ETo. 3.4*398.
Anno 1908.
LEIDSGH DAGB3LAB, Woensdag* 22 «Januari. Twee o Blad.
PERSOVERZICHT.
„Do Standaard" merkt op dat er
jch'oqlhoofdononderwijzers en zelfs werk
lieden zijn, die een inkomen gonieton,
waar meer clan één predikant niet aan
>eikt. En art. 171, 2de lid, der Grondwet
geeft uitdrukkelijk recht aan do Overheid,
ongenoegzame traktementen van bediena-
ïen van den godsdienst to verhoogen. Maar
do Overheid, zoo zegt het Blad verder,
heeft, terwijl men van Rijkswege ten be
hoeve van tal van andere gegadigden veel
deed, juist ten bate van deze klasse van
personen niet alleen niets gedaan, maar
fcelfs bij stille afspraak een- aeeoord aange
gaan om niets to doen.
Blijkt hieruit nu niet ten duidelijkste,
,'dab dc publieke opinie zich om de ecre
yan den stand van predikant veel te wei
nig" bekommert? Op elk ander terrein
|\ert men voor lotsverbetering, hier ont
houdt men zich met schuldige koelheid. En
dit nu vindt zijn oorzaak in de te geringe
/Waardeering der Religie, en in do daaruit
voortvloeiende mindere waardeering van
haar dienaren. En dit nu mag
zoo niet voortduren. Ook hier be
hoort gerekend te worden met do hoogc
opleidipgskosten, met den eisch van een
rustig en onbekommerd leven, met de mo
gelijkheid om de ecre van zijn stand op ie
•houden, en mefc Je noodzakelijkheid om zich
op de hoogte te 1 unnen houden van zijn
vak.
Heel ons volk heeft er belang bij, dat de
(predikant wetenschappelijk zij opgeleid;
dat hiji als geroepen om in alle kringen ie
verkeeren, zijn stand kunne ophouden; en
ook, dat hij zijn ontwikkeling met de aca
demie niet afsluit©.
Juist dit nu moest er o. i. alle Kerken
'toe leiden, om, hoe eer hoe beter, de afreke
ning, op grond-van art. 171 tot een vol
dongen feit te maken. Zoolang de meeste
predikanten steunen moeten op art. 171.
raken ze almeer ten achter bij onderwijzers
en andere ambtenaren En eerst als do
Kerken, na behoorlijke afrekening, zei ven
den plicht op zich namen, om in do goede
verzorging van hun predikanten te voor
sden, Zou ten deze van een eeren van eten
stand van predikant, naar eisch van zijn
opleiding, naar eisch van zijn
levensstandaard, en naar eisch van zijn so
ciale positie sprake kunnen komen. Ameri
ka toont het.
Thans daarentegen drukt art. 171 zelfs
die andere Kerken, die niets uit art. 171
'genieten. Thana toch acht men in de vrije
Kerken reeds genoegzaam voor zün predi
kanten gezorgd te hebben, zoo men hun een
inkomen verzekert, dat het inkomen van de
uit art. 171 gesalarieerde predikanten vrij
wel of van verre nadert. Juist alzoo ten ge
volge van art. 171 slaapt de publieke opi
nio. Zo stelt het gewichtig vraagstuk van
'den stand der predikanten niet aan de or
de. Ze bekreunt er zich niet om. En zo
voelt het niet, in hoo menige pastorie ten
gevolge hiervan bitter geleden wordt, en
hoo de positie der Kerken zeiven, en dus
ook de ecre der Religie, er door wordt ge-
gedrukt.
Dit nu moet anders worden. Het hoog be
lang. dat heel %ns volk heeft bij het eeren
der Religie ook in haar dienaren, moet op
de consciëntie worden gebonden. Alles
wacht hier op een radicale verbetering. En
juist omdat de niet-uitvoering van art. 171,
tweede lid, toont hoe ten deze van de pu
bliek© activiteit niets' is te verwachten, en
o. i. niets verwacht mag worden, kon uit
niets zoo sterk als juist uit een op den
voor-gronJ-stellen van dit artikel, in ver
band met de niet uitvoering er van, voor
een ieder blijken, hoe dringend noodzake
lijk het is, in den bestaanden toestand die
radicale verandering aan te brengen, waar
bij, in het belang van Volk en Religie beide,
het beter eeren van den stand van den
predikant uitgangspunt moet zijn.
