In liet Uiteren-, Jongeliceren- en
Voor twee Iteeren
vindt men een uitgebreide Keuze
KUIDEIUIROEKM met ea zonder L|](jc
Beslist lage, tiocii vaste prijzen.
T© koop:
Eenige opmerkingen over tie waar
dering onzer schilderkunst in
Gnze gouden eeuw.
Burgerl. Stand van Leiden.
Vervolg Advertentiën.
Oproeping van Belanghebbenden.
Maarsmanssteeg* 21, Leiden.
Jongclicercn
Kiiulcrjasjcs
Win ter-Colberts
Pantalons
van
/G.—
lot
/20.—
van
4.-
„12.-
van
2.75
8.
van
3.50
„10.-
van
„1.50
7.-
in Manchester, bruin en gestreept Engelsen Leer.
Alles wordt naar maa j geleverd, zonder
verliooging, dus tegeu Co-ifectieprljzen.
ZiE ETAL&0EÜ ZiE ET&L&SE2
Mevr. VAN DER WERF,
Hodcnnamiddog aanvaardde prof. dr.
~W. Martin liet ambt van buitengewoon
hoogleeraar in de kunstgeschiedenis aan de
"Rijksuniversiteit alhier, met een redo in
het groot auditorium van het Academie
gebouw over bovenstaand onderwerp.
Wij leven in een tijlperk van artistieke
we dor geboorte aldus ving spreker aan
waaraan reeds meer dan eens de naam
Renaissanco gegeven is. Op een periode
van vrijwel ongestoorde eenheid van
Achoonheidsbeginsefen is in bijna allo lan
den :van „christelijke'' beschaving (in do
kunsthistorische beteckcnis van dit woord)
acn omwenteling gevolgd, hier hoftig, daar
minder sterk optredend, hier dadelijk na
feilen strijd overwinnend, daar langzamer
hand, voetje voor voetje, den lijdzamen,
maar des te hardnekkiger tegenstand over
winnend.
De .„strijd om don nieuwen vorm" heeft
niet nagelaten, ook op hen, die hem gade
sloegen, invloed te oefenende publieko
«naak heeft grooto veranderingen onder
gaan. Het impressionisme, een twintig
jaar geleden slechts in kleinen kring ge
waardeerd, wordt thans vrijwel algemeen
aanvaard.
Om een voorbeeld te noemen: ik geloof
niet, dat men zich hier in Leiden thans
nog, gelijk 15 jaren geleden, zou kunnen
•opwinden over wat men noemde het „ab
surde" in het werk van Floris Verster,
Jlreitner of Isaac Israels, zeide spr.
Met deze wijziging van schoonheidsbe
grippen is als vanzelf gekomen een frisch,
krachtig streven naar bevrediging der mo
derne artistieke aspiraties.
Deze belangstelling in kunstgeschiedenis
uit zich hier te lande op allerlei wijzen.
Ook aan onze universiteiten is zij sinds
verscheiden jaren merkbaar. Ik herinner
mij zeide spr. hoo velen hier te Lei
den reeds in mijn studententijd, ongeveer
tien jaar geleden, do colleges oven oudo
kunstgeschiedenis van prof. Holwerda volg
den en hoeveel liefde bijv. voor do schoon
heid der Egyptische kunst bij verscheide-
nen zijner leerlingen lang niet uitslui
tend archacologen ontwaakte.
Heb optreden, ccnige jaren later, van
7rdvaat-docenten in, nieuwere" kunstge
schiedenis aan drie onzer universiteiten be
wijst, dat do belangstelling in deze weton-
ïchap sedort voortdurend 13 toegenomen.
En daarom is het een heuglijk feit, dat on-
zo Regeoring thans aan twee universiteiten
oen leerstoel schonk, in het besef, dat zij
het kunst-historisch onderwijs niet meer
uitsluitend aan den hoogleeraar in de
arohaeologio mocht overlaten, noch ook
het particulier initiatief dex Drivaat-docen-
tcn langer mocht laten voortbestaan.
Aan detzo heuglijke tijdsomstandigheden
is liet tc danken, dat sür. hot voorreent
ten deel valt het ambt to mogen vervullen,
dat hij thans aanvaardt.
