Opschriften van kerkklokken.
De kerkklokken werden oudtijds in de
Roomsche landen gedoopt en meestal naar
Heiligen genoemd, staande bij de-zen do >o
eenige lieden als getuigen. Men schrijft den
eersten klokkendoop aan Paus Johannes
XIII toe, die in den jare 966 do groot©
klok van de kerk Latcraan to Homo zijn
eigen naam gaf.
Wie do instolleor van het doopen der
klokken geweest moge zijn, zeker is het,
dat zij gedurende eenige eeuwen werden
gedoopt. Zoo la^ men op zekere klok wel
ke in 1718 uit d© Franciscaner kerk te
Emdon gebaald word:
Maria ik hete
Oat elosto to Valderen hef mi laten gheton,
Sancfcus Francisous haro winkeo.
De naam van deze klok was derhalve
Maria en St.-Franciscus was do Patroon,
welken de Kloosterkerk aangenomen had.
Dikwijls ook zette de klokkengieter zijn
naam in een of ander opschrift op de bel;
®oo bijv. te Keulen:
1st es kein Gantzcs so isfc es ein halbes
Mach had gegossen Hans Diderich Kalles
Weer andere klokken daarentegen too-
nen zichtbaar het oogmerk, waarom zij lui
den, zooals zekere klok te Gent:
Roland 1 Kol and I wen ick kleppe so is
brand.
S&lfi icfe lnydb dan 1st storm in Vlaen-
derl&ndt.
Het voorname doel echter, waarom de
Hokken klepten bij het begraven, berustte
op het gevoelen, dat zij, als met veel
plechtigheid gedoopt, door haar geluid de
Jkvade geesten konden verdrijven. Hierom
was het, dat men, zoodra de zieken op het
uiterste lagen, de klokken liet luiden. Dat
dit geen verdichtsel ia, beweoeo vele klok
ke® zeiven: bijv. te Erfurt heeft zekere
klok dit opschrift:
Die grosse Susarrne
treibfc den Teufel von 'daene,
en bp de klok te Butsbach, in het Hessen-
Darmcfcadsche, staat aldus:
Est su vox bombam
po tens depellere satan,
d. L: baar stem is bombam, zij kan ver
drijven den Satan.
Ook bevat het klokkeoschrift soms de ge-
beele historie van klok, kerk of toren; zoo
in het dorp Te Aa, aan de Vecht, waar de
torenklok dit merkwaardige opschrift heeft
Doe 't Spaanech gebroedt
Hier was te land,
Zo wierdt verwoed b
Mijn kap verbrand. (1576)
Maar ik bleef hangen door geluk,
Hu ben ik door het Fransch geweld
verbroken en voor weinig geld
verfoogt (1673) doch weer te regt gesteit.
(1677).
Het gebruiken van tabak.
1. Pruim noch snuif tabak.
2. Matig rooken is voor gezonde, vol
wassen personen onschadelijk.
3. Matig rooken beteekent vijftïeD gram
tabak of drie a vier sigaren per dag.
4. Rook geen of weinig sigaretten.
5. Rook niet vóór het ontbijt.
6. Blaas den rook steeds goed uit.
7. Rook niet door den neus.
8. Rook niet onder het loopen of Werken.
9. Houd de sigaar of pijp niet voortdu
rend in den mond, maai' neem nu en dan
ccn trekje.
10. Rook het laatste eindje niet te ver op.
11. Klauw niet op uw sigaar.
12. Laat uw kinderen niet rooken, vóór
ze achttien jaar oud zijn.
STOFGOUD.
Iedere gedachte, waarbij de mensch stil
staat, om het even of hij ze uitspreekt of
niet, brengt schade of voordeel iD zijn
leven.
Lae 7 Mali orjr.
Een vriendelijke jeugd, een jonkheid vol
droomen en idealen, vol poëzie, die niet
kunstmatig aangebracht, maar uit de jon
ge ziel zelve is geweld, doet haar licht
schijnen ook over het later leven.
A. S. C. Wallis.
Wekelijksche Kalender.
Zondag.
Indien gij u er op Iaat voorstaan, dat
gij veel weet, bedenk dat er meer dingen
zijn, die gij niet weet.
Maandag.
Er is geen twijfel aan of de zedelijke ge
aardheid van het kind wordt reeds groo-
tendcels gevormd in de eerste levensjaren.
Dinsdag.
Menigeen wordt gehaat, niet omdat hij
iets slechts doet, maar omdat hij niets goed
doet.
Woensdag.
Wat de monseb zijn belang acht, noemt
hij vanzelf en voor zichzelf het rechte.
Donderdag.
Dc armoede kan niemand in zijn adel
schaden, de rijkdom echter wel.
Vrijdag.
Opvoeding is niets dan voortdurend een
goed voorbeeld gevep.
Zaterdag.
De sterkste menschen ter wereld zdjn
zij, die veel alleeD hebben gestaan.
Regen-,,zang."
Regendagen immerdoor,
Modderbad voor u en mij.
