Toespraak
van een Amsnhaanschen chef
tof zijn pepsoneeS.
,,Ik wensoh tot alle leden onzer organi
satie eens een ernstig woord te richten
over de waarde van den tijd.
Tijd is do eenigo waarde ter wereld,
waarvan alle menschen evenveel krijgen;
niemand kan dcor grooten rijkdom of door
meerdere kennis meer tijd machtig worden,
evenmin is het mogelijk het aantal uren of
minuten van eiken dag te verminderen.
Waar nu iederen mensch een gelijke
dosis tijd toebedeeld .werd, ligt het aan
hem alleen deze het voordce-iigst te ge
bruiken, en daar vervlogen tijd nooit meer
terugkomt, moet men trachten er zoo min
mogelijk van te verspillen.
In cijfers uitgedrukt, zijn er 000 h 1000
minuten daags, welke wakend worden door
gebracht; die, welke voor den slaap ge
bruikt worden, zdjn echter geenszins als
verspild te beschouwen, maar moeten in
tegendeel daarvoor noodzakelijk besteed
worden.
Men kan dus vrijwel nauwkeurig uit
rekenen, hoeveel tijd een mcnsch overblijft
om te doen, wat het leven van hem vergt.
De minuten, welke men gebruikt om
kennis to vergaren tot verbetering van zijn
omstandigheden, tot natuurlijke, gezon
de ontspanning, zijn eveneens niet verlo
ren. De arbeidsminuten krijgen daardoor
meer waarde, daar het gehalte van den
daarin verrichten arbeid hoogor wordt en
zij bovendien sneller en aangenamer voor
bijgaan.
Terwijl menigeen bij zijn werk zit te
zuchten en to klagen, handelen anderen
vlug on energiek hun taaik af en krijgen
dezen daardoor meer tijd voor ander werk.
Men wenne zich aan snel to denken, te
handelen, to lezen, enz., doch ik bedoel
hiermede niet, dat men daarom zijn werk
zaamheden moet afroffelen, want dan zou
*>en het dool voorbijstreven.
Do minuten, welke wij voor onzen ar
beid gebruiken, circa 540 per dag, zijn de
gewichtigstemen moet in die 540 minuten-
cijn gcheole intelligentie, zijn geheelo vlijt,
al zijn energie op zijn taak concentreeren.
Het is do plicht van een employé, die
zichzelf respecteert en het moet ook
een zelfvoldoening voor hem zijn dezen
tijd in het belang, en het voordeel van de
firma, die hem in goed vertrouwen aange
steld heeft, te gebruiken."
Klsonsgheden.
Brandt neemt aan, dat de rivieren den
oceaan jaarlijks 39 milliocn gram stikstof
toevoeren.
Een gram radium ontwikkelt in één jaar
zooveel warmte, dat 900 kilogram water
daardoor 1 graad warmer gemaakt kunnen
worden.
De schaal van een kippenei^ kan een druk
king van ten hoogste 47 atmosfei*en ver
dragen.
Het naa-ien (op de machine) van een do
zijn handschoenen met vier knoopen duurt
12 minuten.
De massa van de ster Sirius is volgens de
berekeningen van Delaunay 14,000-maal zoo
groot als die van do zon.
Men kent 200,000 insectensoortener zijn
er echter waarschijnlijk een millioen.
De grootste plataan staat in het dal van
Bojsoh Dere. Hij is 30 meter hoog; do stam
heeft 50 meter omvang.
De kleinste bacillen zijn de influenza-ba-
cillen zij hebber, eon lengte van 0.0005—0.001
millimeter.
Wijze van vervoer in Sndsë.
Een Engelsoh officier, die in Indië heeft
gediend, vertelt hierover het volgende:
De ödeino oorlogen in Indië bieden geen
groote moeilijkheden, als do transport
dienst maar in orde is. (P'ony^s en muildie
ren bobben een vrij groote draagkracht.