Hierna komend tot zijn onderwerp, zeide
Bpr., dat hij slechts eenige opmeikingen
wildo maken, want een uitgebreide behan
deling van dit veel omvattend onderwerp
zou den voor heden beschikbaren tijd verro
overschrijden. Hij zou zich moeten beper
ken tot het aanduiden van het materiaal,
waaruit wij op dit punt onze keDnis moe
ten putten cn tot het maken van eenige
conclusies, voornamelijk met betrekking
tob do vraag, in hoeverre do kunst onzer
gnooto zeventiend' ecuwsche schilders door
hun tijdgenooten is begrepen.
De bronnen, voor onze kennis, zijn in do
eerste plaats de schilderijen zelve. Ettelij
ke daarvan, vooral decoratieve stukken, be
vinden zich nog heden cr? do plaats, waar
voor zij geschilderd zijn. Zij geven ons den
meest onmiddellijken indruk van een deel
van den smaak van het „schilderconstlief-
digho" publiek den zeventiende eeuw.
Vorder zijn er reeksen van schilderijen,
waarvan do herkomst nauwkeurig biikcud
is, zoodat wij weten, met welk doel zij ge
schilderd zijn, om bijv. slechts do schut
ters tukken in onze musea te noemen en de
schilderijen,uit raatfhuiz.cn cn andere ofi'i-
cicclo gebouwen afkomstig.
Ook weten wij van allerlei schilderijen,
dat ze bijv. aan onze stadhouders Mau-
rits en Frederik Hendrik of a;m bepaalde
particulieren, die in de lTd eeuw leddcn,
hebben behoord. Zoo bevatten bijv. het
Rijksmuseum to Arasterdam en het Mau-
ritshuis doeken, dio cc. maal eigendom wa
ren van Constantijn Huygens.
Al deze bronnen te zamen zijn echter nog
niet voldoende, om tot een definitieve ©on-
clusio fe geraken. Telkens stoot men op ge
mis van gegevens, vooral waar het de vraag
betreft, of onze voorouders werkelijk de
artistieke zijde van het werk onzer groote
kunstenaars hebben begrepen, of zij m. a.
w. meer do voorstelling zagen dan de in
nerlijke eigenschappen den schilderijen. Na
dit met eenige voorbeelden tc hebben opgo-
helderd, wilde spr. trachten uit het aange
voerde eenige conclusies te trekken.
Onz.e voorouders hielden van schilderijen.
Iedereen, van den rijksteu burger tot den
arms ten boer, bezat schilderijen en reeds
omstreeks 1640 waren de burgers er vol
van.
Zoo is er geen twijfel mogelijk, of onze
voorouders hadden veel op met hun schil
ders, méér dan men thans wel denkt, nu
de armoede, waarin velen hunner geleefd
hébben^ zoo gaarno telkens weer op den
voorgrond wordt gsteld.
Hco was nu de smaak, die heerschte in
dien breeden kring van „schikiorconstlicf-
dighe" Hollanders! vroeg spr.
Reeds dadelijk dient opgemerkt, dat hier
niet, gelijk bijv. in het toenmalige Vlaan
deren, één schilder den picturalen smaak
beheenschte. In Vlaanderen immers kan
de publieke smaak samengevat worden in
het eeno woord: Rubens. Rubens' persoon
lijke smaak, gelijk wij dien kennen uit
zijn kunst, zijn correspondentie en zijn
verzamelingen, de smaak van Rubens, die
óók vatbaar was voor do aantrekkelijkhe
den van een „miniaturist" als den Fluwee-
len Brueghel en Let spontane rexlisme van
een Adriaen Brouwer, die smaak is karak
teristiek voor het ge heel e Vlaanderen.
Geheel anders was het gesteld in de
Noordel ij ko Nederlanden. Dane is Rem
brandt niet degene, die den toon aangeeft
inzake de picturale preferenties van zijn
volk, cn zijn smaak had geen gezag, gelijk
die van Rubens.
Spr. toonde dit nader aan en ging toen
na in welke mato do verschillende catego
rieën van Hollandsche schilderkunst hier
waardeoring vonden.
Daar valt dan allereerst in het oog, hoe
sterk de liefde van heel ons zeventiend'-
eeuwsch publiek voor allegorie, mythologio
en Romeinscho historie, die- wij ook ken
nen uit do literatuur van dien tijd, weer
klank vond ook in den picturalen smaak.
