iTo. IÏÏT10. LËIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG (9 OCTOBER. - TWEEDE BLAD. Een reisje naar Indië. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Irma en Waiter. Anno 1907. VI. Main z—L u z o r n. (vervolg) Thans zien vrij naar do rechterzijde. Eert kasteel verheft zich een vijftig meter bo ven het wateroppervlak. Wie of daar ■woont? Vroeger een machtig burggraaf, thans een huisbewaarder. Het kasteel, eens zloo maaliJtLg, wordt thans in stand ge houden door do toegangsgelden van de vreemdelingen. En van binnen is het een heelo winkel. Allerlei muziekinstrumenten kunt gij daar koopen. Kapstokken, waar uit muziek voortkomt, als gij uw jas er aan ophangt. Als gij het niet gclooven wilt, ik heb ei! één thuis, Rapenburg 53, vraag maar aan do juffrouw. Zelf heeft zo een kick van het geheele geval in do woonka mer. Nog andere zaken kunt gij koopen. Gaat gij op een stoel zitten, muziek; ■wilt gij uit een glas drinken, muziek. Albums met muziek, ja zelfs stoelen en stilletjes, als gij er op gaat zitten: mu ziek. Als het zomernacht is, wordt de gchee- 'lo waterval met bengaalsch vuur verlicht, tegelijk aangestoken met electriachc dra den. Dan is het Schumann in Let groot, met zijn elcctrischo fonteinen en andero drama's. Na dit korte oponthoud sleur ik u weer verder. Wacht, gij ziet er zoo dorstig uit, misschien .wilt gij eerst een slokje drinken met uw—Leidsche gazicht. Dio Leidenaars zijn toch altijd dorstig. Echter kost het heel wat moeite, om het hegeerde te vciv krijgen. Eerst is de juffrouw cr niet; en als zij er is, zijn wij haar taal niet mach tig. Wat is dat ook voor een raar dialect? Eindelijk lukt hctl 't Schol een biet of we hadden den trein gemist. In Winterthur hokt het weer. Bagage, niet te zien. En steeds zwarter worden wij cn onophoudelijk vegen wij het gezicht af van warmte en roet. Laat ons' niet den moed verliezen, broertje. Wij zullen er wel komen. Zijn wij na eenig sukKclcn niet to Zurich? Inder daad bestaat cr kd~-, dat wij hier onze bagage terugzien, ten minste zoo wordt voorspeld. Den kleineren inventaris zullen wij maar in bewaring geven; kans op ontvreemden is zeer gering en er zitten toch niets dan onbetaalde rekeningen in. Weet je nou hoe laat het is? Zes uren, je zult wel honger hebben, je ziet cr net zoo naar uit met je crcdiethoofd. Een plasregen vergezelt ons, doch wij hebb^u onze regenjassen bij ons. Zurich is een tamelijk mooie stad net een eigen Meer en studenten. Het laatst*., is niet veel; eenigszins uit alle windstre ken bijeengeraapt. Ik bedoel met dat niet- vecl niet, dat zij niet met zakken met geld of groote namen loopen, neen, ik weet niet, wat het is, maar cr mankeert iets aan. Zoo iets als een Amsterdamsch stu dent, die weet ook niet, of io nou eigenlijk student is of niet. Intusschen loopen wij op den grooten boulevard, plassend in den rc^cneen mooi restaurant met veel kellners cn wei nig gasten doemt op; wij cr binnen. Wij zijn in hotel ,,St.-Gotthard." Hoe vriende lijk ontvangt men ons. wij zien er ook zeer correct uit; natte schoenen, vuil reis kostuum, flauwgevallen boord, even groe zelig als t gezicht, met ongeschoren baard cn haren in do war. En dan die* manchet ten Aldus nemen wij natuurlijk de beste tafel, die cr is aan het raam. Ja, kell- ner, het spijt mij, dat je zulke Zigeuners bedienen moet, maar dan moet jo de trei nen in je land maar zorgvuldiger laten loopen. Ik zeg niet, dat jij het helpen kan, maar dan moet je ook niet zoo on tevreden kijken. Vlug is het maal ten einde; laat ons dezen argwanenden blikken ontvlieden. Niemand helpt ons aan onze jassen en wij zijn nog _wel zulke nette jongens. Buiten heeft de regen opgehouden. Het station is vlak bij. En aldaar wat ziet