No. 14G22. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 23 OCTOBER. - TWEËDE BLAD. PERSOVERZICHT. i FEUILLETON. I Irma, en Walter. Ingezonden. Over 'do Dep utato n-v or gador ing fecgt „De Standaard-": Do afloop van onze Deputaten-vergade- ring was uitnemend. Eu werden 750 stemmen uitgebracht, ©n toen de breedo verklaring ten slotte in haar geheel in stemming kwam, werd zij met aller Btem aangenomen, en stemde er slechts cén afgevaardigde tegen. De oudo beproefde methode bleek ook nu .uitstekend te werken. Steeds heeft het Oentraal-Cofcnitó de voorstellen eerst aan de kiesvoreenigingen «elven toegezonden. Daarop bedenking en X>pmerking ingewacht. En toen elk inge bracht bezwaar, zooveel het even kon, po gen te ondervangen. Er moest op onze Deputatenvergadering hiet zijn een meerderheid, dio de minder heid sloeg, maar meerderheid en minder heid moesten in hoogerlo eenheid worden opgelost. Aan die verstandige en beleidvolle me thode hadden wij st.eds de een heid van richting in onze partij te danken; en ook nu is men geëindigd- met zich allen eaam in éénzelfde verklaring te vereeni gen. Eén tegenstem op do 750 stemmen telt Saiet. Leg nu naast elkaar wat oorspronkelijk gevraagd en nu eenparig toestemmend be antwoord werd en gij ziet met de stukken ,voor u, dat het verschil alleen hierin ligt, 'dat men voor redactieformuleering nog meer dan in de oorspronkelijke vragen, op de idèe, dio er in moest worden uitge drukt, is teruggegaan. „Do Rotterdammer" zegt., dat de h^loop den Deputatenvergadering, zuiver zakelijk beschouwd, haar verheugd heeft. Zij vergelijkt de aangenomen resolutie met de oorspronkelijke voorstellen en stelt ivast, dat aan veel bedenkingen is te ge- moet gekomen. Het woord „meerderjarigen" is in de re solutie niet to vinden, terwijl uitdrukke lijk do gebeelo vnouwenkwestio werd ter zijde gelaten. Het blad verheugt er zich over, dat het cloor het Centraal-Comitó aanvankelijk voorgestelde vrouwenkiesrecht -zoo weinig instemming vond als is gebleken. Ten aanzien van het capaciteiten-kies- Irecht schrijft hot blad: „Reeds had het centraal-eomité Donder dag ter vergadering al in zooverre met de oppositie rekening gehouden, dat het in Zijn nieuwe formulcering: lo. niet sprak .over examens, maar over gediplomeerden, iets wat voor de toekomst van belang kan zijn, en 2o. uit den weg geweken was voor 'do protesten tegen zoodanig vrouwenkies- lieclit, zoodat or thans alleen gesproken ■werd. over „manlijke gediplomeerden", iffweo consessios dus van beteekenis. Toch bloven ook zoo de bezwaren tegen het „capaciteiten-kiesrecht'' als zoodanig natuurlijk bestaan. Yan dit caDaciteiten- kiesrecht was echter niomand gediend. Het Vond inderdaad geen gratie. De voorzitter kon dan ook getuigen, dat niomand er zich voor had verklaard. Eigenlijk werd ihet dus met algemeene stemmen v&rwor- pon. Toch werd tevens de alinea over.het ca paciteiten-kiesrecht met algemeene stem men aangenomen. Dit wordt veroorzaakt door de navolgen de reden. Do antirevolutionairen zijn voor 'gezinshoofdenkiestiecht voor de Tweede .Kamer. Maar, er zijn er misschien onder 'de ooalitie-vrienden, die met dit gezins- hoofdenkiesrecht niet zullen meegaan, ten zij or „capaciteiten-kiesrecht'' aan toege voegd wordt. Do roomsche geestelijken heb ben geen gezin, dus is het geraden, ten ein- de do- medewerking der roomsch-katkolie- ken voor het gezinshoofdenkicsrecht te win nen, Oen weg to openen voor hun geestelij ken, om in de toekomst het kiesrecht even goed te kunnen verkrijgen als thans het ge- yal is. Ook in dit verband kón er