jyj0< 14609 ZEateiHlag 11 Jainiari, A0." T9U8. §eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Het XXXste Nederlandsch Taai en Letterkundig Congres. FEUILLETON. PRIJS DEZER COURANT» Voor Leiden per week 9 Cents i per 8 maanden f 1.10. Boiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn J I 1.30, Franco per post .....It, 1.65, PRIJS DER ADVERTKNTIEN Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertenties van 30 woorden 40 Cents contant; eik tiental woorden meer 10 Cents. Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend. UINJDEBWËT. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van L. J. CASTELEltf, alhier, houdende verzoek om vergunning tot het oprichten van een heete lucht-oven in Eün bakkery ln perceel Luge Rynnyk No. 0, ad bekend in Sectie K No. 1245; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven by deze kennis aan het publiek, dat enoemd verzoek, met de byiagen op de ecieturie dezer gemeente tor visie gelegd is; Ismede dat op Zaterdag 25 Januari a s., s voormiddags te eli uren, op bet Raadhuis elegenheid zal worden gegeven om bezwaren egen dit verzoek in Ie brengen, terwyi zU de aandacht op vestigen, dat niet tot be oep gerechtigd zyn zi), die niet overeenkom- tig art. 7 der Hinderwet vuor het gemeente- estuur of een zijner leden zyn vei schenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgoincesler en Wethouders voornoemd DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaiió. Loiden, 11 Januari 1908. HIKÖKKWKT. Burgemeester en Wethoucers van Lelden, brengen ter algemeeue kennis, dat door hen een raededeellng is ontvangen van de Naam looze VonnoolBchap Biscuitfabriek „Nuirix", dat zy in beroep is gegaan van hun besluit dd. 30 Deo. 19U7, waarby aan do by besluit van hun college dd. 22 Febr. 1897 aan don heer J. H.. C. VAN DElt WEIDE en recht- veikrygendan vorleei.de vei gunning tot oprich Ing van een Biscuitfabriek in liet perceel doogewoorJ No. 4, kad. bekend in Sectie D No. 1527 oen nieuwe voorwaarde is verbonden. Burgemeester en Wethouders voornoemd. DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leidon, 11 Januari 1908. Vervolg van hd vorig nommer.) De Ylaamsche Beweging had hare woerd- Voerders gevonden on zou die tot den hui- digen dag vinden cn wel ia mannen, die in het intellectueel© leven van hun vaderland met recht eerste plaatsen in de eerste rijen innomen. De grondtoon van hun atrevon b liefde voor hunne moedertaal, verontwaar diging over hare miskenning, hoop op haar herstel op de plaats, welke haar toekomt. En steeds klinkt daarnaast en daardoor de Wensch van aansluiting op intellectueel en geestelijk gebied aan Noord-Nederland, ora, niettegenstaande do politieke sohciding, te komen tot wat Van Duyse noemdo het „een en onverdeelbaar gemeenebcsb der Ne- derlandsche Letterkunde" en tevens „het eedelijke lijk der Nederlanden." Er bleef voor de Beweging, zooals die aldus werd gepropageerd en dio gaandeweg haar middelpunt had gevonden in Gent, een beletsel voor het trachten te verkrijgen van ook officieel© erkenning vaD haar stre ven. Nog steeds was de d-finitieve vrede met Nederland niet gesloten, en zoolang dit niet was geschied, zou allicht munt daaruit geslagen zijn tegen de Beweging, wanneer deze stappen ter bereiking van haar streven ging doen ook bij de autoriteiten. Het geschiedde eerst in 1839. Reeds in het vol gend jaar werd het „Vlaamsch petitionne ment" bij de Wetgevende Kamers inge diend, opgesteld door W i 1 1 e m s, getee- kend door ruim 100,000 Vlarningren. Het vroeg officieel gebruik van het Vlaamsch in de Vlaamscho provinciën, iD bestuur en rechtspraak en onderwijs. Indien men ter stond daarvan groote resultaten heeft ver wacht, ia men bedrogen