ons oog? Plotselijk do bagage met dj vele onder broeken, gekleedo jassen en overhemden. Groot ia onze vreugde cn als wij om half- acht vertrekken, is de moed toegenomen. Gelukkig is de duisternis niet geheel in getreden en zien we de Zugerseo nog, al is daan' weinig aan te zien. De bergen nemen too in hoogte en steilo hellingen en lang zaam begint de avond te dalen. Eindelijk na viermaal overstappen, twaalf uren sporen, is Lüzern bereidt. Een keurige omnibus met gutta-percha-banden waeht ons. Rommelend en bonzend wordt de groote bagage boven ons Hoofd aan val- proeven onderworpen, doch wo zijn ten minste aan onze bestemming, o leelijke me- de-Leidcnaar. Ziet, hoo helder het thans is, als we de brug overrijden over de afwate ring van het meer van Lüzern. Iedere stad in Zwitserland Iiecit onge veer haar eigen meer, zooals iedere stad bij ons haar eigen vliet of wetering heeft. Heb je 't één niet, dan maar 't andere. Alleen is een moer veel frisscher en rentegevonder dan een gegraven gracht. Oók is het Ra penburg rustiek, maar ruik eens dio dam pen Do schelleknoppen slaan cr van aan, dc verf wordt blauw, dc lucht is te snij den, nietwaar burgemeester? Maar, trouwe ridders, wo zijn aan het Hotel. Ziet, hoe vol met gasten. Hoor ia thans weder niet alle ivereldtalcn Tot straf, d^t we er zoo slordig uitzien, krij gen we weer' een kamer tusschcndeks, half hoog in den zijvleugel. Kan ons niets scho len, we zijn nu cenrr ruil cc-n beetje onver schillig en op 't o genblik zwaar vermoeid. Ook ,gij wellicht, dieubare lezer met uw lodderige oogen, laten we ons dus diaasten do kamer fiks met rommel te vullen, om oen denkbeeld van bewoond zijn te verkrij gen en flink heen cn weer loopen, dan we ten de benedenburen, dat w ij het zijn. Ook niet al to zachtjes praten, anders denken de boven- cn zijbe-oners, dat ze h-et rijk al leen hebben. Daarna verstommen we en wenschen elkander w.l te rusten; wie doet je wat? Aan de tel epigoon alhier z ij d nog aangesloten onder de nummers*. 811. D. van Kerckhoff, Witte Singel. 819. P. M. Verhoef, spekslager, Steen- straat l. 820. W. Croon, technisch inkoop-bu reau, Thorbeckestraat 6. Do drie personen, die dezer dagen te Zoeterwoudo hebben ingebroken, z(Jn ge bleken to. z'Jn de to Haarlem b*ij do politie zeer bekende personen, Van den Klashorst, Van Emmerik en Booms. Zy bevinden zich nu achter slot en grendel. Inbreker In hechtenis genomen.— Te Haarlem is gisteren in airost genomen do groentenventer J. v. d. Kommer, die betrapt werd, toen hf) bezig was by de Clebr. Jansen in d3 Haarlemmermeer in te bioken. Hy waa reeds bozig met het forcoeren der linnen kast, toen lijj in zjjn werk \werd gestoord. HU wist toen te ontvluchten. De werkman in dienst der Stuwadoorsvereehiging, die te Rotterdam plotseling dood bleef aan boord van het stoomschip „Morawitz", liggende aan paal 23 in de Maashaven, is gebleken te zijn do 38-jarige Johannes van Hulst, -te Loosdui nen woonachtig. Toen eeuigc werklieden van do Stuwar doorsvereeniging zich gisteren nabij do loodsen „Oost" on „West" aan de Rijnha ven Z Z in eon roeiboot begaven, heboen op den wal staande bootwerkers met stee- nen naar hen geworpen. Een- van de man ne<n van do Stuwadoorsvereenigiug loste een revolverschot, waarop de steenwerpers dc vlucht namen. Vijfhonderd vijftig menschen in dienst van de Stuwadoorsvereeniging uit dc Ca- landstraat werktcD gisteren op 28 stoom schepen, overal in do havens liggende. En nog steeds blijft het aanbod, om bij die vereeniging als bootwerker ia dienst to komen, aankoudon, ook uit het binnenland Door J. Molendijk, den leider van de bootwcikejsvcrgaderingen, in de laatste tijden gehouden, is een kabinetschrijven ontvangen van den minister van