tegen het yervallcn van vrouwen-kiesrecht geen be- 47) Zij had zich thuis haar reddingswerk zeer gemakkelijk gedacht; ook voor de moeilijkheden van den weg was het kind 'van het woud niet teruggeschrokJkon. Nu echter, bij het zien van die woeste, baav- 1,'dige mannen, sidderde het kleine kuij. •Zij had gedacht naar het slot te kannen snellen, om haar vrienden voor don komen- l'den vijand te waarschuwen, en nu was I dezo daar reeds. Zie, daar zag zij onder die allen de reuzengestalte van den smid. Met een jubelkreet stormde het beangstig- de kind op hem toe. I „O, smid Jacob, gij zijt hier 1" riep zij, „dah is het goed, je wilt toch niet, dat (die booze mannen die goede jonkvrouw leed doen?" Hot was den ijzeren man te moede, aLs nooit te voren. Daar stond zijn lieveling (voor hem cn vatte met de bloedende han- den zijn vereelte rechter en keek hem met haar grooto, bruine oogen, waaruit de tra- hen stroomden, zoo vol vertrouwen aan. Welke aardsche kracht is sterker dan het vertrouwen Wie kan het wederstaan? ,,Gret", stotterde de Goliath, „Gret, waar- orn kom je hierheen geloopen? Wil jij de /lui in het slot beschermen?" 'Maar het kind had onderwijl ook do slot- vrouw, die hevig weende, op het balkon ontdektzij rende tot vóór haar cn riep juichend: >rWees inaar gerust, do smid is er." zwaar eijn. Liefst heeft echter do antirevo lutionaire partij dit capaciteiten-kiesrecht niet. Het hoort er voor do Tweede Kamer niet te zijn. Het is geen organisch kiesrecht. Maar als het niet anders kan, dan zullen de antirevolutionairen er desnoods in berus ten, dat het niet-organische capaciteiten- kiesrecht komt bij het organisoho gezins hoofdenkicsrecht. Dan krijgen we dus een soort antirevolutionair „hutspot-kies recht".- De vraag dringt zich echter naar den voorgrond, of het dan niet beter was het capaciteiten-kiesrecht, waartegen allo anti revolutionairen bezwaar hebben, uit de re solutie van een anti-revolutionaire deputa- tonvorgadcring te verwijderen. Doch dit werd hierdoor verhinderd, dat dan de anti- rev. Kamerleden zouden meenen, dat door dio uitliehting zou zijn aangewezen, dat zij er desnoods in het uiterste geval ook niet vóór mochten zijn. Derhalve moest het, nu het Centraal-Uomité er eenmaal over gesproken had, blijven staan, en wena het als zoodanig met algemeene stemmen aangenomen, hoewel men er eigenlijk met algemeene stemmen tegen was, zoodat op zulk een wijze desnoods straks een soort, „mcngselkiesrechb" kan worden geaccep teerd." De uitslag heeft „De Rotterdam- m e r" en vele anderen in de overtuiging bevestigd, dat eigenlijk heel deze Deputar tcm-vorgadcring overbodig was. Het .ware te wonschen, zegt hot blad, dat zij niet ware gehouden. „H et Oentru m" schrijft; De Doputatenrvergadcring der anti-rev. partij blijkt een gelukkig verloop te heb ben gehad. Van ernstige verdeeldheid geen sprake. En de meeningsversohillen, waarop som- migo polemieken in de anti-rev. pers sche nen to wijzen, hebben den geest van een heid in de partij niet ernstig geschokt. In de zoo epincuzc kwestie van het kies recht kwam men op de hoofdpunten nage noeg eenparig tot accoord. Dit is het groote feit der gehouden ver gadering. Evenzeer is van veel belang, dat de aan genomen verklaring zich niet keerde tegen kiesrecht-uitbreiding, de uitsluiting van bedeelden wilde inkrimpen en een uitweg verlangde om ontkiczering tegen te gaan. Terwijl ten slotte met nadruk cr op go- wezen dient, dat op overleg met andere partijen van Rechts wordt aangestuurd. Op brcede, onbekrompen wijze heeft de landdag der anti-revolutionaire