i 3ELLENBLAZEN 99 O, wat een massa rijmpjes ontving Ik. Het plaatje dat gaf jullie blikbaar schik En om nu allen tevreden te stellen Plaats ik al de versjes oter het .blazen der bellen". Een heel enkele, was misschien al te min En daarom ging het de prullenmand in. Wat ik jullie tot slot by het rijmen verzoeken mag Heem geen voorbeeld aan my en nu .goeden dag". -fa sJÜlüAA LA JZJvöyi i i 1 i 1 Ingé2. cloör Wal die va-ü Met behulp van pijp en mond Blaas ik bellen groot en rond, 't Hondje blaft de bellen na, Vroolijk kijkt mijn zusje Da. Ingéz. döor Joh&n V&n der Meer. Zij zwiereü laag, zij zwieren hoog, De scbóöne kleuren streeleü 't oog, Mo&r Spoedig gaat die schoonheid heèü, Want weldra spatten zij uiteeü. Ingez. door ,,Geertruida van Leiden". Dat ziet gij wel aan Zusje Saar, Die staat roeds voor het blazen klaar, Twee reeds vliegen er in de lucht, Straks uiteenspattend, dat is 'n klucht. Ingez. door Arie Silvester. Zusje Liena, Koos en ik Zijn dan altijd in ons schik AU het schoolwerk is gedaan, Dan mogen wij bellenblazen gaan. Ingez. door E. Scholte. Afet een tabakspijpje, heel lang, Blazen zij zoo hard als 't kan. Tot ïeren nren duurt die pret, Want dan gaan zii gr>uw na;r bed. Ingez, door Hendrik Kempora. Wim en klo'ne Koos en tje Doen het nogal menig keertje, Zusje en Tomic denkt daarbij, Kon ik 't ook zoo doen, als zij I Ingez. door Piet Kempers. Bernard vroeg het aan M&Biatjè, Jaap haalt pijpen gauv uit 't laadje, Toos heeft -zeepzop klaar gezet, Nu aan 't blazen, wat een pret. Ingezonden door Josef Kempers. Hier doen 't Jan, met Piet en Truitje En Marie, dat kleine guitje Kjjkt met Fokje, o, zoo blij, Naar die „bellenblazerij." Ingezonden door Bernard K .npcrs. O, hoe mooi 1 roept kleine Mien, 't Hondje moet er ook naar zien. Henk en Anna doen hun best, Btvttje's zeepbel komt het lest. Ingezonden door Martha Loozcn. Ze kunnen 't allen, groot en klein, En Bello denkt: wat zou dat tóch zijn! Kleine Z's gaat op baar teentjes staan, Ze ziet hoe leuk dat toch zal gaan. Ingezonden door Hermine Huntelm&ZL. Een Woensdagmiddag 'r aan besteed, Wanneer het huiswerk is gereed; Dat geeft voorwaar een grootc pret, Totdat het klinkt: Liefjes, naar bedl" Ingezonden door ..Muurbloem.", De kleine zus deed dolgraag mee, Als zij maar een pijp haa, hé? Fluks zou zij het ook probeeren En misschien het Puck nog leeren. Ingezonden door Nelly van Konijnenburg. En de lieve, kleine Nel, Zij had de kleinste pijp en blies dó groot ste bell Do en Jan, haar beide broers, Waren daarop zeer jaloersch. Ingezonden door Cornelia Beurze. Kleine Zus en kleine Eik, O, die hebben ook zoo'n schik, Met die bellen, mooi en bont, Die daar vliegen in het rond. Ingez. door Marietje en Jbetsy Boers. Zooals ge op het plaatje ziet, Blazen Anna, Jan en Piet, Azor, de hond, en kleine zusje Griet Verstaan de kunst van bellen-blazen nietl Ingez. door Joh. en Gerrit v. d. Nieu- wendijk. Het Zeepsop schuimt als gerstebier, En Bello heeft steeds meer pleizier* Het drietal en de kleine Net Vermaakt zich, o, wat een pret! Ingezonden door Ida Dirkse. Mientje, Suze, Dirk en Jan, Allen houden er dol'veel van. Suze blies er één, 't is heusch l Die juist barstte op Fok zijn neus. Ingezonden door Nioo van der Reyden. De bellen gaan hoog in de lucht, Dat is zoo'n aardige klucht Maar komen zij ergens tegen aan, Dan is het gauw met haar gedaan. Ingezonden door Cornelia van der Veer. Zijn de boeken opgeborgen, Dan voor zeepsop aan 't zorgen; Nog een pijp, en daar stijgt bel op bel, Is dat niet een prettig, aardig spel? Ingezonden door Abraham de Graaff. En met hen allen, hier bijeen, Doen zij ze zweven, één voor één, En de hond, die zit ze na te staren, Tot allen ze de lucht in waren Ingezonden door Poppy Tcndeloo. De jongens en de kleine Mien, Ze blazen bellen, zcoals we zien; En Fok en ook de kleine Neel, Die kijken naar het aardig taf reel. Ingezonden door „Woudlelie." 't Is dan ook een prettig spel, Jans verstaat dit kunstje wel; Zelfs de kleino Beb doet mee, Wie den prijs wint, roep: „Hoezee P Ingezonden door Pieter Coffrie. Wanneer zij 't mogen doen voor Moe, Dan juichen zij het dadelijk toe. En al is zusje Jo voor 't blazen te klein, Zij mag met den hond toch toeschouw ster 25;n. Ingezonden door Barend de Wit. Groote bellen, alle kleuren, Piet had grootehij aan 't geuren I Maar van Marietje on ook van Kris Gingen ze 't hoogste gewis. Ingezonden door Truus v. d. Upwich. Al valt buiten de regen in stroomen neer, Dan weten ze van geen verveling meer, Maar maken bellen, groot en klein, Voor hun lieve zusje Willemein. Het prijsje viel ten deel aan Joh. van der Meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 13