Ko. ÏT(T28. LEIDSCR DAGBLAD. WOENSDAG 30 OCTOBER. DERDE BLAD. Anno 1907. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. ïma en Walter. Ingezonden. In „L and ca Y o 1 k*' beep rak 'de do A. van Rij, to 's-Gravcnhago, hot t e- kort van drie vior millioeni waarvoor do Rijksverzekeringsbank staat. Dc schrijver gelooft, dat het stolsel van Verzekering, dat gevolgd wordt, goed ls, hetgeen na eenig© jaren zal blijken, als do leemten in de wet, dio aan het licht go- komen zijn, zullen zijn weggenomen. Die leemten zijn de oorzaken van het thans bestaande tekort, hetgeen do schrij ver tracht aan te toonen. Hij meent, dat heel wat premie wordt ontdoken door het totale gemis aan controle op de loonlijs ten vooral voor losso werklieden en voor vaste werklieden met afwisselende weekloo- nen. In de tweodo plaats werken de hoogo doktersrekeningen inede aan het ontstaan van het tekort, al acht do schrijver de vast gestelde tarieven niet te hoog. En een der de oorzaak van het tekort acht de heer "Van Rij gulegen in de to hoogo uitkeering ir liet algemeen voor losso werklieden cn die met afwisselend loon. Hoo dio laatstgenoemde oorzaak ont staat, toont de heer Van Rij als volgt aan: Do agenten der Rijksverzekeringsbank mouten op gegevens van den werkg ver het dagloon vaststellen, en als deze die gegeve- vens niet meer hoeft, wat zeker in zeer ve le gevallen zoo is, wordt het dagloon zoo good en zoo kwaad als dat gaat, al is het niet precies volgens do wet, bepaald. Zoo meen ik, uit eenige door mij nage rekende gevallen, to mogen hesluiten, dat, eoo een ongeval plaats heeft in September oi' October en do werkgever nog in het be zit is van zijn loonlijst van af 1 Januari, het gemiddelde dagloou genomen wordt van af 1 Januari tot den datum van liet ongeval. Dat men dan te hoog uitkomt voor ongevallen in do bouwbedrijven, waar do loonen gedurende dc wintermaanden, die het laagst zijn, buiten rekening gehou den worden, spreekt vanzelf. Ik 'breng hulde aan do menschelijko democratische gevoelens van heeren agen ten, dat zij, waar het dagloon door hen niet juist te bepalen is, liefst wat aan den hoo- gen kant zijn. Ik heb niets tegen hoogo tiitkeeringen aan werklieden, die w e r k e- 1 ij k ongeschikt voor don arbeid zijn, en pou het ten zeerste toejuichen, zoo een rege ling te vinden ware, waarbij simulatie absoluut onmogelijk was dat een werk man gedurende zijn werkelijke onge schiktheid zijn volle loon kon behouden, zooals dit het geval is bij ambtenaren in geval van ziekto, bij wie simulatie of liever groote govoeligheid voor kleine stoornissen ook niet geheel tot de onmogelijkheden be hoort. klaar het stelsel is nu onbilijkeen pa troon, die nauwkeurige en volledige admi nistratie houdt on ten allen tijde het loon van zijn werklieden in het j.iar, vooraf gaande aan den dag van een ongeval, kan opgeven, werkt in het nadeel van den ge troffene, of beter onthoudt hem het voor deel, dat bij minder goede administratie hom ten deel zou vallen. Bovendien vestigt £oo iemand naar buiten de mccning, dat het gemiddelde loon bij hem lager is. In leder geval moet het dagloon, waarnaar uitkeering geschiedt, niet afhankelijk kun nen zijn van min of moor onzekere gege vens. Dc schrijver wijst er op, dat deze laatste oorzaak vooral niet te geriug mag geschat worden. Yelc kleintjes maken een groote. Hij besluit daarom met den raad, dat de directeuren van de Rijksverzekeringsbank, of mogelijk de commissarissen, een onder zoek instellen naar den invloed van deze oorzaak van het tokorfc, waarvoor de vroe gere loonlijston, bij do Rijksverzekerings bank gedeponeerd, het materiaal zouden