De vliegen en het sterftecijfer. Wekelijksche Kalender. RECEPT. "VVat in het vat ligt verzuurt niet: de jaarlijksche vliegenplaag is ditmaal, ia verband met den gcdenkwaardigen zomer van 1907, die guurheid, koude en regen bracht, eenigszins vertraagd, ma<ar be spaard blijft ze ons niet. Op het oogenblik doen de lieve diertjes zich met onverdroten ijver geldenhet is alsof ze nu in enkele weken evenveel on heil willen aanrichten, evenveel last en moeite veroorzaken, als onder gewone om standigheden in even zcovelo maanden. De fabrikanten van, de handelaars m vliegenvangers van allen aar-!, hebben nog een prachtig naseizoen, dat de schade in gevolge de vliegenlooze periode wel niet ral kunnen goedmaken, maar het nadeelig saldo toch aanmerkelijk zal doen inkrim pen. Het is alsof de vliegen zich nimmer, sinds de dagen der Egyptische plagen, met zulk een i.jarstigheid hebben doen gelded. Geen melkkan, geen sauskom, of ze dient tot zwembad voor een of meer van die ver derfelijke en uiterst vieze plaaggeesten en nooit zijn er zooveel kale hoofden voor vlie- gensportterrein gebezigd als in de laatste dagen. Dooreengenomen is de menschheid nog niet in voldoende mate doordrongen van de helsche hoedanigheden der vliegen, van de groote gevaren, welke de vliegen met zich rondvoeren, dragers als ze zijn van verwording en besmetting van allen aard en begunstigers als zij zijn van al les, wat vies en vuil is. Langzamerhand komt men door de vertoogen van de man nen der wetenschap tot het juiste inzicht en het zou wellicht niet zoo heel moeiliik zijn internationale kruistochten tegen de vliegen op touw te zetten, althans er deel nemers voor te vinden, die allicht meer goeden wil dan resultaat zouden hebben. Juist heeft nu de gezondheidscommissie van Liverpool vergaderd naar aanleiding van het uiterst bedenkelijke geval, dat het sterftecijfer in de stad gestegen was tot een ongekende hoogte, zonder dat het den leek mogelijk was zoo op het eerste gezicht reden en oorzaak te vinden van het verschijnsel. De vakmannen, die deel er van uitma ken, zaten er evenwel niet verlegen mee. Zij betoogen, dat de alamvas der sterfte in de laatste week van September 21.2 per duizend uitsluitend en alleen moet worden toegeschreven aan de vliegen, die, ondér den invloed van het warrme en droge weer van de laatste weken, tot een angstwekkende vermenigvuldiging zijn gekomen en zich nu eerst recht prettig en zomersch zijn gaan gevoelen. Millioenen en millioenen vliegen, dus verklaarden de van de gezondheidscommis sie deel uitmakende dokters, hebben in de laatste wekeD de stad geteisterd en indi rect bijgedragen tot de schrikbarende kin dersterfte, doordien ze de melk en ander 2uigelingenvoedsel besmet hebben. Zoo heeft dus alles in dit onvolmaakte loven zijn keerzijde, zelfs d© mooie na zomer I Hei Hikken der honden. Reeds meermalen werd er op gewezen, dat er groot gevaar schuilt in het zich la ten belikken door honden, hetgeen niet zel den uit overdreven teergevoeligheid een zwalk is van het s.h">ne geslacht, schrijft ,,De Ne<L Jager". Zelfs kusje3 worden den trouwen huisgenoot gegeven. Niet alleen is zulks vies, maar ook gevaarlijk. Voor eerst kDagen honden aan allerhande been deren, zelfs aan beenderen in begin van be derf. De minste verwonding, op handen of in het gelaat aanwezig, en hierbij zijn juist de kleine wondjes, die men het geringste telt, zelfs onbewust heeft, het meest gevaarlijk, is voldoende om zoodoende besmeurd te wor den met alle mogelijke gevolgen. De lintworm van den hond herbergt bo vendien in zijn ingewanden tal van para sieten, die langs mond, neus en oog in de liïaamsholten van den mensch kunnen te rechtgekomen, met het gevolg, dat er zieke lijke toestanden, ja zelfs de dood het gevolg Van kan zijn. Een der meest gevaarlijke is d^ ocnia cchinoc nis, de kleinste, maar meest gevaarlijke lintworm van den hond, ook al i? hij maar 5 ra. M. lang. De larve Deft al9 blaasworm bij varken, schaap en rund, nl. in long ©n lever, en komt door het verorberen van dergelijke zieke orga nen in maag en darm van den hond. In bet licha-am van den mensch overgenomen, kan hij doodelijk wenken, hoewel het gelukkig zeldzaamheden zijn, maar de mogelijkheid best.