No. 14G22. LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 23 OCTOBER. - TWEËDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
i FEUILLETON.
I Irma, en Walter.
Ingezonden.
Over 'do Dep utato n-v or gador ing
fecgt „De Standaard-":
Do afloop van onze Deputaten-vergade-
ring was uitnemend.
Eu werden 750 stemmen uitgebracht, ©n
toen de breedo verklaring ten slotte in
haar geheel in stemming kwam, werd zij
met aller Btem aangenomen, en stemde
er slechts cén afgevaardigde tegen.
De oudo beproefde methode bleek ook nu
.uitstekend te werken.
Steeds heeft het Oentraal-Cofcnitó de
voorstellen eerst aan de kiesvoreenigingen
«elven toegezonden. Daarop bedenking en
X>pmerking ingewacht. En toen elk inge
bracht bezwaar, zooveel het even kon, po
gen te ondervangen.
Er moest op onze Deputatenvergadering
hiet zijn een meerderheid, dio de minder
heid sloeg, maar meerderheid en minder
heid moesten in hoogerlo eenheid worden
opgelost.
Aan die verstandige en beleidvolle me
thode hadden wij st.eds de een
heid van richting in onze partij te danken;
en ook nu is men geëindigd- met zich allen
eaam in éénzelfde verklaring te vereeni
gen.
Eén tegenstem op do 750 stemmen telt
Saiet.
Leg nu naast elkaar wat oorspronkelijk
gevraagd en nu eenparig toestemmend be
antwoord werd en gij ziet met de stukken
,voor u, dat het verschil alleen hierin ligt,
'dat men voor redactieformuleering nog
meer dan in de oorspronkelijke vragen, op
de idèe, dio er in moest worden uitge
drukt, is teruggegaan.
„Do Rotterdammer" zegt., dat de
h^loop den Deputatenvergadering, zuiver
zakelijk beschouwd, haar verheugd heeft.
Zij vergelijkt de aangenomen resolutie met
de oorspronkelijke voorstellen en stelt
ivast, dat aan veel bedenkingen is te ge-
moet gekomen.
Het woord „meerderjarigen" is in de re
solutie niet to vinden, terwijl uitdrukke
lijk do gebeelo vnouwenkwestio werd ter
zijde gelaten.
Het blad verheugt er zich over, dat het
cloor het Centraal-Comitó aanvankelijk
voorgestelde vrouwenkiesrecht -zoo weinig
instemming vond als is gebleken.
Ten aanzien van het capaciteiten-kies-
Irecht schrijft hot blad:
„Reeds had het centraal-eomité Donder
dag ter vergadering al in zooverre met de
oppositie rekening gehouden, dat het in
Zijn nieuwe formulcering: lo. niet sprak
.over examens, maar over gediplomeerden,
iets wat voor de toekomst van belang kan
zijn, en 2o. uit den weg geweken was voor
'do protesten tegen zoodanig vrouwenkies-
lieclit, zoodat or thans alleen gesproken
■werd. over „manlijke gediplomeerden",
iffweo consessios dus van beteekenis.
Toch bloven ook zoo de bezwaren tegen
het „capaciteiten-kiesrecht'' als zoodanig
natuurlijk bestaan. Yan dit caDaciteiten-
kiesrecht was echter niomand gediend. Het
Vond inderdaad geen gratie. De voorzitter
kon dan ook getuigen, dat niomand er
zich voor had verklaard. Eigenlijk werd
ihet dus met algemeene stemmen v&rwor-
pon.
Toch werd tevens de alinea over.het ca
paciteiten-kiesrecht met algemeene stem
men aangenomen.
Dit wordt veroorzaakt door de navolgen
de reden. Do antirevolutionairen zijn voor
'gezinshoofdenkiestiecht voor de Tweede
.Kamer. Maar, er zijn er misschien onder
'de ooalitie-vrienden, die met dit gezins-
hoofdenkiesrecht niet zullen meegaan, ten
zij or „capaciteiten-kiesrecht'' aan toege
voegd wordt. Do roomsche geestelijken heb
ben geen gezin, dus is het geraden, ten ein-
de do- medewerking der roomsch-katkolie-
ken voor het gezinshoofdenkicsrecht te win
nen, Oen weg to openen voor hun geestelij
ken, om in de toekomst het kiesrecht even
goed te kunnen verkrijgen als thans het ge-
yal is. Ook in dit verband kón er tegen het
yervallcn van vrouwen-kiesrecht geen be-
47)
Zij had zich thuis haar reddingswerk
zeer gemakkelijk gedacht; ook voor de
moeilijkheden van den weg was het kind
'van het woud niet teruggeschrokJkon. Nu
echter, bij het zien van die woeste, baav-
1,'dige mannen, sidderde het kleine kuij.