moeten leveren. Intusschcn, besluit do schrijver, is dit euvel, in afwachting van een betere en meer afdoende regeling van het gemiddelde dag loon, waarnaar schadeloosstelling zal plaats hebben, te beperken, door aan do werkgevers de verplichting op te leggen 64) Door zijn trouwe vlijt, zijn heldor inzicht in zaken, was het hem gelukt, in don loop der jaren niet alleen do schulden te delgen, welke op het bezit rustten, maar ook de inkomsten niet onbeduidend te ver meerderen. De heer van den Zwaluwen- burcht behoorde sinds 1. ig niet meer tot de armo riddere van do streek. Don grooten invloed toch, welk- i Walter zich langzamerhand verworven had, dankto hij niet alleen aan do macht van zijn bezit, maar veel meer nog aan zijn edelmoedig heid cn strenge rechtvaardigheid, welke bij in het verkeer mot hoogeren en lageren toonde. Dc groote klok aan den muur had reeds yiei; geslagen; daar verscheen plotseling op het gelaat van den onvermoeiden ar beider ean uitdrukking van onrust. Het was het uur, waarop de postbode verwacht werd. Opmerkelijk, Walter, die zoo goed ge leerd had zijn gevoel voor Irma in haar te genwoordigheid meester to zijn, werd door ©en zekere beklemdheid overmand, zoodra bij wist, dat de geliefd© in do residentie yerlocfdc; met spanning zag hij do brieven ie gcinoet, dio van daar naar zijn moeder of naar Güldenpforten gezonden worden. Builen schalde een posthoorn. „Ken extra-post", zoide Walter, „vrat zou die brengen?" Een paar ©ogenblikken later werd gedurende een jaar een afschrift van iedore loonlijst, die zij aan de Rijksverzekerings- bank zenden, voor de agenten besohikbaar te houden. Over het blijvend gedeelte zegt „Do Sta nda ar d" We wezen op de twee klippen, die het Kabinet moest trachten te ontzeilen, zou het voorshands in kalmer zee zijn rustige vaart kunnen voortzetten^ Op de eerste klip stuitte het needs. Maar het lek, dat het kreeg, was niet levensge vaarlijk. Weer zeilt het seheepke door. Yan Rechts heeft men er geen politiek geschil van willen maken. De stemmen van Reohts waren verdeeld. En zoo bleek ook thans aan do Reekterzijde meer zin en nel- ging te bestaan, om het Kabinet te besten digen, dan om het te doen ondergaan in to vroegen dood'. Maar nu komt de tweede kip: het blij vend gedeelte. Ook hierbij zal men onzerzijds wel dezelf de tactiek volgen: sparen wat even voo* sparing vatbaar is. Hierbij echter staat de uitweg niet open, dien de eerste klip vrij liet. Bij de Amsterdamsohe stelling kon toch evenveel geld gevoteerd om voort te bouwen, ook al zag men in het fonds geen heil, of al achtte men de zaak nog niet 3D staat van wijzen om tot de stichting van een fonds over te gaan. Hoe men ook koos, het landsbelang be hoefde geen schade te lijden. Maar bij het blijvend gedeelte staat het anders. Hier spreekt het landsbelang onmiddel lijk; en zij, die met ons van oordeel zijn, dat het landsbelang bij de voorgestelde re geling schade zou lijdon, kunnen niet, om het Kabinet te sparen, zijn voorslag over nemen. Ten deze (zal het Kabdncb alzoo Links zijn meerderheid moeten vinden, en zal Links de volle verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. Of echter Links dat in vollen getale zal doen, mag betwijfeld worden. Rotterdams haveDkabelen maken het dra gen van defco verantwoordelijkheid' nog moeilijke* dan ten vorigca jare. Naar aanleiding van de voorstellen tot Grondwetsherziening zegt „H eb Volk" nog: Van halfslachtigheid ©n vreesachtigheid getuigt het blanco-artikel; en eveneens do voorstellen omtrent de Eerst© Kamer. Wie van het blanco nog mocht willen zeggen, dat het den weg open maakt voor het algemeen kiesrecht