jyj0< 14609
ZEateiHlag 11 Jainiari,
A0." T9U8.
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Het XXXste Nederlandsch Taai
en Letterkundig Congres.
FEUILLETON.
PRIJS DEZER COURANT»
Voor Leiden per week 9 Cents i per 8 maanden f 1.10.
Boiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn J I 1.30,
Franco per post .....It, 1.65,
PRIJS DER ADVERTKNTIEN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertenties van 30 woorden 40 Cents contant; eik
tiental woorden meer 10 Cents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend.
UINJDEBWËT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van L. J. CASTELEltf,
alhier, houdende verzoek om vergunning tot
het oprichten van een heete lucht-oven in
Eün bakkery ln perceel Luge Rynnyk No. 0,
ad bekend in Sectie K No. 1245;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven by deze kennis aan het publiek, dat
enoemd verzoek, met de byiagen op de
ecieturie dezer gemeente tor visie gelegd is;
Ismede dat op Zaterdag 25 Januari a s.,
s voormiddags te eli uren, op bet Raadhuis
elegenheid zal worden gegeven om bezwaren
egen dit verzoek in Ie brengen, terwyi zU
de aandacht op vestigen, dat niet tot be
oep gerechtigd zyn zi), die niet overeenkom-
tig art. 7 der Hinderwet vuor het gemeente-
estuur of een zijner leden zyn vei schenen,
ten einde hun bezwaren mondeling toe te
lichten.
Burgoincesler en Wethouders voornoemd
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaiió.
Loiden, 11 Januari 1908.
HIKÖKKWKT.
Burgemeester en Wethoucers van Lelden,
brengen ter algemeeue kennis, dat door hen
een raededeellng is ontvangen van de Naam
looze VonnoolBchap Biscuitfabriek „Nuirix",
dat zy in beroep is gegaan van hun besluit
dd. 30 Deo. 19U7, waarby aan do by besluit
van hun college dd. 22 Febr. 1897 aan don
heer J. H.. C. VAN DElt WEIDE en recht-
veikrygendan vorleei.de vei gunning tot oprich
Ing van een Biscuitfabriek in liet perceel
doogewoorJ No. 4, kad. bekend in Sectie D
No. 1527 oen nieuwe voorwaarde is verbonden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leidon, 11 Januari 1908.
Vervolg van hd vorig nommer.)
De Ylaamsche Beweging had hare woerd-
Voerders gevonden on zou die tot den hui-
digen dag vinden cn wel ia mannen, die in
het intellectueel© leven van hun vaderland
met recht eerste plaatsen in de eerste rijen
innomen. De grondtoon van hun atrevon b
liefde voor hunne moedertaal, verontwaar
diging over hare miskenning, hoop op haar
herstel op de plaats, welke haar toekomt.
En steeds klinkt daarnaast en daardoor de
Wensch van aansluiting op intellectueel en
geestelijk gebied aan Noord-Nederland, ora,
niettegenstaande do politieke sohciding, te
komen tot wat Van Duyse noemdo het
„een en onverdeelbaar gemeenebcsb der Ne-
derlandsche Letterkunde" en tevens „het
eedelijke lijk der Nederlanden."
Er bleef voor de Beweging, zooals die
aldus werd gepropageerd en dio gaandeweg
haar middelpunt had gevonden in Gent,
een beletsel voor het trachten te verkrijgen
van ook officieel© erkenning vaD haar stre
ven. Nog steeds was de d-finitieve vrede met
Nederland niet gesloten, en zoolang dit
niet was geschied, zou allicht munt daaruit
geslagen zijn tegen de Beweging, wanneer
deze stappen ter bereiking van haar streven
ging doen ook bij de autoriteiten. Het
geschiedde eerst in 1839. Reeds in het vol
gend jaar werd het „Vlaamsch petitionne
ment" bij de Wetgevende Kamers inge
diend, opgesteld door W i 1 1 e m s, getee-
kend door ruim 100,000 Vlarningren. Het
vroeg officieel gebruik van het Vlaamsch
in de Vlaamscho provinciën, iD bestuur en
rechtspraak en onderwijs. Indien men ter
stond daarvan groote resultaten heeft ver
wacht, ia men bedrogen uitgekom D. Tooh
werd het Vlaamsche petitionnement niet
volkomen in een hoek geduwd. Tcekeneu
van eenig toegeven aan de eischen der Vla
mingen bleven reeds dadelijk niet uit.