Nint wat een verouderd, versleten on
niets meer uitwerkend Grondwetsartikel
aangeeft, mag hierbij maatstaf* blijven
maar als maatstaf moet gelden do mini-
mum-eisch, die voortvloeit uit de kosten van
wetenschappelijke opleiding, van het leven
in zijn stand cn van het openen van gele
gd beid voor verdere ontwikkeling.
Hot „W eek blad voor de Bur-
gerlijke Administratie" (prs.
4 en 11 Januari) kan zich allerminst ver
eenigen met de Regeeringsvoorstellen om
art. 80 der Grondwet nagenoeg ge
heel uit te vegen. De Regeering heelt wel
do bestaande grondwettelijke formule on
deugdelijk cn onverbeterbaar verklaard en
daarom wordt voorgesteld alles overboord
te werpen, dat zéker het gemakkelijkst is.
Maar wie in de Grondwet blijft zien een sa
menstel van hoofdlijnen, waar langs het
staatsbestuur zich te bewegen heeft; wie in
die lijnen een waarborg blijft zien voor ge
leidelijke evolutie, kan geen vrede hebben
Tnet deze vóorgesfcelde groote schoonmaak,
waarbij alleen de eisch van rechtstreeksch©
verkiozLDg genade heeft kunnen vinden.
Is heb nu werkelijk absoluut noodig om
den geheelen wetgevenden arbeid te doen
stilstaan, alleen om art. 80 der Grondwet
tot een nagenoeg docdc letter te miken?
Is het vraagstuk omtrent v r o w e n-
ikiesrecht rcecls een overrijpe vrucht,
waarvan het plukken onmogelijk kan uit
gesteld worden, geen dag en geen nacht?
Is de minimum-leeftijdsgrens, in de
Grondwet voor kiesbevoegdheid aangewe
zen een onoverkomelijk bezwaar gebleken
of de uitsluiting van gevangenen, of be
deelden, o{ gefailleerd' n Ni,mand zal dit
m ernst kunnen beweren en do ltegeering
laat deze redenen voor Grondwetsherzie
ning dan ook eerst in de tweede plaats
klinken.
Het zwaartepunt voor die herziening
vindt zii geleden in de onmogelijkheid om
cl© grondwettelijke formule, die geschikt
heid en raaatschappelijken welstand bij don
kiezer eiacht naar behooren uit to werken.
Zoolang evenwel het kiesrecht niet als
een natuurreoht beschouwd wordt, dat
ieder par droit de naifssance" toekomt,
zullen scheidingslijnen noodig zijn, hetzij
tot aanwijzing van degenen, wien het kies
recht moet toegekend, hetzij tot aanwij
zing van degenen, wien het moet ontzegd
worden.
Waar dus die lijnon getrokken worden,
hete ij in. do Grondwet, hetzij in de Kies
wet, immer zullen die bezwaren blijven
bestaan. Alleen zullen die lijnen, in de
Grondwet aangegeven, aan minder wissel
valligheid blootgesteld zijn.
Na dan herinnerd te 14 ben aan de
Grondwetsherziening van 1837, aan hot
ontwerp-Tak en aan de wet-Van Houten,
die het kiezerskorps verruimde mot do z.g.
aangifte-kiezers, stelt de schrijver de
vraag, of van deze gelegenheid, om op
eigen initiatief (kiezer te worden, geregeld,
telkens met grooterén. aandrang, gebruik
is gemaakt.
Er waren in heb jaar
1897-513833 belastingk. en 63226 aangiftek.