niet alleen, ma&r ook voor aanslagen op het kiesrecht, door oen bedreigde bevittende klasse, hij kan van de verruiming der verkiesbaar heid voor de Eerste Kamer, on van de op heffing der ontbindbaarheid van de Prov. Staten niet anders zeggen, dan dat het maatregelen zijn van onvermengd demo cratisch allooi. Maar hoo klein is de voor gestelde hervorming, en welk een vrees toont de Regeoring, het bestaan van het bolwerk van behoud en reactio aantasten de, voor een discussie over de noodzake lijkheid zelf van dat lichaam. En verder: Het eono oogenblik verkeert de schrij ver van do memorio van toelichting in een toestand van hooge extase. Dan wordt do Eerste Kamer een haast bovenzinnelijke macht, die de bewaarder is van do meest ondoorgrondelijke wijsheid. Zij alleen kent do wezenlijke, duurzame belangen van den Staat, zij alleen de welbegrepen wenschen en behoeften des volks. Zij alleen onder scheidt met onfeilbare zekerheid deze hoo ge goederen van een valsoho leus, van een \vaan van den dag. In de felle branding van den politiekon strijd staat de Eerste Kamer als de onwrikbare wachter dor historie, aanwijzende wat is voorbestemd, om het duurzaam goed der natie te worden. En alsof dat nog niet genoeg glorie was, aan het pruikencollege gebracht, wordt het bovendien belast met de bevordering van een regclmatigen ontwikkelingsgang der wetgeving, en de zorg voor het evenwicht der verschillende belangen in den Staat. To veel gevergd zou het rijn, aan een Re- op de trap een lichte vlugge stap hoorbaar, maar dat kon ze toch niet zijn, want zc was zoo ver weg 1 De stap ging haastig naar de kamers zijner moeder. Walter stond vlug op en deed do deur open. Voor hem stond Irma in reiskostuum, met een kleine reis- tasch om. „Irma, gij hier? Ik cLcht, dl ge..." Zij viel hem in de rede. „Waar is je moeder 1" riep ze met hijgenden adem. „Om 's hemels wil, wat is er voorgeval len V' zei de burchtheer verschrokken. „Niets, niets van beteekenis; maar ik moet je moeder spreken, dadelijk, er is haast bij." Zij opende de deur; der huiskamer en be merkte toen, dat de burchtvrouw uit was. Irma had zich teleurgesteld op den haar aangeboden stoel laten vallen en zei: „O, wat ongelukkigI" Zij keek op haar horloge en vervolgde: „Ik kan niet langer wach ten, do post wacht op me, ik moet terstond verder reizen, taDte moet vader een bood schap brengen; or is haast bij." Nadenkend bleef zij zitten. „Ik zou ook naar Güldenpforten kunnen gaan, om het vader zelf te zeggen, maar dat zou niet goed zijn," zeido ze halfluid tegen zichzelve; „hij zou mij kunnen hou den." Walter had met stijgende bezorgdheid Irma aangezien. De liefd? heeft een sterk waarnemingsvermogen. De nood aan dc ko persmelterij had in de laatste dagen het hoofdonderwerp van hun gesprekken ge vormd en hij riep verschrikt uit: „Irma, ge denkt er toch niet aan naar dc koper- smelteiij te gaan?" „Ja, dkt is het juist waaraan ilk doDk." geering, dio dusdanig in vervoering ia. een nuchtere uiteenzetting te vragen, wai „wezenlijke, duurzame belangen van den Staat" beteekent, hoe de .„welbegrepen wenschen en behoeften de® volks" voor een sterveling eyn te onderkennen van de ver keerd begrepen dito. Wij willen aan deze Regeering, die blijkbaar zichzelf en haar opvolgers, mitsgaders de Tweede Kamer, om van de dragers der Kroon niet te spro ken, als gebrekkige en kortzichtige colle ges beschouwt, een speelbal der winden, niet bestand tegen de bedwelming van val- sche leuzen, de bekoring van wanen van den dag, wij willen aan deze Regeoring niet vragen, hoe juist zij er toe komt, het blanco-artikel in te roeren voor het kies