landbouw, nijverheid en handel, waarin hij voor het feit gesteld wordt om óf als lid van do commissie van onderzoek voor het haven bedrijf te Rotterdam te bedanken óf zijn functie van bestuurder in do arbeidersor ganisatie neder to leggen. Na rijp beraad heeft Molendijk, om tac tische redenen, besloten, zijn bestuursfunc tie uit de arbeidersorganisatie prijs te ge ven. Naar aanleiding hiervan sehi'ijft be richtgever van het „Hbl.": „Eenigen tijd geleden hebben wij gemeend te moeten wijzen op het vicieuze dat een vaoi.de leiders der stakende bootwerkers, J. Molendijk, tegelijk was lid der commissie van controle over dc inspecteurs van de Kamer van Arbeid. Dit wekte toen in-hoo ge mate den wrevel van, de werkliedenorga- nen en niet het minst van Molendijk zelf, die beweerde dab beide functies best ver een igbaar waren. Dat ten slotte de minister er ongetwijfeld op grond van onmiskenbare gegevens ten slotte anders over gedacht heeft, blijkt nu uit zijn aanschrijving. „Do"*maatregel van den minister komt voor de zaak zelve natuurlijk veel to Laat. Het kwaad dat uit heb cmbrouillement van beide betrekkingen moest voortvloeien, is geschied. Yoor Molendijk' is do aanschrij ving een fortuintje. Do stakingsbeweging is merkbaar aan het tanen en alles wijst er op dat do bootwerkers den arbeid zullen hebben to hervatten zonder iets t© hebben verkregen, vrat voor dc leiders natuurlijk hoogst onaangenaam is. Door den brief van den minister van landbouw heeft Mo lendijk nu keurig de gelegenheid gdkregen bijtijds het veege lijf ts© bergen en als de ratten het zin kond© schip to verlaten. „Géén andero oonclusie is te trekken uit het na rijp beraad door,Molendijk ge nomen besluit, zijn bestuursfunctie in do arbeidersorganisatie om tactische redenen prijs te geven. Wil hij dit ontkennen en be weren dat zijn besluit om als lid der com missie van controle over den havenarbeid aan to blijven, voorvloeit uit don weosch den arbeiders diensten te ikunnon bewijzen, dan zou hij daarmede hot bewijs leveren, dat onze vroegere opmerkingen juist zijn geweest en bij wel "degelijk beide betrekkin gen heeft gcembrouilleerd, iets wat hij, naar ihrii weet ten sterkste zelf heeft ont kend. \an dit dilemma zal de man thans niet ontsnappen." Verdwenen. Dc heer, O., fir- mant der firma O. en De B., makelaars in drogerijen, Nieuwe Haven te Rotterdam, heeft zich, naar aan „Do Rotterdammer'' wordt gemeld, verwijderd. Do heer O., die in Den Haag gedomici lieerd is, moet in den laatsten tijd stevk hebben gespeculeerd. Hij heeft een briefje acntergolafce-», waarin gezogd wordt, dat oon onderzoek naar hem nutteloos zou zijn Geen misdaad. Uit Schie- dam wordt aan de „Msb." gemeld: Als officieel kunnen wij thans mededce- len, dat de uitslag der gLyrechtelijke schou wing van het lijk van den Scheveninger Arie Dijkhuizen is, dat de man is gestor ven door verdrinking. Het touw om den hals heeft niets met de doodsoorzaak uit staande, evenmin als do wonden aan hoofd en rug, welke laatste zijn toegebracht ge worden, nadat de dood was ingetreden. Misdaad wordt geheel buitengesloten ge acht. Men meldt uit 's-Gravcnzan- dc: Het Zaterdagavond aan de Noord- pier aangespoelde lijk van de „Berlin'' is herkend als dat van den heer Alfred Hein, Iersch houthandelaar. Do cbiofstal dor patroon hul zen In verhand met den diefstal dér 18,000 ipatroonbulzon. had de politie te Arrnhem den opkooper A. B. gearresteerd, die ten slotte bekende, dat de hulzen hem door den plaatscorveeër v. d. E., voor deu sergeant der infanterie B. gebracht wer den. Deze sergeant is daarna, op aanwijzing der politie, in arrest gesteld, terwijl v. d. E., die slechts als tusschcnpersoon dienst deed, en do opkooper, ter beschikking van do justitie