partij ten aanzien van het kiesrecht stolling geno men. Geen angstvalligheid, nog veel minder vrees, en ook geen ijdele phrasen, waaraan men geen houvast heeft. Positieve cischen zijn gesteld en de aan- knoopingspunfcen-zijn daar, welke tot over eenstemming met do overige partijen efcr Reohterzijdo 'kunnen voeren. Er komt in do aangenomen verklaring veel voor. wat althans do katholieken zal aantrekken. Reeds nu kan men zeggen, dat het blan co-artikel, door do Rcgecring voorgesteld, fiasco hooft gemaakt. En na de Deputaten vergader ing voelen wij ons versterkt in de reeds vroeger uit gesproken verwachting, dat do kiesrecht kwestie tot oplossing zal worden gebracht, niet door de leegc leuzen *an Links, maar door do positieve eischcn van Rechts. In haar rubriek „Sprokkelingen" geeft da „M i d d e 1 b u r g s c h e Courant" hot volgende te lezen: Er wordt veel geschreven over den s p e- c u 1 a t i c-g eest, die heeft geheerscht en do allertreurigste gevolgen heeft gehad. De financieele wereld doorleefde in den laatsten tijd een crisis zooals maar hoogst zelden het geval is geweest. Ei' zijn, zegt de icuwo Finan cier en Kap i t a 1 i 8 t", alleen op Russen cn Speculatieve Amerikanen verlie zen geleden tot een bed raag van 500,000,000 gulden. „Do speculanten vindt men", zoo schrijft het blad, „het meest onder do standen, Smid Jacob liet "zijn blik door do rijen gaan. Vragen klonken hier en daar naar op heldering. Een plotselinge bewoging ontstond onder de lui. Velen onder hen dachten ook aan vrouw en kind. Ras besloten hief hij het kind op zijn schouders cn riep „Kamera den, ziet dit kind, het is de dochter van ja ger Krug, een kind uit het volk, als wij. Het is gekomen om de jonkvrouw daarbo ven uit uw handen te redden." Hij wilde een van zijn gewone lachrceksen uitstooten, maar het bleef hem in de keel steken; ook moest hem bepaald wat in do oogen gevlo gen zijn, want hij veegde met den rug van zijn vrijo linkerhand herhaaldelijk over de oogen, Ik voor mijn deel", gin^ hij voort, „heb voor heden gei eg van de zaak; als vrouwen en kinderen grienen, is er niets degelijks te beprat:_i. Ik meen, dat we moe ten wachten, tot cr met den heer zelf te praten is." Daarna zette hij Gretchen op den grond en zcidc: „Zoo, ga nu maar heen naar je vriendin, wellicht maken dio daarboven je open. Wat is alles gegren deld en versperdGa maar en zeg, dat hun niets zal gebeuren, omdat jij bij smid Jacob voor hen gebeden hebt. Kameraden", zoo wendde hij zich tot dezen als een veldheer tot zijn leger: „Wie met mij naar het dorp terug gaat en na den rnarsch daar in de herberg zijn dorst stillen wil, mag het doen; de vertering betaalt vandaag smid Jacob. Verstaan V' Na een kort beraad was men met dozen voorslag tevreden en de bende trok weg. Gretchen was alleen teruggebleven, maar Irma ijlde, door Walter gevolgd, naar haar redster toe. Toen Walter zag, hoe de dame ruder tranen het kind in haar armen sloot. dia geen noemenswaardig vermogen bezit ten, doch goede inkomens, ontleend aan be roep, bedrijf of nering. Die standen zijn op dit moment in ons land geheel en al uitge put zij waren het Kanonenf uttor der beursveldslagen, en wij gelooven, dat 't jaren zal duren aleer nieuwe regimenten dwazen uit hun midden kunnen worden ge- recrutcerd, ton einde hun financieel bloed te vergieten op den ijdelen veldtocht naar zonder werik verworv-eoi fortuin. Het is diep jammer voor de "vele onschuldige vrouwen en kinderen, die mede slachtoffers worden van de groote beursslachtingen." Zij, die er over schreven, wezen er op, dat door die