SEN ZEEREIS. Vorsten en de Pers. TurkseSsG Ifcoffïo. woïdt, hierdoor verklaard, dat op zekeren dag, toen de jakhals en do hyena naar de wolken wilden opspringen, do jakhal» do hyenA, in strijd met de afspraak, liet vallen in plaats van haar op te vangen. Een andere sago verklaart, waarom d© staart van den baviaan geknikt schijnt: dc baviaan was laf en bond daarom eens bij een aanval zijn staart aan dien der moediger zijnde .wilde kat. Deze trok hem inderdaadvoorwaarts, terwijl hij trachtte te vluohtcn, cn zoo knikte de staart. Zeer belangwekkend echter is het, dat de Hottentot ten een geheel analoge geschie denis vertellen als de onze van den haas en het stekelvarken, maar bij cle Hotten tot ten is het een struisvogel, die met do schildpad om het hardst loopt. Ook heb ben zij de geschiedenis van den goudstuk ken-makenden ezel, maar in de gedaante van een paard, dat de jakhals aan de bcevcn verkoopt. Eindelijk openen de raadsels, die de Hot- tontotten elkaar gaven, een kijkje op hun intellect. Een vraag: Wat haalt elkaar, of schoon dc een achter den ander loopt, niet in De wielen van een wagen, is het antwoord. Of: Wat is klein en brengt al leen dingen, die grooter zijn 1 Bedoeld wordt het geld. Aan Maurits Wagenvoorts ,,In een Por- tugeesche Kolonie", opgenomen in het De- ccmber-nummer van ,,De Gids", ontleenen wij volgende beschrijving van een zeereis in de dagen van „Jan Compagnie." „Welk een reis toen. van Lissabon naar Goa, of omgekeerdNiet beter dan door het lezen der boeken van hen, di© met onverschrokken hart en goeden moed er zich aan gewaagd hebben, begrijpt men wat het woord Indië tot de verbeelding van het jon,go Europa moet hebben gezegd. Zeilschepen niet grooter dan Keulsche aken, slecht gebouwd, kwalijk bestuurd door schippers, voor wio de zeeweg door deze Oceanen gis een vaart in den mist was; op de uitreis volgestampt mgt roe- kclooze menschenop de thuisreis met schatten, en daarbovenop half stervend© menschen;, de Kaap de Goede Hoop hal verwege, en dc vreugde, wanneer die maar eenmaal bereikt is: het angstig uitzien, da gen lang, naar de vogels, naar do vis- schen, naar de kleuren van het water of men waarlijk de Goed© Hoop nadert! Im mers, een groot deel der uitgaande i sche pen, wanneer zij tusfenen de Azbren, waar van een eiland aan het eind der vijftiende eeuw geheel met Nederlandsckc schipbreu kelingen is bevolkt, niet zijn stukgeslagen, komt stuur verloren naar Lissabon terug, of moet. op de thuisreis, overwinteren op Madagascar. Do zeezwervers herwonnen dus wel waarlijk Goede Hoop om in spoe dige verdere reis óf eten Mandovy voor Gota óf den Taag voor Lissabon, dorstic-begeer de havens te bereiken, maar hoe dikwijls nog leden zij in zicht dier havens schip- DrevK. Ln elk schip, dat van Lissabon naar Goa en van Goa naar Lissabon in de zeeën tijn lijken uitwierp, gemiddeld 20 tot 30 ten honderd zijner opvarendeneen schip zelfs in 1576, werpt er van zijn 1100 ne genhonderd uit, met den onderkoning Lo renzo Perez de Tavqra er bij. O neen, als men die boeken leest: Jan Huygens van Linschoten, Francois Pyrard, Tavcnier, Mandelslo. later Cornells de Bruyn, dan haalt men voor do tegenwoordige scheep vaart d© schouders op, en denkt, dat dc stoom haar heldentijd heeft weggeblazen, ?n de opening van het Suez-kanail vvi baar 63n veerdienst heeft gemaakt. Niets geeft var. haar een scherper ge sneden denkbeeld dan dit feit; de gewich tigst© vraag aan boord is het drinkwater. De bemanning heeft het, vraag niet ten koste van '„hóéveel lijden en dood, op de thuisreis gebracht tot de Kaap. Elke ruim te aan boord is opgestouwd met Indische koopschattenvoor proviand, voor drink water