recht, en daardoor aan al deze noodlotti gu verleiding een U6 nog toe ongekende speelruimte te verschaffen. Alleen vinden wij het vreemd, dat dezelf de schrijver, die zulk een bezielde hym ne zingt op de Eerste Kamer,.als hij vraagt hoe zij in elkander moet worden getim merd, van hopelooze twijfelzucht blijkt ver vuld, en tot de verzuchting komt: do grondwettelijke regeling, dio de Provin ciale Staten tot kiescollege oproept, la „nog de minst gebrekkige." En nog dwazer komt hot ons voor, als Tweede Kamer, Regeering en Kroon met elkaar zoo weinig vastigheid in zichzelf bezitten, dat zij, blind voor het duurzaam Staatsbelang en voor de welbegrepen volks behoeften, met ebbo en vloed van do pu blieke opinie meezwalken, dat dan moet worden weggenomen de eenige rots, waar op ons staatsleven nog steunt, het ecnigo raaantceken, dat nog als door hoogcre wijs heid te midden van het. woelen der geesten zicht- en tastbaar in ons raidden is geble ven, het eenige anker, waarop het schip van Staat nogj vast ligt, door de ontbin ding der Provinciale Staten, te gelijk mot de Eerste Kamer, moot worden omverge worpen afgekapt, meegevoerd in de ma lende golven van de levenszee» Het „U t r e o h t s c h e Dagblad" be pleit de noodzakelijkheid voor Neder land zijn kusten te kunnen verde digen ter handhaving onzen neutra liteit of van onze onafhankelijkheid in ge val van een Europeeschen oorlog. Vrees, dat Nederland alleen met een machtigen Staat in oorlog geraakt, bestaat er niet. Want indien, een groote mogendheid Ne derland aanvalt, is dit aanstonds een c a - sus belli voor anderen; ia dit aanstonds het sein voor een Europeesohen oorlog. Datgene, waarop wij te rekenen hebben, is een Europeeeche oorlog. Indien er oorlog komt en daarop moo- ten wij natuurlijk voorbereid zijn, want niemand weet .wanneer dit het geval zal wezen; het heeft er zelfs in 1905 zeer naar geleken, daa zal dit een Europeesche oor log zijn. En in zulk een Europeeschen oorlog wordt Nederland onvermijdelijk betrokken. Indien Frankrijk met Duitschland in oorlog geraakt, trekken de vijandelijke le gers over Nedorlandsch-Limburg. Indien Duitschland met Engeland in ooiflog geraakt, dan is het bezit van onze kuststrook van Den Helder tot Vlissingen met haar accessen van het hoogste strate gische belang voor beide partijen. Dan hebben wij de keus tusschen. drieërlei houding. Of wij verhouden ons volkomen passief, protesteer en op het papier en laten alles gebeuren, zooals het gebeurt. Of wij handhaven onze neutraliteit. Of wij sluiten ons aan bij éón van beide partijen. In bet eerste geval zijn wij natuurlijk bij den vrede de prijs voor den overwinnaar. Doch er is nog een andere reden, waarom |ict gevaarlijk is, volstrekt niets te doen. Indien wij lijdelijk onze neutraliteit la ten schenden, dan worden wij niot alleen bij den vrede prijsverklaard. maar dan ko men wij aanstonds, reeds bij het begin van den oorlog, in conflict met dio mogendheid, te wier nadeelo wij verzuimden onze neu traliteit te handhaven. Stelt, om een voorbeeld te noemen, dab Engeland zich vastzette in onze havens en in de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, ge- antwoordde ze met vaste stem. „Waarom verzweeg men die zaak voor mij?" „Uw vader wilde hot zoo; gij mocht in uw vreugde niet gïstooH worden." „Ja, ik f>pn slechts geschapen om t© ju belen en te dansen", klonk het diep-bitber terug; „eon ernstig ding is zeker met mij niet te besprekenMaar het is nu met dit spel met mijn kostbaar loven uit I" riep ze, terwijl ze vastbesloten opstond. Eon krachtige wil blonk hiar uit de oogen. „Uw vader zal er nimmer in toestemmen, en