M 11 nmn kasteel of den spijker ter vonnis&ing over te brengen. Een andere historische oorsprong der nestels is uit het volgende te leeren: Om zich op een groote menigte Belgen te wreken, die hem verlaten hadden, beval de Hertog van Al va, dat ieder lid van dit korps, welken rang hij ook bekleedde, zou worden opgehangen Tot antwoord lieten deze dapperen den Hertog weten, dat zij in het vervolg om do executie gemakkelijker te maken, aan den hals een (touw) strop en spijker zouden dragen. Deze troepen, zich later onderscheiden hebbende, werd het touw hun tot een eereteeken en daarna is het algemeen vervangen door nestels en pincetten. GALGEMAAL, Onder galgemaal verstaat men, gelijk be kend is, het laatste ontbijt, dat een isr dood veroordeelden misdadiger verstrekt werd, nadat hij reeds aan den beul en diens knechten was uitgeleverd. In de meeste landen werd voor dit doel op een kleinigheid gerekend. Men ging uit van de gedachte, dat de arme zondaar zelden eet lust zou hebben. In den regel gaf men hem zooveel, dat hij niet met een nuchtere maag den gang naar het schavot behoefde te maken. Voor de beulsknechten behoefde men niet te zor gen, daar do terechtstelling meestal des morgeus plaats had en zij later tegen den middag konden eten. Opmerkelijk vrijgevig was daarentegen in dit-opzicht de stad Frankfurt a/M., zooals blijkt uit een spijskaart" van een ia 1787 op 21 Februari om 6 uren 's mor gens gehouden galgemaal. Daar (werden opgediend: geTstesoep, groente, drie pond worst, tien pond rundvlcesoh, zes pond gebakken visch, twaalf pond kalfsbraad, dertig broodjes en biscuit. De stad leverde daarbij het benoodigdo tafelgereedschap en natuurlijk ook wijn. Het tafelgezelschap bestond uit den beul en zijn knechten, ma gistraatspersonen, den geestelijke en den armen zondaar. Later stelde een gevoels- mensch uit dit gezelschap voor, dat de maaltijd zou plaats hebben op een geschikt uur na de terechtstelling. Hij beriep zich daarbij op het feit, dat de aanwezigheid van den armen zondaar, die meestal som ber keek, een ongunstigen invloed had op dc stemming aan tafel en op de omstan digheid, dat niemand zoo vroeg des mor gens eetlust had Zijn verzoek werd gewe zen van de hand. STOFGOUD. Iedereen dicht; do een met kleuren, dc ander met woorden, een derde met daden. Maar het benijdenswaardst zijn zij, die het leven dichten. Dat zijn de moeders! Emmy von Egedy. Niets van het geestelijke is erfgoed; al les is werfgoed. G. A. van den B r u g g h e n. RECEPT. Gember koekjes. 225 G. boter; 225 G. suiker; 450 G. bloera; 1 ei30 G. gemberpoeder; ccn halve d.L. melk. Bereiding. Kneed de boter, de bloem, de suiker en de gember, het ei en de mellk door elkaar; rol het uit cn steek er koek jes van, die men op een met meel bestrooid bakblik in een matig warmen oven bakt. De dikte van het deeg moet zijn een derde centimeter. A£iXJESfflL2I. ,,Hoe ver is het nog van hier naar Lei den?" vroeg de man van de auto. ,,Ncg vier bruggen, twee herbergen en negentien politic-mannen met time kee pers", luidde het antwoord. Zijn vrouw is gestorven. Schoonmoeder zal medegaan naar de begrafenis, moet in het eerste rijtuig met. den echtgenoot. Maar deze laatste staat niet op goeden voet met haar weigert naast .haar te gaan zitten. Familieleden overreden hem ten langen léste; hij zal het doen. ..Maar," zegt hij, „weet, dat je mijn geheelen dag bederft 1" Veilig. Gedurende oen gevecht merkte de kolonel van een regiment op, dat een der mannen hem buitengewoon t.rouw ter zijde bleef en hij Zei: „Wel, brave kerel, je itaat me ferm bij, hoor I" Jawel, kolonel," antwoordde de mili cien, „mijn, moeder zei ook tegen me: „Je blijft bij den kolonel, jongen, dan kaD jo d'r van op aan, dat je d'r goed afkomt. Kolonels worden nooit gewond." Amerikaansebohumor. Zij woonden beiden te New-York. Er Heerscnto een doodsche stilte. Eindelijk sprak zij: Mijnheer Simpel, weet gij, dat een hand van het Vrijheidsbeeld 15 voet 5 inches groot is." „Dat heb ik gehoord," antwoordde hij, gelukkig, dat zij hem eindelijk weer toe sprak. ,,De grootte van het. hoofd, van oor tot oor," vervolgde zij koel, „is 10 voet."