Maar toch het waren weinig meer dan
aalmoezen en do Vlamingen vroegen recht.
Terwijl men bij de autoriteiten daarop
bleef aandringen, ging men voort-, met die
maatregelen tc nemen, die men zólf nemen
kon. Het Taalcongres te Gent van 18*11
trachtte éénheid in de Vlaamsche spelling
te verkrijgen, in aansluiting aan de Neder-
landsoho. Het Vlaamsch feest te Gent van
dat jaar was de triomf van W i 11 e m s, ten
aanschouw© van da hoogsten onder do hoog
geplaatste Belgen, die in het Vlaamsch den
leider der Vlaamsche Beweging huldigden.
En toch
Do Vlaamsche periodieke pers beteeken-
do nog weinig. Do Vlaamsche couranten
hadden geen gezag of invloed en verdien
den dit ternauwernood. De Fransche bla
den waren in quantiteit en qualitcit verre
weg d© meerderen. Onder do auspiciën
van Conscience, Theodoor van
R ij s w ij e k cn andoren werd in 1844 te
Brussel het eerste Vlaamsche d a gblad op
gericht. Het bezweek in het volgende jaar.
Het Fransch scheen een gemakkelijke
overwinning te zullen hebben. Was het
onder do vrees daarvoor, dat de Vlamingen
beproefden eene geestelijke toenadering tot
Duitschland? Eene toenadering, opgemerkt
in Frankrijk en daar met leede oogen aan
gezien en officieel besproken in bewoordin
gen, die bedreigingen geleken.
De pogingen liepen op niets uit. Zij
hadden geen gezond uitgangspunt. Reken
den de Vlamingen steun noodig voor hun
streven, wilde zij dien steun zo ken, dan
moesten zij gaan over de N o o r d e r-
grenzen van België. Het zou dan ook niet
lang meer dur-.n of de toenadering tot
Noord-Nederland werd gezocht on gevon
den. Ongeveer 1846 begonnen de teekenen
der tijden zichtbaar te wordenin België
en Nederland beide. Het was toen niet
alleen een vraag om toenadering tusschon
Vlamingen en Nederlanders, het gold die
tusschen geheel België en Nederland. De
Parijsche Februari-rovolutio van 1818, die
▼rees bracht in België voor een Fransch
gevaar was aan deze beweging niet vreemd.
Waal en Vlaming beide wilden do hand
aan den Nederlander reiken ©n dat deze
haar niet wilde afslaan, bewees in 1817
onder anderen een artikel van G er rit
de Gleroq in De Gids over do
Vlaamsche Beweging, waarin gepleit werd
voor „intellectuccle gemeenschap" tusschen
Noord en Zuid. „Voor het leven en de
bewegingen des geestes" zoo luidde het
daarin „is nu reeds de volkenkaart be
langrijker dan de statenkaart, on dio vol
kenkaart kent gceno streep tusschen Staats-
en Belgisch Vlaandoren, tusschen Noord-
Brabant en Antwerpen." In 1849 werd het
eerst© Taal- - en Letterkundig Congres te
Gent gehoudenvan Belgen en Nederlan
ders samen.