tante Toni, hoe is het mogelijk, dat die u gaan liet?" „Zij weet er niets van, zij was op reis. Ik liet haar een brief achter..." Irma zucht te als verlicht, toen z'j over do moeilijkhe den dacht, over welke ze zegevierde. Bij do bedienden der gravin had Irma's ploteeling vertrek geen gering opzien ver wekt. Do feamerjuffrouw der opperhofmees- tcresse, die nog meer ann de etiquette hing dan baar meesteres zelf, wilde niet toela ten, dat Irma alleen de rei3 ondernam slechts do energieke meest bcslisto afwijzing door Irma van een begeleidster, cn do om standigheid, dat de reis slechts kort was en ten doel had het landstadje Bcrkenberg, het station, dab het dichtst bij het vader lijk slot lag, had eindelijk den tegenstand gebroken. Zij was hierna overtuigd, dat de baron de reis gelast had cn de equipage haar aan het station zon opwachten. In plaats daarvan had ze in Berkeriberg een extra-postwagen besteld, welke haar eerst r^aar den Zwaluwenberg zou brengen ©n daarna weer naar Bcrkenberg terug, om van daar te sporen naar Stein3chacht, het looft go dan, dat het verstandig zou zijn op die wijze zioh de vijandschap van Duitschland op den hals te halen? Hefc is niet ncodig, hier verder te détailleeren. Wat er in zulk een geval gebeuren zou, kan ieder zioh wel voorstellen. Een lijdelijke houding zou du» noodlot tig zijn. Ons rest slechts bondgenootschap of handhaving der neutraliteit. In beide ge vallen zullen wij ons moeten bevinden in staat van tegenweer. Wordt handhaving onzer neutraliteit als gedragslijn gekozen, dan is, vervolgt het blad, onze taak: aan elke vijandelijke macht het binnenloopen in onze havens of het landen op onze kust te beletten.. En vervulling dier taak is geenszins on mogelijk. Maar wij zullen daarin jammerlijk te kort schieten, indien onze weermiddelen op de Noordzee blijven, zooala zij thans zijn Daarom is het noodig, de kustverde diging in behoorlijken staat te brengen, waarbij een kustvloot als uitvallende macht met gemist kan worden. In do dagjn van Jan de Witt was alleen een vloot voldoen de. Eu in die dagen kon een vloot in wei nigo dagen geïmproviseerd worden. Thans zijn voor den bouw van een oorlogsschip jaren noodig. Vandaar, zegt het „Ub rechtse h D agblad' onze plicht om vooraf voor ©lko gebeurlijkheid gereed to zijn. Gemeenteraad van Leiderdorp. Tegenwoordig alle leden. De zitting werd door don voorzitter, Burgemeester Van der Valik Boumau, met het lezen van het gebod geopend. De heer A. B. Verkley, herkozen raads lid, legt in handen van don voorz. do voorgeschreven eeden af en neemt zitting. Mededeeling geschiedt van eenige in ge komen stukken, als het proces-verbaal van de opneming der boeken en kas van don gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat 17 dezer in ikaa was 4835-20 gld.een bcsluil van Ged. Staten tot vaststelling der reke ning over 1900; een beschikking van deo Directeur-generaal der postcrijou cn tclo- graphie, waarbij is bepaald dat in deze ge meente een hulptelephoonkantoor voor het algemeen verkeer ia opengesteld; al dezo stukken worden voor Ikennisgoving aange nomen. Dit is, voorloopig althans, ook heb geval met een schrijven van P. E, Vicrvant Tuk ker en K. van Poelgeest, alhier, waarbij in overweging wordt gegeven stappen te doen tob het verkrijgen van goed drinkwater cn goede verlichting en worden daaromtrent eenige raadgevingen gedaan. Met algemecne stemmen wordt daarna be sloten eenige wijziging to brengen in de begrooting voor don dienst 1907 door vcr- hooging, toevoeging en af- en overschrij vingen. Het Ikohier van het sohoolgeld over hot derde kwartaal 1907, wordt vastgesteld tot