Hot is dio voorliefde voor hot goochelen met
allegorische en mythologische figuren, cn
symbolen, die reeds in de zestiende eeuw
zóó algemeen geworden was, dnt zelfs do
eenvoudigste burger bekend was met do
wijze, waarop do meest, voorkomend# begrip
pon werden „uytgobcclt" de Deugden do
Hartstochten, de Zintuigm, do Jaargetijden
en heel dat apparaat van zee- on watergo
den van „vlietgodesscn", boschnymfcn,
sbedemaagden en zoo voorts, die hij zag in
do optochten der rederijkers en op de ©ere
poorten bij vorstel ij;:) intochten.
D0 ^officicele kunst" wa3 eenigszins,
zooals men thans wel ziot gebeuren, in te
gensprak - met den indivi-dueolon smaak
van het publiek, zooals spr. weder met een
paar voorbeelden ophelderde.
Een tweede, zich nauw aan hot eersto
aansluitend deel van den kunstsmaak was
de voorliefde voor arcadischo onderwerpen,
ook al weer samengaande met den heer-
schenden smaak in literatuur cn tooneel.
Wil men ook hier een voorbeeld van ,,offi-
cico'c" uiting dier preferente, dan noemt
spr. het geschenk, in het jaar 1C2Ï door de
Staten van Utrecht aan go bod cd aan Amalia
van Sc jms bij haar huwelijk m t FYedernk.
Hendrik 7ij gaven haar een herder en een
horduriO, geschilderd door Morc-.lsc.
Werden nu al die soorten van allegori-
Le, mythologische, Kfstorische en arcadi
sche schilderkunst, blijkbaar z*oo in trek,
werk. li;.: algemeen beschouwd als de hoog
st# -kunst? Oppervlakkig beschouwd, lijkt
het afsof men deze vraa^ bevestigo.i-d zou
moeten beantwoorden Immers bestudeert
men d.- afbeeldingen van interieurs, dan
zien men, dat dergelijke voorst rilingen bij
voorkeur werden gehangen in het voorhuis,
vlak bij don ingang van het huis, of in den
„salon"- liefst als schoorsteenstuk, dus op
de mooiste plaats, boven den haard, waar
men om heen zat. Ook is het opmerkelijk,
dat dergelijke tafereelen in de literatuur
van dien tijd zoo \aak worden geprezen.
Maar bij nader beschouwing zion men,
in tal van inventarissen en op tal van af
beelding n, dat naast deze soort van schil
derijen in een en hetzelfde huis óók plaats
Was voor de zuiverste realistische ikunst
on voor de eenvoudigste Landschappen en
stillevens.
Lij nader inzien kan men dus niet zeg
gen, dat de boven besproken allegorische on
andere in beeldspraak sprekondo voorstel
lingen uitsluitend voor do hoogste kunst
werden gehouden. WéArom ze dan zoo in
trek waren? Het antwoord op deze vraag
moet naar sprekers inzien "dit zijndeze
kunsttak bevredigde slechts dat deel dor
artistieke aspiraties, dat niet voortkwam
uit zuiver picturale behoeften. Tal van Hol
landers vonden slechts dadrom groot beha
gen in dcio functie der beeldend# kunst,
omdat zij zich gewillig richtte naar elke
gedachte, maar daarnaast vereerden zij
evenzeer de realistische kunst, cn begrepen
zij, dat ook die schilderijen, waarbij men
niet kon filosofecren, groote kunstwerken
kunnen zijn.
Na in het voorbijgaan te hebben gewezen
op de verspreiding van tafereelen uit de
bijbclsche geschiedenis, door het grootste
doel van het publiek slechts gekocht om
hetgeen voorstelden, merkte spr. op, dat
in dio dagen ootk het portret zeer in trek
was; zoowel do portretgroep als het enkel
portret en onze portretschilders stonden in
hoogc core.
De vrspreiding van stillevens, bloem- en
vogelstukken, was medb^in do l7do eeuw
hier tc lando zosr groot. AI9 bewijs mogen
alweer dienen do inventarissen en do ge
schilderde en gegraveerde voorstellingen
van binnenhuizen.
Opzettelijk stelde spr. overal in het licht,
hoe men van al de gohoemdo categorieën
van schilderijen kon houden zonder het
minsto zuiver artistieke gevoel, maar al
leen door behagen te scheppen in de „na
tuurlijkheid" der voorstelling.
Maar gaat deze redcnecring wel op bij
die stillevens, welke bijna geen ander ge
not kunnen opwekken dan een van zuiver
picturalen aard? vroeg hij.