uitgekom D. Tooh werd het Vlaamsche petitionnement niet volkomen in een hoek geduwd. Tcekeneu van eenig toegeven aan de eischen der Vla mingen bleven reeds dadelijk niet uit. Maar toch het waren weinig meer dan aalmoezen en do Vlamingen vroegen recht. Terwijl men bij de autoriteiten daarop bleef aandringen, ging men voort-, met die maatregelen tc nemen, die men zólf nemen kon. Het Taalcongres te Gent van 18*11 trachtte éénheid in de Vlaamsche spelling te verkrijgen, in aansluiting aan de Neder- landsoho. Het Vlaamsch feest te Gent van dat jaar was de triomf van W i 11 e m s, ten aanschouw© van da hoogsten onder do hoog geplaatste Belgen, die in het Vlaamsch den leider der Vlaamsche Beweging huldigden. En toch Do Vlaamsche periodieke pers beteeken- do nog weinig. Do Vlaamsche couranten hadden geen gezag of invloed en verdien den dit ternauwernood. De Fransche bla den waren in quantiteit en qualitcit verre weg d© meerderen. Onder do auspiciën van Conscience, Theodoor van R ij s w ij e k cn andoren werd in 1844 te Brussel het eerste Vlaamsche d a gblad op gericht. Het bezweek in het volgende jaar. Het Fransch scheen een gemakkelijke overwinning te zullen hebben. Was het onder do vrees daarvoor, dat de Vlamingen beproefden eene geestelijke toenadering tot Duitschland? Eene toenadering, opgemerkt in Frankrijk en daar met leede oogen aan gezien en officieel besproken in bewoordin gen, die bedreigingen geleken. De pogingen liepen op niets uit. Zij hadden geen gezond uitgangspunt. Reken den de Vlamingen steun noodig voor hun streven, wilde zij dien steun zo ken, dan moesten zij gaan over de N o o r d e r- grenzen van België. Het zou dan ook niet lang meer dur-.n of de toenadering tot Noord-Nederland werd gezocht on gevon den. Ongeveer 1846 begonnen de teekenen der tijden zichtbaar te wordenin België en Nederland beide. Het was toen niet alleen een vraag om toenadering tusschon Vlamingen en Nederlanders, het gold die tusschen geheel België en Nederland. De Parijsche Februari-rovolutio van 1818, die ▼rees bracht in België voor een Fransch gevaar was aan deze beweging niet vreemd. Waal en Vlaming beide wilden do hand aan den Nederlander reiken ©n dat deze haar niet wilde afslaan, bewees in 1817 onder anderen een artikel van G er rit de Gleroq in De Gids over do Vlaamsche Beweging, waarin gepleit werd voor „intellectuccle gemeenschap" tusschen Noord en Zuid. „Voor het leven en de bewegingen des geestes" zoo luidde het daarin „is nu reeds de volkenkaart be langrijker dan de statenkaart, on dio vol kenkaart kent gceno streep tusschen Staats- en Belgisch Vlaandoren, tusschen Noord- Brabant en Antwerpen." In 1849 werd het eerst© Taal- - en Letterkundig Congres te Gent gehoudenvan Belgen en Nederlan ders samen. En na dien tijd is dc Vlaamscho Bewe ging niet meer le scheiden geweest van die Congressen; de band moge nu eens nau wer, dan weer slapper zijn, alleen reeds bet feit, dat de meeste der leiders en voorman nen van do Vlaamsche Beweging en onder hen niet de minst op den voorgrond tre dende, warme vrienden, getrouwe bezoe kers, krachtdadige medewerkers van die bijeenkomsten geweest zijn, toont het dui delijk. En hoe hoog de Vlamingen van do latere jaren het eerst©, Gentschc, Con gres hebben aangeslagen, ees do rede, waarmede baron do ilaero van Aertrijcke bet Gentscho Congres van 1899 opende: „Heuglijk voorwaar was do dag van den 26sten Augustus 1849, want hij stolde ons Zuid-Nederlanders, voor een keerpunt in ons maatschappelijk en meer nog in ons staatkundig leven. Do toe stand was (wat do taalrechten van het Vlaamscho volk betrof) in 18-19 onuitstaan baar, en het was een heilrijke en alles red dendo gedachte onzer voorgangers, de hulp