Hst nieuwe San Francisco. In zijn eigen boter gebakken. den vorigcn dag, kuchte Cohn eens en z»-ï „Gclooit ge dus werkelijk, dat ra-.n dia manten kan maken 1" ,,Gij weet: wij, scheikundigen, analjsec- rcn alles." „Dat weet ik all Dat weet ik all Zelfs ie gevoelens van een schoonvader, zopals ge zoo schoon zeidet 1 Luister dus 1 Ik heb do zaak nog eens overdacht, go zult Mag- da hebben." „Mijnheer do handelsraad 1" Dr. Brill sprong verheugd op, maar Cohn maakte een afwerende beweging. „Ik heb slechts één voorwaarde: dat go u nooit met de oplossing van het vraagstuk der kunstmatige diamanten he- ughoudt! Wilt ge?" „Met alle genoegen, bcsto schoonpapa, maar „Geen maar! Ten eerste is het onzin, dat met de diamanten, en ten tweede, uu, het past niet voor mijn schoonzoon 1 Be grepen V' Sedert do vrcesclijke ramp, welke nog geen twee volle jaren geleden de bloeion- dc hoofdstad van Californië in een puin hoop veranderde; sedert die dagen van angst cd verschrikking, is slechts weinig over den opbouw der stad bekend gewor den. Alen ervoer, hoe op do ramp een periode van dolle, woeste vroolijkheid volgde, hce men onder den indruk van Let geluk, den dood ontkomen te zijn, wil de hacchanaliën vierde en feestgejoel en zang lieénklonken over het grootc kerkhof. Dan zag de wereld het zeldzame schouw spel, dat een bevolking, na zulk een ramp er. de daarop gevolgde korte uren van ver twijfeling, weder met ondernemingslust aan het werk toog, niet ter neer gedrukt, vroolijk bijna, om het vernielde weer schooner op te bouwen. Dan werd het stil ler; andere gebeurtenissen deden ha-.r rech ten op de internationale belangstelling gelden en men hoorde niets van de „op standing", die onder zoo droeve omstan digheden toch zoo vol zekerheid begonnen was. De ramp had niet alleen eenige gedeelten der stad verwoest; het hart van San- Francisco zelf was getroffen, do City, het moderne, prachtige stadsgedeelte langs de baaide hartader van het verkeer, Mar- kctstrcet, waar anders de tramwagens, sleopcrskarrcn en elegante equipages bont dooreen hotsten, alles was het offer ge worden der ontketende elementen. 25,000 gebouwen waren in de asch gelegd en on der de puinhoopen waren schatten ver borg?!!, waarvan het verlies onhe. stelbaar Bcheen te zijn. De offieieole statisti.k geeft nu een juist beeld van den stand en den vooruitgang van den niéuwen opbouw. De „haastige spoed", waarmede men do eerst! pog'ingen begon, is nu wat getemperd en wat de arbeid aan hartstochtelijken ijver verloor, werd gewonnen door b zadigd- heid en ernst. Van de' verwoeste 25,000 huizen zijn 6000 weer opgebouwd; 4000 staan in aanbouw. Het Bnnkkwartier is nog grcotscher dan te voren met bewonderenswaardige ener gie weer vernieuwd. Gebouwen van 8, 9 en 12 verdiepingen rijzen uit den grond, tramwagens en voertuigen ratelen weer als vroeger door do straten en haastig ijlen de zakenmenschen naar Iiud kantoren. Do Banken beschikken over een deposito van één milliard en 314 millioen dollars. Lang zaam verdwijnen nu ook de houten barak ken, die tot voorloopigc verblijfplaatsen dienden en in de Markctstrect zijn zak n- paleizen opgericht, die aan pracht en weel de alles in de schaduw stellen, wat het opde San-Francisco gekend heeft. Grootc hotels zijn of worden opnieuw gebouwd. Waar vroeger de élite der stad haar paleizen had, staal nu het Fairmount- botcl met zijn wijde Tonische zuilengangen, terwijl ingewijden van het nog niet ge opende nieuwe Palace Hotel wonderen verhalen. Het eerste hebben de theaters hun deuren weer geopend, zij het dan in voorloopige revolutie-gebouwen". Maar deze ijver en dit enthusiasm© hebben ook hun schaduwzijde. Het leven in het nieuwe San-Francisco is