1898-511075 43451
1699-528022 3C270
1900-539500 30271
1901-564263 45248
1902-582300 41795
1903-600372 43860
1904-619794 50457
1005-649709 100841
1806-671566 81514
1907-700986 8S304
Dit overzicht zegt de schrijver stemt
eenerzijds tot vreugde, omdat het hoofd
contingent, de belastingkiezers, een gesta
dige toeneming aantoont, niet alleen van
aangeslagcnvn, maar van belastingschuldi
gen, die tijdig aan hun verplichting vol
daan hebben. Doch anderzijds geeft het
contingent aangifte-kiezers reden 'tot te
leurstelling wegens de groote schommelin
gen, waaraan het lijdende is. Do reden van
doze grillige lijn is gemakkelijk op te spo
ren. In 1897, 1901 en 1905, de jaren van pe
riodieke verkiezing voor de Tweede Kamer,
ook in 1904 en 1907, toen een deel der ge
westelijke vertegenwoordiging periocljidk
aftrad, bereikte die lijn haar hoogtepunt.
Treden dan zoovel© mannen op, door den
ernst der tijden bevangen, bezield om mede
te spreken over de vraag, in welke richting
's lands bestuur zich zal hebben to bewe
gen?
Geenszins; de nuohtere waarheid is, dat,
alsx gewichtige verkiezingen in aantocht
zijn, de kiesvereeoiigingen op jacht gaan
om voor den komenden stembus tri jd eigen
gelederen te versterken. Rijp en groen
wordt dan aangeklampt om aangiften in
te leveren het aan de gemeentebesturen
overlatende om den chaos to ziften. Is zoo
danige verkiezing achter den rug, dan
krimpt het contingent aangifte-kiezers we
der in door gebreöc aan eigen initiatief.
Zoo was in 1905, het jjaar van den groot-en
stembusstrijd, dit .contingent ten gevolge
van deze wilde jacht, verdubbeld; nu
slinkt liet .weder langhaam weg.
De zaak staat dus feitelijk zoo, flat on ier
dc bestaand© regeling elk ordelijk burger
langs een der vele gegeven mid dok n ge-
reedclijk toegang tot de siembu3 k?n belro-
men, als het hem ernst is; ranar dat velen
hot nalaten, óf uit ODver&chill'gheid óf uit
vree3 voor d n fiscus, hetgeen zëker niet
als een konteeken van geschiktheid voor
het actieve staatsburgerschap kan aange
merkt wordon.
Do algemeene drang naar kicsrcchtuit-
breiding, waarvan in vergaderingen en
thans in de stukken der Regeering zoo
hoog opgegeven wordt, is in werkelijkh id
niet zoo sterk. Evenmin staat de ontwik
keling van het kiezerskorps op een dood
punt, zoodat er hoegenaamd geen reden is
om de staatsmachine, waar nog zooveel
werk op afdoening wacht, stop te zetten,
alleen om de kiesw t, geheel los van een
grondwettelijk beginsel, te maken tot een
voortdurende twistappel, die telkens, als
de kans daartoe schoon schijnt, kan opge
nomen worden.
In „De Hollandse he Lelie"
schreef jkvr. Anna de Savornin Lobman
over V rouwenkicsrecht aldus:
En toch, ben ben ik noch lid van de
vereeniging voor vrouwenkiesrecht, noch
voorstandster van de -propaganda, die
wordt gemaakt om de vrouw dat recht te
bezorgen. Want ik acht het een volkomen
onnuttige zaak, zich zooveel moeite te go-
ven voor iets, dat, wordt het verkregen,
veel meer kwaad dan goed zal stichten.