-at dan tcch. De vleeschkeuring neeft in dezen ten zeerste paal en perk gesteld, omdat alle organen, met deze parasieten bezet, worden afgekeurd, en aan de com- 3umptie, ook van do dieren, worden ont trokken. Id weerwil daarvan is evenwel voorzichtigheid ook hier de moeder van cks porseleinkast. Vooral kinderen lat© men niet door hon den belikken. Zonder te ver be gaan in de voorzichtig heid verdient het ook geen aanbeveling, spijsresten op het bord, bestemd voor men schel ijk gebruik, toe te dienen. Zondag. Zie toe van wien gij spreekt en hoe, waar en in wat zin, Is eens het woord ter lippen uit, Het (keert er nooit weer ia. Uaandag. De schaduw wijst aan waar het licht is. Zoo ia het erkennen van een dwaling een schrede op den weg naar de waarheid. Dinsdag. De man snijdt en verscheurt; do vrouw rafelt en plukt zelfs de draadjes uit. Woensdag:. Alleein een groot verstand of een edele e;rzuc..fc kunnen bij den man het gebrek aan gevoel vergoeden, of ten minste de slecht© gevolgen der gevoelloosheid ver zachten. Donderdag. Voor den ©en wordt het toeval een bar rière, voor den a_ r een carrière. Trij dag. Wie altijd klaagt over het egoïsme van anderen moet maar eens in eigen boezem zien. Den egoïst, die hem het meest hindert, zal hij allicht déar verscholen vinden. Zaterdag. Al was kef blok, dat in het water viel, nog zoo groot, een paar minuten tater is het water weder glad. Rijstrand met ragout. Kook rijst gaar in water of bouillon met zo .t en peper; doe ze in een rand en stort de *ijst. Plaats in het midden haché, witte of bruine ragout van vleeschresten. De rand kan ge gar neer i worden met augur ken en peterselie. RAADGEVING. Vochtvlekken id boeken of leder kaD men verwijderen door eenige druppels lavendel-olie te drup pelen in het boek of het leder. 6 oc d l e o i' c k. Een tuinmansjon gen bracht zijti heer een guldon, dien hij bij bet p^anliarkcn van den tuin gevonden had. De heer zei de: „Houd hem maar, alt belooning voor je eerlijkheid." Kort daarna verloor de heer een gouden ring. Nadat hij en overal naar gezocht had, vroeg hij ook den jongen of deze den ring soms had gevonden. „Ja, mijnheer, en ik heb hem als beloo ning voor mijn eerlijkheid gehouden." Nobel. Museumbediende: „Mijnheer, het rooken is hier verboden. U. loopt een boete van vijf gulden op." Parvenu: „Hier heb je een tientje. Geef mij vijf gulden terug." Museumbediende; „Ik heb geen geld terug." Parvenu, tot zijn knecht: „Jan, hier heb je een havanna, rook ook 1" Uiteen modernen roman. „Man en vrouw gebruikten zwijgend het middagmaal. Op het oogenblik bestond tusschen hen een goede verstandhouding. De man at een bord soep, een stu': visch, een stuk vleesch en wat aardappelen, zon der ook maar éénmaal den mond open te doen." De oude beer en de knaap. Een slecht gekleede jongen vermaakte zich met een fijngekleeden, 2ich in een Engelsch park op een bank in zonnetje koeste renden ouden heer. De boy ging vlak voor den puffenden grijsaard in het gras zitten en keek hem stokstijf aan met een trek op zijn ondeu gend gezicht, die niet veel goeds beloofde. Ten slotte vroeg de heer hem waarom hij niet heenging om te spelen. „Ik heb geen zin," was het antwoord. De oude heer wee „Do© het maar, het zal jo goed doen wat te buitelen in het gras." „Ik heb geen zin," herhaalde de boy hardnekkig. „Waanom heb je dan geen zin?'' vroeg de heer ontstemd. „Omdat ik u wil zien opstaan, want dc bank is tien minuten geleden geschilderd." D© jongen behoefde niet lang meer te wachten. „Gisteren was ik in den schouwburg >en verzocht een dame,' die voor mij zat, haar hoed af te nemen, daar ik niets zien kon." „En deed zij het?" „Neen; zij gaf heel beleefd ten antwoord: als zij haar hoed op den schoot nam., dan kon zjjzelf niets zien." Zorgzaam. Mevrouw (tot baar dienstmeisje, dat de ruiten aan den buiten kant schoon maakt): ,,Lizc. wee3 toch voorzichtigWat c i ongeluk, als zoo'u zwaar meisj© als jij op iemand viel..." Verraden. Heer (tot dc kamenier van een jonge dame, die hij in het geheim beminti): ,,Hoe heb je het aangelegd, mij een lok van mijn aangebedene te verschaf fen, zonder dat zij het gemerkt heeft?" Kamen ier: „Heel eenvoudig, ik heb die afgesneden, toen de juffrouw even in de pndere kamer was." Langs een omwe"g. „Juffrouw, u moet eens klagen over het leidingwater." „Wat mankeert er dan aan, mijnheer?" „Het smaakte vanmorgen beslist naar koffie." Misluktepoging. „Het is eigen aardig", aldus sprak de heèr Muller op straat zijn huisdokter aan, om een wisite uit te sparen, „ik ken iemand, die zóó door rheumatiek geplaagd wordt, dat hij soms van pijD schreeuwt. Wat zoudt u in dat ge val doen, dokter?" „Ook schreeuwen", antwoordde de dok ter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 14