beursspeculaties onze goede naam, ons crediet naar den kelder gaat dat wij ons moesten schamen, wat zeker wel het geval mocht zijn; dat wij schouder aan schouder moeten staan; hoo is ons niet recht duidcli,ik. Maar al die redcnccringen baten zoo wei nig- Er zullen altijd blijven menschen, die gaarne spoedig rijk worden, en anderen, dio zulk een zucht met genoegen explollecrea om óok hun zakken to vullen. De wereld is eenmaal niet anders. Maar wat nu gebeurde, ïs een sprekend bewijs voor de vroeger geuite bewering hoe dwaas het is gewone loterijen aan banden te leggen, de Staatsloterij in ons land te willen afschaffen, en de b e u r s- speculatio vrij te laten. Nu i3 die laatste ook moeilijk te verbie den of te regelen. Maar waar het ergste niet 13 tegen te gaan, waarom dan getracht het minder erge te treffen, wat toch niet ten volle kan ge schieden, en een instelling op te heffen, die dit voorheeft, dat zij wettig is geregeld cn onder controle staat. Op de effectenbeurs schuilt het kwaad; daar zitten de groote en de kleïno sjache raars, die do menschen ongelukkig maken. Daartegen helpt geen praten. De spccuiantcn, vooral onder do kleine burgerij, kunnen alleen door schade ver standig worden. Dat zij die dan maar ondervinden De les is wel hard cn droef voor hen, dio mede de gevolgen ondervinden, maar zij kan voor de toekomst nuttig zijn. En dan kan het gebeurde hun tot leering strekken, die jagen naar weelde, die boven hun stand leven cn allerlei geneugten naja gen. Dat is de grooto kanker in ons tegen woordig maatschappelijk leven. De eenvoud verdwijnt racer cn meer. En het streven naar hoogcr leven, naar meer geld drijft de menschen tot dobbelen op de beurs, wat hen ten slotte ongelukkig maakt. Als men dit wat meer leert begrijpen, heeft de grooto catastrophe haar nuttige zijde. Onder het hoofd "Oordeelt niet lichtvaardig zei „Do Neder lander": Tot ons leedwezen maakt ook' de recht- sche pers zich nu cn dan schuldig aan de zelfde oppervlakkigheid ten opzichte van liet doen van bon oemingen door dit Kabinet, als do linkschc dit deed ten aanzien van de benoemingen van het vo rige. Of dit Kabinet in -werkelijkheid partij dig bonoemt, hebben wij niet nagegaan en kunnen wij niet nagaan. Men moet vrij goed op de hoogte zijn van allo gegevens, dio hij een benoeming in aanmerking ko men, om de al of niet partijdigheid daar van to kunnen bcoordeelcn. Maar men kan niet volstaan met eenvou dig te zeggen: een katholieke gemeente een liberale burgemeester, ergo partijdigi Of: een antirevolutionair schoolopziener vervangen door een liberaal; ergo partij dig! Immers wordt bij geen enkele betrek king alleen op de richting van den persoon gelet. Andere qualiteiten komen ook, mees tal zelfs in de eerste plaats, in aanmer king. Een Minister kan een antirevolutio nair vervangen door een liberaal cn te vens een liberaal door een antirevolutio nair. Waar is dan de partijdigheid? In vele gevallen is er zelfs onder de sollicitanten niemand van do richting gevoelde ook hij een sterke ontroering, ter wijl hij schertsend zeide: „De c-delvrouw in omarming met het kind uit het volk. Moge het een goed voorteckcn zijn van den vrede in de toekomst." Het duurde niet lang meer, of de getrou we hulptroepen, met den houtvester aan de spits, verschenen op het tooneel. Allen wa ren niet weinig verwonderd, het veld reeds van vijanden ontruimd to vinden, Voor den dapperen jager Koenraad was het een ze kere teleurstelling, dat do zaak een zoo vreedzaam verloop had, cn de gewensclite gelegenheid, om zij-1 dorst naar daden to lessen en te