Zeker, ook hier heeft bij den liefhebber,
gelijk bij do portretten, voorop gestaan,
dat hij den indruk kreeg, alsof de voor
werpen in werkelijkheid vóór hcra stonden,
cn stellig dacht men in zulk geval her
haaldelijk aan de toen algemeen beken
de legende van Zeuxis en Parrhasius met
den druiventros cn het gordijn. Maar
verklaart dit alleen de gewoonte van
toen, om zulke stillevens in huis te hebben?
Neen, daar moet iets geweest zijn van
zuiver picturaal zien in dien tijdl
Tob diczelfdo slotsom moet ieder komen,
die de enorme yer3preiding van de land
schapskunst in de zeventiende eeuw na
gaat.
Zoo moeten er dus in onze Gouden Eeuw
wel, naast de velen, die schilderijen
kochten om het sujet, tal van van Hol
ders zijn geweest, die de werkelijko betce-
kenis onzer groote kunst begrepen.
En dat mag toch ook geen verwondering
haren bij een volk, onder wiens zonen
honderden de scheppers waren van die
juist om haar picturale kwaliteit zoo hoog
staande kunst.
Waarlijk aldus besloot spr. men
doet onzen voorouders onro?ht aan, als
men, daartoe verleid door de talrijke ver
halen van do armoede onzer oude schil
ders, de ellende, - waarin velen hunner ge
leefd hebben, alléén wijt aan gebrek aan
waardeering door hun tijdgenooten. Het
publick deed werkelijk voor zijn schilders
wat het kon, en die ellendige toestanden
moeten voor een groot deel worden gewe
ten aan overproductie en gebrek aan be
hoorlijken afzet.
Bij zijn toespraken, die op de eigenlijko
redo volgden, richtte spr. zich behalve tot
curatoren, hoogleeraren en studenten, ook
tot zijn leermeesters, dr. Bredi.us en dr.
Hofstede do Groot, die hem hebben inge
leid in den kring van het Haagsch Histo
risch Gezelschap, en tot de Hr.agscho kun
stenaars meer in het bijzonder tot Jozef
Israels, wiens vriendschappelijke ja vaak
vertr ou wel ijken omgang hij op zoo hoogen
prijs stelde.
Eerste huwelijksafkondiging van 20 Oct.
P. van Koert jm. 23 j. «n C. Peodera id. 26
W. G. Pluim jm. 23 j. ea M. M. T. Spaargaren
jd. 22 j. O. ITockx im. 22 i. ea J. Colpa )d.
21 j. W. T. do Grand im 24 j. en M Kruit
id. 24 j. J. van der Heydeu jm. 21 j. en A.
M. van Amsterdam jd. 23 j. W. Ualklmven jm.
22 i. en C. 0. Freuay jd 23 j. A. P. Loget jm.
26 j. en P. Moslort |d. 27 j. A. Harlevrid jm.
22 j. on A. van der Tuin jd. 22 j. Y. Boltrop
jm. 26 j. en (J A. AluDnik jd, 21 i. J. H. W.
van üpliuypen jm. 24 en E. Kordjjk jd. 26 i.
F. de V\ ilde )in. 32 j. en E. W. D. L. Keclilebon
)d. li j.
ALPHEN. Bevallen: H. M. C. van der Ploog
gob. Van Hagen (van Amsterdam). J, (J.
van Schaik geb. Koren Z.r (van Amsterdam).
B. do Hru(jn geb. Brak I). G. Eikeleuboom
geb. Van Zwieten Z.
Gehuwd: F. van Beek jm. 23 j. eo A. van
Varik jd. 22 j.
Overleden: C Bolder Z. 1 j. W. Lagerwejj
Z. 8 m.
OUDSHOORN. Bevallen: M. A. Uulscher
geb Tom Z.
TER-A AR. Be val Ion: J. Kleyn geb. Jansen
Z. H. den Uarlog geb. Snaterso D.
Overleden: N. Breeveld, 73 j., weduwe van
W. Spaaü.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: D.
Ruiter en W. Rodeuburgb. J. K U. Pronk en
P. T. van dor NVeele. C. Linthout en A.
Lan gereis.
Gehuwd: C. de Smit en L. Silvia. J. Daim
en J. Silvi9. G. Koelviok en J. H. Al. Bliek.
P. li. van Ellekoin, gesch., en li. van der VVoude-
Bevallen: 0. N. Dekkers geb. Do Graaf D.