De Idieren worden daarbij niet gauw
moe en se jrijn niet kieschkeuxig in hun
voedsel; bovendien dragen ze dit zelf. al
leen ten opzichte van het water moet 'men
voorzichtig zijn. Kameolen cijn daarente
gen zeer kioschkeurig en houden vooral
veel van do groene takken van sommige
boomen. Sir Donald Stewart verloor ineen
week 14000 kameelon, daar deze weigerden
een haksel van hooi en stroo te eten en
dientengevolge verhongerden.
Olifanten, de nuttigste en beste lastdie
ren, zijn bij oorlogen in het gebergte m^-t
te gebruiken, daar het voederen to veel
tijd en last zou vragen: een olifant eet
per dag gemakkelijk 450 pond suikerriet
pp. Een ossenwagen is zeer nuttig, maar
ongelukkigerwijze zijn de ossen erg aan ko
liek onderhevig en sterven als muggen. Is
een kameel moe, dan valt hij neer en sterft.
Alle pogingen om het leven te doen terug-
kecren, die bij menschen goed helpen, zijn
hier vruchteloos. Het is alsof de kameel er
den brui van geeft om langer zijn moeilijik
leven te verdragen cn daarom al zijn .wils
kracht aanwendt om te sterven.
RECEPT,
Gegratineerde tarbot.
Kook de tarbot, laat ze koud worden,
haal z© van de graat en snijd zo aan stuk
kon; roer ze voorzichtig in wat roomsaus
met een weinig witte peper en citroensap,
doe ze in een diepen vuurscaotel, bevocütig
ze met gesmolten boter, doo er beschuit
kruimels op en zet ze in den oven totdat zij
een bruine korst hebbe.
£Be Réeuwste hoeden-
Dameshoeden van zeer fijn paardenhaar
met kunstig van vederen vervaardigde bloe
men en met vederen, waarvan do vorm
door bloemen wordt nagemaakt, zijn do
nieuwste producten van de Parijsche mo-
distokunst. Het vlechtsel van den hoed
moot zoo licht zijn: als een spinneweb, en
met doorzichtig fijne bloemen van gaas wor
den zij gegarneerd.
Andere bloemen zijn van honderden klei
ne veeren gemaakt en' in zeer tcere nu-
anoes overeenkomstig de natuurlijke kleur
der nagebootste bloem gehouden. Deze bloe
men worden dan geparfumeerd, om de wer
kelijkheid zoo getrouw mogelijk na te boot
sen maar echte bloemen op den hoed to
dragen, zooals dat vroeger wel mode ge
weest is, zou dit jaar buitenmodisch zijn.
Rozetten worden nit Parma-viooltjes saam-
gesteld, terwijl lintgarneeringen handig na
gebootst zijn in1 kleine bloemen, als vergeet-
mij-nietjes en sleutelbloemen. Het is zelfs
gelukt, struisveeren door een zorgvuldige
schikking van kunst-Meiklokjes na te ma
ken.
Het vervaardigen van dergelijko veeren
van bloemen is een zeer moeilijk werk,
omdat ieder baardje afzonderlijk op draad
getrokken moet warden.
ALLERLEI.
Een onaangename ontmoeting
Een Amerikaansch blad had over eenige
menschen iets gezegd, dat zij minder aan
genaam vonden. Na het verschijnen van dit
artikel ontving de hoofdredacteur een
brief, meldende, dat, indien hij de zaak
nog eens ter sprake bracht, hij op een
dracht slagen onthaald zou worden.
Toch gaf de courant, nieuwe mededee-
lingen over deze aangelegenheid.
Op den dag, waarop dit tweede artikel
was verschenen, zat de hoofdredacteur be
daard in zijn kantoor, toen ope».us een
man binnentrad, die er niet malsch uitzag,
met vierkante schouders, een baard, een
zwaren knevel en een dikken stok in de
band.
„Waar ig de hoofdredacteur, mijnheer?"
„Hij is jnist uitgegaan," antwoordde de
redacteur, die aanstonds begreep, dat deze
man de schrijver van den anoniemen brief
was. „Wanneer gij eon oogenblik wilt
wachten en oen blad inzien, zal ik hem
gaan roepen."