gelijk een rekening met den slotheer te vereffenen, onbenut moest blijven. Maar het streelde daarentegen niet wei nig zijn vadertrots, toen hij van Grctcliens moedig reddingswerk hoorde; ja, toen de jonkvrouw hem niet betraande oogen en veel warme woorden voor zijn hulpvaardigheid bedanktetoen zij met diepe ontroering van den moed en de trouw van zijn kind sprak, werd ook hij door een vreemde ont roering aangegrepen. Het was, als smolt opeens do ijzige korst, welke zich, trots al les cn hem zelf nauwelijks bewust, oni zijn trotsch hart had gevormd. Een vermoed n van de kostbaarheid, .welke de schat ian de trouw bezit, van den band van de trouw, welike heer cn knecht verbindt, kwam in hem op. Met een uitdrukking van bescheidenheid, zooals nog niemand ooit uit den mond van Kocflraad Krug vcrnomeji had, zeide hij: „Het ÏLind heeft getracht een deel van de schuld te delgenhaar ouders hebben 't niet gekund". Maar niet slechts voor den vader van do van den afgetreden ambtenaar. Een der bladen, waartegen onze opmerking zich richt, merkt dit zelf op. Maar wat b e- ,w ij s t dan het feit, dat in enkele gemeen ten titularissen van richting A. vervangen zijn door titularissen van richting B. Allerminst treft die beschuldiging van partijdigheid, waar het geldt benoemingen in de rechterlijke, macht. "Wij hebben daar op reeds meermalen gewezen. Als men desondanks instemt met de klacht, dat in Breda een niet-katholiek president is be noemd, met passeering van een katholiek lid der rechtbank, dat reeds het prarsidium had waargenomen eischt dan do billijk heid niet te melden, dat die nieuwbenoom- do dan toch christclijk-historisch was, dus tot de partij der Regeering niet behoort, zoodat partijdigheid het motief niet kkn geweest zijn? En gaat het aan van „pas- seeren" te spreken, wanneer men niet ze ker weet of de „gepasseerde'' paste voor dc plaats? Want dat een rechter het prac- sidium waarneemt, een functie, waartoo hij als oudste rechter kan geroepen zijn geworden bewijst nog niet, dat hij voor het pracsidium geschikt is. Zoo wordt verteld, als bewijs van partij digheid, dat do schoonzoon van ministor Van Raai to buiten do voordracht om in benoemd, terwijl toch de bladen reeds heb ben meegedeeld, dat dit laatste, het buiten do voordracht benoemen, onjuist is. Het is nu eenmaal gewoonte, dat elk? Ka binet van partijdigheid wordt beschuldigd, en wij beweren niet, dat deze beschuldiging altijd ongegrond is. Maar onzo pers meet hoog er staan dan die der tegenpartij, en behoort dus niet te volgen het verkeerde voorbeeld van andere richtingen, door zonder voldoende kennis van personen en zaken te oordeelen cn te veroordeelcn. Dat is niet de weg, om het politieke leven op te voeren tot hoogcr peil. Hooge Salarissen. Mijnheer do Redacteur I Met verwondering heb ik kennis geno men*" van het voorstel van B. en Wa. om da salarissen van de onderwijzers weor eens aanmerkelijk te verhoagen. Wat is toch weer het geval? Zij, die reeds oen salaris bezitten, waar mede zij onbekrompen kunnen rondkomen, krijgen er weor iets bii cndc mini mum-lijders worden vergeten I Is de taak aan een school met klassen van ongeveer 50 leerlingen soms lichter dan die aan scholen met klassen van pl.m. 25? Is het soms moeilijker aan 25 kinde ren Fransch te leeren, dan aan 50 Nedcr- landseh? Het schijnt van wel, want anders zou toch de gemeente niet een salaris van 9.32 1/2 per week durven geven aan pas- beginnende onderwijzers, die van die 6om 7 kostgeld moeten betalen en van dc rest zich moeten kleedon cn hun boeken, enz., enz., aanschaffen. M. do