•Zij had gedacht naar het slot te kannen
snellen, om haar vrienden voor don komen-
l'den vijand te waarschuwen, en nu was
I dezo daar reeds. Zie, daar zag zij onder
die allen de reuzengestalte van den smid.
Met een jubelkreet stormde het beangstig-
de kind op hem toe.
I „O, smid Jacob, gij zijt hier 1" riep zij,
„dah is het goed, je wilt toch niet, dat
(die booze mannen die goede jonkvrouw
leed doen?"
Hot was den ijzeren man te moede, aLs
nooit te voren. Daar stond zijn lieveling
(voor hem cn vatte met de bloedende han-
den zijn vereelte rechter en keek hem met
haar grooto, bruine oogen, waaruit de tra-
hen stroomden, zoo vol vertrouwen aan.
Welke aardsche kracht is sterker dan het
vertrouwen Wie kan het wederstaan?
,,Gret", stotterde de Goliath, „Gret, waar-
orn kom je hierheen geloopen? Wil jij de
/lui in het slot beschermen?"
'Maar het kind had onderwijl ook do slot-
vrouw, die hevig weende, op het balkon
ontdektzij rende tot vóór haar cn riep
juichend: >rWees inaar gerust, do smid
is er."
zwaar eijn. Liefst heeft echter do antirevo
lutionaire partij dit capaciteiten-kiesrecht
niet. Het hoort er voor do Tweede Kamer
niet te zijn. Het is geen organisch kiesrecht.
Maar als het niet anders kan, dan zullen de
antirevolutionairen er desnoods in berus
ten, dat het niet-organische capaciteiten-
kiesrecht komt bij het organisoho gezins
hoofdenkicsrecht. Dan krijgen we dus een
soort antirevolutionair „hutspot-kies
recht".-
De vraag dringt zich echter naar den
voorgrond, of het dan niet beter was het
capaciteiten-kiesrecht, waartegen allo anti
revolutionairen bezwaar hebben, uit de re
solutie van een anti-revolutionaire deputa-
tonvorgadcring te verwijderen. Doch dit
werd hierdoor verhinderd, dat dan de anti-
rev. Kamerleden zouden meenen, dat door
dio uitliehting zou zijn aangewezen, dat
zij er desnoods in het uiterste geval ook
niet vóór mochten zijn. Derhalve moest
het, nu het Centraal-Uomité er eenmaal
over gesproken had, blijven staan, en wena
het als zoodanig met algemeene stemmen
aangenomen, hoewel men er eigenlijk met
algemeene stemmen tegen was, zoodat op
zulk een wijze desnoods straks een soort,
„mcngselkiesrechb" kan worden geaccep
teerd."
De uitslag heeft „De Rotterdam-
m e r" en vele anderen in de overtuiging
bevestigd, dat eigenlijk heel deze Deputar
tcm-vorgadcring overbodig was. Het .ware
te wonschen, zegt hot blad, dat zij niet
ware gehouden.
„H et Oentru m" schrijft;
De Doputatenrvergadcring der anti-rev.
partij blijkt een gelukkig verloop te heb
ben gehad.
Van ernstige verdeeldheid geen sprake.
En de meeningsversohillen, waarop som-
migo polemieken in de anti-rev. pers sche
nen to wijzen, hebben den geest van een
heid in de partij niet ernstig geschokt.
In de zoo epincuzc kwestie van het kies
recht kwam men op de hoofdpunten nage
noeg eenparig tot accoord.
Dit is het groote feit der gehouden ver
gadering.
Evenzeer is van veel belang, dat de aan
genomen verklaring zich niet keerde tegen
kiesrecht-uitbreiding, de uitsluiting van
bedeelden wilde inkrimpen en een uitweg
verlangde om ontkiczering tegen te gaan.
Terwijl ten slotte met nadruk cr op go-
wezen dient, dat op overleg met andere
partijen van Rechts wordt aangestuurd.
Op brcede, onbekrompen wijze heeft de
landdag der anti-revolutionaire partij ten
aanzien van het kiesrecht stolling geno
men.