En na dien tijd is dc Vlaamscho Bewe
ging niet meer le scheiden geweest van die
Congressen; de band moge nu eens nau
wer, dan weer slapper zijn, alleen reeds bet
feit, dat de meeste der leiders en voorman
nen van do Vlaamsche Beweging en onder
hen niet de minst op den voorgrond tre
dende, warme vrienden, getrouwe bezoe
kers, krachtdadige medewerkers van die
bijeenkomsten geweest zijn, toont het dui
delijk.
En hoe hoog de Vlamingen van do
latere jaren het eerst©, Gentschc, Con
gres hebben aangeslagen, ees do
rede, waarmede baron do ilaero
van Aertrijcke bet Gentscho Congres
van 1899 opende: „Heuglijk voorwaar was
do dag van den 26sten Augustus 1849, want
hij stolde ons Zuid-Nederlanders, voor een
keerpunt in ons maatschappelijk en meer
nog in ons staatkundig leven. Do toe
stand was (wat do taalrechten van het
Vlaamscho volk betrof) in 18-19 onuitstaan
baar, en het was een heilrijke en alles red
dendo gedachte onzer voorgangers, de hulp
hunner taal- en stamgenooten van liet
Noorden in tc roepen. Dc Congrerscn
brachten ons inderdaad dien machtigen hef
boom, die alleen het zoo laag gevallene kon
opbeuren
Wat de later© ge?chiodenis der Vlaam
sche Beweging betreft, het is hier niet do
plaats die verder te beschrijven. Zij heeft
haar einddo'l: volkomen gelijkstelling van
Vlaamsch en Fransch in het tweetalig land,
dat België heet, zeer zeker nog niet be
reikt, al bepaalde art. 2 der wet van 18
April 1898: „Do wetten worden gestemd,
bekrachtigd, afgekondigd en bekend g>
maakt in de Franscho en in do Nodorland-
sche taal"; al zijn andere wcttobjko voor
schriften gegeven, welke in thoorii ook
elders do gelijkstelling der beido ia'en heb
ben gedecreteerd. Maar even zeker, zij wint
terrein; het moet wel voet voor voet wor
den veroverd, maar veroverd wórdt het.
'Het zal worden gewonnen, zeer zeker, o.a.
omdat de politieke verhoudingen in België,
vooral ten gevolge van de grooto uitbrei
ding van het kiezersvolk in 1894, bet ook
voor de hoogere standen noodzakelijk ma
ken, do taal van het „volk" te kennen. Ook
omdat elke uitbreiding der rechten van bet
Vlaamsch noodzakelijk maakt, dat de hoo-
gerc standen die taal leeren en sr»reken.
Vraagt het maar eens aan do jonge Vlnara-
scb© advocaten, aan de Vlaamsche dokters,
enz. En zij zullen u vertellen, dat en waar
om zij naast Fransch het Vlaamsch leeren,
zoo zij het niet kennen. Vraagt het veleu
Vlaamschen huisvaders, die steeds meer,
zelfs in Brussel, hunnen kinderen onder
wijs in het Nederlandsch laten geven.
Toch heeft de Vlaamscho Beweging nog
steeds t© strijden, niet het minst tegen
lauwheid onder hen, die niet lauw mochten
zijn; tegen den groot©n voorsprong, welken
het wereldtaal-karakter reeds dadelijk san
het Fransch verleent; vooral tegen hot
doftigheido-karakter, hetwelk volen aan
een vreemde taal toekennen boven eigen
spraak.
Naarmate nu do Vlaamsche Beweging in
kracht won, klom ook het aantal der Vla
mingen, welke de Congressen bozochten
zij zagen daarin een krachtigcn steun voor
hunne pogingen.
Zóó werd voor den Vlaming het nut der
Congressen zonder twijfel grooter dan voor
den Nederlander. Dat ook voor ons echter
hst belang dier tweejaarliiksch© bijeen
komsten van beteekenis is, lijdt geen twijfel.
III.
Doel en resultaten der Con
gressen.
