Ko. ÏT(T28.
LEIDSCR DAGBLAD. WOENSDAG 30 OCTOBER. DERDE BLAD.
Anno 1907.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ïma en Walter.
Ingezonden.
In „L and ca Y o 1 k*' beep rak 'de
do A. van Rij, to 's-Gravcnhago, hot t e-
kort van drie vior millioeni waarvoor
do Rijksverzekeringsbank
staat.
Dc schrijver gelooft, dat het stolsel van
Verzekering, dat gevolgd wordt, goed ls,
hetgeen na eenig© jaren zal blijken, als do
leemten in de wet, dio aan het licht go-
komen zijn, zullen zijn weggenomen.
Die leemten zijn de oorzaken van het
thans bestaande tekort, hetgeen do schrij
ver tracht aan te toonen. Hij meent, dat
heel wat premie wordt ontdoken door het
totale gemis aan controle op de loonlijs
ten vooral voor losso werklieden en voor
vaste werklieden met afwisselende weekloo-
nen.
In de tweodo plaats werken de hoogo
doktersrekeningen inede aan het ontstaan
van het tekort, al acht do schrijver de vast
gestelde tarieven niet te hoog. En een der
de oorzaak van het tekort acht de heer
"Van Rij gulegen in de to hoogo uitkeering
ir liet algemeen voor losso werklieden cn
die met afwisselend loon.
Hoo dio laatstgenoemde oorzaak ont
staat, toont de heer Van Rij als volgt aan:
Do agenten der Rijksverzekeringsbank
mouten op gegevens van den werkg ver het
dagloon vaststellen, en als deze die gegeve-
vens niet meer hoeft, wat zeker in zeer ve
le gevallen zoo is, wordt het dagloon zoo
good en zoo kwaad als dat gaat, al is het
niet precies volgens do wet, bepaald.
Zoo meen ik, uit eenige door mij nage
rekende gevallen, to mogen hesluiten, dat,
eoo een ongeval plaats heeft in September
oi' October en do werkgever nog in het be
zit is van zijn loonlijst van af 1 Januari,
het gemiddelde dagloou genomen wordt
van af 1 Januari tot den datum van liet
ongeval. Dat men dan te hoog uitkomt
voor ongevallen in do bouwbedrijven, waar
do loonen gedurende dc wintermaanden,
die het laagst zijn, buiten rekening gehou
den worden, spreekt vanzelf.
Ik 'breng hulde aan do menschelijko
democratische gevoelens van heeren agen
ten, dat zij, waar het dagloon door hen niet
juist te bepalen is, liefst wat aan den hoo-
gen kant zijn. Ik heb niets tegen hoogo
tiitkeeringen aan werklieden, die w e r k e-
1 ij k ongeschikt voor don arbeid zijn, en
pou het ten zeerste toejuichen, zoo een rege
ling te vinden ware, waarbij simulatie
absoluut onmogelijk was dat een werk
man gedurende zijn werkelijke onge
schiktheid zijn volle loon kon behouden,
zooals dit het geval is bij ambtenaren in
geval van ziekto, bij wie simulatie of liever
groote govoeligheid voor kleine stoornissen
ook niet geheel tot de onmogelijkheden be
hoort.
klaar het stelsel is nu onbilijkeen pa
troon, die nauwkeurige en volledige admi
nistratie houdt on ten allen tijde het loon
van zijn werklieden in het j.iar, vooraf
gaande aan den dag van een ongeval, kan
opgeven, werkt in het nadeel van den ge
troffene, of beter onthoudt hem het voor
deel, dat bij minder goede administratie
hom ten deel zou vallen. Bovendien vestigt
£oo iemand naar buiten de mccning, dat
het gemiddelde loon bij hem lager is. In
leder geval moet het dagloon, waarnaar
uitkeering geschiedt, niet afhankelijk kun
nen zijn van min of moor onzekere gege
vens.
Dc schrijver wijst er op, dat deze laatste
oorzaak vooral niet te geriug mag geschat
worden. Yelc kleintjes maken een groote.
Hij besluit daarom met den raad, dat de
directeuren van de Rijksverzekeringsbank,
of mogelijk de commissarissen, een onder
zoek instellen naar den invloed van deze
oorzaak van het tokorfc, waarvoor de vroe
gere loonlijston, bij do Rijksverzekerings
bank gedeponeerd, het materiaal zouden
moeten leveren.