Geen angstvalligheid, nog veel minder
vrees, en ook geen ijdele phrasen, waaraan
men geen houvast heeft.
Positieve cischen zijn gesteld en de aan-
knoopingspunfcen-zijn daar, welke tot over
eenstemming met do overige partijen efcr
Reohterzijdo 'kunnen voeren.
Er komt in do aangenomen verklaring
veel voor. wat althans do katholieken zal
aantrekken.
Reeds nu kan men zeggen, dat het blan
co-artikel, door do Rcgecring voorgesteld,
fiasco hooft gemaakt.
En na de Deputaten vergader ing voelen
wij ons versterkt in de reeds vroeger uit
gesproken verwachting, dat do kiesrecht
kwestie tot oplossing zal worden gebracht,
niet door de leegc leuzen *an Links, maar
door do positieve eischcn van Rechts.
In haar rubriek „Sprokkelingen" geeft
da „M i d d e 1 b u r g s c h e Courant"
hot volgende te lezen:
Er wordt veel geschreven over den s p e-
c u 1 a t i c-g eest, die heeft geheerscht en
do allertreurigste gevolgen heeft gehad.
De financieele wereld doorleefde in den
laatsten tijd een crisis zooals maar hoogst
zelden het geval is geweest.
Ei' zijn, zegt de icuwo Finan
cier en Kap i t a 1 i 8 t", alleen op
Russen cn Speculatieve Amerikanen verlie
zen geleden tot een bed raag van 500,000,000
gulden.
„Do speculanten vindt men", zoo schrijft
het blad, „het meest onder do standen,
Smid Jacob liet "zijn blik door do rijen
gaan. Vragen klonken hier en daar naar op
heldering.
Een plotselinge bewoging ontstond onder
de lui. Velen onder hen dachten ook aan
vrouw en kind. Ras besloten hief hij het
kind op zijn schouders cn riep „Kamera
den, ziet dit kind, het is de dochter van ja
ger Krug, een kind uit het volk, als wij.
Het is gekomen om de jonkvrouw daarbo
ven uit uw handen te redden." Hij wilde
een van zijn gewone lachrceksen uitstooten,
maar het bleef hem in de keel steken; ook
moest hem bepaald wat in do oogen gevlo
gen zijn, want hij veegde met den rug van
zijn vrijo linkerhand herhaaldelijk over de
oogen, Ik voor mijn deel", gin^ hij voort,
„heb voor heden gei eg van de zaak; als
vrouwen en kinderen grienen, is er niets
degelijks te beprat:_i. Ik meen, dat we moe
ten wachten, tot cr met den heer zelf te
praten is." Daarna zette hij Gretchen op
den grond en zcidc: „Zoo, ga nu maar
heen naar je vriendin, wellicht maken dio
daarboven je open. Wat is alles gegren
deld en versperdGa maar en zeg, dat hun
niets zal gebeuren, omdat jij bij smid Jacob
voor hen gebeden hebt. Kameraden", zoo
wendde hij zich tot dezen als een veldheer
tot zijn leger: „Wie met mij naar het dorp
terug gaat en na den rnarsch daar in de
herberg zijn dorst stillen wil, mag het
doen; de vertering betaalt vandaag smid
Jacob. Verstaan V'
Na een kort beraad was men met dozen
voorslag tevreden en de bende trok weg.
Gretchen was alleen teruggebleven, maar
Irma ijlde, door Walter gevolgd, naar haar
redster toe. Toen Walter zag, hoe de dame
ruder tranen het kind in haar armen sloot.
dia geen noemenswaardig vermogen bezit
ten, doch goede inkomens, ontleend aan be
roep, bedrijf of nering. Die standen zijn op
dit moment in ons land geheel en al uitge
put zij waren het Kanonenf uttor
der beursveldslagen, en wij gelooven, dat 't
jaren zal duren aleer nieuwe regimenten
dwazen uit hun midden kunnen worden ge-
recrutcerd, ton einde hun financieel bloed
te vergieten op den ijdelen veldtocht naar
zonder werik verworv-eoi fortuin. Het is diep
jammer voor de "vele onschuldige vrouwen
en kinderen, die mede slachtoffers worden
van de groote beursslachtingen."
