker, wonende te Noord horn; W. Huurncman, zadelmaker on be hanger to Zutfen en S. J. Huisman, cora- missionnair tc 's-Gravenhage. oexx. Eindelijk begint het dan boch er eens op te gelijken, dat Leiden electrisch zal wor den. Tot dusver bepaalde dit licht zich tot een aantal particuliere gebouwen, waarvan Blechts enkelen een zoodanigo verlichting lieten aanbrengen, dat het op do straat bijzonder in het oog viel, zooals de win kels van do hoeren ilasselman Pander, Peek Cloppcnburg, Zurloh, Wille Co., Mulder, Jacob&oo en een.go anderen. Dit is anders g. worden sinds dc Stations weg, Stecristraat, Paardenstecg en Kort- Ru pon burg des avonds in het nieuwe licht Kihittercn. Daar heeft nog wel eens iets aan dczo ver lichting gehaperd, natuurlijk, zou ilk er haast bijvoegen, nt t pleit niets te gen het licht zelf. Er kunnen zich, ala iets nieuws toe stand gebracht wordt, wel eens gebreken en ieemtcn voordoen, waaraan men niet heeft gedacht en niet heeft kunnen den ken, doch die kleine gobrekjn v 'cn im mers hersteld en ieder zal mojten erkon- ncn, dat het nieuwe, heldoro licht, dat de straten hoog en wijd oversohijnt, een zeer groote verbetering is. Voor straatverlichting dat is nu al gebleken leent do electrisoho booglamp zich oneindig veel heter dan do gasvlam. Wij zullen eens zien hoe spoedig de be hoefte zich nu openbaart naar uitbreiding van deze verlichting. Het zou mij verwonderen, wanneer wij twee jaren verder het ook niet hebben langs Breestraat, Botermarkt en misschien lelfs langs Hoogewoeid en Haarlemmer straat. En daai moet het heen. Op doze wijze maaikt de gemeente do meeste recla- mo voor haar uieuwo lichtbron. Do menscheu, die aan dezo liel verlichte straten wonen, zuJlen meer cn meer do be hoefte gevoelen ook hun huizen en vooral de winkelhuizen, van electrisch licht tc voorzien. De tegensleuiug tusschen buiten cn bin nen zou anders al te groot wezen. Ik heb al eens gehoord, dat het met do aansluitingen van groote fabrieken cn werkplaatsen wel heel goed naar den zin der directie gaat, maar dat kleine induo- tricelen, ambachtslieden en neringdoenden, die er zoo bijzonder goed on gemakkelijk van zouden kunnen profiteeren, nog niet flink toepaJkken De Leidscho middenstandsmau is voor zichtig uit zijn aard en dat is waarlijk niot een verkeerde eigenschap. Elko verande ring is geen verbetering, al ost zo ge woonlijk geld, maar mij dunkt voor wiu met. ernst en aandacht de eh.ctrischo ten toonstelling in do Stad8zaal heeft gadege slagen, kan toch wel overtuigd zijn, op wat een uitstekende wijzo do cJectricitcit zioü voor tal van kleino bedrijven leent. Wie zich dit niet moer mocht herinneren, zou ik nog eens dc lectuur willen aanbevelen van het aardige boekje, dat tijd. ns de ten toonstelling aan belangstellenden werd uit gereikt, en dat nog wel bij do directie zal zijn te ontbieden. Trouwens, do aansluiting ook van de kleine bedrijven is slechts een kwestie van tijd. Als wij eenige jaren verder zijn, zal in iedcrcn winkel of iedoro werkplaats, waar een of ander klein bedrijf wordt uit geoefend, de electromotor zijn plaats heb ben gevonden. Do men8chcn met durf en ondernemings geest zullen vooraan gaan en de anderen zullen moeten volgen, of ze willen of niet. De concurrentiestrijd zal er hen too dwingen. ,En ooh, of de electriciteitsfabriek het eerste paar jaren iets minder rendeert, daar valt of staat de gemeente- niet mee; l»^RK3»TAKIMa- AAAf\/\A/VA#\A/\A Mijnheer in smoking liep zenuw achtig door hun salon heen on