De sporistad Drontheim. ten steken dan met zenuwachtige haast naar den eindpaal te hollen. De achter blijvers remmen den voortgang van het on derwijs in onze klassen, doch dit heeft ook zijn voordeel. De overlading met leerstof, waarover nu al zoo geklaagd wordt, zou stellig nog toenemen, als men niet meer re kening behoefdo to houden met de minder begaafden. De zucht om scholieren zooveel leerstoï te doen opnemen, als maar moge lijk is, zou dan door nets meer worden ge breideld. En eindelijk, er steekt oen groot gevaar in, de schoolbevolking te scheiden in een superieur en een inferieur gedeelte; een gevaar voor beide, doch vooral voor het laatste Hoe zal men den moed er in hou den bij (kinderen, als zij reeds na ©en jaar schoolgaan worden ingedeeld bij leerlingen, die bekend staan als armen van geest 1 Behandeling van blond haar. Het is bekend, dat blond haar niet op dezelfde wijze mag behandeld worden als donker haar. Blond haar, met dezelfde middelen gewasschen als bruin of zwart, verliest spoedig tint en glans; vooral de zeer lichte, tee re nuances worden donker der en dof. Een goed recept om blonde harpo te rei nigen, zoodat rij huu fraaie kleur bewa ren, is het volgendeDoe drie handen vol bloemcu van kleine kamillen in een porse leinen kan cn giet er flink kokend water op. Laat dit goed doortrekken, en wikkel de kan in flanel, zoodat de warmte niet kan ontsnappen. Nu borstelt men bet haar flink uit, en wrijft haren en boofd stevig met een -drogen badhanddoek af. Dan schenkt men het uit de bloemen ge perste kamillen water in een kom en wascht daarmede het haar, zoo warm als men het maar kan verdragen, totdat het goed schoon is. Zeep heeft men er niet bij ndo- dig. Het beste is, na het baar zoo goéd mogelijk met den handdoek te hébbén drooggow reven, het ver dor in de zon te laten opdrogen. SAMERV O GELS. Nu de tijd weer daar is, dat menigeen zich van een „vinkio" voorziet op onze vo gelmarkten, kan het geen kwaad een paar wenkeD te geven voon het houden van ka mervogels. Men koopt ze veelal op de markt, waar zij in lange, lage (kooien, in voel te groot aantal bij elkander zitten, dikwijls nog ge brek hebbend aan goed drinkwater en ge schikt voedsel. Het kan goed afloopen. maar zeer dikwijls maken zulke vogels het niet lang. Daarom doet men beter bij een vogelhandelaar een zoogenaamden „opge- kooiden" vogel to koopen, d. i. een vogel, die reeds een poosje alleen of met tweeën of drieën, enz. afzonderlijk zttten, en zoo als men dat noemt „op voer" zijn, d. w. z. aan het voeder gewend. Voor zoo'n vogel betaalt men meer, maar hot is wijzer iets meer te betalen, dan de kans te loopen, dat men er achtereenvol gens verscheidene verliest, voor mcD er een heeft, die zich goed houdt. Geeft men nu zoo'n ..opgekooiden" vogel een goschikto kooi, helder water en goed voeder; hondfc men do kooi zindelijk en plaatst men hem in het zonnetje of ten minste in het licht dan zal de vogel het goed maken en spoedig zeer tevreden zijn met zijn lot. Koopt men echter op de markt, dan ga men anders te werk. Tien tegen één, dat <lo pogel óf als een dolle door de kooi vliegt, óf «at hij stil gaat zitten eten, en dan maar dóór eet tot hij niet meer kan, óf bol in een hoek gaat zitten. In alle drie gevallen heeft de vogel het spoedig aïgclcgd. De woest rondvliegende wordt doodmoede, bezeert zich allicht, eet of drinkt niet cn ster - door uitputting; de ander, die bol gaat zitten, sterft van honger en heimwee naar zijn vrijheid; laat het dier, als 't nog tijd is, vliegen, het sterft toch; de derde soort, de „vreter", eet zoolang tot hij nie;- meer kanhet dier heeft te lang honger geleden; hij sterli aan te veel eten en zijn typische naam ia „doodvreter"., En nu de remedie? Bij de wild© soort gaat men als volgt t© werk. Men