was nauwelijks meer plaats. Maar de Kaap is dan toch bereikt; er wordt ge rust, er wordt uitgeziekt, er wordt nieuw© eetwaar, versc-h water ingenomen. Toch maar weinig: juist genoeg om hot van do Kaap tot Sint-Hetena te brcng.n, Maar op die rei» moet er dagen lang een op deu uitkijk in den mast zitten, om den schip per te waarschuwen of het eiland in zicht komt; want slechts op een kant van Sint- Helena vindt het anker houvast. Deze ge legenheid gemist, het eiland voorbijgeva ren, en het schip moet voort; er is geen terugkeer mogelijk, de wind laat het niet toe. Voort moet Eet schip, door de gevaar lijke stormen en rotsen van Afrika's West kust. Wie er ziek is onder do bemanning kwijnt weg: wie er gezond is slaat aan het muiten, wanneer niet de gemeenschappe lijke vijand van oorlog en zeeroof de ma trozen in het gevaar vereenigt, .om de hulp behoevendheid van den schipper en de be langzucht van den opvarenden supercargo, die de menschen opoffert aan zijn specerij en en andere kostbaarheden. Ik zeg: daar bij te vergelijken is de tegenwoordige vaart een Kaarselaarsdienst Amsterdam Haarlem, en vice versa, in hst groot." Inderdaad, Potgieter had wel recht, „Jan Compagnie" een broertje te noemen van ,,Jan Courage" en „Jan Cordaat". Een medewerker der „Tribune" schreef hierover een interessant stukje. Het woord van keizer Wilhelm óver de Amerikaan- scho Pers, die hij, zooals betkend is, com- mandeerendo generaals noemde, bewijst voldoende, dat hij de macht der Pers niet onderschat, vooral voor d© Amerikaansche heeft men te ,Bcrlijö altijd bij zondere belangstelling getoond. Toen gedurende den Spaansch-Ameri- kaanschen oorlog aan de ander© zijd© van den Oceaan een verbitterde stemming te gen Duitschland ontstond, liet de Keizer onderzoekingen instellen over da beteeke- nis, den omvang, de richting en de finan cieel© kracht der verschillende Amerikaan- sch© couranten. Het zorgvuldig geordende inlichtingen- matsriaal bevat alle belangrijke of kenmer kend© opgaven over privaatleven, enz., niet alleen van den uitgever, maar ook van alle cenigszins belangrijke medewerkers eu redacteurs. Voor de moderne vorsten is cle Pers een onontbeerlijke barometer, die de volksstem ming aanwijst, en geen der Europeesche vorsten kan zich aan dc veranderde om standigheden onttrekken. Dc Tsaar heeft den vertegenwoordiger van de Ameri kaansche „Associated Press" zeer vaak in bijzondere audiëntie ontvangen cn zich bemoeid met de regeling van het telegraaf-' wezen voor dc Pers. Bekend is, dat de ko ning van België voortdurend relaties met de Perc aanhoudt. Koning Ednarcl heeft, als verstandig politicus, reeds als Kroonprins levendig zich voor do journalistiek geïnteresseerd cn persoonlijk voeling met dc belangrijkst© Londcnschc uitgevers- nooit verloren. Vei© journalisten hebben tot den intiemen kring van den monarch behoord en behoo- ren er nog toe Een 25-tal uitgevers zijn nog in den tijd van koningin Victoria geadeld, en meestal was het cl© toenmali ge Prins van Wales, di© deze onderschei dingen voorstelde en doorzettena zijn troonsbestijging is oolk dit aantal nog belangrijk vermeerderd. Vele couranten- uitgevers kre-gen don titel van baronet, on drie van hen, lord Clenesk, lord Burnham en lord Northeliffe, z'jn zelfs tot den hoogsten adelstand verheven. STOFGOUD., Do vloek der tyrannic, bepaaldelijk van geestelijke tyrannie, is. dat zij menschen vernietigt. J. T. S n d e r 1 a nd. Niets wenschfc men zoozeer terug als de gelegenheid om liefde te bew-jzen aan hen, die men verloren heeft. Toon claarom, zooveel mogel'jk, uw lief de aan uw vrienden. W a g n e r. Koffio wordt overal gedronken; maar de echte koffie, zooals