Gij zult eens zien hoe dom cn onnoozel dc
vrouwen zich- dan zullen laten leiden door
al de partijleiders, die haar ten eigen bate
bij den neus rondleiden, en op baar schou
ders naar boven klimmen. Nu reeds kunt
gij zien, hoe de socialistische partij, die
uit partijbelang het feminisme in den zak
kruipt, bijna al deze aanstaande vrouwe
lijke kiezers onder haar leden telt. Het
ligt zoo in den aard der vrouw, zich te la
ten influcnceeren door anderen, dat de
vrouw-kiezer, zonder ©enigen twijfel, nog
veel meer vatbaar zal zijn voor knoeie
rijen en omkooperijen, van zich wat laf en
wijsmaken door schoone beloften, dan de
man-kiezer. Om al die redenon aeht i k
het een dwaasheid, zich ook maar eenige
moeite te geven tot het verkrijg©'. van een
recht, waarvan de uitoefening volstrekt
geen nut of zegen, maar alleen onheil
zal verspreiden. Daarbij komt nog, dat ik
het voor moeders en gehuwde vrouwen be
paald afkeurenswaardig acht, als kHz. r op
te treden. Een gehuwde vrouw behoort
aan het gezin, kan do maatschappij
nimmer méér ton zegen ziin, dan wanneer
zij op haar man en haar kinderen een o p-
voodonden invloed heeft. Alle ver
deeldheid, teweeggebracht door verschil
van meening op politiek gebied, alle in
vloeden van buiten, waardoor de gehuwde
vrouw zich zou laten influencceren ten be
hoeve van oen of andere partij, tegen den
zin van haar op dit punt wellicht anders
denkenden man, moeten verderfelijk
werken op den'onderlingen vrede in hel
geiinsleveft, die m.i. boren alles noodig
is tot l»t behoud van de maatschappij,
waarvan weer het behoud wortelt in dat
van het huisgezin. Het eeno vol^t hier lo
gisch uit het ander. Vandaar, dat juist do
moeder en de echtgenoot©, meer dan wie
ook ter wereld, behéérscht in den grond de
toekomst van do gebeele natie. Indien el
ke vrouw een goede, v ©r at a nd ig
echtgenoot© en moeder waie, nicta meer
dan dat, dan zou zij dddrdoor een o nb o-
gronsden zegenrijken invloed uit
oefenen tot in de verste nageslachten.
Wat nu eigenlijk het lid-worden van dia
vereeniging aangaat, Alexandra, gij kunt
uw gold boter gebruiken dan tot lid wor
den van een vereeniging, die niets amlevs
tot stand brengt dan het drukken van
maandblaadjes, het betalen van speech uncle
dames het organiseren van vergaderin
gen, waarvan dan weer verstegen word en
gedrukt, en al die dwaasheden, waaraan
zoo véél contributies voor dit cn voor
dat verloren gaan. Van dergelijke vereeni-
gingen zijn de oprichters en de woordvoer
sters niets anders dan eemichtLen, dio
per se een rolletje wiilen spelen, en mec-
nen, dat zc dit doel niet beter kunnen be
reiken dan door het schermen met vrou
wenkiesrecht.
,,H et H u i s gb z i n" meent, dat, in
dien waar is, wat ,,D e T ij d" meldde, dat
de katholieke cn anti revolutionaire Ka
merleden het eens zijn geworden omtrent
het kiosrechtvraagstijk, het dan
-voor de hand ligt, dat de ovcre.ehstemming
verkregen is op den grondslag van het g e-
zi naboofde n kies recht.
"Daar de an bi- re vol u tion aire partij ieder
oen sus-kiesrecht beslist verwerpt, lijkt het
ondenkbaar, dat de verkregen overeen
stemming zal berusten op den grondslag
van huismanskiesrocht plus bapaciteits-
kies recht plus oen sus-kies recht.
Blijft dus over hot kiesrecht voor do ge
zinshoofden cn degenen, die niet als lid
van een gezin kunnen beschouwd worden,
en de combinatie van het buismanskies
recht en het capaciteitskiesrecht.
Tuaschen een van deze twee zal do kius
we] gedaan zijn, want het lijkt zeer on
waarschijnlijk, dat de katholieken gcno«-
gen zullen hebben genomen mot hot enkele
gezinshoofdenkicsrecht zonder meer, dat
de antirevolutionairen het liefst zagen aan
vaard.
Het ligt voor de hand, dat bij de be
sprekingen fcu&cben do katholieke en do
anti-revolutionaire Kamerleden niet en
kel van gedachten zal zijn gewisseld, over
de vraag, welke kiesrechtregeling de voor
keur verdient waarbij allicht ook do
kwestie van het meervoudig kiesrecht tor
sprake zal zijn gekomen maar dat ook
vraagstukken, die met de uitoefening van
hot kiesrecht in onmiddellijk verband
staan, onder d© oogen zullen zijn gezien,
als de evenredig© vertegenwoordiging cn
do stemplicht.
