FEUILLETON.
Te kleine koopman in papier.
NIEUWJAAR.
Jpratcn. Eva. Vroeger kwam je moe zoo
iikwijls bij grootmama naaien en waarom
komt sij nu niet meer!"
„Moe is tegenwoordig zoo dikwijlg ziek,
maar nil was zij iets beter ea wilde uw
grootouders komen Nieuwo-jmar vreaactten
en toon mocht i* mee."
„En wat heb jij vandaag gekregen t'1
Heb kleine meisje kreeg eensklaps een
hoog-rood© kleur cn zeide*
„Ach, waarom zon ik het je zeggen, je
zoudfc het zoo bitter weinig vinden."
,,Er zijn enkele dingen, die meer pleizier
doen dan véél andere", zcide het kincl
zachtjes.
Eva voelde zich tot den kleinen jongen
aangetrokken, omdat hij altijd zoo lief te
gen haar geweest was.
.Willem", begon zij: moeder heeft ons
vanmorgen allen ecu kus gegeven zeggende:
kindertjes, ik hob Qiets anders voor jullie
clan mijn liefcle, maar deze is zoo groot,
dat ife mijn le-~n voor je veil zou hebben,
en wij waren daarmede tevreden."
Willem verdiepte zich in gepeins. Zijn
moeder hield ook veel van hem, daar twij
felde hij niet aan, jnaar haar morgenkus
was heden heel haastig en gejaagd ge
weest; zij had immers zooveel te doen. Hij
dacht ook aan alle lekkernijen, dio hem
niet eens meer smaakten eu aan al het
speelgoed, dat hij niet meer aankoek en zelfs
aan het mooie beursje, waarin grootmama
een paar goudstukjes had gedaan.
,,A1m men jou dat geld gegeven had!"
vroeg hij eensklr js, „wat zou je er dan mee
doen 1"
„Wel", antwoordde ?;ij, „w:j koudon
da-a.mede voor den geheelen winter steen
kolen kunncQ koopen. en misschien een
6,
Hij stapt? dus zoo stevig mogelijk door
taea hij tot ia do «trnat van do Univerai-
teifc gekomen aenigs droppels regen op zijn
hand voelde. Hij haastte zioh. de tweo ka
terntjes papier, die hij nog over had on
der zijn jasje te hergen, maar in minder
dan vijf minuten tijds barstte het onweder
los, dat al van den vroegen morgen af
dreigend horen de stad had gehangen en
op den eersten donderslag volgde een
stortrogsn.
Ten einde niet doornat te worden, was
Jacques genoodzaakt in een poort te schui
len, to gelijk met een tiental andere per
sonen. Hot regende zóó hard, dat de
straat al spoedig op een broeden waterplas
geleek. Ofschoon Jacques zeer bedroefd
was over dezen tegenvaller, daar hii zijn
beste pak aanhad, luistsrde hij niettemin
nog naar de klaagliederen van do overigen,
bij zichzelve denkende, dat zii ten minste,
thuiskomende, nog andere kleederen kon
den aantrekken, iets wat hem ontzegd wa-«.
„Als ik alleen was, zeide een heer met
een FicWarorde op de borat, zich tot een
dame eo een joDg meisje wendende, „zou
het mij Biets kunnen scholen, want de re
gen kan niet lang met zulk een kracht aan
houden, maar hoe zullen jullie tc voet
thuiskomen V'
,.Te roet, papa, dat is voor mama ea
mij onmogelijk met onze dunne echoentjes."
,,1'n ieder geval moeten wc wachten tot
heb droog is," hernam de oude hoer.
„Maar dan blijven de straten toch nog
nat," antwoordde het jonge meisje, wier
slecht humeur nog steeds toenam. ,,Wat
een ongeluk, dat we juist heden dat be
zoek moeeten afleggen."
,,Ik geloot', dat de regen minder wordt,"
2«i de moeder, na verloop van eenigc mi
nuten en werkelijk viel da regen nu mot
«indcr kracht neder. ,,Mi«echien komt
hier wel een leeg rijtuig lange," gaf de
beer met de ridderorde hierop ten ant
woord, udan springen we er maar dade
lijk in."
warmer mantel voor moeder, die qu niets
heeft dan een omslagdoek."
