-ZONDAGSBLAD LEID5CH DAGBLAD 4 Januari 1908. '.I %$¥$&-•li ji;liiïi i; •v VAN HE.T ;7fï;#'J.'JL8J."JL0^0^JJ*11 All t I t t 9 t t I I lil DIAMANTEN. mo. 14883. .jk. bg y Vj Do bandelsraad Cohn bewoog zijn han den als de vleugels van do schroef cener stoomboot, hetgeen een teeken was van groote opgewondenheid. „Mijn waarde," zei hij op den toon van zedelijke verontwaardiging, „hoewel ge no zoon van den vriend mijne** jeugd zijt, zal ik u zonder mededoogen en zonder mij aan iets te storen mijn huis verbiedeo, als ge het nog eenmaal waagt mijn dochter eet hof te maken Dc heer Brill glimlachte heel vriendelijk tn scheen voor het oogenblik alleen zijn aandacht to bepalen bij do linkerpunt van zijn knevel, welke hij een beteren vorm trachtto te geven. Na cou poosje zeide Hij ,,Ed hoe denkt Magda er over?" „Mijnheer!" stoof Cohn op, „waag het niet nog eenmaal mijn dochter anderste noemen dan juffrouw Cohn l Wat mijn dochter denkt, kan u bovendien ook vol komen onverschillig zijn. Het zou wat moois worden, als ik bij elke gelegenheid eerst do mecning van een vrouw moest vragen I Ik wil u niet als vrijer voor mijn dochter en daarmee basta l" „En ik wil niet met u trouwen, maar met uw dochter, daarmee bastaGo kunt trouwens alles bedaard overleggen l Wij hebben volstrekt geen haast en zullen u graag den tijd laten> om vast te stellen, welken vorm gij aan dc verlovingsberich- ien wilt geven." Toen hij dit gezegd had, stond dr. Brill up en stak den bandelsraad, die een hoofd kleiner was dan hij, met een vriendelijk glimlachje dc hand toe. „Bus tot weer- ziens^yschoonpapa Cohn was zóó verbluft, dat hij de aan geboden hand vatte, om die onmiddellijk daarna met een gebaar van afschuw weer los te laten. „Mijnheer, uw onbeschaamd heid grenst aan het bovennatuurlijke." Hij wilde nog meer zeggen, maar Brill was reeds bij de deur en riep glimlachend terug: „Beste schoonpapa, bovennatuur lijke dingen bectaan er voor ons, scheikun digen, niet. Wij analysceren alles, ook de gevoelens van een diamantkoning, die een bekoorlijke dochter heeft. Adio." Cohn snoof nog van woede. Toen hij kal mer geworden was. riep hij om zijn doch ter. De juffrouw was reeds naar haar ka mer gegaan, was het antwoord. Ook dat nog! Hij was dus gedwongen zijn woedf te laten bekoelen; iets, oatbem" in weerwil van een wandeling van epn halfuur door de. kamer en allerlei gevoels uitstortingen, als: die hongerlijder! zoo'n jachtmaker op de huwelijksgift! maar niet wilde gelukken. Met dre uitdrukkingen deed hij dat was hij zich volkomen be wust Brill groot onrecht, want ten eerste had deze een vrij aanzienlijk vermo gen en ten tweede leverde hem zijn betrek king als eerste scheikundige bij Ricman en Co. tusschen de 10 en 15 duizend mark per jaar op. Vergeleken bij Cohn was hij trouwens een armoedzaaier, want Cohn was de hoogst aangeslagene in de gehee- le stad. Cohn snoof nog van woede, toen hij reeds te bed lag, en viel eindelijk in slaap. „Dr. Brill," diendo do knecht aan. „Ik ben niet te spreken." Do knecht kwam weer. ,,De heer Brill heeft een uitvinding van buitengewoon groot belang gedaan." „Ik w*l er niet van weten." „Maar, besto mijnheer Cohn, waarom zoo onbedachtzaam?" klonk daar reeds do stom van Brill, dio binnenkwam en den knecht de deur uitschoof. Cohn was door dezo nieuwe brutaliteit totaal van streek cn zat met open mond in zijn kantoorstoel. „Ziet ge, waarde schoonpapa, ge hebt mo pas heden >de deur uitgejaagd. Ik heb deze vernedering kalm en waardig gedra gen, omdat ik weet, dat het maar een grapjo van u was." Brill keek hem met aijn blauwe oogen vriendelijk aan, maar om zijn mond kwam een duivelachtige trek. Cohn kou nog al tijd geen woord zeggen. Dr. Brill streek met de hand door zijn blond haar en Cohn zag duidelijk, dat er kleine, blauwe von - ken uitstoven evenals bij een kat. Daarop nam hij uit zijn jaszak een klein zakje, hield het Cohn onder den neus cn riep: „Daar ge, zooals ik zie, zooveel gewicht hecht aan uw door diamanten verkregen rijkdom, heb ik pogingen in het werk ge steld om langs scheikundigen weg deze dingetjes to