Het blad, dat meent, dat men hierom
trent ongetwijfeld ook tot een akkoord zal
zijn gekomen, meent, dat voor elk dezer
drie instituten meer voorstanders onder
do katholieken dan onder do antirevolu
tionairen word, n aangetroffen.
Van den stemplicht wil het blad zelf
ook niet veel weten, maar, zegt het:
,,Van een kiesrechtregeling, dio de E.
V. buitensluit, is voor ons het mooie af.
Omtrent meervoudig kiesrecht z.ijo «we
min of meer blanco. Met.dè katholieke
kieereohteommisBie zouden we willen zeg
gen, dat wc er in theorie vóór zijn, maar
dat het moeilijk zal vallen een practische
reg ling te treffen, die willekeur afsnijdt.
Rcsumeerende, lijkt het ons niet ondank
baar, dat de overeenkomst tusschen ka
tholieken en antirevolutionairen is tot
stand gekomen op dezen grondslag: ge
zinshoofden kies re ebt plus cap juiteitsre-cht
en evenredig'; vertegenwoordiging..
AaneïnitSsjg vaa Het Gyuma»iuni
aa» <!c Centrale.
Naar aanleiding van do bij een deel van
den Raad gerezen bezwaren tegen de kosten
van aansluiting van het gymnasium aan
het gemeentelijk net voor' elcctricib-itsle-
vering, voelen Curatoren van het gymna
sium zich geroepen ten sterkste er op aan
te dringen, dat toch niet over het hoofd
worde gezien, van boe groot© buteckenis
dio aansluiting voor het onderwijs in do
natuurkunde aan hot gymnasium is.
Zonder aansluiting aan het gemeentelijk
net is er toch zeggen zij in een tot den
Raad gericht nader adres niet aan le
denken om van de projectie met behulp
van •electrisch booglicht bij net onderwijs
een zoo veelvuldig gebraiii to maken als
tegenwoordig dringend noodzakelijk, ja
bijna onmisbaar is. D© rojeciie maakt het
mogelijk niettegenstaande er slechts een
beperkt© £ijd voor de lesuren ie, de grond
beginsel». i met doelmatige proeven toe te
lichten.
Zonder haar hulp bijv. spiegeling, bre
king, totale reflex ie cn dispersie in een
paar leasen dcgo'ijk ij behandelen, is vrij
wel ondoenlijk. En dat men niet langer dan
een paar lessen bij elk d-;r vele hoofdstuk
ken stilstaat, is door dc uitgebreidheid vau
dc tegenwoordige leerstof volstrekt noodig.
Op het paedagogiscb belang van dè gcle-
frinheid om zonder ecnige stoornis in den
gang van het onJ rwijs, enkel door b t om
zetten van con schakelaar het I stek aal,
naarmat© dit noodij is, afwisselend to ver
lichten of donker te maken bcho;ft wel
nauwelijks gewezen te worden, daar de
stoornis, die als men alleen over gas be
schikt, veelal bij hst licl t en duister maken
van het vertrek voorkomt, voldoende be
kend it.
Onmisbaar is verder de aan sluiting aan
de central© om over wisselstroomen ten
di van'proeven to kunnen inschikken.
D© wiss: ïstrooraen L Jen in de laat-ste ja
ren een overwegende beteekenis gekregen,
en het laat zich voorzi v dat de rol, dio zij
in de t-oekomst zullen spelen, nog een veel
groobere is. Dit behoeft lo leiden, waar een
wisselstroom, draaistroom, ntrak- ge
sticht i», wel niet betoogd t© worden. Hel
zou zeggen Curatoren onverantwoor
delijk -zijn aan dc leerlingen van het gym
nasium niet oen behoorlijk- denkbeeld van
wisselstroomen te geven, waar dit zonder
noemenswaard© kosten door aanluiting aan j
het gemeentelijk net kan geschieden, det j
ook hier weder' mogelijk m '.akt,_ hetgeen j
anders alleen met zeur kostbare toestelten
zou zijn te bei eiken.
Daar nu de aansluiting; voor zoover zij
strekt ter verkrijging van booglicht vo r
projectie, tijdelijke verlichting van een Jon
ker gemaakt lokaal en wisselstroom proeven
geen noemenswaarde kosten meebrengt,
vleien Curatoren zich, dat na deze uiteen
zetting hiertegen geen b zwaar zal bestaan.