- „Ja." „De neus is 4 voet 6 inches lang." „Ja." ,,De mond is 4 voet wijd." „Dat geloof ik wel." „De taille is 36 voet „J...a." „Nu dan, wilt gij zoo vriendelijk zijn om uit te leggen," vervolgde zij, opstaand© om de kamer to verlaten, „waarom, gij zeidefc in dat gedicht, dat ge mij toezondt, dat ik op de Godin der Vrijheid gelijk?" Na die verontwaardigde woorden liep zij heen, en nu wist hij waarom zijn uitverko rene zoo koel tegen hem was. Een weddenschap. De eige naar eener menagerie loofde honderd gul den uit aan hem, die in de kooi der leeu wen zou gaan. Een boer nam de wedden schap aan, doe'i voegde er bijEerst de leeuwen er uit." Moeilijk. „Pa, tegen den zolder loopt een kever." Papa (bezig)„Trap het beest dood en houd je mond." In een restaurant. Een heer pelt een hardgekookt ei en trekt daarbij een gedicht, dat geen twijfel overlaat aan gaande de frischheid van dat ei. „Kellner", roept hij, „hoe lang bewaart men hier do eieren wel?" „Totdat ze worden gegeten." Venus. Een jeugdig echtpaar be zocht ter gelegenheid van zijn huwelijks- reisje een observatorium. De opzichter maakt© den echtgenoot, na hem van alles op d© hoogte te hebben gesteld, opmerk zaam op een kolossalen telescoop en zei: „Als u door deze buis ziet. dan ziet u Ve nus id haar hoogste schoonheid, haar heer lijken glans neemt gij er door waar, haar..." „Henri, je zult er .niet doorzien, hoor, je blijft er af!" schreeuwde zijn jaloersche ega, cn zij trok hem uit het bereik van do gevaarlijke buis. „Zeg mij met wie gij omgaat, en ik zal li zeggen wie gij zijt." Dit spreekwoord is niet van toepassing op d© vischvrouwen; want de visschen zijn stom en de visch vrouwen allesbehalve. Jonge vrouw: „Toen we nog niet getrouwd waren, heb je me dikwijls gezegd dat we op rozen zouden wandelen, en nu ik je vrouw ben, moet ik hier kousen zitten stoppen Man: „Maar, lief kind, dat gaat im mers best samen. En je kunt toch niet verlangen, dat ik die wandeling do© met gaten in mijn kousen." WINKELDRUKTE. Pak uit, pak in, pak in, pak uit; Van winkelkast naar vensterruit; Chassez, croisez, klim op, draai neer, In 't half kwartier soms honderd keer. Zet voor de lui een lief gezicht, Leg alles neer iD gunstig licht. Breng de oude stoffen aan den man, Denk, welke kleur versehieten kan. Berg wat gezien is, dadelijk op. Zet nooit do doozen op haar kop. Laat goeden smaak niet achterstaan, Goed voordoen trekt de koopers aan. Dat is artikel één der wet: Draag zelf een stil, voldoend toilet. Bied bij d© keus ecu goeden raad, Zoodat de patroon er wèl bij staat. Zorg, dat bij 't reek'nen uit het hoofd Niets afleidt of uw aandaeht rooft. Pak uit, pak in, pak in, pak uit: Van winkelkast naai^ vensterruit. }t Is al geschuifel cn gedraai, Gevraag naar neteldoek en baad, Barège, laken, kant, batist. Zij, mousseline of watertwist, Moiré, katoen of paramat, De een vraagt dit, de ander dat. Deez' dame blikt voornaam in 't rond, Zegt, dat zij ha^e keus niet vond Di© (koopt voor 't heel gezin incluis, Tot vreugde van den papa thuis. Hier haalt er een den winkel om, En vindt wat recht is, scheef en krom, Daar vraagt er een op rekening En vindt credict zoo'n heerlijk ding. Ze roepen hier, ze roepen daar: Juffrouw Mina, ben je klaar? Oeh, help dat meisje eens aan dat staal, Hoe, dame, vindt u deze sjaal Gauw, krijg dat groote pak eens, Jan, Hier zijn de robes k volant. Die kanten kragen hangen daar, Ja, die katoen is extra zwaar, Die zware kant een el of tien? Juffrouw, 'k zou liever streepjes zien. Maar vindt u dat patroon niet vlug? Juffrouw Rika, tien cent terug. De wintermantels, ginds, mevrouw I Hier, juffrouw Bets, de klos met touw. Wat kost fluweel van letter F Daar iD 't kantoortje zit d© chef. Gezondheidswatten Hier, mijn kind, Heel Var ra vandaag, maar nogal wind. Mijnheer, daar is de wissel van Léon, Neemt u ook een Russische coupon Garneersel Daar, aan d© overzij, Mij dunkt, dat lint kan er best bij. Vraag, of ik de el eens hebben mag. Ja, vrouwtje, morgen lappendag. Handschoenen voor een koopje, neen, Ik ben juist door de gevlekte heen. Wat, 'n uitstel van den kalen Brest, Zeg aan j© heer, vandaag protest. Regenmantels, kust en keur, Hoe vindt u die daar aan de deur? Het compliment van freul© Gal, Of u met boa's komen zal 1 Och, Anna, geef 't agrement eens aan, Dat mensch heeft al zoo Lang gestaan. Twaalf e! flanel voor dokter Pil En of u 't maar noteeren wil. Halfvijf. ziezoo, dat lucht wat op, Wat heeft mijnheer alweer een kop. Is juffrouw Sien op 't magazijn? Hier. Betsy, een rol blauw satijn. Zeg, Cato, neem jij het stof wat ai, Hè. wat dat weer een drukte gaf I De chef heeft ook weer zoo gebromd, Ik hoor, er niet veel geld in komt. Haast Zondag, was de dag er al, Ik ga met mijn galant naar 't bal. Ja, vijf el is er afgescheurd, 'k Ga eten, Tc heb de late beurt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14