Eensklaps keek zij verbaasd op, toen de
klci-e jongen haastig wegliep en haar al
leen liet staan. Ais een wervelwind stoof
hij do kamer van zijn grootvader binnen,
die met eenige andere hceren zat te praten
en eoDder daarop fce letten, fluisterde hij
hem iete in het oor.
De oude heer verstond hem niet dadelijk,
daar hij wat doof was, maar zoodra hij hem
begreep, dacht bij even na en antwoordde:
,,Gocd vent, doe zooals je hartje je in
geeft,"
Willem liep nu nog vlugger dan hij ge
komen was.
Toen Eva's moeder haar meisje kwam,
halen, zag zij, dat zij er zoo blijde en
vroolijk uitzag en beladen was met aller
lei pakjes. Moeder", zeide zij, ,,hij wil.
dat ik dat allemaal meeneem 1" En toen de
moeder zich hiertegen verzette en do ge
schenken weigerde, waarvan Willems
ouder6 waarschijnlijk niets afwisten. liep
deze opnieuw aoo vlug als hij kon weg, om
dadelijk daarop weder' terug te komen zijn
grootvader aan de hand voortrekkende...
De oude heer stelde Eva's moeder volko
men gerust; Willem mooht zeer zeker met
zijn geschonken doen wat hij wilde.
Daarop gingen moeder en dochter de
deur uit, nadat zij den kleinen jongen nog
eens hartelijk hadden bedankt. Willem
bleef alleen achter in de schemering van
don vallenden dag, raar hij verveelde zich
nu niet meer. Hij dacht aan de blijdschap
van de zusjes van 71va, wanneer deze thuis
kwam met het speelgoed en het lekkers. En
bovenal genoot hij van geluk, dat Eva
zou ten deel vallen, zoodra zij in het doos
je, dab hij behendig in haar zak had laten
..Als mama maar in het café had willen
binnengaan, toen wij de eerste regendrop
pels voelden!" hernam het meisje on drit-
tigen toon, „dan hadden wo een van do
bedienden om een rijtuig kunnen zenden,
die zou blij geweest zijn met een guldon fee
verdienen ©n wij waren geholpen geweest."
„Ik kon niet met jou in een koffiehuis
gaan," Hevo antwoordde do oude dame, op
jou leeftijd an..." Jacques luisterde niet
verder. Hii bad de laatste maand al zoo
dikwijls voor boodeohaplooper gespeeld,
zonder er veel bij te verdienen, dat hij
niet aarzelde het nog eens te probeeren,
nu do gelegenheid daartoe blijkbaar zoó
gunstig was; hij gins dus naar de da-mos
too en bood haar aan een rijtuig te gaan
halen.
„Is het ver hier vandaan, ventje"
vroeg do heer met da ridderorde.
,,Ver of niet, mijnheer, ik zal net zoo
lang loopen tot ik or een heb."
„Laat hom gaan, papa, als hij het doen
wil," zei liet meisje, ik ben er zeker van,
dat hij er wel een vindeu zal."
„Hot regent nog hard. vriendje," voeg
de de oude dame Jacques toe, „en het kan
nog eon heel poosje duren."
Jacques sneldo weg, alsof hij nog vod-
strekt niet moe was en holde van hot ecne
plein naar het andere tot hij eindelijk
voor de deur van een groot huis twee hee-
ren een koetsier zag betalen, die hen blijk
baar thuis bad gebracht.
„Je kunt een goede fooi verdienen," zei-
de Jacques tot den koetsier, terwijl hij
haastig in het rijtuig sprong, „rue de
l'Univeraité" (Universiteitastraat) hier
vlak bij."
Toen de familie die nog altijd onder de
poort st-ond to wachten, Jacques triom
fantelijk zag terugkomen, ofschoon hij
druipnat was, bad men hem blijkbaar
niet zoo spoedig verwacht, want met een
van vreugde stralend gezicht riep heb jon
ge meisje hem toe: „Vlug gedaan, beste
jongen en duwde hem tegelijkertijd een
twee frankstuk in do hand. Eerst was de
jongen geheel verbluft, maar dadelijk
daarop riep hij overgelukk'g nit: „Wat bof
ik vandaag, «n als mijn kleersn nu van
avond maar weder droog rijn, rocdat ik
raar do fabriek kan gaan, ben ik de we
reld te rijk, maar zóó doornat durf ik daar
niet aan te Vemen."
glijden, de beide goudstukjes zou ontdek
ken, die hij in een papier gewikkeld,
daarin h^d opgeborgen: steenkolen voor
den geheelen winter en een warmen mantel
voo. haar moeder.