Wat nu betreft het in het voorstel opge
nomen verkrijgen van do gelegenheid om
ook gelijkstroom uit het gemeentelijk not te
putten, waardoor verreweg het grootste
deel der kosten van de voorgesteld© aan
sluiting wordt veroorzaakt, zoo moeten
Curatoren ook het voorstel daartoe met de
meest© warmt© aanbevelen.
Het ligt nl. alleszins voor de hand van
de aansluiting aan het gemeentelijk net ook
partij te trekken voor die proeven, w lke
gelijkstroom vorderen en voor het verrich
ten van welke men voor zoover dit gaat,
anders accumulatoren of batterijen, met
welke men zich bij cn k e 1 o^procvcn be
helpen kan, zou mouten aanschaffen. De
ecyste aanschaffing van dezo i3 wel is waar
minder kostbaar dan do aansluiting ook
voor gelijkstroom aan dc centrale. Maar
liet onderhoud van accumulatoren of élé
menten, welke eenigszin3 kunnen lev©r<
wat bij aansluiting aan het act wordt ver
kregen, is veel cn veel kostbaarder dan dat
vau de zoocven genoemd© vs-ste inricht
aan het onderhoud waarvan zoo goed air.
geen kosten zijn verbonden. M>n denké r
eens aan, wat. het z -u vorderen, om c©d
gelijkstroomhooglamp, dio men toch op het 1
lesprogram in een gemeente, dio oen cen
trale bezit, niet mag missen, mot ©lemen- i
ten te laten branden. Curatoren moeten
dan ook ten zeerste aanbevelen, om over
de meerder© bosten van eerste aanschaffing'
van de inrichting om gelijkstroom uit het
stedelijk* net te nemen heen to stappen in
plaats van af te wachten tet hot. nadat
heel wat geld aan panschaffing-ouderhoiid-
vernieuwing van accumulate pui on ele
menten, is besteed, toch noodig zal blijken
tot het daarstellen van die inrichting over
tc gaan.
Curatoren verzoeken den Raad dus met
den moesten' aandrang in elk op-val 1 'te
aansluiting van het evmnasium -at
gemeentelijke jiet t© besluiten .én deze >o-
danig in t© richten dat ook over o lek
stroom kan worden be chilct, en t t dc
aanschaffing van accumulatoren bat
terijen niet behoeft te worden overg gaan.
Geen v&rhoogini] van schc»?:-
i.
Den 24sten October van verleden ja r be
reikte den llaad een voorstel van 13. en YVu.
om, door wijziging van do i nir;g, re
gelende do heffing van schöö'geldeu, tot
een verhooging van het .©hooi, eld aan de
2de klaaoe scholen over t© gaan. Naar
aanleiding van een in diezelfde vergade
ring inkomend voorste] vau d© heoren Zaal
borg en Reimcringer, om ccn andere wij
ziging in de schoolgelden aan te brengen
dan door B. cn Wa. waa voorg ;©ld,' «>id
echter besloten d; behandeling van dit
voorstel voorloopig aan te lnüden, ten
eind© B. en s. in de gelegenheid te stel
len, inmiddels ook omtrent het voorstel-
Zaalberg-Rcimeringer praeadvies uit te
brengen.
Do (strekking van laalstb doukl voor
stel is bekend. Terwijl B. èn Ws., met hei
ook op 't uitgebreider© leerplan aan de 2de
kinase scholen en het ffchalte, indi n zij dit
woord mogen gebruik n, van oud rs der
leerlingen, die deze scholen bezoeken, ge
meend had een billijke verhoogiug van het
schoolgeld voor de 2dt-klass© eohoLn te mo
gen voorstellen, daar wilden de h run Rei-
moringer en Zaalberg do. door B. en Ws.
