KAPELLEN. >w kWh- -iJ.irfi r* 'x. CWi di-L. „Laat het strooien hoedje zwieren Op het kastanjebruin, Pluk een roosje in Uw tuin. Kom, laat ons henen «Dellen, Zie ginds reeds de Kapellen Zoo zong men in mijn jeugd en ofschoon het er buiten nog niet „lenteachtig" uitziet^ zal het toch zoo beol laüg niet meer duren, of we zullen de boDte kapellen zien verschenen. Welnu kinderen, in die verwachting en met innig verlangen naar de komende lente, noodig ik jullie uit tot het maken van een bijschriftje by bovenstaand aardig plaatje. ien, mag je wel met ons meedoen. Vertel me de volgende .week eens hoe oud je bent &n hoe oud je zusje is, dat mee wit doen tan hot oplossen, enz. Als je voor jo Yerltades album oog twee pn dertig plaatjes noodig hebt, zal het heb Deate zijn, dat je mede-raadselkinderen je daar eens aan helpen, misschien heb je wel dubbele, die je dan in ruil kunt ge ven. Vriendelijke groetjes. ,,CrdtDdon regen." iNbeh, meisjte, ik heb geen Sneeuwklokjes, wamt ik bewoon een bovenhuis en heb dus geen tuin. Kro kussen heb ik niet gaairno in de kamer, omdat de lucht mij te sterk is. Als je gaarne plaatjes wilt ruilen, moet je op een apart stukje papier netjes en duidelijk schrijven wat je hebben wilt e.i wat je er voor terug wilt geven. Je sluit het papier dan bij je oplossingen, enz., in en ik zorg voor de rest. Heb je nooit zoo'n ruil-annonoe in ons blaadje opgemerkt? Vriendelijk dank voor de mooie prentkaart die ik van je ontving. „J a s m ij n t j e." Vriendelijk dank voor de eigenaardige prentkaart, die ik van je ontving. Het moet, dunkt me, zéér be langrijk voor je pa geweest zijn om bij do opgravingen te Vaïkenburg behulpzaam to zijn geweest. Suze Dekker. Briefjes, die daarvoor in aanmerking komen, worden steeds door mij beantwoord; de kinderen behoeven mij daarvoor geen prentkaarten te zenden, meisjelief. Ik hoop, dat je mij goed be grijpt. „Witte roosjes". Ja, meisjes, jelui hebt mijn bedoeling volkomen begrepen. „Anjelier". Ik vind het erg dapper van je, dat je de vorige week een kioa liet trekken, want daar is heusch moed voor noodig. Gelukkig, dat je nu van de kies pijn verlost bent. Jan v. dL Waals. Ja, vriendje, het is inderdajari! niet gemakkelijk alle kinderen tevreden te stellen, vooral nu onze kring rich voortdurend uitbreidt. ,,D i a n a." Tot mijn spijt kan ik van je ingezonden raadsels geen gebruik ma ken, omdat je verzuimdet je bijdragen op ien apart stukje papier te schrijven en bo vendien je briefje aan twee zijden be schreef, zoodat ik het niet kon afknippen. Wil jo daar in het vervolg aan denken? Lie R o o z e. Je moogt raadsels en anekdoten uit andere boeken en tijdschrif ten overnemen, en ik heb er evenmin be swaar tegen dat j er aan je juffrouw om vraagt-, doch ik vrees dat zij er zich niet mode in zal laten. ,,B r in i o." Je ailergezelligsten brief heb ik wederom met genoegen gelezen en hartelijk moeten lachen om je verwonde ring over de olectrische verlichting van de „Sleutelstad." Met genoegen vernam ik verder je ingenomenheid met ons feuille ton. Wat je ingezonden verhaaltje betreft, hoop ik daar zoo spoedig mogelijk werk van te kunnen maken, bedenk echter dat ik het ontzettend druk heb. Het verhaal van dien onderwijzer in het verre Oosten is mij niet bekend, dus