R., voor hen is het oen uitkomst wanneer zij eens voor een dag of veertien onder do wapenen moeten komen, zij be hoeven dan geen kostgeld te betalen cn kunnen van de overgehouden 13 a 20 gul den eens een fijn pak koopen. Noodig is het, M. do R.f dat onze stad- genooten eens wQten, dat er hier nog vele onderwijzers zijn, die met f 9.321/2, 10.22 of 11.11 per week een jaar of vijf, zes* moeten rondscharrelen. O, voor hen hoop ik, dat het mij gelukc is de harten van de raadsleden te ver murwen, dat 'b mij gelukt is voor hen een aanvangssalaris van 600 per jaar of f 11.11 per week af te bedelen, opda". zij 's zomers ook eens twee schoon© booidjes kunnen gebruiken, dc kale randen van hun hoeden niet meer met gemeente-inkt be hoeven zwart to maken cn 's winters een uurtje langer kunnen opblijven om te stu- deeren in plaats van om brandstof te spa ren naar bed to gaan. U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsruimte, verblijf ik hoogachtend, Een e x-m inimumlijdor. Anno 1S07. Hooggeachte Redacteur f Even wil ik U mcdcdeclen, dat de an- thracietschippers, in mijn vorig stukje bedoeld, reeds Vrijdag met do noorder zon uit Leiden zijn vertrokken. Ik vernam tot mijn spijt, dat kolenhaa' dclaars uit de buurt van Leiden er op worden aangezien, de personen te zijn, in mijn „Waarschuwing" aangeduid. Niets is minder waar dan dat Bewuste schippers Echenen uit" Amster dam afkomstig en maakten van veler goed geloovigheid misbruik. Door to groot vertrouwen, van de klanten of patroons worden vc.o zwakke leveranciers cn ondergeschikten; oneerlijk. Ziedaar een stelling, dio dago=» lijks, vaak op droevige wijze, wordt be wezen. Zeer dankbaar voor de verleende plaats ruimte, verblijf ik gaarne% Ued. dw. dn. A. W. KWAK. „Voordorp", te Leiderdorp, 23 Oct. 1D07V Hnmervcrkiezing Schiedam* Bij dc gisteren gehouden herstemming voor lid der Tweede Kamer in het district Schiedam werden uitgebracht 6878 geldi ge stemmen. Gekozen J h r. m r. D. J. do Geer, chr.-hist., met 3667 6temmen. D© heer H. J. Versteeg, lib., kreeg 3211 stemmen. Bij dc eerste stemming op Woensdag 9 October jl. werden uitgebracht 6137 geldige stemmen, v/aarvan jhr. mr. D. J. do Geer, chr.-hist., 2914, de hoer H. J. Versteeg, lib., 1820, dr. J. van Leeuwen, scc.-dem 844, dc heer A. W. F. Idenburg, anti -rev.> 421, cn dc heer A. P. Staalman, chr.-dcm 138 krecg. Bij dc algemeene verkiezingen op 16 Juni 1905 werden G512 geldige stemmen uitge bracht. Bij eerste stemming werd toen ge kozen mr. O. J. H. graaf van Limburg Stirum, chr.-hist., met 3953 stemmen, ter wijl de beer M. C. M. de Groot, vrijz.-dem 1642 en dr. J. van Leeuwen, soc.-dem., 917 stommen kreeg. Prof. Bjpenlieim on ds Prov. Groninger." De „Prov. Groa. Ct." schrijft: Van professor Oppenhcim te Leiden ont-1 vingen wij het bericht, dat hij, wcgen3 zijn benoeming tot lid van den Raad van State, zich verplicht rekent afstand te doen van de vaste medewerking aan ons blad, op 1 Maart 1872 dorr^Jicm a-angevangen en se dert onafgebroken voortgezet. Wij hebben dit besluit te eerbiedigen. Maar ons» lezers zullen begrijpen, dat liet ons oprecht leecf doet voor het vervolg dc medewerking te moeteg ontberen van don man, dio meer dan vijf cn dertig jaren achtereen de poli-/ tieko leiding van ons blad heeft gehad en door zijn opstellen een invloed van be teekenis op de ontwikkeling der vooruit- strevendo denkbeelden in het noonden van het land uitgeoefend heeft. Bezoek van ilen Keizer van Duiischiaud. Do datum voor het bezoek van den kei zer en do keizerin van Duitschland aan de Koninklijko .Familie