zullen gesteld worden. Dc ser geant cn d© plaatscorveeër hobben bekend. Dc patroonhuizon werden to Rotterdam in beslag genomen. Gong-signalen. Te Harder- wijk is bij het Werfbureau in gebruik ge nomen een ngong", waarop voortaan do signalen, gewoonlijk door een hoornblazer uitgevoerd, zullen worden aangegeven. De „gong" is een koperen bekken, han gende aan een ketting. De signalen worden nu met een houten hamer op den „gong" geslagen, hetwelk een zeer doordringend geluid geeft en overal zeer duidelijk yor- staaDbaar is. Het Werfbureau heeft slechts één hoorn blazer tot zijn dienst, zoodat men in geval van ziekt© in nood zou kunnen geraken. Oclk dit is voor don commandant een reden geweest tot hot invoeren van den „gong' welke door iedereen gehanteerd kan wor den. (»|U. D. Twee personen to Rcouwijk, dio gisteravond laat een schuit met gras zoden vervoerden, geraakten, doordat do schuit to diep geladen was, te water. Een van hen, zekero S. J., verdronk. Dc andero wist zich tc redden. Wenken voor do schooljeugd. Tc Nijmegen wordt onder do schooljeugd een circulaire verspreid, bevattende dc volgende verstandige raadgevingen 1. Wasch dagelijks hoofd, hals, borst eu handen en houd de nagels schoon 2. Wasch ook steeds de handen eer gij gaat eten of eetwaren in handen ^eerot. 3. Spoel na ei ken maaltijd den mond cn po ts dagelijks de tanden, opdat gij'.geen kiespijn krijgt. 4. Spuw binnenshuis of in het schoolge bouw niet op "den vloer. 5. Gebruik geen sneóksel om uw lei schoon tj maken. 6. Drink geen onzuiver water of slootwater en drink geen alcoholièehen drank, 7. Roolc of pruim niet. 8 Loop, sta cn zit steeds flink rechtop. 9. Zeg het den onderwijzer, wanneer gij op uw plaats niet goed kunt zien of hooren of wanneer gij u ziek ge voelt. (Nijm. Ct.) Dinsdagmiddag brandde do boerderij en werkplaats van den timmer man Besselink t:* Kijenburg b,j Hengeloo lnjna geheel af. Het vee liep in de wei on was dus builen gevaar, doch van do var kens kwamen er enkele in dc vlammen om, terwijl andere zulke brandwonden opliepen dat ze moesten worden afgemaakt. Omtrent het ontstaan van don brand valt met zeker heid niets te melden. (Zutf. Ct.) Zonderling toegetakeld. In hot jongst verschenen Politieblad wordt gemeld, dat op 25 September Ie Nunspcet is aangohouden een 23-jarige koetsier uit Ensehedoe, verdacht van ver duist* ring. Do man droeg: ccn bruinachtig colbertRos- tuuro, buis, vest cn broek, jockey-pet, wifc- boordje, rood-zwarte das, een gebreid vrou- wen-onderlijfjo, een wit katoenen vrouwen hemd, een vrouwen-onderbroek en lango zwarte, tot over dc kni© reikende rouwen- Ikouscn. Ook droeg luj eon grijsachtig blauw gestreept korset, waarop zich nog een eti ket bevond, blijkens hetwelk het kors t f 1.90 gekost had. Do commissaris van politie te Zwolle verzoekt thans tc worden bekend gemaakt met de herkomst der vrouwenkleeren. Aan de Pruisische grenzen bij Dinxperio hebben do lcommiczcn gister nacht een aardige vangst gedaan Een smokkelaar had een zware koe over de grenzen gebracht. Toon dc man d koe vei lig meende te hebben overgebracht koerdo hij naar het Noderlandsche gebied terug, doch bemerkt© niet dat de 'koe zijn geleider naliep. Intusschen kwamen dc kommiezon aan cn deze namon nu de koe in beslag. Toen prins B I o w g i s t,c r m i d- da-g met zijn broer in een huuxautomobici langs don Elbcweg te Hamburg reed, had de bestuurder van het voertuig het onge luk, een oude vrouw tc overrijden. Bij de komst van den dokter, was do vrouw al dood. Bülow liet een politieagent het num mer van do auto on van» den bestuurdei opteelkenen cn ging met de elektrische tram verder. D© bestuurder schijnt geen schuld aan het ongeluk gehad te hebben, daar do oude vrouw op