Do stichters kiezer Nedcrlandscho Con
gressen hebben daarvan niet willon maken
bijeenkomsten van geleerd:n of letterkun
digen alleen. Op „alle vrienden van eigen
volkszin en geestesontwikkeling" werd een
beroep gedaan.
Zij hebben zich niet gewend tot dc aan
hangers van deze of gene staatkundige par
tij alleen, of slechts tot de belijders van
de een of de andere godsdienstig© gezind
heid, of tot één kring van letterkundigen
en niet tot een anderen: tot alle Vlamingen
en Nederlanders was hun oproep g:richt.
„Het behoud van den Nederlandscficn
stam...; naar middelen om te zien om een
heid tc brengen in de werking der Noord
en Zuid-Nederlanders tot behoud van den
gemeen schap pel ijken volkszin cn vau de ge
meenschappelijke volkstaal; versterking van
den algemceneu volksgeest": dit was bet
doel iu algeraecncn zin.
Niet alleen do behartiging van intellec
tuccle belangen, ook die van „do stoffc-
lykeonmiddelyk met onze zcdclykc
ontwikkeling in betrek staande", kregen een
plaats op het programma, hetwelk in zijn
onderdeden als volgt werd gesplitst: „Ne-
derlandsche tael- en letterkunde, Ned r-
landscho g schicd nis, Nederlandsch to«-
ueel, zang en muziek, Ned rlandsche boek
handel." Eene indeeling, welks, zoo.il niet
geheel, dan toch in hoofdzaak tot op den
huldigen dag is in wezen gebleven, met één
uitzondering van boteckenis.
In de eerst© zitting toch van het Con
gres van 1819 nam men vier hoofdpunten
aan, waarin men samenwerking cn ge
wen scht èn mogelijk rokende: eenheid van
spelling; een gemeenschappelijk woorden
boek; onderling vorkeer van gedrukte wor-
ken; opb uring van Nederlandsch tooneel
en Nedcrlandschcn zang. Om dezi --„hoofd
punten" nu hebben zich gaandeweg andere
wenschcn gegroepeerd; aan die nieuwe
wenschen sloten zich weer nieuwcro aan;
men is niot stil blijven staan bij de bespro
king Yian aangelegenheden van taal- en
letterkunde in haar vollen omvang. Wat do
stichters der Congressen in 't algemeen ge
formuleerd hebben als „het behoud van den
Ncdcrlandschen stam", wat later werd om
schreven als „het behartigen der al gemeen -
Nedorlandscho stambelangen", heeft in den
loop der jaren een belangrijk© plaats op
het programma der Congressen ingenomen.
Rn op dat te Kortrijk (1C02) werd een©
afdeeling in het leven geroepen bepaalde
lijk gewijd aan „Nederlandschc Stambelan
gen". Niet alleen bewoners van do lago
landen aan zee, hetzij z«j Vlamingen heeten
of Nederlanders, bezochten d© Congressen
van de laatst© tijden; de Afrikaandcrs na
men cr hunne plaatsen in (in den Boeren
oorlog in b-trekkclijk grooten g tale), en
dio plaatsen waren niet de minst beteckc-
nondo. En moge zij ook nog zoo b scheiden
wezen, Nederlandera van elders, van d©
Groote Uepubli.k van het Westen, vroegen
er mede hun plaatsje, Vlamingen uit
Fransch-Vlaanderen eveneens. Geen won
der, dat het in 1896 opgerichte Alge
meen Nederlandsch Verbond
(waarover straks) tot do Congressen in
innigen samenhang staat.
Vooraf een ©ogenblik teruggekeerd tot
do „hoofdpunten" van het cersto Congres.
(Wordt vervolgd.)
Leiden, II Jsnuari.
Wederom werd de Lcidsche Mij. van
Weldadigheid verblijd met ccn gift van
100 d., en wel van H. M. do Koningin,
als bewijs van V Ms. belangstelling in heb
streven der Maatschappij.