hunner taal- en stamgenooten van liet Noorden in tc roepen. Dc Congrerscn brachten ons inderdaad dien machtigen hef boom, die alleen het zoo laag gevallene kon opbeuren Wat de later© ge?chiodenis der Vlaam sche Beweging betreft, het is hier niet do plaats die verder te beschrijven. Zij heeft haar einddo'l: volkomen gelijkstelling van Vlaamsch en Fransch in het tweetalig land, dat België heet, zeer zeker nog niet be reikt, al bepaalde art. 2 der wet van 18 April 1898: „Do wetten worden gestemd, bekrachtigd, afgekondigd en bekend g> maakt in de Franscho en in do Nodorland- sche taal"; al zijn andere wcttobjko voor schriften gegeven, welke in thoorii ook elders do gelijkstelling der beido ia'en heb ben gedecreteerd. Maar even zeker, zij wint terrein; het moet wel voet voor voet wor den veroverd, maar veroverd wórdt het. 'Het zal worden gewonnen, zeer zeker, o.a. omdat de politieke verhoudingen in België, vooral ten gevolge van de grooto uitbrei ding van het kiezersvolk in 1894, bet ook voor de hoogere standen noodzakelijk ma ken, do taal van het „volk" te kennen. Ook omdat elke uitbreiding der rechten van bet Vlaamsch noodzakelijk maakt, dat de hoo- gerc standen die taal leeren en sr»reken. Vraagt het maar eens aan do jonge Vlnara- scb© advocaten, aan de Vlaamsche dokters, enz. En zij zullen u vertellen, dat en waar om zij naast Fransch het Vlaamsch leeren, zoo zij het niet kennen. Vraagt het veleu Vlaamschen huisvaders, die steeds meer, zelfs in Brussel, hunnen kinderen onder wijs in het Nederlandsch laten geven. Toch heeft de Vlaamscho Beweging nog steeds t© strijden, niet het minst tegen lauwheid onder hen, die niet lauw mochten zijn; tegen den groot©n voorsprong, welken het wereldtaal-karakter reeds dadelijk san het Fransch verleent; vooral tegen hot doftigheido-karakter, hetwelk volen aan een vreemde taal toekennen boven eigen spraak. Naarmate nu do Vlaamsche Beweging in kracht won, klom ook het aantal der Vla mingen, welke de Congressen bozochten zij zagen daarin een krachtigcn steun voor hunne pogingen. Zóó werd voor den Vlaming het nut der Congressen zonder twijfel grooter dan voor den Nederlander. Dat ook voor ons echter hst belang dier tweejaarliiksch© bijeen komsten van beteekenis is, lijdt geen twijfel. III. Doel en resultaten der Con gressen. Do stichters kiezer Nedcrlandscho Con gressen hebben daarvan niet willon maken bijeenkomsten van geleerd:n of letterkun digen alleen. Op „alle vrienden van eigen volkszin en geestesontwikkeling" werd een beroep gedaan. Zij hebben zich niet gewend tot dc aan hangers van deze of gene staatkundige par tij alleen, of slechts tot de belijders van de een of de andere godsdienstig© gezind heid, of tot één kring van letterkundigen en niet tot een anderen: tot alle Vlamingen en Nederlanders was hun oproep g:richt. „Het behoud van den Nederlandscficn stam...; naar middelen om te zien om een heid tc brengen in de werking der Noord en Zuid-Nederlanders tot behoud van den gemeen schap pel ijken volkszin cn vau de ge meenschappelijke volkstaal; versterking van den algemceneu volksgeest": dit was bet doel iu algeraecncn zin. Niet alleen do behartiging van intellec tuccle belangen, ook die van „do stoffc- lykeonmiddelyk met onze zcdclykc ontwikkeling in betrek staande", kregen een plaats op het programma, hetwelk in zijn onderdeden als volgt werd gesplitst: „Ne- derlandsche tael- en letterkunde, Ned r- landscho g schicd nis, Nederlandsch to«- ueel, zang en muziek, Ned rlandsche boek handel." Eene indeeling, welks, zoo.il niet geheel, dan toch in hoofdzaak tot op den huldigen dag is in wezen gebleven, met één uitzondering van boteckenis. In de eerst© zitting toch van het Con gres van 1819 nam men vier