Regen druppelt maar gestaag
Van den hoogen naar omlaag 1
Waterplassen ginds en hier,
Schoenenpoetsen helpt geen zier
Klotsgetrippel door de brij,
Modderbad voor u en mij*
Figurant iD 't schouwspel straat",
(Waar geen pauze in bestaat 1)
Stap maar vroólijk door het nat,
Dat je soms om d'ooreD spat.
Wees van blijdschap overstelpt
Als dc win (F geen handje helpt,
Want die leuke kameraad
Maakt je soms nog desperaat I
Regen, regen, immerdoor 1
Regen achter, regen vóórl
RegeD druppelt maar gest&ag
Van den hoogen naar omlaagl
G. B. A.
RECEPT.
Rijstkoekjes.
600 gram gekookte rijst, 3 eieren, 100 gram
suiker, 100 gram bloem, 50 gram boter,
de geraspte sohil van een citroen of een
theelepel kaneel.
Bereiding. Klop de eierdooiers tien mi
nuten met de suiker; voeg de bloem, de
kaneel of geraspte citioenschil, de gekook
te rijst en het laatst het stijfgeklopte ei
wit toe. Bak van deze massa kleine koekjes
met boter in de koekenpan.
De voorzitter sprak een vergadering van
onderwijzers toe als volgt:
„Vrie..den, het scnoolwerk is het bolge-
bouw der beschaving; dat is to zeggen..."
Hier kreeg hij oen kleinen schrik, omdat
hij zich vorgistc.
,,Het bolgobouw is het sohcolwerk der"'...
Zijn gehoor lachte.
,,Hot wenk gebouw is de bolschool der
ik bedoel, heb schoolbol is het werfkge-
bouw..."
Zj.i gehoor brulde.
,,Hcb soh... soh... schoolgebouw"... Nu
werd hij woest. Zijn hoorders waren wild.
Hij veegde zijn voorhoofd af, knarsetandde
en begon opnieuw:
,,Hct schoolgebouw, mijn vrienden..."
Een zucht van verlichting steeg op. Hij
keek triomfantelijk in het rond, hij glim
lachte van zelfvertrouwen. ,,Is het wol
berk", ging hij verder.
Toen r- hij hard weggeloopen I
Mevrouw: „Het verschil tusschen
een koe en een melkboer is, dat een koe
zuivere melk geeft on een..."
De melkboer, haar in de redo vallend:
„Er is nog een verschil; do koe geeft, geen
c red iet 1"
Amorik&ansoho journalis
tiek. „Onze courant mocht de eerste van
alle bladen zijn, dio reeds do vorige week
het bericht Ikon Opnemen, dat dr. Brown
een eisch tot echtscheiding tegen "zijn vrouw
had ingesteld. Zooals altijd uit vertrouw
baro bron puttend, zijn wij thans ook
weer dc eerste courant, die kan verzekeren,
dat bedoeld bericht geheel uit de luchl
gegrepen is."
Critic k. Kunstvriend: Wat
zegt go van den schilder Albino? Hij heeft,
een spinneweb zoo natuurlijk op het pla
fond geschilderd, dat het dienstmeisje een
heeleD morgen heeft geprobeerd het met
den luiwagen weg te vegen."
Criticus: „"Van den. schilder ge
loof ik het, van het dienstmeisje niet."
Het jongo paar omhelst elkander. Zij:
„Nu ben ik geheel de uwe, schat, uw geluk
is ruijn geluk, uw smart is mijn smart." 4
Hij: „En uw rijke vader, engel, is mijn
vader I"
Een teek cn. - G e n e r a al (tot een
recruut): „Weet go wie ik ben?"
Ree ru ut: „Ja, excellentie, de gene
raal."
„Hoe weet ge dat?"
„De sergeant heeft gezegd: Hij, daar,
met rijn roodön neus en aié groote ooron. is
d© generaal."
Een zenuwachtig heer. Een
reiziger kwam 's avonds laat op zijn ka
mer in het hotel en trok zijn eenen schoen
met een ruk uit, zoodat die met een bons
naar het einde van de kamer vloog. Daar
bedacht hij zich opeens, dat in de aangren
zende kamer een zenuwachtig heer logeerde,
die zeer licht sliep en om zijn buurman niet
verder te hinderen, kleedde hij zich zoo
stil mogelijk verder uit, waarna hij zich
ter ruste begaf.
Een uur of drie later werd hij wsikker
dooT een geklop op de deur en de stem van
zijn zenuwachtigen buurman riep hem toe:
„Wanneer za! u toch den tweeden schoen
uittrokken Daar lig ik nu al drie uren op
te wachten I"
Snugger. Dokter. „Wel, vrouw
Mulder, heb je de bloedzuigers gebruikt
die ik je heb voorgeschreven?"
Vrouw Mulder: ,,Ja. dokter, 3at
heb ik gedaan. G?balkben ging het wel,
maar rauw kon ik ze met geen rnogelik
heid naar binnen krijgen."