Intusschcn, besluit do schrijver, is dit
euvel, in afwachting van een betere en meer
afdoende regeling van het gemiddelde dag
loon, waarnaar schadeloosstelling zal
plaats hebben, te beperken, door aan do
werkgevers de verplichting op te leggen
64)
Door zijn trouwe vlijt, zijn heldor inzicht
in zaken, was het hem gelukt, in don loop
der jaren niet alleen do schulden te
delgen, welke op het bezit rustten, maar
ook de inkomsten niet onbeduidend te ver
meerderen. De heer van den Zwaluwen-
burcht behoorde sinds 1. ig niet meer tot
de armo riddere van do streek. Don
grooten invloed toch, welk- i Walter zich
langzamerhand verworven had, dankto hij
niet alleen aan do macht van zijn bezit,
maar veel meer nog aan zijn edelmoedig
heid cn strenge rechtvaardigheid, welke bij
in het verkeer mot hoogeren en lageren
toonde.
Dc groote klok aan den muur had reeds
yiei; geslagen; daar verscheen plotseling
op het gelaat van den onvermoeiden ar
beider ean uitdrukking van onrust. Het
was het uur, waarop de postbode verwacht
werd.
Opmerkelijk, Walter, die zoo goed ge
leerd had zijn gevoel voor Irma in haar te
genwoordigheid meester to zijn, werd door
©en zekere beklemdheid overmand, zoodra
bij wist, dat de geliefd© in do residentie
yerlocfdc; met spanning zag hij do brieven
ie gcinoet, dio van daar naar zijn moeder
of naar Güldenpforten gezonden worden.
Builen schalde een posthoorn.
„Ken extra-post", zoide Walter, „vrat
zou die brengen?"
Een paar ©ogenblikken later werd
gedurende een jaar een afschrift van iedore
loonlijst, die zij aan de Rijksverzekerings-
bank zenden, voor de agenten besohikbaar
te houden.
Over het blijvend gedeelte zegt
„Do Sta nda ar d"
We wezen op de twee klippen, die het
Kabinet moest trachten te ontzeilen, zou
het voorshands in kalmer zee zijn rustige
vaart kunnen voortzetten^
Op de eerste klip stuitte het needs. Maar
het lek, dat het kreeg, was niet levensge
vaarlijk. Weer zeilt het seheepke door.
Yan Rechts heeft men er geen politiek
geschil van willen maken. De stemmen van
Reohts waren verdeeld. En zoo bleek ook
thans aan do Reekterzijde meer zin en nel-
ging te bestaan, om het Kabinet te besten
digen, dan om het te doen ondergaan in
to vroegen dood'.
Maar nu komt de tweede kip: het blij
vend gedeelte.
Ook hierbij zal men onzerzijds wel dezelf
de tactiek volgen: sparen wat even voo*
sparing vatbaar is.
Hierbij echter staat de uitweg niet open,
dien de eerste klip vrij liet.
Bij de Amsterdamsohe stelling kon toch
evenveel geld gevoteerd om voort te
bouwen, ook al zag men in het fonds geen
heil, of al achtte men de zaak nog niet 3D
staat van wijzen om tot de stichting van
een fonds over te gaan.
Hoe men ook koos, het landsbelang be
hoefde geen schade te lijden.
Maar bij het blijvend gedeelte staat het
anders.
Hier spreekt het landsbelang onmiddel
lijk; en zij, die met ons van oordeel zijn,
dat het landsbelang bij de voorgestelde re
geling schade zou lijdon, kunnen niet, om
het Kabinet te sparen, zijn voorslag over
nemen.
Ten deze (zal het Kabdncb alzoo Links
zijn meerderheid moeten vinden, en zal
Links de volle verantwoordelijkheid op
zich moeten nemen.
Of echter Links dat in vollen getale zal
doen, mag betwijfeld worden.
Rotterdams haveDkabelen maken het dra
gen van defco verantwoordelijkheid' nog
moeilijke* dan ten vorigca jare.
Naar aanleiding van de voorstellen tot
Grondwetsherziening zegt
„H eb Volk" nog:
Van halfslachtigheid ©n vreesachtigheid
getuigt het blanco-artikel; en eveneens do
voorstellen omtrent de Eerst© Kamer.