hoofdpunten aan, waarin men samenwerking cn ge wen scht èn mogelijk rokende: eenheid van spelling; een gemeenschappelijk woorden boek; onderling vorkeer van gedrukte wor- ken; opb uring van Nederlandsch tooneel en Nedcrlandschcn zang. Om dezi --„hoofd punten" nu hebben zich gaandeweg andere wenschcn gegroepeerd; aan die nieuwe wenschen sloten zich weer nieuwcro aan; men is niot stil blijven staan bij de bespro king Yian aangelegenheden van taal- en letterkunde in haar vollen omvang. Wat do stichters der Congressen in 't algemeen ge formuleerd hebben als „het behoud van den Ncdcrlandschen stam", wat later werd om schreven als „het behartigen der al gemeen - Nedorlandscho stambelangen", heeft in den loop der jaren een belangrijk© plaats op het programma der Congressen ingenomen. Rn op dat te Kortrijk (1C02) werd een© afdeeling in het leven geroepen bepaalde lijk gewijd aan „Nederlandschc Stambelan gen". Niet alleen bewoners van do lago landen aan zee, hetzij z«j Vlamingen heeten of Nederlanders, bezochten d© Congressen van de laatst© tijden; de Afrikaandcrs na men cr hunne plaatsen in (in den Boeren oorlog in b-trekkclijk grooten g tale), en dio plaatsen waren niet de minst beteckc- nondo. En moge zij ook nog zoo b scheiden wezen, Nederlandera van elders, van d© Groote Uepubli.k van het Westen, vroegen er mede hun plaatsje, Vlamingen uit Fransch-Vlaanderen eveneens. Geen won der, dat het in 1896 opgerichte Alge meen Nederlandsch Verbond (waarover straks) tot do Congressen in innigen samenhang staat. Vooraf een ©ogenblik teruggekeerd tot do „hoofdpunten" van het cersto Congres. (Wordt vervolgd.) Leiden, II Jsnuari. Wederom werd de Lcidsche Mij. van Weldadigheid verblijd met ccn gift van 100 d., en wel van H. M. do Koningin, als bewijs van V Ms. belangstelling in heb streven der Maatschappij. Hoe goed dezo gift in de tegenwoordigo ongunstige omstandigheden t© pas komt, behoeft geen betoog Na een vergadering, waarin als spre kers optraden do hecren W. A. van Gelder cn J. C. Zijp, resp. voorzitter cn secret i- ri van het Nationaal Verbond van Ge meenteambtenaren in Nederland, is beslo ten tot oprichting vrn een vereeniging van Loidschc Gemeenteambtenaren. Staande da vorgadering traden 40 ambtenaren als le den toe. De vereeniging heeft zich aange sloten bij bovengenoemd Verbond. Op den lödcn Februari a. s. hoopt do Eerw. heer Th. J. F. Bergansius, kapelaan tc Leiden, H.Petrus, zijn twaalf eu con halfjarig priesterfeest te violen. De Nederlandsch© mail uit Oost-Indië wordt morgen alhier verwacht. Dc taal- cn letterkundigo afdeeling dor Koninklijko Academie van Wetenschappen zal den 13den dezer fc3 Arasterdam haar .gewone vergadering houden. Do agenda vermeldt: eene bijdrage van den heer 1)© Goeje over „Het internationale handelsverkeer in do middeleeuwen" cu een bijdrage van den heer Van Leeuwen „Over do onlangg bekend g worden frag menten van Menander." Hot Nederlandsch Landbouw-Comitó heeft zich met een adrc-s tot do Tweedo Kamer gericht, strekkend© tot verwerping van hot wetsontwerp nopens do inv.eging van een artikel in do Ongevallenwet, waar bij wordt bepaald, dat, ingoval van veran dering in de verplichtingen van do risico dragende vennootschappen enz. teg-novor de Rijksverzekeringsbank, do venno tschap- pen of do aangeslotenen, of beiden kunnen worden in do gelegenheid gesteld dc loo- pendo contraoten als geëindigd te beschou wen. Do adressant meent, dat door aanneming mn dezo bepaling het instituut der risico- ovcrdracht „in bruikbaarheid vormind rt", zoo niet g-heel wordt opgeheven, terwijl bij den landbouw gebleken zou zijn van een sterke voorkeur voor risico-overdracht bo ven aansluiting bij do Rijksverzekerings bank. Na een vrij langdurige ziekte is te Groningen op "75-jarigcn ouderdom overle den rar. H. D. Guyot, tot 1899 vice presi dent der arr.