Do man ging bedaard zitten. Oudertus-
schen girtg de redacteur bet hnis uit, maar
aan de deur ontmoette hij een anderen
reus, eveneenk met een stevigen knuppel
gewapend.
,,Waar is de hoofdredacteur?'' vroeg de
man op dreigendeD toon.
,,U zult hem in het redactieburcau vin
den; hij is juist bezig de dagbladen door te
zien."
De man met den knuppel ging haastig
de trap op en viel als een woedende den
ander aan. De twee mannen rosten elkan
der geducht af en eindigden met samen
de trap af to rollen, nadat zij elkander
bijna dood hadden geslagen.
„Wat is een vrees?" vroeg de bewaar
school-onderwijzeres.
Geen der kinderen wist het.
„Ik ben er een," ging de onderwijzeres
ter nadere verklaring voort.
Daarop ging een hand in de lucht, en
een knaapje, dat bij die hand hoorde, ant
woordde:
„Een wees is een vrouw, die wel graag
zou trouwen, maar geen meneer heeft."
Goedgemaakt. Rechter: „Ge
geeft als verzachtende omstandigheid op,
dat gij de jas gestolen hebt, omdat de uwe
u te kort was en niet goed gezeten heeft.
Daarvoor naoogt g© nu des te langer zit
ten."
B e g r ij p e 1 ij k. A. (aan de tele
foon): „Is de directeur van de bank-van-
leening to spreken?"
B.„Dat ben ik zelf. Wat verlangt u?"
A.„Och, wees zoo goed, me even te
zeggen, hoe laat het is."
B.: „Hoe durf je mij zulk een onbeschofte
vraag doen?"
A-: „Dat 's nogal glad... Mijn horloge
staat immers sedert gisteren bij u."
Op een astronomische voorlezing te H.
zeide de sprekeT o. a.,,De nieuwste on
derzoekingen hebben geleid tot de zeker
heid, dat Saturn us een ring heeft van 6000
mijlen breed," waarop een der toehoorders
verbaasd uitriep: „Lieve hemel, wat moet
die vent een vinger hebben I"
Klassiek uit ged rukt. M ij n-
heer Kortendik: ,,U herinnert mij
levendig aan een oitaat van Schiller,
juffrouw."
Juffrouw Boonestaak (gevleid)
„Van Schiller, den lofdichter der vrouwen?
O, het zal zijn: Het eeuwig vrouwelijke be
koort ons immer
Mijnheer Kortendik: „Pardon,
dat is van Goethe. Ik meen de woorden van
Wilhelm Teil: Ziet gij den hoed daar op
dien staak?"
Goed ontvangen. „Dokter, ik
kom alleen bij u, omdat ik het miin vrouw
heb moeten beloven, maar ik verklaar u
openhartig, dat ik niet het geringste ver
trouwen in de dokters heb."
„O, dat geeft niet. De ezels hebben ook
geen vertrouwen in don veearts en fccch ge
neest hij ze."
ia A AD G-S VIN G.
Wollen' of peluchen gordijnen kunnen ge
makkelijk schoon gemaakt worden, wanneer
m©D ze, na ze zorgvuldig uitgeklopt en uit-
geborsteld te hebben, op een tafel legt en
zo dan schoonmaakt met een mengsel van
water en geest van salmiak. Daartoe neemt
men drie deelen water en een deel geest
van salmiak; voor lichte kleuren minder.
Dan' neemt men een tamelijk harden borstel
cn strijkt met het mengsel over de gordij
nen, altijd volgens den draad. Bij het borste
len mag men geen plaatsjo overslaan. Zeer
vuile gordijnen moeten voor den tweeden
keer afgeborsteld worden. Het is goed ook
den achterkant op deze wijze te behandelen
Het salmiak water moert ververseht worden
zoodra het eenigszins vuil begint te wor
den, terwijl de borstel herhaaldelijk uitge-'
wasechen moet worden. Op deze manier kan
men ook sofa's en tapijten reinigen. Men.
moet er wel om denken, dat alle voorwer
pen goed droog moeten zijn voordat me
*e weer in gebruik neemt.