C. van Tol geb. Vau der baarse Z. A- Tromp
geb. Groot D. Al. U. Bakker geb. Rijnbeek
D. Benschop geb. Veihoeven Z. en D.
AL de Jong geb. Van den ÜergA. K. Iluyamaus
geb. Kauflinan D. 0. /.oesiralen geb. Staa^eo
V. E. 0. Slingerland geb. Speg'üer L.
Overleden; lornelia van der Blom 3 m.
Geiritjo vau de Pol 10 in. Lornelia Kooij 3 w.
Neeltje IiietYeJd 13 w- T. Boelhouwers geb.
Vries 42 j.
VALKENBURG. Overleden: Dirk, 6 j., Z.
van J. VarkovisSer en 0. Bol.
WARMOND. Gokuwd: J. C. van der Yoot
en B. van der VV ilk.
Gebfcren: Theodorus Nicolaas, Z. van P. C.
Koikvhet eu C. JVl. vun Haa&trccht. Wilhelmiua
Alargarelba, D. vau Th vau Kompoo eu 0. Doloia.
Fa illiasementen.
T. S. Ren Broeder, rijwielhandelaar to
Utrecht.
B. T. J. Grimmelt, gcranfc van het bad
huis to Laag-Socren, wonendo aldaar.
G. S. Stccher, zonder beroep, wonende
to Hilversum.
P. Sanders, stcenkolenhandelaar cn con
ducteur, wonendo te Gcldrop.
A. Berends©, koopman cn winkelier, wo
nende te Schevening3n.
C. Th. Grocnenstcin( horlogemaker, wo
nende te Groningen, Sbocldraaiersstraat.
I. J, Benjaminfl jr., koopman en winke
lier in vloerzeilen, karpetten, enz., te Rot
terdam.
H. Bartela Bzn., koopman tc Groningen
magazijn „Do Pauw''.
B. J. Dolman, bouwkundige, vroeger
Van Ostadestraat 93 to Amsterdam.
Antoon Smeonk, veehouder to Duiven-
d recht.
H. Tol, gewoond hebbende te Water-
graafsmcer Kerkstraat No. 6, thans zich
bevindende buiten het Rijk in Europa.
Opgeheven het faillissement wegens ge
brek aan actief van A. I. Bronsgeesfc,
vroeger koopman cn restauratiehouder,
thansi zonder beroep, 1ste Helmersstraat
180 to Amsterdam.
Opgeheven do faillissementen van: H.
Nuburg tc Amsterdam, de firma Gebrs. Do
Hoogh, waartoo bchooren P. en F. L. do
Hoogh, in suikerwerken, to 's-Gravenhage;
vrouw© K. van Leer, gescheiden echtgenoo-
te van dca heer F. M. Schol to, wonendo
to Scheveningen.
Geëindigd: door het verbindend worden
der ccnige uitdeelingslijston 'de faillissemen
ten van: Jos. van Hagens, teektnaar aan
het kadaster fco 's-Hertogcnbosch; de nala
tenschap van John F. Eberson, in leven
koopman te Baarn; A. do Bpon, te Slie-
drccht, vroeger caféhouder to Hardings
veld.
Ecu geheim Claincescli genootschap.
Reeds sedert cenigcn tijd is to S'-marang,
volgens „Do Locomotief", een geheim Ghi-
neesch genootschap werkzaam, dat do
plaats zijner vergaderingen zorgvuldig ver
borgen houdt, maar, naar liet blad meent,
toch reeds bij d© politic in den kijker ia
geloopeD. De vereeniging draagt den naam
JKong Hi Tiong en tolt hoofdzakelijk Ma-
caoërs onder haar leden. Genoemd blad
kwam van dezo in het duister werkende
congregatie het volgende te weten. De
hoofdman is een uit China ontvlucht mis
dadiger, wien het in zijn eigen land to
warm onder de voeten werd. Sinkeh s zeg
gen, dat hij in zijn goede dagen een roover-
hoofdman is geweest cn dat hij hoogst
waarschijnlijk opgehangen zou zijn geweest,
als hij niet bijtijds de plaat gepoetst had.