bindt met een draadje de slagpennen van de vleugels, d. w. z. de langste buitenste vederen der vleugels, aan el kaai', zet daarna de kooi in een stille, duistere kamer of hangt er een docik over, strooit w voedsel op den bo dem, zet een laag bakje met water neer, ©n laat den vogel aan zijn lot over. In de mees te gevallen zal hij, aan zichzelf overgelaten, voedsel en drinken nemen en behouden blijven. Na eenige dagen knipt men de draadjes los. Bij den anderen, den „doodvreter", heeft men al deze moeite niet te doenhij eet goed, ja al t© goed, en daarom neemt men, telkens als hij een poosje gegeten heeft eenvoudig den zaadbak weg, om dien na een paar uren weer eens terug te geven. Men kan ook volstaan met een klein potje of bakje met eten in de kooi, waarop een klei ne hoeveelheid zaad, dat men 2- a 3-maal daags geeft. Doet men dit niet, dan eet de vogel zich beslist dood. Aan den bol-zittenden vogel is niets te doen dan hem de vrijheid te geven Al dien meest gewone voge.s: sijsjes, kneu en, vinken, geeft men voor voedsel gewoon wit vogelzaad, en bijwijze van versnape ring, nu en dan, bijv. tweemaal daags, eenige korreltjes hennepzaad en fcusschen duim on. vinger wat dunsel- of slazaad. Deze versnapering moet men nooit in den zaadbak strooien, doch op den bodem der kooi, anders haleu zij den goheelcn zaad bak ledig in de mcening. dat er nog meer van dat lekkers in is. Dc oude Noorsche kroningsstad is diep in de sneeuw gehuld; de daken der kleine bouten huizen bezwijken haast onder den last van de witte sneeuwlaag, en op de straten ligt de sneeuw hoog en alleen in het midden is een kleine smalle weg voor het verkeer open gehouden. En nog altijd vallen de dichte vlokken in zoo groofcen getale uit den hemel, alsof „Nidaros zoo ais Olaf Trygvessön, de eerste christe lijke koning van Noorwegen, Drontheiin eens doopte, onder de sneeuw zal worden begraven. Dat zou jammer zdjn van deze stad, die men de wieg van het Noorsche koningdom noemt, daar alle heerschers van Noorwegen volgens den godsdienst in den dom te /Drontheim gekroond moeten worden. Jam mer niet alleen voor do oude beschaving van Drontheim, waarheen ipen eens, als naar een Mekka van bet Noorden, bede- vaalten ondernam uit alle streken van Europa om het graf van koning Olaf den heilige to zien-; het zou voor alles ook daarom jammer zijn, omdat de oude ko ningsstad voor de lichamelijke ontwikke ling van dit sterke volk van groote be teeken is is. Noorwegen is het land van de wintersport en Drontheim in dit op zicht zijn hoofdstad. Zes maanden in het jaar is hier ijs ca sneeuw; de hoog© bergen, die de kleine stad nauw omsluiten, en wel ker hoofden bijna altijd wit zijn, zijn een waar paradijs voor de skiloopersbot 2400 voet hoog zijn er uitgestrekte vlakten, steile hellingen, als ge-schapen voor stoute sprongen, en zacht hellende bergwanden, waarlangs de skiloopcr zonder eenige moeite naar het dal glijdt. De springhcuvel op de 800 meter boogo Graakallen is nog beroemder dan de Hol- mcnkolleo en sprongen van veertig meter zijn bier reeds gedaan. Daarbij ontbreekt het natuurlijk ook niet aan ijs. Dicht bij de Nid, dio door Drontheim stroomt, die aan de monding echter nooit geheel be- I vriest, bevindt zich een prachtige ijsbaan, waar de kunst- en hardrijders zioh den i gcheelen winter kunnen oefenen. Heb is geen wonder, dat Drontheim eenige van de j beste hardrijders heeft geleverd, als do wereldkampioen Peter Oestlund en Oluf j Steen. Is Drontheim het tooneel van een groot© sportweek, dan heerscht er een druk leven j io de anders rustige stad. Er lieerscbt echter dan. geen overmatig greote drukte. De eenige bezoekers schijnen de buite-alandsche journalisten te zijn. Een pa-ar, aaDgenante uurtjes brachten zij door .boven op de Graakallcn in het