Zij, die er over schreven, wezen er op,
dat door die beursspeculaties onze goede
naam, ons crediet naar den kelder gaat
dat wij ons moesten schamen, wat zeker wel
het geval mocht zijn; dat wij schouder aan
schouder moeten staan; hoo is ons niet
recht duidcli,ik.
Maar al die redcnccringen baten zoo wei
nig-
Er zullen altijd blijven menschen, die
gaarne spoedig rijk worden, en anderen, dio
zulk een zucht met genoegen explollecrea
om óok hun zakken to vullen.
De wereld is eenmaal niet anders.
Maar wat nu gebeurde, ïs een sprekend
bewijs voor de vroeger geuite bewering hoe
dwaas het is gewone loterijen aan banden
te leggen, de Staatsloterij in ons
land te willen afschaffen, en de b e u r s-
speculatio vrij te laten.
Nu i3 die laatste ook moeilijk te verbie
den of te regelen.
Maar waar het ergste niet 13 tegen te
gaan, waarom dan getracht het minder erge
te treffen, wat toch niet ten volle kan ge
schieden, en een instelling op te heffen, die
dit voorheeft, dat zij wettig is geregeld cn
onder controle staat.
Op de effectenbeurs schuilt het kwaad;
daar zitten de groote en de kleïno sjache
raars, die do menschen ongelukkig maken.
Daartegen helpt geen praten.
De spccuiantcn, vooral onder do kleine
burgerij, kunnen alleen door schade ver
standig worden.
Dat zij die dan maar ondervinden
De les is wel hard cn droef voor hen, dio
mede de gevolgen ondervinden, maar zij
kan voor de toekomst nuttig zijn.
En dan kan het gebeurde hun tot leering
strekken, die jagen naar weelde, die boven
hun stand leven cn allerlei geneugten naja
gen.
Dat is de grooto kanker in ons tegen
woordig maatschappelijk leven.
De eenvoud verdwijnt racer cn meer.
En het streven naar hoogcr leven, naar
meer geld drijft de menschen tot dobbelen
op de beurs, wat hen ten slotte ongelukkig
maakt.
Als men dit wat meer leert begrijpen,
heeft de grooto catastrophe haar nuttige
zijde.
Onder het hoofd "Oordeelt niet
lichtvaardig zei „Do Neder
lander":
Tot ons leedwezen maakt ook' de recht-
sche pers zich nu cn dan schuldig aan de
zelfde oppervlakkigheid ten opzichte van
liet doen van bon oemingen door dit
Kabinet, als do linkschc dit deed ten
aanzien van de benoemingen van het vo
rige.
Of dit Kabinet in -werkelijkheid partij
dig bonoemt, hebben wij niet nagegaan en
kunnen wij niet nagaan. Men moet vrij
goed op de hoogte zijn van allo gegevens,
dio hij een benoeming in aanmerking ko
men, om de al of niet partijdigheid daar
van to kunnen bcoordeelcn.
Maar men kan niet volstaan met eenvou
dig te zeggen: een katholieke gemeente
een liberale burgemeester, ergo partijdigi
Of: een antirevolutionair schoolopziener
vervangen door een liberaal; ergo partij
dig! Immers wordt bij geen enkele betrek
king alleen op de richting van den persoon
gelet. Andere qualiteiten komen ook, mees
tal zelfs in de eerste plaats, in aanmer
king. Een Minister kan een antirevolutio
nair vervangen door een liberaal cn te
vens een liberaal door een antirevolutio
nair. Waar is dan de partijdigheid?
In vele gevallen is er zelfs onder
de sollicitanten niemand van do richting
gevoelde ook hij een sterke ontroering, ter
wijl hij schertsend zeide: „De c-delvrouw
in omarming met het kind uit het volk.
Moge het een goed voorteckcn zijn van den
vrede in de toekomst."
Het duurde niet lang meer, of de getrou
we hulptroepen, met den houtvester aan de
spits, verschenen op het tooneel. Allen wa
ren niet weinig verwonderd, het veld reeds
van vijanden ontruimd to vinden, Voor den
dapperen jager Koenraad was het een ze
kere teleurstelling, dat do zaak een zoo
vreedzaam verloop had, cn de gewensclite
gelegenheid, om zij-1 dorst naar daden to
lessen en te gelijk een rekening met den
slotheer te vereffenen, onbenut moest
blijven.