Hoe goed dezo gift in de tegenwoordigo
ongunstige omstandigheden t© pas komt,
behoeft geen betoog
Na een vergadering, waarin als spre
kers optraden do hecren W. A. van Gelder
cn J. C. Zijp, resp. voorzitter cn secret i-
ri van het Nationaal Verbond van Ge
meenteambtenaren in Nederland, is beslo
ten tot oprichting vrn een vereeniging van
Loidschc Gemeenteambtenaren. Staande da
vorgadering traden 40 ambtenaren als le
den toe. De vereeniging heeft zich aange
sloten bij bovengenoemd Verbond.
Op den lödcn Februari a. s. hoopt do
Eerw. heer Th. J. F. Bergansius, kapelaan
tc Leiden, H.Petrus, zijn twaalf eu con
halfjarig priesterfeest te violen.
De Nederlandsch© mail uit Oost-Indië
wordt morgen alhier verwacht.
Dc taal- cn letterkundigo afdeeling dor
Koninklijko Academie van Wetenschappen
zal den 13den dezer fc3 Arasterdam haar
.gewone vergadering houden.
Do agenda vermeldt: eene bijdrage van
den heer 1)© Goeje over „Het internationale
handelsverkeer in do middeleeuwen" cu
een bijdrage van den heer Van Leeuwen
„Over do onlangg bekend g worden frag
menten van Menander."
Hot Nederlandsch Landbouw-Comitó
heeft zich met een adrc-s tot do Tweedo
Kamer gericht, strekkend© tot verwerping
van hot wetsontwerp nopens do inv.eging
van een artikel in do Ongevallenwet, waar
bij wordt bepaald, dat, ingoval van veran
dering in de verplichtingen van do risico
dragende vennootschappen enz. teg-novor
de Rijksverzekeringsbank, do venno tschap-
pen of do aangeslotenen, of beiden kunnen
worden in do gelegenheid gesteld dc loo-
pendo contraoten als geëindigd te beschou
wen.
Do adressant meent, dat door aanneming
mn dezo bepaling het instituut der risico-
ovcrdracht „in bruikbaarheid vormind rt",
zoo niet g-heel wordt opgeheven, terwijl
bij den landbouw gebleken zou zijn van een
sterke voorkeur voor risico-overdracht bo
ven aansluiting bij do Rijksverzekerings
bank.
Na een vrij langdurige ziekte is te
Groningen op "75-jarigcn ouderdom overle
den rar. H. D. Guyot, tot 1899 vice presi
dent der arr.-rechtbank, zoo meldt het
Ojo.solxiJO.c2.ig'.
83)
De Steels dineerden zooals gowoonlijk
lalleen, dat wil 2|:ggen als oen echtpaar,
dat bij zijn maaltijden door drio lakeien
"wordt bediend, alleen kan zijn. Steel koer
de van zijn klein© uitstapjes naar North-
borough steeds in een rooskleurig© stem
ming terug. Hij bracht dan do laatste
nieuwtjes, welke op de Beurs en bij dc
lunch in de club do ronde hadden gedaan
moe, welke hij in een onmiskenbaar locaal
dialect ten beste gaf, waarvan do monschon
£ichzclf niet waren bewust.
Steel had een gecstigo manior van ver
tollen en Rachel luisterde gewoonlijk naar
zijn vefhalen met een belangstellenden
glimlach. Dien avond bleef de glimlaob
echter geheel achterwege, of hij maakte ten
minste een zeer gedwongpn indruk. Rachel
kon volstrekt niet huichelen, en pas toen
S'J den schuimenden drank in haar glas zag
ontsnapt© haar den verbaasden uitroep:
„Wat, champagne?" Want zij dronken
dien hoogst zelden.
„Het was zulk een onaangename, gure
dag," verklaarde Steel, „dat ik dien reeds
rut hygiënische redenen bestelde. Ook bi»r
moet het immers even grimmig koud ge
feest zijn als in de stad. Deze wijn moet je
bloed weer goed doen circuleercn."