Wie van het blanco nog mocht willen
zeggen, dat het den weg open maakt
voor het algemeen kiesrecht niet alleen,
ma&r ook voor aanslagen op het kiesrecht,
door oen bedreigde bevittende klasse, hij
kan van de verruiming der verkiesbaar
heid voor de Eerste Kamer, on van de op
heffing der ontbindbaarheid van de Prov.
Staten niet anders zeggen, dan dat het
maatregelen zijn van onvermengd demo
cratisch allooi. Maar hoo klein is de voor
gestelde hervorming, en welk een vrees
toont de Regeoring, het bestaan van het
bolwerk van behoud en reactio aantasten
de, voor een discussie over de noodzake
lijkheid zelf van dat lichaam.
En verder:
Het eono oogenblik verkeert de schrij
ver van do memorio van toelichting in een
toestand van hooge extase. Dan wordt do
Eerste Kamer een haast bovenzinnelijke
macht, die de bewaarder is van do meest
ondoorgrondelijke wijsheid. Zij alleen kent
do wezenlijke, duurzame belangen van den
Staat, zij alleen de welbegrepen wenschen
en behoeften des volks. Zij alleen onder
scheidt met onfeilbare zekerheid deze hoo
ge goederen van een valsoho leus, van een
\vaan van den dag. In de felle branding
van den politiekon strijd staat de Eerste
Kamer als de onwrikbare wachter dor
historie, aanwijzende wat is voorbestemd,
om het duurzaam goed der natie te worden.
En alsof dat nog niet genoeg glorie was,
aan het pruikencollege gebracht, wordt het
bovendien belast met de bevordering van
een regclmatigen ontwikkelingsgang der
wetgeving, en de zorg voor het evenwicht
der verschillende belangen in den Staat.
To veel gevergd zou het rijn, aan een Re-
op de trap een lichte vlugge stap hoorbaar,
maar dat kon ze toch niet zijn, want zc was
zoo ver weg 1 De stap ging haastig naar de
kamers zijner moeder. Walter stond vlug
op en deed do deur open. Voor hem stond
Irma in reiskostuum, met een kleine reis-
tasch om.
„Irma, gij hier? Ik cLcht, dl ge..."
Zij viel hem in de rede. „Waar is je
moeder 1" riep ze met hijgenden adem.
„Om 's hemels wil, wat is er voorgeval
len V' zei de burchtheer verschrokken.
„Niets, niets van beteekenis; maar ik
moet je moeder spreken, dadelijk, er is
haast bij."
Zij opende de deur; der huiskamer en be
merkte toen, dat de burchtvrouw uit was.
Irma had zich teleurgesteld op den haar
aangeboden stoel laten vallen en zei: „O,
wat ongelukkigI" Zij keek op haar horloge
en vervolgde: „Ik kan niet langer wach
ten, do post wacht op me, ik moet terstond
verder reizen, taDte moet vader een bood
schap brengen; or is haast bij."
Nadenkend bleef zij zitten.
„Ik zou ook naar Güldenpforten kunnen
gaan, om het vader zelf te zeggen, maar
dat zou niet goed zijn," zeido ze halfluid
tegen zichzelve; „hij zou mij kunnen hou
den."
Walter had met stijgende bezorgdheid
Irma aangezien. De liefd? heeft een sterk
waarnemingsvermogen. De nood aan dc ko
persmelterij had in de laatste dagen het
hoofdonderwerp van hun gesprekken ge
vormd en hij riep verschrikt uit: „Irma,
ge denkt er toch niet aan naar dc koper-
smelteiij te gaan?"
„Ja, dkt is het juist waaraan ilk doDk."
geering, dio dusdanig in vervoering ia.
een nuchtere uiteenzetting te vragen, wai
„wezenlijke, duurzame belangen van den
Staat" beteekent, hoe de .„welbegrepen
wenschen en behoeften de® volks" voor een
sterveling eyn te onderkennen van de ver
keerd begrepen dito. Wij willen aan deze
Regeering, die blijkbaar zichzelf en haar
opvolgers, mitsgaders de Tweede Kamer,
om van de dragers der Kroon niet te spro
ken, als gebrekkige en kortzichtige colle
ges beschouwt, een speelbal der winden,
niet bestand tegen de bedwelming van val-
sche leuzen, de bekoring van wanen van
den dag, wij willen aan deze Regeoring
niet vragen, hoe juist zij er toe komt, het
blanco-artikel in te roeren voor het kies
recht, en daardoor aan al deze noodlotti
gu verleiding een U6 nog toe ongekende
speelruimte te verschaffen.