-rechtbank, zoo meldt het Ojo.solxiJO.c2.ig'. 83) De Steels dineerden zooals gowoonlijk lalleen, dat wil 2|:ggen als oen echtpaar, dat bij zijn maaltijden door drio lakeien "wordt bediend, alleen kan zijn. Steel koer de van zijn klein© uitstapjes naar North- borough steeds in een rooskleurig© stem ming terug. Hij bracht dan do laatste nieuwtjes, welke op de Beurs en bij dc lunch in de club do ronde hadden gedaan moe, welke hij in een onmiskenbaar locaal dialect ten beste gaf, waarvan do monschon £ichzclf niet waren bewust. Steel had een gecstigo manior van ver tollen en Rachel luisterde gewoonlijk naar zijn vefhalen met een belangstellenden glimlach. Dien avond bleef de glimlaob echter geheel achterwege, of hij maakte ten minste een zeer gedwongpn indruk. Rachel kon volstrekt niet huichelen, en pas toen S'J den schuimenden drank in haar glas zag ontsnapt© haar den verbaasden uitroep: „Wat, champagne?" Want zij dronken dien hoogst zelden. „Het was zulk een onaangename, gure dag," verklaarde Steel, „dat ik dien reeds rut hygiënische redenen bestelde. Ook bi»r moet het immers even grimmig koud ge feest zijn als in de stad. Deze wijn moet je bloed weer goed doen circuleercn." „D© circulatie van mijn /bloed is geheel normaal," antwoordde Rachel, dio ook nu te eerlijk was, om den man een glimlach te ^ubenken, dien zg op het punt stond tot een strijd uit te dagen. „Vanmorgen was ik half bevroren, maar sinds vanmiddag heb ik bet meer dan warm." Zij sprak de volle waarheid, want dc op winding had haar het bloed heet door dc aderen doen stroomen. Zij had er ook zelden mooier cn aantrekkelijker uitgezien dan op dien avond, ondanks haar vastgesloten lip pen en haar onheilspellende oogen. „Lk had echter nog een andere roden voor den cnampagne", nam Rachels echtge noot met een bij Lom hoogst zeldzame open hartigheid het woord weer op, toen zij zich eindelijk alleen in het salon bevonden. „Ik schijn bij u in ongenade te zijn geval len, en wensch nu te hooren wat iik gedaan heb." „Het betreft integendeel iets, wat gij niet gedaan hebt", antwoordde Rachel, bij het vuur staande, terwijl haar borst onstui mig op on neer ging ©n zij zoo wit was ala do prachtig© marmeren haaru achter haar. „En waarin bestaat difc verzuim, als ik mag vragen?" Met een hartstocht, welke haar alle eer aandeed, ging Rachel direct op haar doel af. „Waarom hebt gij mij al deze maanden wijsgemaakt, dat gij nooit in Australië zijt geweest? Waarom hebt gij mij nooit ge zegd, dat gij Alexander Minchin daar ge kend hebt?" Zij hield ademloos, op het ergst© voor- boreid, *op. Zij zag het aankomen, dat hij eerst van kleur verschieten, vervolgens zijn zelfbeheersching verliezen en in een woed© geraken zou, waarin hij haar in alle eeuwigheid zou verwenschen, in het kort: dat hij zich zoo zou gedragen, als haar eerst© man het meer dan eens, maar dezo hier nog nooit gedaan had. Op dit alles was zij voorbereid, maar niet op den glimlach, wclko geen zweem van ccn verrassing verborg, evenmin op de d ftige buiging, waarmede deze glimlach gepaard ging. „Gij zijt er dus achtergekomen," zeido Steel, kalm zijn koffie opdrinkend, terwijl do glimlach nog steeds uit zijn oogen schitterde. „Ja, dezen namiddag," antwoordde Ra chel eenigszins verlegen, ofschoon niot ge heel van haar stuk gebracht. „Door jc neus in een vertrek t© steken, dat gij in mijn aanwezigheid niet in het hoofd zoudt krijgen, te betreden?" „Door het eenvoudigste toeval Ier we reld I" riep Rachel en verteld© nu het voorval, terwijl oprechtheid cn waarheid uit haar oogen straalden. En als met een tooverslag