het allerlaatste oogenblik den weg over wilde stckoD. De koning van Siam heeft voor een aanzienlijk bedrag aan juweelen gekocht bij een Londcnscho firma. Dezo heeft du van haar vertegenwoordiger te Rome bericht ontvangen, dat tusschcn Rome on Napels de zending is gestolen. De hertog van Cumberland heeft kort geleden den zoogcnaamden__schafc der Wclfen, die vroeger in het Oostenrijk- scho Museum bewaard werd, in alle stilte naar zijn kasteel te Gmunden, in Opper- Oostonrijk, laten overbrengen. De schat,, dien koning George, toen hij in 1866 Han nover vorlibt, naar Weenen mee heeft ge-, nomen, bestaat uit een kostbare verzame ling van kerkelijke kunstwerken uit de Middeleeuwen. Het zijn meerendeels wor ken van Byzantische en Nederrijnsche her komst. Er zijn relieken cn altaren onder uit de twaalfde cn dertiende eeuwen, dij met email, goud en zilver bewerkt zijn. Kunst kenners hébben de verzameling in heb Oos tenrijkse lo Museum altijd ijverig bestu deerd cn zullen het zeer betreuren dat zij nu zoo goed als onbereikbaar is geworden. To Kief is plotseling een lie vige cholera-epidemic uitgebroken. Dinsdag werden 180 gevallen aangego- ven, Woensdag stierven dertig personen aan do vrcesclijke ziekte. En het ergste is, dat men verzuimd had voorzorgsmaatrege len te nemen, zoodat er gebrek is aan ba rakken, wat natuurlijk het givaar voor voor uitbreiding dér epidemie zeer in do hand werkt. Woensdagmiddag ijn te Kief nog 88 nieu we gevallen van cholera waargenomen, waarvan boven de reeds vermelde 30 nog zes een doodelijk n afloop hadden. Een zware brand heeft W o.ens* dagnacht in het Moravisch© plaatsje Alt- stad t, dioht bij dc P r u isisèh'e- S iiezischo grens 32 huizen en 12 schuren in de asclx gelegd. Dc brand oitstond in een dicht bij het station gelegen schuur door achteloos heid van Italiaansche arbeiders. Door den hevigen wind sloeg de brand over naar do stad, waar het bovengenoemde aantal ge bouwen afbrandde, alvorens d© uit ver schillende naburige gemeenten toegesncldo brandweer cr in slaagde het vuur meester bc worden. Honderd gezinnen zijn ten ge volge van dc ramp dakloos geworden. Tusschcn de stations Hers- feld en Altcnfcld in Hcsscn-Nassau is een aanslag gepleegd op een trein. Op het spoor waren zwarè stukken ijzer en een groot ijzeren bluk gewenteld. Gelukkig be merkte de machinist het gevaar tijdig cn kon hij den trein nog vóór de hindernis sen tot sLaan brengen. De zeshonderdste verjaar dag van den eed op den Grutli is Dins dag herdacht door een zes duizendtal in woners van de drie oudste Zwitserscho kantons, Uri, Schweiz en Unterwald. Na een godsdienstplechtigheid zong een koor en werden door vertegenwoordigers der drie kantons cn door den voorzitter van dcïi Zwitserschcn Bond redevoeringen ge houden. Bet o over do beenhouwers- winkel Ecu beenhouwer van Marcinclle had zijn winkel laten vernieuwen. Dc mu ren waren met verglaasde steenen bezet; gepolijst ijzerwerk, elcctriek licht, spiegel ruiten, alles was op het fijnste cn de win kel ging op in volle glorie. Een kalant kwam binnen om hem to handgiften, bij middel van een aankoop van worst. Do beenhouwer wilde het gevraagde van' den haak nemen, doch hij voelde plotseling een geweldigen schok, die hem deed terug deinzen cn een smartkreet ontlokte. Een tweede poging had hetzelfde gevolg. Hij wilde een ander stuk vatten, toon een kwartier os afhaken, en telkens voeldo hij den schok. De kalant, voorbijgangers en huisgenoo- ten probeerden ook, altijd met lictzelfdo resultaat, toen eensklaps een electricicn, die zich onder de aanwezigen bovond, be merkte, dat een leiddraad van de verlich ting in aanraking was met,het ijzerwerk. Men raadt wat cr gebeurd was: heel do vlccschbazar was geëlectriseerd. (,,H. v. Anbw.")