Alleen vinden wij het vreemd, dat dezelf
de schrijver, die zulk een bezielde hym
ne zingt op de Eerste Kamer,.als hij vraagt
hoe zij in elkander moet worden getim
merd, van hopelooze twijfelzucht blijkt ver
vuld, en tot de verzuchting komt: do
grondwettelijke regeling, dio de Provin
ciale Staten tot kiescollege oproept, la
„nog de minst gebrekkige."
En nog dwazer komt hot ons voor, als
Tweede Kamer, Regeering en Kroon met
elkaar zoo weinig vastigheid in zichzelf
bezitten, dat zij, blind voor het duurzaam
Staatsbelang en voor de welbegrepen volks
behoeften, met ebbo en vloed van do pu
blieke opinie meezwalken, dat dan moet
worden weggenomen de eenige rots, waar
op ons staatsleven nog steunt, het ecnigo
raaantceken, dat nog als door hoogcre wijs
heid te midden van het. woelen der geesten
zicht- en tastbaar in ons raidden is geble
ven, het eenige anker, waarop het schip
van Staat nogj vast ligt, door de ontbin
ding der Provinciale Staten, te gelijk mot
de Eerste Kamer, moot worden omverge
worpen afgekapt, meegevoerd in de ma
lende golven van de levenszee»
Het „U t r e o h t s c h e Dagblad" be
pleit de noodzakelijkheid voor Neder
land zijn kusten te kunnen verde
digen ter handhaving onzen neutra
liteit of van onze onafhankelijkheid in ge
val van een Europeeschen oorlog. Vrees,
dat Nederland alleen met een machtigen
Staat in oorlog geraakt, bestaat er niet.
Want indien, een groote mogendheid Ne
derland aanvalt, is dit aanstonds een c a -
sus belli voor anderen; ia dit aanstonds
het sein voor een Europeesohen oorlog.
Datgene, waarop wij te rekenen hebben,
is een Europeeeche oorlog.
Indien er oorlog komt en daarop moo-
ten wij natuurlijk voorbereid zijn, want
niemand weet .wanneer dit het geval zal
wezen; het heeft er zelfs in 1905 zeer naar
geleken, daa zal dit een Europeesche oor
log zijn.
En in zulk een Europeeschen oorlog
wordt Nederland onvermijdelijk betrokken.
Indien Frankrijk met Duitschland in
oorlog geraakt, trekken de vijandelijke le
gers over Nedorlandsch-Limburg.
Indien Duitschland met Engeland in
ooiflog geraakt, dan is het bezit van onze
kuststrook van Den Helder tot Vlissingen
met haar accessen van het hoogste strate
gische belang voor beide partijen.
Dan hebben wij de keus tusschen. drieërlei
houding.
Of wij verhouden ons volkomen passief,
protesteer en op het papier en laten alles
gebeuren, zooals het gebeurt.
Of wij handhaven onze neutraliteit.
Of wij sluiten ons aan bij éón van beide
partijen.
In bet eerste geval zijn wij natuurlijk bij
den vrede de prijs voor den overwinnaar.
Doch er is nog een andere reden, waarom
|ict gevaarlijk is, volstrekt niets te doen.
Indien wij lijdelijk onze neutraliteit la
ten schenden, dan worden wij niot alleen
bij den vrede prijsverklaard. maar dan ko
men wij aanstonds, reeds bij het begin van
den oorlog, in conflict met dio mogendheid,
te wier nadeelo wij verzuimden onze neu
traliteit te handhaven.
Stelt, om een voorbeeld te noemen, dab
Engeland zich vastzette in onze havens en
in de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, ge-
antwoordde ze met vaste stem. „Waarom
verzweeg men die zaak voor mij?"
„Uw vader wilde hot zoo; gij mocht in
uw vreugde niet gïstooH worden."
„Ja, ik f>pn slechts geschapen om t© ju
belen en te dansen", klonk het diep-bitber
terug; „eon ernstig ding is zeker met mij
niet te besprekenMaar het is nu met
dit spel met mijn kostbaar loven uit I" riep
ze, terwijl ze vastbesloten opstond. Eon
krachtige wil blonk hiar uit de oogen.
„Uw vader zal er nimmer in toestemmen,
en tante Toni, hoe is het mogelijk, dat die
u gaan liet?"
„Zij weet er niets van, zij was op reis.