weer. Me vrouw, die ergens op een verdwaalden stoel zat, of ze da. r was neergevallen, me vrouw was een uitgedoofde krater. (Zet ter, vergeet alsjeblieft de r niet Zij was uitgedoofd door het leven (of lie ver: het Leven), door haar huwelijksja ren, twee en dertig nu al I door haar man. Maar zij was een krater, om dab hoo kalm cn weinig-onrustbarend zij 11 i t e r 1 ij k ook leek, dit niet meer dan schijn, dan houding was. cn zij i fi ne r 1 ij k kookte en ziedde en bruiste en brandde cn gloeide, vanavond nog méér dan ooit. Want vanavond, vanavond, zou de heer Van Baren komen. De heer Van Baren, dio nu lid van de Tweede Kamer was ge worden cn over een stuk of tien, mis schien vijf, vier, drie jaren stellig minis ter zou zijn. Zoo niet president van een eventueel dan g- bakken Republiek Want de heer Van Baren was vurig republikein. Mijnheer had den heer Van Baron, die over was gekomen voor de Kamer, hè, voor het eerst na meer dan een kwart eeuw, vanmiddag o-p de Witte" weer ontmoet. Zij hadden elkaar onmiddellijk herkend, zij waren ook geen van beiden in dien tijd in 't minst veranderd, zij hadden eikaars hand geschud, elkaar op den schouder geklopt, terwijl zij* niets an ders wisten to zeggen dan: ,,Zoo, zóó, too! Zool" Zij hadden voor het eerst na meer dan con kwart-eeuw (meer dan een kwart- eeuw, hè? Dat moet je niet uitvlakken 1) weer eens samen een bittertje gedronken héél vertrouwelijk en hóél gewoon, zoo net of de heer Van Baren hedemaal geen Ka merlid was, en over twee jaren minister en... wat was er natuurlijker geweest, dan dat mijnheer don heer Van Baren... ge ïnviteerd had, voor dion eigensten avond (je moet het ijzer smeden ais het heet is) op een kopje thee. Hij had het Kamerlid wol mee ten eten willen nemon, to r> ?er, daai het Kamerlid zei, dat het (of hij dien middag zou dincercn op do Witte", maar... zijn vrouw schafte in deze dagen nogal eens wortelen-en-aardappelen met een klapstuk (daar hielden ze allebei zoo van), en dus vond hij het een beetje g e- v a a r 1 ij k, dat to doen. Hij nam zich voor, dien avond don aanstaanden minister uit to noodigen voor een dinertje op een van de volgende zittingsdagen (de Kamer bleef nu vooreerst weer een poosjo bij elkaar), cn hij vroeg hem voorloopig op een kopje thee. Kruiwagens! Protectie! Cbnnectie en nog meer ectic bij de Regeering moest jc toch maar niet zoo op een mooien achter middag wegschoppen, als het voor je voeten lag. M ij n h e e r raapte het op. En zoo liepen cn zaten zij nu in het sa lon, waar ül do lichten waren aangestoken, hij in smoking en zij een krater, en wacht ten de dingen, die komen zouden, in den vorm van den heer Van Baren. ,,Je hebt toch wel thee in den pot ge daan en niet zooals laatst enkel kokend water?*' vroeg mijnheer. ,,Tk heb thco in den pot gedaan, en koekjes in do trommel. Zelfs voor gcocn- fijto vruchten heb ik gezorgd, op zijn Fransch," zei mevrouw. En mijnheer weer, na een «ogenblik, tel kens kijkend naar de klok. ,,0, o, als die Rosalie mo nu maar weer niet dc een of andere stommiteit uithaalt 1" Rozalie was de meid Een merkwaardig specimen van domheid Geen tweedo was or stellig zoo, in het heele land. ,,Je kao je nog beter door een Kaffer uit Midden- Af ri ka laten bedieneD dan door jou," placht mevrouw te zoggen, als ze weer hot. een of ander had „uitgehaald''. „Die zijn heusch nog handiger I" Rozalio lachte dan; zei niets. Nu riep mevrouw haar binnen: „Weet jo nog hoo je doen moet, als die mijnheer dadelijk komt?" Zij had