- Per luchtschip de wereld om! Dc directeur van de luchtschip-afdcc- ling der tentoonstelling te Jamestown heeft, naar wordt medegedeeld, het plan opgevat om met eenige anderen een be stuurbaar luchtschip tc bouwen, dat go- schikt is voor niets minder dan voor ecu reis om dc wereld 1 48) XX. Het was een heerlijke, lichte nacht in de jnaand Juni. Het hemellicht goot zijn zoch ten schijn over den spiegel van den hofvij ver, waarop met zacht gesloten oogen de witte waterlelies droomend rustten, terwijl de rozen aan de struiken, zoete geuren ver spreidend, luisterden naar het nachtega- lenlied, dat uit de naburige bosehjes klonk. Eens was de rijk versierde gondel over dit water gegleden. Mooie vrouwen 'hadden in deh zonneglans daar haar zoe te liederen laten weerklinken, waarmede do .volle tonen van jonge mannenstemmen ver smolten. Dat alles was echter vqorbij. Aan het anker vastgelegd, schommelde het vaartuig in den nachtwind heen en weer. Wat was het, dat de feestelijke stilte der natuur hier plotseling onderbrak? Een gedempt dreunen was waarneem baar het met kiezel beestrooide pad knars te onder honderden menschcnstappen. Zij naderde, ds donkere wolk, welke over het hoofd van Landeros reeds zoo lang had ge zweefd; zij naderde in de groep wrekers, die kwamen om het recht te vorderen, dat tnon hun zoo lang had ontzegd. Zij stap ten zoo stil mogelijk voort; slechts hier en daar was een onderdrukt gemompel hoor baar. Het- gericht moest onverwacht over den schuldige losbreken, Bruncck had het eoo beschikt. In het slot was het leven, hetwelk daar op den dag heerschtc, zoo goed als verdwe- neïi; doch, hoewql het reeds over midder nacht was, straalde de groote voorhal nog in bel licht. De prins wenschte hot zoodie moest verlicht blijven tot het licht van den dag aflossend verscheen. Do portier was door den slaap overmand. Hij zat heel feestelijk in zijn goud-geborduurden rok met den staf in de hand op een rood fluweelen bank, die langs de wanden stond; maar het hoofd met den langen witten baard was hem diep op do borst gezonken. Dc slaap, welke den oude had overvallen, was zóó diep, dat hij eerst ontwaakte, toen de blouse-mannen reeels, de wijde hal vulden. Bruneck, met iedcren hoek van het slot vertrouwd, had zijn gezellen de achtertrap op daarheen gevoerd. Intusschen zat de heer des huizes met zijn drink- en speelgcnooten bij een over vloedig maal in dc helverlichte eetzaal. De beker ging rond. De vurige wijn parelde cn schuimde in het glanzend kristal. De geur van warme spijzen doortrok de lucht. Dc wangen der slempers gloeiden en hun stemmen klonken luid en rumoerig tus schcn het geklink der glazen. Wie bij het zien van den gastheer het voorheen met het tegenwoordige vergeleken had, zou een treurige Verandering hebben waargenomen. Hij was, evenals meestal, in zijn landsdracht gekleed, welke met voorliefde uit de fijnste stoffen gekozen was, maar zijn mooie trekken hadden iets mats en zijn oogen hadden iets wilds ver kregen. Het gezelschap, dat zich hedenavond rond hem verzameld had. was veel gerin ger in aantal dan gewoonlijk en bestond slechts uit drio gasten. Achter den stoel van den prins stonden tweo bediendeD, dio acht gaven op zijn wenken. In do kamer naast do eetzaal brandden reeds lang aan de groene tafel dc kaarsen, maar men verwijlde ongewoon lang aan den avonddisch. Een van de heeren bad iets bijzonder belangwekkends te vertellen. Hij had in Afrika jacht gemaakt op den sterken olifant en den trotschen leeuw, en do wcrpspicls in de vrcesclijke kaken van den krokodil geboord. Dat was wel do moeite waard aan te hooren; zelfs voor den geblaseerden prins. De verteller was reeds aan het oigeiiblilc gekomen, dat de verwonde