voorgesteld© verhooging beperken tot twee
van de drie 2de-klosïe-scbolen, m ar bo
vendien aan een van do acht 3».le klasse-
scholen een verhooging van schoolgeld van
6 tot 12 of 15 cent per weck invoeren. Zij
overwogen daarbij het volgende:
Op den voorgrond wordt gesteld, dat tot
een verhanging van schoolg 1 den eerst dan,
maar dan ook zeker mag worden ovr,g>
gaan, wanneer het percentage van <1©. in
komstenbelasting tot zoodanig© hoogte ge
stegen is, dat niet andermaal, tot verboo
ging daarvan mag worden becloten alvor-na
allo andcie middelen orn de inkomsten der
gemeente te versterken, zijn uit.-enut en
wanneer dan bovendien die seboo'geldver-
kooging mog lijk is zonder in strijd t© ko
men met recht en billijkheid of <le draag
kracht der ouders t© overschrijden. Hier
van uitgaande meenen zij dan, dat een a 1-
g e m e e n e verhooging van liet schoolgeld
voor de 2de klasse-scholen voor vele ouders
der leerlingen, dio deze scholen b-.-zoeken,
te bezwarend zou zijn, maar anderzijds
dat do financieele omstandigheden van ver.
schcidr-nc ouders van kinteoen, die de 3d©
klasse-scholen bezoeken, van dien aard zijn,
dat door hen gemakkelijk een hoog :r school
geld ken worden te-taald, dan thins voor
deze scholen verschuldigd is. Wórdt dus
eenerzijds de verhoogincr van s I 'dg ld
voor de 2de klasse scholen tot twee van "a
drio scholen beperkt, anderzijds voor een
der scholen 3de klasse het schoolgeld wat
verhoogd, dan zouden op die wijze niet
alleen recht en billijkheid naar behooren
worden betracht, maar bovendien een eind©
worden gemaakt aau de ont-zettendo wan
verhouding, welke thans tusschan de aan da
verschillende klaeic-scholen gr-hevcn school
gelden bestaat. Bovendien zou dan nog
grootere vermeerdering van de opbrengat
der schoolgelden worden verkregen dan met
het voorstel ran Burg. en Weths. zou wor
den bereikt, zood.it aanneming van hun
voorstel ook aan dc gemeentekas ten goede
zou komen.
Hot ia duidelijk, dat B. en Ws. omtrent
dit voorstel van d© hccren Zaalberg ©n
Rcimeringer ook h«t advi r van de Plaat
selijk© ftchooloommiseie wenschten te ver-
u.'.men. Zij stelden het daarom in handen
dier commissi© en deden heb vergezeld gaan
van een inmidaeh, bij hen ingekomen
schrijven van de af deeling Leiden van het
Nederl andsche Ondenv ijzers-Genootschap';
waarbij die afdeeling verklaarde, hoewel in
liet algemeen veel voor het beginsel der
door de fileren Zaalberg cn Reimeringer
voorg v t. 1 de regel i ng tc geve. In, toch
aan* cle doorvoering dier regeling zoo groot©
b :zwaren verbonden te achten, dat zij dan
veeleer de invoering van de heffing van
evenredig school grid op de scholen meendo
to inogeu aan bevel: n.
De schoolcommissie, acht do door de heo
ren Zaalberg en Reimeringer voorgesteld©
regeling onuitvoerbaar.
Wat in de eerst© plaats de 2de klasso
scholen crlreft, zoo wijst zij cv op, dat met
de invoering dier regeling het beginsel
van do plaatsing der lcevlinyen naar wijk-
Yordeeling zou komen l© vervallen. Maar
indien nu, g -1 ijk. dc hoofden der scholen
2de k]a,*r*e vermoeden, 'meer' kinderen voor
dc betaling van het lag re schoolgeld in
aanm I ing zullen komen, dan de school
aan de Oude Vest kan bevatten, dan zou
üK*n dat overschot van leerling- n to:h weer
over" dc Ijcid© .andere scholen moeten ver-
de aten. In-voering van evenredige school
geldheffing ware dan eenvoudiger.
Wat de 3do'-kl .«se-scholcn betreft, hier
zou bij verhooging van hot schoolgeld aaa
ccn der scholen een g weldigo stoornis m
het ondorn ij.8 worden teweeggebracht die
lang zou nawerken. Men zou. tooh voor dc
zeven andere schoten een geheel nieuw©
wijkveru -ling moeten in hot leven roepen,
di; een nog veel grooter deaorganisccrcnd
effect zou hebben, dan zich roeds bij er-n
wijziging in d© aohoolw.'jkv rdeding, als
aan do opening-van ieder© nieuwe scnooï
n 'dwendig verbonden is, doet geld n.