ze behoort te zijn, wil men er het ware genot van hebben, die koffie wordt stechts iD het Oosten gedron ken. Waar de Muzelman verblijf houdt, dddr alleen wordt werkelijke koffie bereid. En wie eenmaal zulk een kopje Turksche koffie gedronken heeft, weet hoe goede koffie smaken moet. Wil men een Duitsch reiziger gelooven, dan is bet niet eens zoo heel moeilijk zulke Turkkche koffie te bereiden. Er behoort slechts goede wil too en kennis van dc be reidingswijze. Wie lust heeft het recept to probecren, komt wellicht tot een bevredi gend resultaat. Vooral d© Bosnische Ikoffiehuishouders verstaan de kunst, koffie te bereiden, en hun drank is dan ook in het gansche Mor genland beroemd. Het gewichtigst© inventarisstuk van den koffiehuishóuder is een fornuis, waarin z.oiner en winter een lustig vuur brandt Op het vuur staat een groote blildken ketel met heet water. Daarnaast staan de kleine koffiepotjes, waarin cle koffie aan de gas ten voorgezet wordt. D© koffiehuishouder brandt zelf zijn kof fie. De boon en mogen niet donkerbruin zijn, maar slechts heel licht gebruind. Ge brand© koffie heeft haar kracht en daar mee haar aroma verloren, beweren de Mu zelman sche deskundigen. Ook wordt do koffie niet gemalen, maai gestooten. De boonen worden in een houten vijzel gedaan en met een ijzeren stamper fijn gestooten, totdat ze zoo droog en fijn z-ijn als meel. Dan wordt do gestooten kof fie door een zeer fijne zeef gestort en alle grovere stukjes worden nog eons in den vij zel gestampt. De gestooten koffie wordt in luchtdichte blikken doozen voor het gebruik gereed gehouden. Verlangt nu iemand koffie, dan vult da koffiehuishouder een dor klein© koffiekan- netjes met heet water, schudt daarin één of twee lepeltjes van het kofficpoeder en laat alles tweemaal, nooit meer of minder, op den haard opkoken. Wenscht men de koffie zoet, wat echter lang niet altijd h©t>' geval is, dan wordt do noodige poedersui ker vooraf met het koffiepocder vermengcL Moet de koffie bijzonder sterk zijü, daa neemt men eèn dubbele hoeveelheid koffie pocder. Van cichorei, kleurmiddelcn on dergelij ke bijvoegsels, die bij ons, Westerlingen, zoo gebruikelijk zijn, weet do Muzelman niets; do benijdenswaardige! Uit dc koffiekannetjes wordfc de drank in kleine, ronde, bont-beschilderde porse-J leinen kopjes geschonken, waaruit de Mu-' zeiman zoo luid cn hoorbaar mogelijk slurpt. De Muzelmannen zijn, volgens cm bekend ethnograaf, bijzonder op hun koffie gesteld. Volgens hen is de koffie niet al leen een aangename, maar ook een de ge zondheid bevorderende drank, die in, den zomer verkoeling geeft, des winters ver warmt, 's morgens verkwikt en 's avonds de krachten opwekt. Gevolg dus: dat men, ongeveer den geheeien dag cn in alle jaar getijdon koffie drinkt. Het doet er niet toe of men een Ooster ling in zijn particuliere woning, op zijn kantoor of in zijn winkel opzoekt, oogen- blikkelijk wordt u koffie gepresenteerd. Iedere koop of verkoop wordt met koffie besloten; bij/iedere gebeurtenis komt de koffie op het tapijt of liever in de maag. Kooplui cn handwerkslieden, allen moe ten op hun tijd en die tijd is nogal dik wijls daar hun kopje koffie hebben, en men kan zich nauweujks voorstellen, welke ongelooflijke hoeveelheden koffie zulk een Turksche maag zonder bezwaar verdragen kan. Dat de koffie door ieder in zulke groote hoeveelheden gebruikt kan worden, komt doordat doze drank voor zulko buitenge woon lage prijzen geschonken wordt. In de dorpen kost een kop koffie /onder ruiker ongeveer anderhalven cent, met sui ker liet dubbele. Dc prijs is in de steden iets hooger, maar niet veel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 13