's Middags aan tafel zagen do ouders van
Willem, dat hun jongen er zoo vroolijk en
geluklkig uitzag.
„Ik geloof, dat wij verstandig hebben
gedaan met hem vanuoag nog thuis te hou
den", zeide zijn moeder, „als hij uit nad
kunnen gaan, zou hij zeker veel meer pret
hebben gehad, alhoewel...
„O, neen mama, zeker niet meer pret
dan nu," riep Willem op vroolijken toon
nit, het was erg lief van u mij thuis te
laten blijven."
Een prettig, voorspoedig Nieuwjaar
wordt allen toegewenschtEen Nieuwjaar,
zonder kleerscheuren. blauwe ocgen of
strafwerk. Een jaar van genoegen, maar
ook een jaar, bot volle tevredenheid van
ouders en onderwijzers I
Uw wensch is niet kwaad, zegt een mij
ner lezers, maar wat beteekent al dat ein
deloos en eentonig wenschco op dien eer
sten dag van het jaar! De bel voert dien
dag het hoogste woord^ cn moeder heeft
maar werk, dat ze kwartjes en dubbeltjes
uitdeelt.
Beste vriend, al komen die wenschea ook
niet uit het hart en is 't, zooals vader Cats
zegt, dab „om den wille van het smeer lekt
de kat de kandeleer", dan zult ge mij
toch toestemmen dat het gebruik uit eeu
goed denkbeeld is voortgesproten. Men
Hoe weinig vriendelijk vrouw Gervais
doorgaans ook was, toch had zii cok wel
eens een goede bui, en Jacques was altijd
vriendelijk voor haar, hij had zelfs den
vorigen winter haar beide schoorsteenen
voor niets geveegd, zoodat zy langzamer
hand van hem was gaan houden cn dik
wijls een praatje met hem maakte; Jacques
hoopte dus dat zij hera nu ook wel zou
willen halpen om zijn kleederen te drogen.
Hij haastte zich daarom naar huis en
vond vrouw Gervais in de keuken aan bet
strijken. Teen zij hera zoo druipnat zag
thuiskomen, barstte zjj in een sohaterlarh
uit.
„Wat zie jij er uit," riep zij heua al vau
verre toe, heb je soms gekleed en wel een
had genomn Jacqnes vertelde haar nu
zijn avontuur van dien dag en vroeg haat
hoe lang het zou dureo vóór zijn kleereö
weer droog waren.
„Wel twee vollo dagen," gaf zij tctf
antwoord.
„Goede hemel, wat moet ik beginnen,
riep Jacques bedroefd uit, „als ik van
avond geen nieuwen voorraad kan inkoo-
pen nu ik alles kwijt ben."
„Ben je alles kwijt, en voor hoeveel
geld!" vroeg vrouw Gervais, die blijkbaar
zeer verheugd was dat het nieuw© ambacht
van haar huurder haar althans waarborg
de, dat zij op tijd haar huur zou ontvan
gen.
„Yoor twee franken."
„Wat, verkoop je al voor twee franken
per dag! Dat gaat mooi, mijn jongen
„Ik hoop, dat het over eenigen tijd nog
wel meer zal zijn," zeide Jacques, vroo
lijk gestemd door hot buitenkansje van zoo
erven, „en zoodra ik rijk genoeg ben, zal
ik U ook mijn wasch betalen, vrouw Ger
vais."
Tot de eer der oude vrouw moet gezegd
worden, dat zoowel de dankbaarheid als
bet eerlijke karakter van het kind, dat-
haar uit deze woorden doorstraalde, haar
prettig stemden.
„Luister," zeide zij, „ga nu je oude pak
aantrekken, terwijl ik dit hemd mijn laat
ste stuk, afstrijk, en geef mij dan je natte
pak, dan zal ik zien het droog te krijgen,
nu mijn ijzers nog warm zijn."
„Vanavond nog?"
„Ja, binnen een halfuur."
(Wordt jfMvolgd.)