Dit heerschap heeft zich thans to Semarang
gevestigd als meubelmaker, maar schijnt,
als president dor geheime vereeniging, een
soort van terrorisme uit to oefenen onder
de Macao-Chineezen. De leden der vereeni
ging zweren, dat zij nimmer het genoot
schap zullen verraden, bij de ecdsplecbtig-
bcid wordt een druppel bloed uit een der
vingers van den novice on een dnippel
bloed van den president in een beker arak
gemengd, waarna beiden uit dien beker
drinken. Wanneer een der leden ontrouw
wordt aan zijn eed, heeft hij dit met den
dood to boeten en ton toeken dat do broe
ders den verrader diep verachten, eten zij
stukjes van het lichaam van den vermoor
de in elkanders bijzijn op. De president
prest Chineezen tot het lidmaatschap dor
vcijeoniging en eischt zelfs bijdragen voor
zijn kas van de meubelfabrieken. Als aan
dien eisch niet wordt voldaan, wordt dn
fabriek geboycot; geen lid der vereeniging
mag er werken en alg een der leden dit
gebod overtreedt, -trekt de vereeniging op
hem af om hem te straffen. Voor een gaoot
deel zullen dan ook de dikwerf voorkomen
de vechtpartijen tusschcn Chinecsche meu
belmakers daar tor stede moeten worden
toegeschreven aan het optreden der veree
niging Kong Hi Tiong.
Onlangs werd te Scmarang een Chinec
sche meubelmaker vermoord. Do hoofdman
der Kong Hi Tiong werd als do dader
aangewezen, maar do landraad moest hem
vrijspreken, wegens gebrek aan voldoende
bewijs, waarschijnlijk ig de vermoordo Chi
nees een verrader van het genootschap ge
weest.
He-Ruytcr-postzegels.
De overgebleven De-Ruytor-zegcl3 zijn in
portzegels veranderd door middel van den
opdruk „port/egel" met de aanduiding van
de waarde. De aldus verkregen portzegels
zijn aanwezig in alle waardn, behalve in
dio van 20 cent. Na 1 November zullen zij
in gebruik wordej genomen. Deze porto
zegels mot opdruk zullen mede op aanvra
ge aan het publiek worden verkocht.
Hypotheek
op Huizen en Land wordt be
zorgd door
J. P. VERGOUWEN,
4368 6 Nieuwo R(jn £8
of twee Dames, die gozellig wil
len samenwonen, worden gemeu
bileerde Zit- on Slaapkauieis
met of zonder pension aangebo
den: Stillo Rijn 8 4290 8
De Gedeputeerde Staten der pro
vincie Zuid-Holland roepon by dozo
op do onbekende belanghebbenden,
om zoo z(| dit noodig achten te
vorschUnon ln do openbare vergade
ring van hun College, welke zal
gehouden worden in het gebouw van
het Provinciaal Bottuur, Korto Voor
hout alhior, op Jlaandag, den
£8ste«i October 1907, des na
middags te V/x uur, on waarin ver
slag zal worden uitgebracht inzake
liet bezwaar van W. WftLl/E te
Koudekerk, tegen de loting voor
de Nationale Militie van die gemeente,
lichting 1908.
Memoriön en Bewijsstukken kunnon
desverlangd aan lion worden inge
zonden tot en met £6 October
1907. 4375 80
Tot dien dag Ilggon de Stukken
dagelijks van 10 4 uron ter inzage
in het voornoemd Gebouw.
Do Gedeputeerde Staten voornoemd,
PATIJN, Voorzitter.
F. TAVENRAAT, Griffier.
'b-Grav£nhaos, 22 October 1907. I
yy
yy
yy
yt
4860 114
ongeveer oen Hectare beatTEEE-
of JBOEEEWLANl>, aan Buiten
water gelegen, by Leidon on Staats
spoor.
NB Tus^ch' n »or?c nen komen niot
in aanmerking.
Brieven aan het Eure9l van dit
.Blad onder No. .4Q42 10
Verloskundig©,
Prins Hendrikkade 37, by het
Centraal Station, Amsterdam. Consult
alle Werkdagen 11 3 en 7 9.
Onze Iraai geiliustr. biochure on
prijscourant (uitg. 1907) gratis. In
geslolon couvert 10 Gent postzegels
8638 9
Wanneer men
A dvertentiën
Trenscht te plaat
sen isi „Nïenivc Rott. Crt.",
„Handelsblad"," Telegraaf",
„Nieuws vau den Dag" of in
welk blad ook, wende men
Kick tot de Administratie
van ket „ILeidsck l>agblad"«