Maar het streelde daarentegen niet wei
nig zijn vadertrots, toen hij van Grctcliens
moedig reddingswerk hoorde; ja, toen de
jonkvrouw hem niet betraande oogen en veel
warme woorden voor zijn hulpvaardigheid
bedanktetoen zij met diepe ontroering
van den moed en de trouw van zijn kind
sprak, werd ook hij door een vreemde ont
roering aangegrepen. Het was, als smolt
opeens do ijzige korst, welke zich, trots al
les cn hem zelf nauwelijks bewust, oni zijn
trotsch hart had gevormd. Een vermoed n
van de kostbaarheid, .welke de schat ian
de trouw bezit, van den band van de
trouw, welike heer cn knecht verbindt,
kwam in hem op. Met een uitdrukking
van bescheidenheid, zooals nog niemand
ooit uit den mond van Kocflraad Krug
vcrnomeji had, zeide hij:
„Het ÏLind heeft getracht een deel van
de schuld te delgenhaar ouders hebben 't
niet gekund".
Maar niet slechts voor den vader van do
van den afgetreden ambtenaar. Een der
bladen, waartegen onze opmerking zich
richt, merkt dit zelf op. Maar wat b e-
,w ij s t dan het feit, dat in enkele gemeen
ten titularissen van richting A. vervangen
zijn door titularissen van richting B.
Allerminst treft die beschuldiging van
partijdigheid, waar het geldt benoemingen
in de rechterlijke, macht. "Wij hebben daar
op reeds meermalen gewezen. Als men
desondanks instemt met de klacht, dat in
Breda een niet-katholiek president is be
noemd, met passeering van een katholiek
lid der rechtbank, dat reeds het prarsidium
had waargenomen eischt dan do billijk
heid niet te melden, dat die nieuwbenoom-
do dan toch christclijk-historisch was, dus
tot de partij der Regeering niet behoort,
zoodat partijdigheid het motief niet kkn
geweest zijn? En gaat het aan van „pas-
seeren" te spreken, wanneer men niet ze
ker weet of de „gepasseerde'' paste voor
dc plaats? Want dat een rechter het prac-
sidium waarneemt, een functie, waartoo
hij als oudste rechter kan geroepen zijn
geworden bewijst nog niet, dat hij voor
het pracsidium geschikt is.
Zoo wordt verteld, als bewijs van partij
digheid, dat do schoonzoon van ministor
Van Raai to buiten do voordracht om in
benoemd, terwijl toch de bladen reeds heb
ben meegedeeld, dat dit laatste, het buiten
do voordracht benoemen, onjuist is.
Het is nu eenmaal gewoonte, dat elk? Ka
binet van partijdigheid wordt beschuldigd,
en wij beweren niet, dat deze beschuldiging
altijd ongegrond is. Maar onzo pers meet
hoog er staan dan die der tegenpartij,
en behoort dus niet te volgen het verkeerde
voorbeeld van andere richtingen, door
zonder voldoende kennis van personen
en zaken te oordeelen cn te veroordeelcn.
Dat is niet de weg, om het politieke leven
op te voeren tot hoogcr peil.
Hooge Salarissen.
Mijnheer do Redacteur I
Met verwondering heb ik kennis geno
men*" van het voorstel van B. en Wa. om
da salarissen van de onderwijzers weor
eens aanmerkelijk te verhoagen.
Wat is toch weer het geval?
Zij, die reeds oen salaris bezitten, waar
mede zij onbekrompen kunnen rondkomen,
krijgen er weor iets bii cndc mini
mum-lijders worden vergeten I
Is de taak aan een school met klassen
van ongeveer 50 leerlingen soms lichter
dan die aan scholen met klassen van pl.m.
25? Is het soms moeilijker aan 25 kinde
ren Fransch te leeren, dan aan 50 Nedcr-
landseh?
Het schijnt van wel, want anders zou
toch de gemeente niet een salaris van
9.32 1/2 per week durven geven aan pas-
beginnende onderwijzers, die van die 6om
7 kostgeld moeten betalen en van dc
rest zich moeten kleedon cn hun boeken,
enz., enz., aanschaffen.
M. do R., voor hen is het oen uitkomst
wanneer zij eens voor een dag of veertien
onder do wapenen moeten komen, zij be
hoeven dan geen kostgeld te betalen cn
kunnen van de overgehouden 13 a 20 gul
den eens een fijn pak koopen.