Fjeld sater-hotel, waaraan keizer Wilhelm in ge zelschap van het Noorsche koningspar,* een bezoek bracht en dat hij telkens opdoekt, wanneer hij hier in het Noorden vertoeft. Een geweldige sneeuwstorm waaide over de bergen, en hulde een troepje van onge veer 200 skiloopers in, die zich verzameld hadden in de op de Graakallen gelegen hut van de Drontheimer skiclub om den start van den wedstrijd over dertig kilometer bij to wonen. Arme menschen Zij moesten bergopwaarts in dit hondenweertje en den tocht afleggen, naar het verre doel 1 Negen eu dertig loopers begaven zich op weg, echte Noren, die zich weinig schenen te bekommeren om den sneeuwstorm, waarbij men naxcwelijiks de oogen kon openhooden. Vol moed, fier staande op de lange hou ten loopers, slecihts gekleed in een broek en een wollen hemd, zonder mate, vertrok de een na den ander van den start, na. eenige oogenblikken in de sneeuwvlokken verdwijnend. De tijd, waarin de winnaai Lars Nehije uit Trysil de 30 kilome ter aflegde 3 uur 11 mini ia alleen van belang voor diegenen, die de buitenge wone moeilijkheden van weer en terrein ben Tien. Bewonderenswaardige kunststuk ken worden volbracht. De beste loopers van Noorwegen waren c*p de GraakaJlen bijeengekomen. Bijna allen bereikten bet eindpunt; enkelen gaven het op, één werd geheel uitgeput onder een. boom gevonden. Het is dus geen sport voor zwakke broeder tjes, die hierboven wordt beoefend. Wie hier aan echter kan meedoen, zal ook de stor men des levens doorstaan. Een interessante ontmoeting had 3c teer "boven nog. Een kleine, slanke man, roet sterke, verweerde trekken, in zeehonden- huiden gekleed, sprak mij in bet Duiteoh aan, terwijl wij in het Fjeldsater toeristen hotel vertoefden. Ik had hem ook buiten gezien op sneeuw- schoenen en had hem voor een Lap ge houden; zijn eigen aardig© kleeding, de zak op zijn rug en zijn pelsmuts gaven daar alle aanleiding toe. Het bleek, dat ik mij schromelijk had1 vergist. De kleine man Week te rijn de Duitecho componist Max Rabel, die reeds jaren in Drontheim woonde en in. Duitsohland zeer algemeen bekend is. Hij heeft o. IJ», landsche en Noorsche wijzen gotoondicht, die de Duitsche keizer bijzonder mooi heeft gevonden. Bij rijn zilveren huwelijks feest werden ook op verlangen van deo Keizer composities van Rabel uitgevoerd. Op den top van den Grfuakallen, diep rn het besneeuwde woud, heeft Rabel zich een skihut gebouwd; van daar uit onderneem! hij op sneeuwschoenen tochten door de eenzame bergen of hij doorkruist op zijn kajak de fjord. Hij is een bijzonder men sch, een even origineel kunstenaar als bpuftiiiSTL Naast de skrèport is de ijssport een groo te attractie. Als wedstrijd is het hardrij den veel indrukwekkender en spannender dan bet kunstrijden. Bij het hardrijden komt het publiek veel meer in spanning, omdat het daar zelf veel beter over lm.n oordeeleo. Daarbij komt, dat bij het kunst rijden bet publiek niet weet wie het mooist gereden heeft, vóór de scheidsrechters ge sproken hebben, terwijl bij het hardrijden ieder met eigen oogen kan zien wie wint. Daarom geeft ook hier de jeugd de voofr keur aan hot hardrijden. Hoewel de omstandigheden hier voor sneeuw- en ijssport bijzonder gunstig rijn, wordt hiervan toch lang niet zooveol ge! bruik gemaakt als in Zwitserland, waar men veel meer soorten van wintersport be oefent. IJsspelen als hockey en curling heb ik hier nog niet gezienzij zijn mis schien nog onbekend. Het sledevaren staat nog in het begin der ontwikkeling; skele-j tons en bobsleighs kent men niet, me^i ziet alleen de gewone slede. Wanneer Drontheim eerst de aandacht, der sportwereld heeft, die zij verdient, dan| zal er ook ongetwijfeld in deze richting! meer aan wintervermaak worden gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 13