te Amsterdam ia thans definitief vastgesteld c-p 20 Nov. Het bezoek zal, in strijd met het aan vankelijk voornemen, slechts cén dag du ren. Het keizerlijk jacht zal van IJmuidea naar do hoofdstad opstoomen. Do plaat-s, waar het in do haven zal aanleggen wordt nog overwogen. Waarschijnlijk zal dit zijn aan den kop van do Handelskade. Do ontvangst zal clan plaats hebben 111 het gebouw van den Algemcenen Dienst al daar. In rijtuigen wordt clan naar het Konink lijk Paleis gereden, waar de stoet tegen elf uren verwacht wordt. Aan het gala-diner ten Paleize zullen ver schillende autoriteiten aanzitten. Des avonds vertrekken do Keizerlijko gasten weder. Waarschijnlijk zullen dé Koningin, Prins Hendrik cn do Koningin-Moeder daags, to voren in Amsterdam aankomeft. (N. v. d. D.) kleine redster, doch ook voor ieder der wakkere lui, dio zoo bereidwillig ter hulpe gesneld waren, haddon Irma en Walter, in vereeniging met haar, woorden van har- telijikcn dank. Dc goede meester bood zich een welkome gelegenheid tot een hoog-op- golvcnde redevoering over dankbaarheid in het algemeen en in het bijzonder, maar niemand voelde zich heden geneigd, dit te becritiseeren of belachelijk te maken. Al len gevoelden met een zekeren eerbied, wat de kracht der reinste menschenliefde cn der trouwe aanhankelijkheid in den zwak ken man uitgewerkt had. In de groote kamers van de slotbewo- nors was het weer stil geworden, maar des t-e grooter leven h'eerschto er in de ver trekken dar bedienden. Daar werd dc ge beurtenis natuurlijk ia alle kleuren be sproken. Gretchen was de heldi.i van den dag geworden, doch ook de moed van do slotvrouwe werd niet weinig bewonderd. Irma gevoelde een zekere beschroomd heid, toen zij zich plotseling met Walter alleen zag, en zij verklaarde haastig, dat zij naar haar vader wilde gaan, om tc zieu of hij niet verontrust was. „Wil ilk met u mee gaan, of komt ge te rug om het mij te vertellen?" vroeg Walter. - Irma beloofde dit laatste. Nadat zij zich overtuigd had, dat de zieke nog in rusti- gen slaap verkeerde, dank zij den voor- ziclitiglieidsmaatregelenwaardoor het tu muit niet in de ziekenkamer was gedron gen, ging zij langzaam weer de trap af. Een eigenaardig bcklcmmcud gevoel .wa» over haar gekomen. „Heb ik mij verraden?" vroeg zij zichzelf verschrikt; „0 neen, ilk deed niets meer dan mijn plicht. Maar nu moet ik hem toch bedanken voor alles, wat hij om on- zentwil gewaagd heeft." Zij siddende licht bij deze gedachte; toen zij in dc tuinkamer terugkeerde, vond z-ij daar Walter op haar wachten. „Hoe gaat het met oom?" vroeg hij. „Goddank, hij slaapt rustig; hij Ier niets bemerkt." Irma hijgde naar adem. „Ja, dank uw voorzichtigheid. Hoeveel hebben wij u te danken, Walter." Haar stem beefde hevig, z'j greep snel een stoelleuning om een steun te zodkeu. „Gij wilt mij bedanken? Ben ik het niet, lievo Irma, die u to danken heb?" „Ik deed slechts mijn plicht," antwoord de zij met neergeslagen oogen. „Slechts uw plicht!" klonk liet bijna ver wijtend tcnug, en een donkere schaduw trok den burchtheer over het gezicht, dat vóór dit antwoord zoo'n vroolijke uitdruk king had. „Slechts mijn plicht," herhaalde Irma, en door dc ongerustheid, haar gevoel to hebben verraden, klonken haar woorden onnatuurlijk koud. Er ontstond een pauze en daarna zeido Walter: iGij zult na deze opwinding wel rust noodig hebben. Ik hoop, dat do schrik en do zorg, welke gij hebt uitgestaan, u niet zullen schaden. Groet uw oom." Hij reikte haar dc hand tot afscheid ea zij *cheidden. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 5