een bedrag van 45.32 gulden. Alsnu is aan de orde de vaststelling der begrooting voor 1908, dio gedurende veertien dagen heeft ter visie gelegen. Onder tijdelijk presidium van den oud sten wethouder, den heer Van Leeuwen de voorzitter had zi-K eenige oogenblikAen verwijderd werd met algemecne stemmen besloten bij Ged. Staten stappen te doen om do jaarwedden van don burgemeester en den secretaris t© verhoogen. De voorzitter, weder ter vergadering ver schenen zijnde, betuigt zijn erkentelijkheid voor 's Roads goede bedoelingen, dcch wijst er op, dat Ged. Staten voornemens zijn in 1908 de jaarwedden te herzienhij hoeft evenwel geen bezwaar nu reeds het gevoe len van den Raad aan het hooger College kenbaar te mj-'foen doch geeft in overweging de voorgestelde verhooging iets te vermin deren, waartoe wordt besloten. Met het oog op het stichten een er bijzon dere school to Zoeterwoude waardoor een aantal kinderen uit die gemeente hier ter school gaande do o cDbare school zullen verlaten zal de uitkeering wegens school geld, door Zoeterwoude te doen, aanzienlijk verminderen. station, dab het dichtst bij do kopersmel terij lag. „Mijn moeder", zcide Irma eindelijk, „heeft, zooals men mij heeft verteld, ook tijdens een cpidemio in hot dorp zieken verpleegd; mijn vader hield haar daarvau niet terug Hij zal ook mij niets in don weg leggen, als ik hem vraag, mij to laten gaan, maarzij hield zich in, haar stem werd plotseling week, oen traan rolde over haar bloeiende wangen, „inaar ik wil- do hem en mijzelf het afscheid sparen, een afscheid wellichtvoor altijd." Walters blik rustte met een eigenaardige uitdrukking op de spreekster. Toen zij voor hem stond, sidderde hij bij do gedachte, dat zij een offer der vrecselijko ziekte kon worden, dat spoedig welliohb de arm van den grimmigon dood haar zou omknellen en haar den ijzigen kus op de lippen druk ken. Hij sidderde en gruwde 1 En daarna overviel hem een akelig wee, dat hij zioh moest afscheiden van haar, die hij vaD den kindertijd af had liefgehad meer dan zijn eigen leven. „Irma", riep hij plotseling, „neen, het mag niet zijn, ge kunt niet gaan, go moogt niet gaan, ik laat u niet ver trekken 1" „Het meisje schrok bijna van den vcr- drictigen toon, waarop hij had gesproken. Een hoog rood trok over het zachte gezicht cn een onuitsprekelijk geluk blonk in haar oogen, toen zij hem aanzag cn met beven de stem vroeg; „Heb je me dan nog al tijd Hef, Walter?" „Vraag je dat nog?" riep hij, geheel overmand door den storrn yan zijn gevoel. „O, Irma, blijf, ge moogt niet gaan 1" Hij Ten einde hot evenwicht fcusschen ont vangsten en uitgaven te behouden, wordt besloten do opcenten op do personeel© belasting te verhoogen van 30 tot 40 en den hoofdelijkon omslag van 2000 op 2400 gld. De begrooting wordt daarna, met algo- meene stemmen, vastgesteld in ontvang en uitgaaf op ongeveer 17,300 gld. Na het doen van eenige vragen omtrent het onderhoud van bruggen, dio door den voorzitter worden beantwoord, wOrdt de vergadering gesloten. Mijnheer de Hoofdredacteur l Beleefd verzoek ik u plaatsruimte voor onderstaande, waarvoor bij voorbaat dank. Overtuigd daarmee do tolk van alle ouders dor kinderen van 2de en 3d© klasse- scholen te zijn en ook van vele anderen,, zoo zoudo ik gaarne den leden vau onzen Gtemeenlemad willen ver-zoeken het voor stel dor Commissie van Financiën, bc- oogendo de vcreischte versterking inkom sten voor onze gemeente te verkrijgen door verhooging der schoolgelden van twee scholen tweede klasse en 1 school derde klasse, als onbillijk te willen verwerpen. Behoeven gemeente-inkomsten verster king, dan is het billijk, da«t