duurder g word n, duur, dot het haast ong loofli.k lijkt. Het; leeuwendeel komt den arbc.ders ten goede er worden loouen betaald, die een Euro- peesch ondernemer fantastisch moeten voor komen; dagiconen tusscheu de 5 e.i 21 gulden en die in doorsnede 10 gulden ue> dragen. Den handelsbedienden, bijzonder lijk den vreemdelingen, is het echter slech ter gegaan; de vevhoogiug hunner inkom sten heeft met de duurte geen gelijken tred gehouden, en wie ni t maandelijks over 7- a S00 gulden kan beschikken, lijdt tot zeke re loogt© armoede. Voor het armoedigste, kleinste gemeubileerde Kamertje is een huuvprij- van 40 a 50 gulden laag te noe men in het eenvoudigste pensiou is een maandelijksche huurprijs van 70 a 90 gul den iets, dat vanzelf spreekt. Wie in een restaurant eet, moet, al leeft hij o:k uiterst bescheiden, op een maandelijksche uitg vo van circa 120 gulden alléén voor voedsel rekenen. Voor een eenvoudig kostuum is 90 gul den zéér billijk, cn als men er rekening mede houdt, dat alle levensbehoeften in do zelfde verhouding zijn gestegen, dan zal men zich kunnen voorstellen, dat voor do armen ©n den kleinen middenstand de „stiijd om het bcstaa.i zwaarder is dan ooit. De Chineezenstad schijnt het met do nieuwe verhoudingen het beste te kunnen vinden. In Pan-Fi ancisco had men na do ramp gehoopt, de Chineezenstad ergens naar een voorstad to kunnen verplaatsen cn den zoo gewonnen grond tot vergrooting van het handelskwartier te kunnen gebrui ken. Maar er was met de zenen van het Hc- melsche Rijk niets.te beginnen. Alle aan biedingen en voorstellen wezen zij Van de hand en verklaarden, te willen blijven waar zij waren. Geen enkele Amcrikaan- sche Bank behoefde de Chincezen bij t© springenspoedig na den brand werden uitvoerig© berichten naar Amerika gezon den en terwijl de Amerikanen nog confe reerden over de kwestio, hoe aan het noodi- ge geld te (komen, kwam uit het Hemelache Rijk een scheepslading goudgeld. De Chi- neczen begonnen het eerste met den nieu wen opbouw hunner stad; maar de schil derachtige Oostersche bekoring van "net oude stadsgedeelte kon natuurlek niet ge red worden. Het bouwtoezicht sprak ru oen woordje mee en Jolt© nauwkeurig op de nakoming van alle gezondheidsvoor schriften der Amerikaansckc bouwverorde ningen. Zoo verdwenen de gdhcimzi *nige jonderahrd&ahe kelderwoningen, waar de vreemdeling vroeger met een gemengd ge voel van nieuwsgierigheid, lust left avon turen en belangstelling in het ongewone en zeldzame zijn aandacht oja vestigde en in plaats daarvan ontstonden nieuwe bouwwerken, die een zonderlinge doorcen- menging van Amevikmnsche en Aria'i-chc bouwstijlen te zien geven. Moderne huizen, met groote, ver over de gevels vooruitste kende daken met Chineerche lantaarns en pagodenachtige hoektorens gekroond, ter wijl bonte zijden wimpels vroolijk in den wind wapperen. De muren zijn meestal bont beschilderdgreen en een zonder ling-glimmend, bleek geel treden het meest op den voorgrond. Overal zi t m~n zij..en vaandels in frissche kleuren of met gouden letters, die de nieuwe Chineezenstad een vroolijken en rijken glans bijzetten. Harm Pcereboom, de dikke kaste.t"in in „De Zon", was op een winteravond bezig zijn huis lo sluiten en zag, terwi.,1 hij bui ten in d sneeuw stond en de luiken toe maakte, door een reet, hoe één zijner buren die nog in de gelagkamer was, een pond stuk boter uit dj openstaande flenst haakte en gauw in zijn hoed wegmoffelde. „Praat nog wat, Reint", zei Farm Pce reboom, toen hij weer birnentra\ dc huis deur achter zich sloot, de harden over zijn schouders sloo<r en dc sneeuw van zijn klompen stampte. Reinr had de hand al aan de deurklink, den hoed op het hoofd, het stuk boter