houd ik mij voor het ver volg van die geschiedenis ten zeerste aanbe volen. Vriendelijke groeten. ,,H ere u les." Als je krachten aan jo schuilnaam geëvenaard zijn, hoop ik met jou van nabij geen kennis te maken, want daar ik slechts gewoon ben do pen te han- tseren heb ik niet bijzonder veel spierkracht. Je moogt dus alleen mijn vriend worden, op voorwaarde dab je nimmer jo krachten met do mij no zult meten. Kitty Halewijn. Als jo gaarne een eigoiï gemaakt verhaaltje wilt inzenden, heb ik daar geen bezwaar tegen, doch mot de eventueele plaatsing zal je héél véél ge duld moeten hebben, want ik heb mijn plaatsruimte o, zoo noodig. Ik zeg je dit liever vooruit om je teleurstelling be be sparen. W i 11 y Stadhouder. Lieve kind, ik moet- je voorop zeggen dat ik een echte huis- musch ben, die heel weinig uitvliegt, doch zoodra het wat beter weer wordt, en ik eens in je buurt kom, zal ik niet nalaten je te komen bezoeken. Wat heerlijk is het voor je, dat jo moedertje zich zoo geheel en al aan je kan wijden, doordat je maar alléén thuis bent en «dus vanzelf haar troetelkind je bent. Hoe oud is je zusje en waar is ze op kostschool? Vriendelijke groetjes voor jou en je lieve moeder. C o e d r a ad. \V il 1 o m, J a n en M a- r i e v. Gent te Zoeterwoudc. Neen, kin deren, je ruilannonoe was niet in den ver- eischten vorm gesteld, doch zooals je ziet, voldeed ik aan je verlangen en hoop dat je in het bezit zult komen van de bedoelde plaatjes. „Ccasar." Neen, vriendje, zóó erg is het niet als jo eens een enkele maal man keert. Hoe is bet met do proefwerken afge- loopen, heb je mooie cijfers verdiend? „D e s id)ej r ujs E raam ul s." Ja, beste kind, je brieven zijn mij steeds wel kom. Het speet me uit jo laatste schrijven te moeten vernemen dat je ongesteld waart wat scheelde er aan en ben je nu weer beter? Wat een heerlijk vooruitzicht voor je met je elfden verjaardag een fiets te krijgen. Het is heusch vroeg genoeg. Ik houd heel veel van fietsen, doch heb" er helaas weinig tijd voor, vooral des Wcenadas&andda&s kan ik er niet aan denken. Wil je er in bof vervolg aan denken behalve je schuilnaam ook je. waren naam te onderteekenen? „Rudolf." Ik vind je schuilnaam niet heel aardig, wil je een anderen kiezen? Voor meisjes vind ik bloemennamen het aardigst» „Meidoorn", „Broer en Zus", „Twee paarse seringen" beet ik van harte welkom in onzen kring. Hermine H. Doe mij bet genoegen een anderen schuilnaam te kieeec, wil je? Niesje Groenen dij k. O, kindje» wat naar dat je last hebt van blinde darm ontsteking. Dat zal wel op een operatic uitdraaien, doch dan ben jo er wellicht ook voor goed van genezen. Jan Konijn. Als je pas ziek geweest bent, moet je voorloopig maar vroeg naar bed gaan, des te eerder zal je de verloren krachten hebben ingehaald. Wat scheelde er aan? Jansje en Pietje v. d Born dank ik voor de mooie prentbriefkaarten, die ik van hen ontving. „G race Darlin g". Neen meisje, e;* mogen in geen geval verhalen uit boekei 1 worden overgeschreven, want die komen na tuurlijk niet voor plaatsing in aanmerking Het liefste heb ik trouwens, dat de kinds ren zich bepalen tot bet inzenden van ge, schikte raadsels en anecdoten. Vriena* lijke groeten. MABIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14