veranderde het gelaat van haar echtgenoot:, de glimlach verdween, maar geen toornig fronsen van bet voorhoofd kwam daarvoor in de plaats. „Vergeef mij, Rachel, zeide hij ernstig en met ongewone hartelijkheid, „wegens een onrecht, dat ik jo in gedachten sinds eenige uren heb aangedaan. Ik kwam na melijk tusschen drio en vier uren thuis r»n hoorde, dat gij in mijn studeervertrek waart. Ik vond jo daar niet, doch zag, dat er een bock weggenomen was en wist natuurlijk dadelijk, waar gij waart. Reeds lag mijn hand op den deurknop, doch ik trok dio dadelijk weer terug. Of zij wel den moed zal hebben, mij ter verantwoor ding to roepen?" vroeg ik mijzelven af. En ik herhaal het, vergeef mij," besloot Steel, „want ik had j© nu voldocndo moeten ken nen, om te weten, dat je moed boven ailcn twijfel is verheven." „Welnu/ zeido Rachel haastig, nadat zij bij zichzelve besloten had, geen notitie van zijn complimenten to nemen, „woos dan nu ton minste eindelijk o»ns oprochw jegens mij." „Ben ik dat dan niet?" riep hij. „Heb ik mogelijk ontkend, dat hot portret, het welk gij zaagt, dat van Alexander Minchin is? En toch, hoe gemakkelijk had ik dat kunnen doen 1 Lang, voordat gij hem ken- det" is het gemaakt en hij moet infcusschoa zeer veranderd zijn. Ook zou ik immers onder een anderen naam met bom in ken nis kunnen zijn gekomen? Doch ik do© das alles niet, maar beken u eerlijk, dat je voormalige echtgenoot eens een zeer goed vriend van mij was. Hebt gij mij goed be grepen?" voegde hij er met do hem oigeao plotselinge verandering in houding cn toon bij, „ik zeg, ccn aocr good vriend, want dat was hij werkelijk van mij. Maar hoe zou ik van ja hebben kunnen verlan gen, dat gij trouwdet met een intiemen vriend van jo man, dio zoo ontzettend in zijn nadeel was veranderd en jo zoo slecht had behandeld?" Deze woorden werden op do denkbaarst natuurlijke wijze gezegd, en met dat zeke re zelfbewustzijn, hetwelk dezo man in zulk een hoogo mato bezat. Rachel gaf echter ook aan deze bewering, zooals aan alles, wat Steel tot haar zcidc, een be teekenis, welko niet in verhouding stond tot do werkelijke waard© zijner woorden. „Kondet gij werkelijk mecren," voegde hij cr bij, terwijl zich een zonderling, maar zeer innemend lach'je om zijn lippen vertoonde, dat ik zulk een dwaas zou zijn, ©ra jo te vorzock-in, uit den regen in den drup te komen?" Rachel kwam een oogenblik in verzoe king to zeggen, dat zij dit werkelijk had gedaan, doch zelfs in dat oogenblik wist zij zeer goed, dat zulk%een bewering on waar was. Ook versmaaddo haar voorna me natuur het, zich door ccn scherp an\r woord een oogunblikkclijko voldoening to verschaffen. Hij was haar bovendien u» gevat en welbespraakt, dan dab zij zich gaarno met hem in een woordcnscbermufc- seling zou hebben ingelaten, en dus bleef haar niots anders over dan weer Daar directe vragen te grijpen, waarvan zij heb antwoord gedeeltelijk reeds wist. „Gij ontkent het dus niet langer, dat gij in Australië zijt geweest?" „Dat zou nutteloos zijn. Ik heb daar ja» ronlang gewoond." „Ook geeft gij to©, dat gij daar met Alexander Minchin hebt omgegaan „Ja, zelfs zeer intiem. Op mijn bezit ting „Rivcrina" is hij ongeveer vijftien A twintig jaar in alle mogelijk© betrekkin gen werkzaam geweest, totdat hij het. ein delijk tot hoofddirecteur had gebracht. En al dien tijd was hij voor mij half een zoon, half een jongere broeder." „In werkelijkheid echter goen bloedver want?" „Neen, maar mijn best© vriend, zooals ik jo reeds heb gezegd." „Als dat zoo was," voer Rachel uit# „waarom hebt gij mij dat niet dadelijk, toon wij elkaar leerden kennen, gez gd?" „Die vraag heb ik reeds beantwoord." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1