Maar bovendien zou zich ook hier hetzelfde
bezwaar voordoen, waarop boven reeds ten
aanzien van dc 2de-klas:»e scholen gewezen
i werd. Of wel .*r zouden meer kinder n voor
het li'1:1 in aanmerking ko-
i men, ds.n 1 kan bevatten, en
do «jverol 'jI n toch weer over do
under schol; i nu. n -rden verdeeld, of
j wel, en -Ie hoofden der betrokken scholen
meenen dat dit hot. geval zou zijn, er zou-
lon niet U'. g kinderen zijn ©m ie school
vo - _.-.i en h t incompleet zou weer
uit e minder b.intend© leerlingen moeten
worden aangevuld. In het ©erst© geval duv
tveeërtei schoolgeld op do ander© zeven
scholen; in bet tv.- "dc <>p d© school, bo-
F.teim! alleen voor do teerlingen, dio hooger
schoolgeld zouden butaten.
N"g wordt or door d© schoolcommissie
in dit verband op gewezen, hoe in 1880
toen d© 4de school der 3do klasse- zou wor-,
•ten in gebruik genomen, een vooratol den
ad Ij. reikt© om op tweo van do ïci
i scholen een schoolgeld van 15 cent per week
j in to voeren en op do beide ander© het
I schoolgeld op 6 te laten.
Dat voorstel is toon met over-
urootc meerdorhoid van stemmen ver
worpen omdat men meende, dat gpocdigor
tot het stichten van een nieuwe eohool zou
I moeien wordon overgegaan, wanneer dol
schoten van de ©ene soort gchcol vol zouden
zijn, terwijl do andore nog ruimte zouden
w,.-r hebben, zoodat de voordeeion van hot
verhoogde schoolgeld w- der geheel zouden
worden t© ni t gedaan door hat nadoel,
yerbonden aan de stichting van een nieuw©
school.
Maar waarom dan geen ovenredigo
schoolgcldheffing ing*voord,gelijk ook
door do ofJeolïng Leiden van het Neder-
Jand.ch Onderwijzersgenootschap wordt
aanbevolenMen zou dan aan de moeilik-
heden van een gewijzigd© schoolwiikvrdee-
_]ing voor een £©-d dool ontkomen on toch
zooveel mogelijk de leerlingen, voor wiö
eenzelfde schoolgeld betaald wordt, in een
zelfde school kunnen onderbreng n.
Ook dit meent'de ftr»hoo!©ommisce te moe
ten ontraden. Z»j stelt voorop dat in de
classificatie dor scholen, waarvan de deug
delijkheid door een veeljarige ervaring is
gebleken, geen verandering behoort te wor
den gebracht, zordat hot alleen do vraag
kan zijn of voor iedere klasao van scholen
heffing van schoolgeld naar draagkracht
zou moeten worden ingevoerd. En dam
meent zij dat ook daartegen overwegen do
bezwaren bestaan.
Alles te zamen genome a ie het resultaat
der overwegingen van B. en Ws. twcolc^
dig, n.l.
lo. dat zij terugnemen hot voorstel, den
Raad gedaan, tot wijziging van- de verorde
ning regelend© de heffing van schoolgelden
aan de openbar© lagere scholen iD doz©
gemeente
2o. dat zij den Raad, als collego, in over
weging geven niet tot do aanneming van
liet voorstel Zaalborg-Rcimeringcr over te
gaan.
Saraéance van betaling.
Do rechtbank te Leeuwarden heeft aan
J. J. Oppcdijk, houthandelaar t© IJlst,
handelende onder de firma wod. W. J. Op
pcdijk vocrioopige surséance van betaling
verleend.
Tot bewindvoerders zijn benoemd de heo
ren mi. J. A. Stoop te Leeuwarden; mr. G.
A. P. Bax te 's-Gravenhage, ©n J. F. Hoek
stra, te Harlingen.