„D© circulatie van mijn /bloed is geheel
normaal," antwoordde Rachel, dio ook nu
te eerlijk was, om den man een glimlach te
^ubenken, dien zg op het punt stond tot een
strijd uit te dagen. „Vanmorgen was ik half
bevroren, maar sinds vanmiddag heb ik bet
meer dan warm."
Zij sprak de volle waarheid, want dc op
winding had haar het bloed heet door dc
aderen doen stroomen. Zij had er ook zelden
mooier cn aantrekkelijker uitgezien dan op
dien avond, ondanks haar vastgesloten lip
pen en haar onheilspellende oogen.
„Lk had echter nog een andere roden
voor den cnampagne", nam Rachels echtge
noot met een bij Lom hoogst zeldzame open
hartigheid het woord weer op, toen zij
zich eindelijk alleen in het salon bevonden.
„Ik schijn bij u in ongenade te zijn geval
len, en wensch nu te hooren wat iik gedaan
heb."
„Het betreft integendeel iets, wat gij
niet gedaan hebt", antwoordde Rachel, bij
het vuur staande, terwijl haar borst onstui
mig op on neer ging ©n zij zoo wit was ala
do prachtig© marmeren haaru achter haar.
„En waarin bestaat difc verzuim, als ik
mag vragen?"
Met een hartstocht, welke haar alle eer
aandeed, ging Rachel direct op haar doel
af.
„Waarom hebt gij mij al deze maanden
wijsgemaakt, dat gij nooit in Australië zijt
geweest? Waarom hebt gij mij nooit ge
zegd, dat gij Alexander Minchin daar ge
kend hebt?"
Zij hield ademloos, op het ergst© voor-
boreid, *op. Zij zag het aankomen, dat
hij eerst van kleur verschieten, vervolgens
zijn zelfbeheersching verliezen en in een
woed© geraken zou, waarin hij haar in
alle eeuwigheid zou verwenschen, in het
kort: dat hij zich zoo zou gedragen, als
haar eerst© man het meer dan eens, maar
dezo hier nog nooit gedaan had. Op dit
alles was zij voorbereid, maar niet op
den glimlach, wclko geen zweem van ccn
verrassing verborg, evenmin op de d ftige
buiging, waarmede deze glimlach gepaard
ging.
„Gij zijt er dus achtergekomen," zeido
Steel, kalm zijn koffie opdrinkend, terwijl
do glimlach nog steeds uit zijn oogen
schitterde.
„Ja, dezen namiddag," antwoordde Ra
chel eenigszins verlegen, ofschoon niot ge
heel van haar stuk gebracht.
„Door jc neus in een vertrek t© steken,
dat gij in mijn aanwezigheid niet in het
hoofd zoudt krijgen, te betreden?"
„Door het eenvoudigste toeval Ier we
reld I" riep Rachel en verteld© nu het
voorval, terwijl oprechtheid cn waarheid
uit haar oogen straalden. En als met een
tooverslag veranderde het gelaat van haar
echtgenoot:, de glimlach verdween, maar
geen toornig fronsen van bet voorhoofd
kwam daarvoor in de plaats.
„Vergeef mij, Rachel, zeide hij ernstig
en met ongewone hartelijkheid, „wegens
een onrecht, dat ik jo in gedachten sinds
eenige uren heb aangedaan. Ik kwam na
melijk tusschen drio en vier uren thuis r»n
hoorde, dat gij in mijn studeervertrek
waart. Ik vond jo daar niet, doch zag,
dat er een bock weggenomen was en wist
natuurlijk dadelijk, waar gij waart. Reeds
lag mijn hand op den deurknop, doch ik
trok dio dadelijk weer terug. Of zij wel
den moed zal hebben, mij ter verantwoor
ding to roepen?" vroeg ik mijzelven af. En
ik herhaal het, vergeef mij," besloot Steel,
„want ik had j© nu voldocndo moeten ken
nen, om te weten, dat je moed boven ailcn
twijfel is verheven."