odk ouders van eerste klasse-scholen bezoekende kin deren daaraan bijdragen. Niet minder, maar in do eerste plaats ook vrijgezellen en zij, wier huwelijk kinderloos bleef. Zij toch ver'kceren in veel gunstiger financi eel© conditie dan diegcneD, welke met het zelfde inkomen 5 a 6 kinderen ten hunnen laste hebben, waarvoor bij het berekenen onzer plaatselijke directe belasting per kind per jaar slechts twintig gulden voor eerste levensonderhoud afgetrokken wordt. Dat voor gehuwden, dus voor twee perso nen, hetzelfde bedrag voor eerste levens onderhoud berekend wordt als voor vrijge zellen, is ook niet erg helder. Met do meeste hoogachting, Ued. dn. R. FaniiBsomenten. J. Gasman, bakker en winkelier te Slag haren gemeente Arnbt-Hardenberg. G. Morren, van beroep schoenmaker, wonende Socsterweg, to Amersfoor W. van Oostrom, koffichuishouder, wo- nendo te Utrecht. J. Jansen, brievenbesteller te Amster dam. H. Lcvie, winkelier, wonende to Am sterdam, Zeedijk No. 108. W van der Hoorn, koopman in groen ten en fruit, te 's-Gravenhage 534 Yail- lantlaan. W Klaver, smid en winkelier in ijzer waren, te Hilversum, Rozonstraat 96. A. O. Snicdeis, bierbrouwer te Stra tum. H. Torenburg, zioh ook wel noemendo en schrijvende Toorenburg, makelaar te Amsterdam, vroeger gewoond hebbendo Keizersgracht 657, thans wonende Sarpha- tipark 95, kantoor houdende, althans go- houden hebbende, Javastraat 80 huis. J. J. Bos K.Azn., boekhandelaar, Kin kerstraat 68 te Arasterdam. Salomon Zeldenrust, 2de Jan Steenstraat 86 te Amsterdam. Geëindigd: door het verbindend worden •dor ëouigo uitdeeJingslijsften, de faillisse menten van: H. Huiske-n, te ZutfenH. Muller, timmerman, voorheen wonende te GroningenJ. de Roock, gewoond hebbendo te Padang, hoofdelijk aanspraikclijk vennoot van do in staat van faillissement verkee- rendo Commanditaire vennootschap Coo- mans cn do Roock, te Rotterdamdo com manditaire vennootschap Coomans cn do Roock, gevestigd geweest zijnde te Rotlcr- dam; B. J Beeftink, voorheen timmerman en aannemer, to Dieren; J. H. Riklkers, te 's-Gravcnliago, thans zonder bekende woon plaats. Opgeheven: het faillissement van R. van Sluys, echtgenoot© van S. Hoedemaker, wo nende to 's-Gravenhage. trad op haar toe en breidde de armen naar dc geliefde uit. O, welk een strijd voor die jongo vrou wenziel 1 Hier lag bet geluk vóór hanr, een zonnig, heerlijk leven aan zijn trouw hart, on achter haar de elleudo, de zorg, het besluit dat haar heendrcef naar een woreld vol zware, tot nu toe ongekendo plichten, wellicht het donkere graf 1 Zij ver borg het gelaat in dc handen en ze zucht te zwaar. Eindelijk was.de zege bevochten. „Walter", zoide zij met zachte stem, ,,mijn lieve Walter, spreek niet verder; tracht niet me terug te houden van mijn offer. Ik heb het beloofd als zoenoffer voor miju strafwaardig verzuim. Laat mij barmhar tigheid beoefenen, opdat ik zelf eenmaal barmhartigheid mag vinden." Walter zweeg, hij was Christen, en in zijn ziel weerklonken de woorden, welke eens uit den mond van den grootste aller Leer aren van af de berghoogte waren nederge daald op deze armoedige wereld. Ja, Walter zweeg, want wat kon hij haar geven in plaats van de belofte van deze zaligheid? Al kon hij ook alle schatten der wereld aan haar voeten leggen en de sterren des homels omlaag trekkeD to ho- rer verlustiging; al kon hij ook zijn eigen hart schenken met al zijn liefde, wat was dat alles in vergelijking met de belofte van zulk een zaligheid, zulk eon eeuwige za ligheid „Welnu, ga dan, Irma", zeide hij ein delijk toonloos, „God geleide u." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 9