Noodig is het, M. do R.f dat onze stad-
genooten eens wQten, dat er hier nog vele
onderwijzers zijn, die met f 9.321/2,
10.22 of 11.11 per week een jaar of vijf,
zes* moeten rondscharrelen.
O, voor hen hoop ik, dat het mij gelukc
is de harten van de raadsleden te ver
murwen, dat 'b mij gelukt is voor hen een
aanvangssalaris van 600 per jaar of
f 11.11 per week af te bedelen, opda". zij
's zomers ook eens twee schoon© booidjes
kunnen gebruiken, dc kale randen van hun
hoeden niet meer met gemeente-inkt be
hoeven zwart to maken cn 's winters een
uurtje langer kunnen opblijven om te stu-
deeren in plaats van om brandstof te spa
ren naar bed to gaan.
U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor
de plaatsruimte, verblijf ik hoogachtend,
Een e x-m inimumlijdor.
Anno 1S07.
Hooggeachte Redacteur f
Even wil ik U mcdcdeclen, dat de an-
thracietschippers, in mijn vorig stukje
bedoeld, reeds Vrijdag met do noorder
zon uit Leiden zijn vertrokken.
Ik vernam tot mijn spijt, dat kolenhaa'
dclaars uit de buurt van Leiden er op
worden aangezien, de personen te zijn, in
mijn „Waarschuwing" aangeduid. Niets
is minder waar dan dat
Bewuste schippers Echenen uit" Amster
dam afkomstig en maakten van veler goed
geloovigheid misbruik.
Door to groot vertrouwen,
van de klanten of patroons worden vc.o
zwakke leveranciers cn ondergeschikten;
oneerlijk. Ziedaar een stelling, dio dago=»
lijks, vaak op droevige wijze, wordt be
wezen.
Zeer dankbaar voor de verleende plaats
ruimte, verblijf ik gaarne%
Ued. dw. dn.
A. W. KWAK.
„Voordorp", te Leiderdorp, 23 Oct. 1D07V
Hnmervcrkiezing Schiedam*
Bij dc gisteren gehouden herstemming
voor lid der Tweede Kamer in het district
Schiedam werden uitgebracht 6878 geldi
ge stemmen.
Gekozen J h r. m r. D. J. do Geer,
chr.-hist., met 3667 6temmen. D© heer H.
J. Versteeg, lib., kreeg 3211 stemmen.
Bij dc eerste stemming op Woensdag 9
October jl. werden uitgebracht 6137 geldige
stemmen, v/aarvan jhr. mr. D. J. do Geer,
chr.-hist., 2914, de hoer H. J. Versteeg,
lib., 1820, dr. J. van Leeuwen, scc.-dem
844, dc heer A. W. F. Idenburg, anti -rev.>
421, cn dc heer A. P. Staalman, chr.-dcm
138 krecg.
Bij dc algemeene verkiezingen op 16 Juni
1905 werden G512 geldige stemmen uitge
bracht. Bij eerste stemming werd toen ge
kozen mr. O. J. H. graaf van Limburg
Stirum, chr.-hist., met 3953 stemmen, ter
wijl de beer M. C. M. de Groot, vrijz.-dem
1642 en dr. J. van Leeuwen, soc.-dem., 917
stommen kreeg.
Prof. Bjpenlieim on ds Prov. Groninger."
De „Prov. Groa. Ct." schrijft:
Van professor Oppenhcim te Leiden ont-1
vingen wij het bericht, dat hij, wcgen3 zijn
benoeming tot lid van den Raad van State,
zich verplicht rekent afstand te doen van
de vaste medewerking aan ons blad, op 1
Maart 1872 dorr^Jicm a-angevangen en se
dert onafgebroken voortgezet. Wij hebben
dit besluit te eerbiedigen. Maar ons» lezers
zullen begrijpen, dat liet ons oprecht leecf
doet voor het vervolg dc medewerking te
moeteg ontberen van don man, dio meer
dan vijf cn dertig jaren achtereen de poli-/
tieko leiding van ons blad heeft gehad
en door zijn opstellen een invloed van be
teekenis op de ontwikkeling der vooruit-
strevendo denkbeelden in het noonden van
het land uitgeoefend heeft.
Bezoek van ilen Keizer van Duiischiaud.
Do datum voor het bezoek van den kei
zer en do keizerin van Duitschland aan de
Koninklijko .Familie te Amsterdam ia
thans definitief vastgesteld c-p 20 Nov.