haar al de noodige instructies gegeven. „Nee, mevrouw 1" „Wel...Mijnheer wou opstuiven, hield op een gebaar van zijn vrouw zich in. „Ga hier zitten, ezelskop, die jo bint!'' En voor do derde maal dien dag speelde mevrouw voor Rozalio en haar man voor den heer Van Baren. „Let nu op, uilskuiken 1 Zóó neem je zijn jas en zijn stok1" De kruiwagens! De kruiwagens! --ij had die Rozalie met plëizier kunnen fijntrappen 1 Zij waren net in volle actie: „Zoo doe je dc kamerdeur voor 'm open, en dan zeg je..." toen er gebeld word. „Daar heb j'ml" schrok mijnheer. „Gauw 1" Maar Rczalie, met haar glimlachje, zwij gend, bleef zitten. „Daar bel t mijnheer Van Baren. Hoor jo niet?" beet mevrouw. „Jawel l" Zij bleef zitten, glimlachen. „Nu, vooruit, doe dan openl Zooals ik je gewezen heb". Zij stonden te popelen. „Nee... 1" „Hè?!! schreeuwden ze allebei te gelijk. Er werd weer gebeld. „Ik doe-n-'t niet 1 Ik ga n i o t opendoen 1" „Maar waarom niet, stommeling?" „Och, wees jij nu even stil 1" zei mijnheer. „Waarom wil je mijnheer niet opoüdoen, Rozalie?" „Omdat ik er n o u genoeg van heb. Om dat ik... staak 1" „Maar waarom dan toch, m'n beste Rozalie?" „Dan moet u me maar geen stomkop noe men, en geen uilskuiken en zoo. I k heb óók gevoel..." Zij keken elkaar eens aan. Rozalie was opgestaan van do canapé, waar ze gezeten had om mevrouw te verbeelden bij de aan schouwelijke les in do wellevendheid. Zij stond nu, vastbesloten, als Napolec 1, met de armen over elkaar. Mevrouw, achter haar. balde dc vuisten. Maar mijnheer, po litiek, hield zich in. De kruiwagens I De kruiwagens 1 Er werd weer gebeld, voor de derdo maal; nu luider en ongeduldig. „Maar ik smook je, Rozalie, voor de zen éénen keer, ga nu nog eens opendoen „Nee 1" „Dan zullen wij je nooit meer uitschel den; nietwaar, Hélène?" Mevrouw verbeet zich. „Neen, Rozalie, dan zullen me man en ik je nooit meer uitschelden". „Ik doe het toch nietl" „Toe, Rozalie, dan krijg jc twintig gul den opslag „Nee Hij werd wanhopig. Zijn hand jeukte om baar een draai om de ooren te geven; maar hij wist, dat dan alles- bedorven zou zijn. Met een bovenmen3chelijko inspanning hield hii zich kalm. „Maar, mijn hemel, Rozalie-lief, wat wil jc clan?" „Dat u mc excuus vraagt voor al dat schelden 1" Een zucht van verademing ontsnapte zijn borst. Eindelijk! „M'n beste Rozalie, ik zal je nooit meer uitschelden, en voor al die keeren, dat ik het gedaan heb, vraag ik jo nü oprecht excuus 1" 0, als dat wezen maar eenmaal had opengedaan, dan trapte hij h ar morgen ochtend-vroeg wel do deur uit 11 „Ga jc nu nog niet?'' „Mevrouw moet me ook excuus vra gen; movrouw heeft het hot méést godaan I" „N 0 0 i 11" zei mevrouw. Maar hij knipte met zijn oogen: „Toe, Hélène, doe het nu maar, dan gaat Rozalie openmaken". Net werd er voor de vierde maal gebeld. Toen brabbelde zij er uit, gauw en binnens monds: „Rozalie, i k vraag jo óók oxcuus. En nü naar do voordeur I" Do meid schoof haar schort weg, slofte de gang in. Mijnheer, mevrouw vielen neer, opl Wuifden zich koelte toe met hun zak doeken. Nu moesten zij gewóón zich houden1 Maar na een oogenblik slofte Rozalif alléén weer binnen. „Wat nu? Waar is mijnheer Van Baren? Is hij wcggoloopen 01!" En Rozalie, langzaam als altijd, met haar lachje: ,,'t Was mijnheer Van Baren nietl D10 i s d'r nog nietl 't Was de jongen van 'o schoenmaker, of u nog iets vo 'm ha 't l" „Godlauk!" steunden zij beid n. En zij waaiden zich met hun zakdoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5