in den ho<£l en verlang.! maar, zoo gauw mouii wr~ tc komen. „Toe, praat nog wat, Reint 1 In zoo' kou kan wat warms geen kwaad. Kom, zittenik trakteer." Reint scheen verlegen met het geval; had de boter en er maar liefst de pl mee ge-poet L, doch het vooruit, cm r een glas heeten grog leek hem toch cc aoo mis niet. Aan zijn besluitelo -shci werd nochtans spoodij een eind geinaa' doordat cle rechtmatige e:_ maar van boter, Harm Peereboom, .ra dc sch-, ders pakte en op een stoel achter de kael necrplaktc, war r hij, toen de hospes genovcr hem plaats nam, zoo stevig zat i gemetseld, dat hij geen mogelijkheid m zag, naar een of anderen kant tc ontsna pen. „Kom, Reint, we w..ien eens go opstoken", zei Harm Pecrcboom, e:i sto te zoo veel turven door het deurtje, als él kachel maar bergen kon. „Warm je nl maar terdeeg, dat jc onderweg niet ir vriest." Reint vc< 1de hoe do 1 otor hem al stij op zijn haar begon te bakken, en spron op, verklarende, dat hij absoluut wee moest. „Niet, voordat ik jc getraceerd heb. e: buitendien heb ik jc heel bijzonder nieuw te vertellen. Blijf nog wat zittenE' Reint werd door zijn kwelgeest weer o;!'j. zijn stoel neergedrukt. „Ha het wordt iro ..mels heet hier! 19 moet weg," zei de boterdief cn wou ojfl nieuw opstaan. „óckhoidJe zult zooveel riet to vn- zuimen hebben," antwoordde Harm Fjo boom, terwijl hij hem weer in zijn ho drong. „Maar ik heb nog de koeien voeren en hout te kappen; ik moet ah luut..." „Tut, tut! Je koetjes zullen niet verhnv geren en je hout zal niet wegloop© n. Als i&j niet beter wist, zou ik ha-ast z ggen, dat yi een kwaad geweten hebt-, zoo'n -haast tnaail je om weg te korden." Dit gezegde, schoon op argeloozen toori uitgesproken, kluisterde Feint aan zijn stoel vast. Harm Peereboom ging nu aan de tapkast cn maakte twee glazen herten grog klaar, waarvan het gezicht alleen Reint in zijn tegenwoordigen toestand do haren te berge zou hebben deen rijzen, als die door de smeltende bo! niet zoo stevig in de laagte waren g-.iib den. „En hier, buur ma i', heb je een snco brood; de boter moet je er zelf maar op smeren", zei Harm P-eereboom, schoon met zoo'-> onnoozel gezicht, d..t de arme Reint nog altijd denken moes4-, dat men geen kwaad vermoeden tegen hem had. ..Kom, neem nu je boter, ik wou zorgen, neem je glas, buur, en klink eens mee." De arme Reint kon dit riet weigeren en moest zijn best doen, om te drinken, wat hem nochtans bijna puur onmogelijk was, dar,.' mond en bei'1© neusgaten hem door den stroom van vettigheid nagenoeg pot dicht zaten gesloten. Droppel op drop-el droop dc boter van onder zijn hoed neer.f zoodat zijn zakdoek, waarmee hij tmar a!J aan het afwisscheD bleef, cr spoedig heele-j maal mee doorweekt i ,,'t Ie toch verweerd koud vanavond", zei Harm Pcerelvxim, „schoon jij daar geen last van schijnt te hebben, Reint, want het zweet loopt bij je neer. Waarom zet je je hoed niet af? Geef hier, ik zal hem ophangen." „Neen, neen!" r'-p de arme Reint ein delijk met c i wanhopige poging om zijo toner los te krijgen, en terwijl hij zijn hoc'l met beide hand. n -thicTd..neen, ik moet weg, laat mij gaan. Ik ben niet wel. laat mij..." Thans, daa- dc hitte van binnen en van buiten het w~»k ■'"'er smelting had vol bracht. goot zich eensklaps een strocm van boter over dc 1 rixnitc "j tronie van dc* dief uit, dócrwecikte zijn klocron en liep neer tot in zijn schoenjn. zoodat hij let- terliik door en rk geboterd wns. „Nu. als je dan volstrekt wil, goede reis cn wel te rusten 1" riep Harm Pcere boom, in een lach schietend, dat zijn diske buik er van schudde. ..En weet ja wat, buur," riep hij den hals over kop vluch-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14