Het bezoek zal, in strijd met het aan
vankelijk voornemen, slechts cén dag du
ren.
Het keizerlijk jacht zal van IJmuidea
naar do hoofdstad opstoomen. Do plaat-s,
waar het in do haven zal aanleggen wordt
nog overwogen. Waarschijnlijk zal dit zijn
aan den kop van do Handelskade.
Do ontvangst zal clan plaats hebben 111
het gebouw van den Algemcenen Dienst al
daar.
In rijtuigen wordt clan naar het Konink
lijk Paleis gereden, waar de stoet tegen
elf uren verwacht wordt.
Aan het gala-diner ten Paleize zullen ver
schillende autoriteiten aanzitten. Des
avonds vertrekken do Keizerlijko gasten
weder. Waarschijnlijk zullen dé Koningin,
Prins Hendrik cn do Koningin-Moeder
daags, to voren in Amsterdam aankomeft.
(N. v. d. D.)
kleine redster, doch ook voor ieder der
wakkere lui, dio zoo bereidwillig ter hulpe
gesneld waren, haddon Irma en Walter,
in vereeniging met haar, woorden van har-
telijikcn dank. Dc goede meester bood zich
een welkome gelegenheid tot een hoog-op-
golvcnde redevoering over dankbaarheid
in het algemeen en in het bijzonder, maar
niemand voelde zich heden geneigd, dit te
becritiseeren of belachelijk te maken. Al
len gevoelden met een zekeren eerbied, wat
de kracht der reinste menschenliefde cn
der trouwe aanhankelijkheid in den zwak
ken man uitgewerkt had.
In de groote kamers van de slotbewo-
nors was het weer stil geworden, maar des
t-e grooter leven h'eerschto er in de ver
trekken dar bedienden. Daar werd dc ge
beurtenis natuurlijk ia alle kleuren be
sproken. Gretchen was de heldi.i van den
dag geworden, doch ook de moed van do
slotvrouwe werd niet weinig bewonderd.
Irma gevoelde een zekere beschroomd
heid, toen zij zich plotseling met Walter
alleen zag, en zij verklaarde haastig, dat
zij naar haar vader wilde gaan, om tc zieu
of hij niet verontrust was.
„Wil ilk met u mee gaan, of komt ge te
rug om het mij te vertellen?" vroeg
Walter. -
Irma beloofde dit laatste. Nadat zij zich
overtuigd had, dat de zieke nog in rusti-
gen slaap verkeerde, dank zij den voor-
ziclitiglieidsmaatregelenwaardoor het tu
muit niet in de ziekenkamer was gedron
gen, ging zij langzaam weer de trap af.
Een eigenaardig bcklcmmcud gevoel .wa»
over haar gekomen.
„Heb ik mij verraden?" vroeg zij zichzelf
verschrikt; „0 neen, ilk deed niets meer
dan mijn plicht. Maar nu moet ik hem
toch bedanken voor alles, wat hij om on-
zentwil gewaagd heeft."
Zij siddende licht bij deze gedachte;
toen zij in dc tuinkamer terugkeerde, vond
z-ij daar Walter op haar wachten.
„Hoe gaat het met oom?" vroeg hij.
„Goddank, hij slaapt rustig; hij Ier
niets bemerkt." Irma hijgde naar adem.
„Ja, dank uw voorzichtigheid. Hoeveel
hebben wij u te danken, Walter."
Haar stem beefde hevig, z'j greep snel
een stoelleuning om een steun te zodkeu.
„Gij wilt mij bedanken? Ben ik het niet,
lievo Irma, die u to danken heb?"
„Ik deed slechts mijn plicht," antwoord
de zij met neergeslagen oogen.
„Slechts uw plicht!" klonk liet bijna ver
wijtend tcnug, en een donkere schaduw
trok den burchtheer over het gezicht, dat
vóór dit antwoord zoo'n vroolijke uitdruk
king had.
„Slechts mijn plicht," herhaalde Irma,
en door dc ongerustheid, haar gevoel to
hebben verraden, klonken haar woorden
onnatuurlijk koud.
Er ontstond een pauze en daarna zeido
Walter:
iGij zult na deze opwinding wel rust
noodig hebben. Ik hoop, dat do schrik en
do zorg, welke gij hebt uitgestaan, u niet
zullen schaden. Groet uw oom."
Hij reikte haar dc hand tot afscheid ea
zij *cheidden.
(Wordt vervolgd)*