Ik liet haar een brief achter..." Irma zucht
te als verlicht, toen z'j over do moeilijkhe
den dacht, over welke ze zegevierde.
Bij do bedienden der gravin had Irma's
ploteeling vertrek geen gering opzien ver
wekt. Do feamerjuffrouw der opperhofmees-
tcresse, die nog meer ann de etiquette hing
dan baar meesteres zelf, wilde niet toela
ten, dat Irma alleen de rei3 ondernam
slechts do energieke meest bcslisto afwijzing
door Irma van een begeleidster, cn do om
standigheid, dat de reis slechts kort was
en ten doel had het landstadje Bcrkenberg,
het station, dab het dichtst bij het vader
lijk slot lag, had eindelijk den tegenstand
gebroken. Zij was hierna overtuigd, dat de
baron de reis gelast had cn de equipage
haar aan het station zon opwachten. In
plaats daarvan had ze in Berkeriberg een
extra-postwagen besteld, welke haar eerst
r^aar den Zwaluwenberg zou brengen ©n
daarna weer naar Bcrkenberg terug, om
van daar te sporen naar Stein3chacht, het
looft go dan, dat het verstandig zou zijn
op die wijze zioh de vijandschap van
Duitschland op den hals te halen? Hefc is
niet ncodig, hier verder te détailleeren.
Wat er in zulk een geval gebeuren zou, kan
ieder zioh wel voorstellen.
Een lijdelijke houding zou du» noodlot
tig zijn.
Ons rest slechts bondgenootschap of
handhaving der neutraliteit. In beide ge
vallen zullen wij ons moeten bevinden in
staat van tegenweer.
Wordt handhaving onzer neutraliteit als
gedragslijn gekozen, dan is, vervolgt het
blad, onze taak: aan elke vijandelijke
macht het binnenloopen in onze havens of
het landen op onze kust te beletten..
En vervulling dier taak is geenszins on
mogelijk.
Maar wij zullen daarin jammerlijk te
kort schieten, indien onze weermiddelen
op de Noordzee blijven, zooala zij thans
zijn Daarom is het noodig, de kustverde
diging in behoorlijken staat te brengen,
waarbij een kustvloot als uitvallende macht
met gemist kan worden. In do dagjn van
Jan de Witt was alleen een vloot voldoen
de. Eu in die dagen kon een vloot in wei
nigo dagen geïmproviseerd worden. Thans
zijn voor den bouw van een oorlogsschip
jaren noodig.
Vandaar, zegt het „Ub rechtse h
D agblad' onze plicht om vooraf voor
©lko gebeurlijkheid gereed to zijn.
Gemeenteraad van Leiderdorp.
Tegenwoordig alle leden.
De zitting werd door don voorzitter,
Burgemeester Van der Valik Boumau, met
het lezen van het gebod geopend.
De heer A. B. Verkley, herkozen raads
lid, legt in handen van don voorz. do
voorgeschreven eeden af en neemt zitting.
Mededeeling geschiedt van eenige in ge
komen stukken, als het proces-verbaal van
de opneming der boeken en kas van don
gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat 17
dezer in ikaa was 4835-20 gld.een bcsluil
van Ged. Staten tot vaststelling der reke
ning over 1900; een beschikking van deo
Directeur-generaal der postcrijou cn tclo-
graphie, waarbij is bepaald dat in deze ge
meente een hulptelephoonkantoor voor het
algemeen verkeer ia opengesteld; al dezo
stukken worden voor Ikennisgoving aange
nomen.
Dit is, voorloopig althans, ook heb geval
met een schrijven van P. E, Vicrvant Tuk
ker en K. van Poelgeest, alhier, waarbij in
overweging wordt gegeven stappen te doen
tob het verkrijgen van goed drinkwater cn
goede verlichting en worden daaromtrent
eenige raadgevingen gedaan.
Met algemecne stemmen wordt daarna be
sloten eenige wijziging to brengen in de
begrooting voor don dienst 1907 door vcr-
hooging, toevoeging en af- en overschrij
vingen.
Het Ikohier van het sohoolgeld over hot
derde kwartaal 1907, wordt vastgesteld tot
een bedrag van 45.32 gulden.
Alsnu is aan de orde de vaststelling der
begrooting voor 1908, dio gedurende veertien
dagen heeft ter visie gelegen.