koning der woestijn zich met vreeselijk gebrul in zijn bloed, omwentelde, toen een bediende, allo ceremonieel veronachtzamend, de eetzaal binnenstormde. Met bleek, onthutst gezicht riep hij, op den prins toesnellend: „Doorluchtigheid, red u door de vlucht, de arbeiders van den smeltoven zijn daar; een opstand; zij dra gen wapenen, zij verlangen Uwe Doorluch tigheid dadelijk te spreken." D© prins keek den man verachtelijk aan. „Vluchten?" zei hij, „een Landeros vlucht niet, en zeker niet voor het janha gel. Ik vind, we moesten onzen eetlust er riet om bederven," vervolgde hij tot zijn tafel genooten. „Doorluchtigheid, de lui zijn gewapend cn de heeren hier hebben niets tot hun verdediging." De lakei behoorde tot de meest begunstigden van den slotheer. „Breng do wapens uit de wapenzaal 1" riep hij in zijn overmoedigcn ïïoon. De dienaar Bto-rmde wee. Een oogenblik. later was hij terug en reikte zijn heer een revolver over, die hij in do naastgelegen slaapkamer van den prins bad gehaald. Landeros stak lachend en achteloos het wapen in zijn gordel. De bediende was weer weggesneld. Tot aan de wapenzaal was een hinge weg, maar de andere heeren moesten noodzakelijk ook tot verweer uit gerust worden. De man was jong en moedig, bovendien behoorde hij tot dc weinigen in het slot, die hun heer nog waarlijk genegen waren. Eer de overige aanwezigen goed begre pen hadden, wat er ■gaande wa3, sprongen do vleugeldeuren van do zaal open en op den mooicn parketvloer, waarover vroeger de zijden sleepen der dames heenruischten, stapten nu dc met spijkers beslagen grove schoenen van de arbeiders, met Bruncck aan het hoofd. Dc beide heeren, die tot nu toe nog niet veel anders hadden leeren kennen dan het rollen der kogels van de rouletLe, werden doodsbleek. Zagen zij misschien liet ,,Mc- ne, tekel" voor hen, door een onzichtbare hand op den muur geschreven? De bedienden weken bang achteruit; slechts de held van Afrika stond onstui mig op. Maar reeds had het vurige, nat, waarmede hij zich gedurende zijn verte.ling had zoeken te begeesteren, te machtig ge werkt. Met een wilden vloek zonk hij op zijn stoel terug. Landeros klopte hem op den schouder cn zei, terwijl hij zijn blikken met een u"t- driikking van onbeschrijfelijke geringschat ting over den troop indringers liet glijden: Blijf bedaard, mijn vriend, hier zijn geen leeuwen te jagen, maar slecht3 eon (roep huilende jakhalzen e» laffe hvenaV' Daarna hief hij zijn glas op om den gas ten toe te drinken. „Proost, n ijne heeren» proost 1" Bruneck trad nu met vlammend oog recht op den spotter toe: „Prins Alexan der," zei hij, met een stem, bijna verstikt van woede, „wij zijn gekomen om ons recht te eischcn. Geen van ons zal van hier gaan, vóór wij het in zijn geheel ver kregen bobben." Een vlammende bliksem scheen uit heb oog van den slotheer op zijn voormaligen bediende neder to schieten. Hij nam zijn volle glas en slingerde dat Bruneck in heb gezicht. Rinkelend sprongen de scherven rond en in het volgend oogenblik had do belccdigrio aanvoerder zich, gelijk een tij ger, met één sprong op den prins geworpen' en met ijzeren greep zijn schouders gevate Een seconde lang worstelden de beide strij-, ders met elkander, maar eer nog do dichtstbijstaanden ter hulp konden snel len, knalde een schot, een dreunende val' cn Landetfos lag op den vloer uitgestrekt.' Uit zijn borst welde een bloedstroom, wel ke het helblauwe fluweel van zijn buis pur per kleurde. Het los in zijn gordel stekendd1 pistool was, terwijl hij zijn linkerhand loa wrong om er naar te grijpen, afgegaan. Dn kogel was op de eiken tafel afgestuit cuj had hem in het terugvliegen getroffen 1 (Y'ordt vervol gd.K

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 5