maken. Zooals ge weet, ana lyseeren wij, scheikundigen, alles." Cohn herinnerde zich, dat Brill hem de- zo laatste woorden reeds eenmaal had toe gesproken. Dr. Brill stortte het zakje op de tafel leeg. Dat blonk en schitterde. Cohu wist dadelijk, dat het diamanten waren, de meeste klein en onaanzienlijk, maar enkele groot en imponeerend. Hij werd beurtelings beet en koud, nam de steenen in dc hand, onderzocht en woog ze, en toen hij opkeek, zag hij dr. Brills oogen met een spotachtige uitdrukking op eik/h gevestigd. Hij beproefde te glimla chen en zei: „Welnu, wat zou dat eigen lijk? Wie weet, waar ge die dingetjes van daan hebtIk koop ze u af voor 5000 mark: dat is alles!" Dr. Brill glimlachte en streek zich door het haar, waaruit weer de vonken stoven toen zei hij: „Onzin, waardo schoonpapa- Ge zult u ruïnceren, als ge daarvoor al tijd zooveel- wilt betalen. Mij kost de ge- heele geschiedenis nog geen tien mark. Morgen zal ik mijn uitvinding in dc cou rant bekend maken cn overmorgen kan ieder zonder veel moeite thuis zijn eigen diamanten fabriceeren Het hart zonk den bezitter van groote diamantvelden in de schoenen. De \reese- lijkstc conclusies werden in zijn brein ge vormdhij stamelde: „Doe dat niet. Ge ruïneert mijIk zou een arm man wor den 1" Het koude zweet stond hem op het voorhoofd. Dr. Brill lachte spottend. „Dat is me volkomen onverschillig. Eerst d® wetenschap en don het andere l" Cohn kromp in elkaar en kreunde: „Beloof me, uw uitvinding niet publiek to maken, en ik geef u mijn dochter tot vrouw l" Koel gaf de ander tcD antwoord: „Ik ben geen koopman. Uw dochter krijg ik anders ook wel!" „Ontzettend! Wacht dan wat; geef mij veertien dagen lijd, dat ik al mijn orders in Berlijn, Londen cn Parijs aan den man kan brengen, eer het geheim van de kunst matige diamanten zo tot waardeloos pa pier maakt l Trouw vandaag nog met mijn dochter, maar geef me tijd 1" „Dat zou bedreg zijnMorgen reeds, neen, vandaag, dadelijk telegrafeer ik mijn ontdekking aan de grootste dagbladen der wereld. Adio, schoonvader in spel" De gepijnigde Cohn hield hem terug, bod, smeekte, wierp zich ten slotte voor den onverbiddclijken scheikundige ep do knieën en ontwaakte, badende in zijn rv\ eet in zijn bed. Zijn zenuwen waren in do war. De vreeselijke droom stond in verschrik kelijke duidelijkheid voor z;jn oog. Als he: werkelijk mogelijk was, diamanten lang» kunstinatigen weg to bereiden, waar bleef Cohn dan met zijn mijnen Het verdere gedeelto van den nacht sliop hij zonder droomen. Toen hij 's morg.ui» wakker werd, kwam do droom hem dade lijk weer in do gedachte en liet hem uiec los. Magda kreeg de verwachte strafpredi katie niet te hooren. Cohn was teeder on verzoeningsgezind. Des namiddags bij het theedrinken kwam Brill, begroette Cohn heel vriendelijk en deed, alsof cr niets voorgevallen was. OoK Cohn was wclwillend-tocgeeflijk. ,A p;opos, schoonpapa." zei Bnll plot en Jniir en ljcalde een exemplaar van de „Figaro" uit zijn zak. „hebt ge hot r*»cd<? gelezen? Daar is het een Fransch geleerde gelukt echte diamanten langs kunstinati gen weg tc maken. De producten zijn ech ter nog zoo klein, dat ze weinig of geen marktwaarde hebben, ook zijn de kosten van het maken te enorm om voorloopig het vervaardigen op groote schaal te kun nen beginnen 1" De bandelsraad werd bleek en zag den spreker doordringend aan. Zou die iets van zijn droom vermoeden „Er zijn misschien gevallen, waarin..." Het werd hem zeer onbehaaglijk te moede. „Gelooft ge er aan?" vroeg hij plotseling. Dr. Bril) zette zijn lorgnet op en zoi belangstellend: „Waarom niet? Ik houd mij reeds lang met het- vraagstuk 'oe rig Cohn kreeg een gevoel, alsof hij onder een koude douche stond, terwijl Brill ver volgde: „Zoodra ik over dc resultaten iet* meer lees, zal *k beginner.. waar cW Franschman is opgehoudon." „Neen, dat zult gij niet doca, mijn beste Bnllri°p Cohn. „Mag ik u verzoeken een oogenblik in mijn kamer to komen? Do dames zullen ons wel verontschuldi gen." Toen zij weer tegenover elkaar zaten als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 13