Onder tijdelijk presidium van den oud
sten wethouder, den heer Van Leeuwen
de voorzitter had zi-K eenige oogenblikAen
verwijderd werd met algemecne stemmen
besloten bij Ged. Staten stappen te doen
om do jaarwedden van don burgemeester en
den secretaris t© verhoogen.
De voorzitter, weder ter vergadering ver
schenen zijnde, betuigt zijn erkentelijkheid
voor 's Roads goede bedoelingen, dcch wijst
er op, dat Ged. Staten voornemens zijn in
1908 de jaarwedden te herzienhij hoeft
evenwel geen bezwaar nu reeds het gevoe
len van den Raad aan het hooger College
kenbaar te mj-'foen doch geeft in overweging
de voorgestelde verhooging iets te vermin
deren, waartoe wordt besloten.
Met het oog op het stichten een er bijzon
dere school to Zoeterwoude waardoor een
aantal kinderen uit die gemeente hier ter
school gaande do o cDbare school zullen
verlaten zal de uitkeering wegens school
geld, door Zoeterwoude te doen, aanzienlijk
verminderen.
station, dab het dichtst bij do kopersmel
terij lag.
„Mijn moeder", zcide Irma eindelijk,
„heeft, zooals men mij heeft verteld, ook
tijdens een cpidemio in hot dorp zieken
verpleegd; mijn vader hield haar daarvau
niet terug Hij zal ook mij niets in don weg
leggen, als ik hem vraag, mij to laten
gaan, maarzij hield zich in, haar
stem werd plotseling week, oen traan rolde
over haar bloeiende wangen, „inaar ik wil-
do hem en mijzelf het afscheid sparen, een
afscheid wellichtvoor altijd."
Walters blik rustte met een eigenaardige
uitdrukking op de spreekster. Toen zij voor
hem stond, sidderde hij bij do gedachte,
dat zij een offer der vrecselijko ziekte kon
worden, dat spoedig welliohb de arm van
den grimmigon dood haar zou omknellen en
haar den ijzigen kus op de lippen druk
ken. Hij sidderde en gruwde 1 En daarna
overviel hem een akelig wee, dat hij zioh
moest afscheiden van haar, die hij vaD
den kindertijd af had liefgehad meer dan
zijn eigen leven.
„Irma", riep hij plotseling, „neen, het
mag niet zijn, ge kunt niet gaan, go
moogt niet gaan, ik laat u niet ver
trekken 1"
„Het meisje schrok bijna van den vcr-
drictigen toon, waarop hij had gesproken.
Een hoog rood trok over het zachte gezicht
cn een onuitsprekelijk geluk blonk in haar
oogen, toen zij hem aanzag cn met beven
de stem vroeg; „Heb je me dan nog al
tijd Hef, Walter?"
„Vraag je dat nog?" riep hij, geheel
overmand door den storrn yan zijn gevoel.
„O, Irma, blijf, ge moogt niet gaan 1" Hij
Ten einde hot evenwicht fcusschen ont
vangsten en uitgaven te behouden, wordt
besloten do opcenten op do personeel©
belasting te verhoogen van 30 tot 40 en den
hoofdelijkon omslag van 2000 op 2400 gld.
De begrooting wordt daarna, met algo-
meene stemmen, vastgesteld in ontvang en
uitgaaf op ongeveer 17,300 gld.
Na het doen van eenige vragen omtrent
het onderhoud van bruggen, dio door den
voorzitter worden beantwoord, wOrdt de
vergadering gesloten.
Mijnheer de Hoofdredacteur l
Beleefd verzoek ik u plaatsruimte voor
onderstaande, waarvoor bij voorbaat dank.
Overtuigd daarmee do tolk van alle
ouders dor kinderen van 2de en 3d© klasse-
scholen te zijn en ook van vele anderen,,
zoo zoudo ik gaarne den leden vau onzen
Gtemeenlemad willen ver-zoeken het voor
stel dor Commissie van Financiën, bc-
oogendo de vcreischte versterking inkom
sten voor onze gemeente te verkrijgen door
verhooging der schoolgelden van twee
scholen tweede klasse en 1 school derde
klasse, als onbillijk te willen verwerpen.