„Welnu/ zeido Rachel haastig, nadat zij
bij zichzelve besloten had, geen notitie
van zijn complimenten to nemen, „woos
dan nu ton minste eindelijk o»ns oprochw
jegens mij."
„Ben ik dat dan niet?" riep hij. „Heb
ik mogelijk ontkend, dat hot portret, het
welk gij zaagt, dat van Alexander Minchin
is? En toch, hoe gemakkelijk had ik dat
kunnen doen 1 Lang, voordat gij hem ken-
det" is het gemaakt en hij moet infcusschoa
zeer veranderd zijn. Ook zou ik immers
onder een anderen naam met bom in ken
nis kunnen zijn gekomen? Doch ik do© das
alles niet, maar beken u eerlijk, dat je
voormalige echtgenoot eens een zeer goed
vriend van mij was. Hebt gij mij goed be
grepen?" voegde hij er met do hem oigeao
plotselinge verandering in houding cn
toon bij, „ik zeg, ccn aocr good vriend,
want dat was hij werkelijk van mij. Maar
hoe zou ik van ja hebben kunnen verlan
gen, dat gij trouwdet met een intiemen
vriend van jo man, dio zoo ontzettend in
zijn nadeel was veranderd en jo zoo slecht
had behandeld?"
Deze woorden werden op do denkbaarst
natuurlijke wijze gezegd, en met dat zeke
re zelfbewustzijn, hetwelk dezo man in
zulk een hoogo mato bezat. Rachel gaf
echter ook aan deze bewering, zooals aan
alles, wat Steel tot haar zcidc, een be
teekenis, welko niet in verhouding stond
tot do werkelijke waard© zijner woorden.
„Kondet gij werkelijk mecren," voegde
hij cr bij, terwijl zich een zonderling,
maar zeer innemend lach'je om zijn lippen
vertoonde, dat ik zulk een dwaas zou zijn,
©ra jo te vorzock-in, uit den regen in den
drup te komen?"
Rachel kwam een oogenblik in verzoe
king to zeggen, dat zij dit werkelijk had
gedaan, doch zelfs in dat oogenblik wist
zij zeer goed, dat zulk%een bewering on
waar was. Ook versmaaddo haar voorna
me natuur het, zich door ccn scherp an\r
woord een oogunblikkclijko voldoening to
verschaffen. Hij was haar bovendien u»
gevat en welbespraakt, dan dab zij zich
gaarno met hem in een woordcnscbermufc-
seling zou hebben ingelaten, en dus bleef
haar niots anders over dan weer Daar
directe vragen te grijpen, waarvan zij heb
antwoord gedeeltelijk reeds wist.
„Gij ontkent het dus niet langer, dat gij
in Australië zijt geweest?"
„Dat zou nutteloos zijn. Ik heb daar ja»
ronlang gewoond."
„Ook geeft gij to©, dat gij daar met
Alexander Minchin hebt omgegaan
„Ja, zelfs zeer intiem. Op mijn bezit
ting „Rivcrina" is hij ongeveer vijftien A
twintig jaar in alle mogelijk© betrekkin
gen werkzaam geweest, totdat hij het. ein
delijk tot hoofddirecteur had gebracht. En
al dien tijd was hij voor mij half een
zoon, half een jongere broeder."
„In werkelijkheid echter goen bloedver
want?"
„Neen, maar mijn best© vriend, zooals
ik jo reeds heb gezegd."
„Als dat zoo was," voer Rachel uit#
„waarom hebt gij mij dat niet dadelijk,
toon wij elkaar leerden kennen, gez gd?"
„Die vraag heb ik reeds beantwoord."
(Wordt vervolgd.)