Behoeven gemeente-inkomsten verster
king, dan is het billijk, da«t odk ouders
van eerste klasse-scholen bezoekende kin
deren daaraan bijdragen. Niet minder,
maar in do eerste plaats ook vrijgezellen
en zij, wier huwelijk kinderloos bleef. Zij
toch ver'kceren in veel gunstiger financi
eel© conditie dan diegcneD, welke met het
zelfde inkomen 5 a 6 kinderen ten hunnen
laste hebben, waarvoor bij het berekenen
onzer plaatselijke directe belasting per
kind per jaar slechts twintig gulden voor
eerste levensonderhoud afgetrokken wordt.
Dat voor gehuwden, dus voor twee perso
nen, hetzelfde bedrag voor eerste levens
onderhoud berekend wordt als voor vrijge
zellen, is ook niet erg helder.
Met do meeste hoogachting,
Ued. dn. R.
FaniiBsomenten.
J. Gasman, bakker en winkelier te Slag
haren gemeente Arnbt-Hardenberg.
G. Morren, van beroep schoenmaker,
wonende Socsterweg, to Amersfoor
W. van Oostrom, koffichuishouder, wo-
nendo te Utrecht.
J. Jansen, brievenbesteller te Amster
dam.
H. Lcvie, winkelier, wonende to Am
sterdam, Zeedijk No. 108.
W van der Hoorn, koopman in groen
ten en fruit, te 's-Gravenhage 534 Yail-
lantlaan.
W Klaver, smid en winkelier in ijzer
waren, te Hilversum, Rozonstraat 96.
A. O. Snicdeis, bierbrouwer te Stra
tum.
H. Torenburg, zioh ook wel noemendo
en schrijvende Toorenburg, makelaar te
Amsterdam, vroeger gewoond hebbendo
Keizersgracht 657, thans wonende Sarpha-
tipark 95, kantoor houdende, althans go-
houden hebbende, Javastraat 80 huis.
J. J. Bos K.Azn., boekhandelaar, Kin
kerstraat 68 te Arasterdam.
Salomon Zeldenrust, 2de Jan Steenstraat
86 te Amsterdam.
Geëindigd: door het verbindend worden
•dor ëouigo uitdeeJingslijsften, de faillisse
menten van: H. Huiske-n, te ZutfenH.
Muller, timmerman, voorheen wonende te
GroningenJ. de Roock, gewoond hebbendo
te Padang, hoofdelijk aanspraikclijk vennoot
van do in staat van faillissement verkee-
rendo Commanditaire vennootschap Coo-
mans cn do Roock, te Rotterdamdo com
manditaire vennootschap Coomans cn do
Roock, gevestigd geweest zijnde te Rotlcr-
dam; B. J Beeftink, voorheen timmerman
en aannemer, to Dieren; J. H. Riklkers, te
's-Gravcnliago, thans zonder bekende woon
plaats.
Opgeheven: het faillissement van R. van
Sluys, echtgenoot© van S. Hoedemaker, wo
nende to 's-Gravenhage.
trad op haar toe en breidde de armen naar
dc geliefde uit.
O, welk een strijd voor die jongo vrou
wenziel 1 Hier lag bet geluk vóór hanr,
een zonnig, heerlijk leven aan zijn trouw
hart, on achter haar de elleudo, de zorg,
het besluit dat haar heendrcef naar een
woreld vol zware, tot nu toe ongekendo
plichten, wellicht het donkere graf 1 Zij ver
borg het gelaat in dc handen en ze zucht
te zwaar. Eindelijk was.de zege bevochten.
„Walter", zoide zij met zachte stem, ,,mijn
lieve Walter, spreek niet verder; tracht
niet me terug te houden van mijn offer.
Ik heb het beloofd als zoenoffer voor miju
strafwaardig verzuim. Laat mij barmhar
tigheid beoefenen, opdat ik zelf eenmaal
barmhartigheid mag vinden."
Walter zweeg, hij was Christen, en in zijn
ziel weerklonken de woorden, welke eens
uit den mond van den grootste aller Leer
aren van af de berghoogte waren nederge
daald op deze armoedige wereld.
Ja, Walter zweeg, want wat kon hij haar
geven in plaats van de belofte van deze
zaligheid? Al kon hij ook alle schatten der
wereld aan haar voeten leggen en de
sterren des homels omlaag trekkeD to ho-
rer verlustiging; al kon hij ook zijn eigen
hart schenken met al zijn liefde, wat was
dat alles in vergelijking met de belofte van
zulk een zaligheid, zulk eon eeuwige za
ligheid
„Welnu, ga dan, Irma", zeide hij ein
delijk toonloos, „God geleide u."
(Wordt vervolgd).