VOOR DEJEUGD ItlDSCH DAOBIAD N2, 14610. Wezen en Schijn. Woensdag 9 Oetober. Alles op zijss lijd. Anno 1903. .cv >1 llinll 8» vwvwwww „Waarom wil je toch nooit met Lize Temmers spelen?'' vroeg mevrouw Van Baal aan haar dochtertje Suzanne, een lief, aardig meisje van acht of negen ja ren; „als we haar tegenkomen ontwijk je haar en als ze met haar Mama hier komt, ontvang je haar zoo weinig hartelijk, dat men kan zien, dat zaj er verdriet van heeft 1" Suzan na kreeg een kleur, maar ant woordde niets. „Heb je me niet verstaan, Suusje, en Jioet ik het voor de tweede maal vragen?" „Wel Maatje," antwoordde kleine Suzan - na eenigszins verlegen, „Lize is ook altijd zoo afschuwelijk gekleed, ik schaam me voor mijn vriendinnetjes, wanncef die me met haar zien." „Afschuwelijk gekleed? Hoe bedoel je d^t?" „Wel, Ma verbeeld u eens, zoo lang als Ik haar ken en dat is nu bijna twee jaar, heeft ze altijd dezelfde jurk aan. Vindt u dat ook niet meer dan erg?" „En om zulk een nietige réden behandel jij haar zoo koel, Suzanna? Al heeft L;ze uu niet zulke mooie kleederen als de ande re meisjes bij je op school, daarom is zij toch niet minder lief dan zij^of zijn haar ouders niet minder achtenswaardig dan die van de zoo keurig gekleede jonge da- netjes. Lize is een lief kind, dat een goe ie opvoeding krijgt, en zal een vrij wat degelijker meisje worden dan die dwaze, malle modepopjes die, ongelukkig genoeg, jou ijdelheid opwekken en streelen. Schijn en wezen zijn twee, denk daar aan." Suzanna gevoelde wel dat haar moeder gelijk had, maar daar zij dit niet eens aan ziohzelve wilde bekennen, deed zij haar best om aan het heele gesprek niet meer te denken. Toen men dien (middag aan tafel zat kwamen er heerlijke peren voor het dessert. Suze die veel van vruchten hield, was een en al verwondering voor deze prachtige .peren en hoopte dat zij er haar deel van zou krijgen. Haar moeder koos de mooiste van alle voor haar uit en sneed dio open, doch c gelukkigerwijze bleek deze zoo wormstekig te zijn dat ze letterlijk niet te eten was. ,,Hoe jammer 1" zei Suzanna, „het was toch zulk een prachtige peerl" „Oogenschijnlijk ja", stemde haar moe der toe, „maar je ziet dus nu, kindje, hoe weinig men naar den schijn kan oordeelen. Zoo is het meermalen in bet leven; als we van nabij zien, wat ons op grooten afstand zoo schitterend toeschijnt en bekoort, ont dekken we dikwijls duizenderlei gebreken daaraan, terwijl datgene wat ons nietig en onbeduidend voorkwam en door ons versmaad werd, menigmaal veel goedo en edels bevatte.'" Terwijl mevrouw van Baal aldus sprak, had ze een klein en onooglijk peertje van fruitschaal genomen en sneed dat open het bleek een heerlijke en gave vrucht te zijn. De moeder toonde deze aan haar doch tertje doch sprak daarbij geen woord. Maar Suze had al spoedig het lesje begre pen en naar haar mama toe wippende, zei- de ze zacht en met tranen in de oogen: „Deze twee peren zal ik nooit vergeten, maatje en ik zal in het vervolg mijn best doen mij niet meer door schijn te laten misleiden. Van nu af aan zal ik vriendschap sluiten met Lize en als de andere meisjes mij daarom uitlachen of verstootan, zal ik haar vertellen, hoe U mij hebt doen inzien hoe schijn en wezen g abeel verschillend zijn." Therese^ huppelde de kamer binnen en wierp daarbij de deur met zulk een slag achter zich dicht, dat haar moeder, die in haar leuningstoel wat zat te dutten, ver schrikt opsprong. „Wat ben ik blijde I" riep ziji maar. „Stil, stil," fluisterde haar jongere zuster Emma, die naast haar moeder zat te breien. De arm© moeder zag erg bleek; sedert den dood des vaders was zij ziek geweest, en dat had nu al een half jaar geduurd. Therese liep naar haar moe der, omhelsde ze en zei: „Wat ben ik blijde I Ik heb den dokter gesproken, en hij zei dat gij veel beter waart en de toekomende week naar een badplaats zoudt vertrekken „Ja, Therese," zeide moeder, „dat zal ik, maar het valt mij zoo zwaar, u alleon te laten. Ach, kind, wat hebt gij mij daar doen schrikkenliet zij er op volgen, terwijl zij zich in haar stoel achterover leunde. „Ik zal het huishouden waarnemen, lieve moeder," zei Therese; „gij kunt heel ge rust wezen, ik zal koken en voor alles zorgen Emma leunde met het hoofd tegen moe ders knie en zeide zachtjes: „Ik zou gaarne bij u blijven en u oppassen." „Ik kan niemand van u medenemen," was moeders antwoord; „gij weet dat wij nu arm zijn en ons zeer bekrimpen moeten. Het verblijf aan een badplaats, waarop de dokter zoo aandringt, gaat reeds bijna mijn krachccn te boven." „Ik zal uw lievelihgsstukje spelen," riep Therese, die voor de piano ging zitten en begon te spelen. Emma sloeg moeders ge laat oplettend gade, en zag dat zij ver moeid was en hoofdpijn had. Zij ging naar Therese en zei zachtjes: „Houd op, ik ge loof dat moeder slapen wil." „Ik wil moeder genoegen doen, daarom speel ik 1" zeide zij kregelig. „Maar nu echter niet," fluisterde Emma Met gedruisch sloeg Therese de piano dicht. Emma zat weder bij de moeder, en Therese zag, hoe die haar jongste dochter de wangen streelde. Dat deed haar pijn, zij wist zelve niet waarom; zij had haar moeder zoo lief, en ook haar zuster en haar broeder, zelfs alle menschen. Zij wilde gaarne allen plei- zier doen; maar zij oogstte altijd ondank in. Ten minste zoo dacht zij bij zichzelve en dat smartte haar. Nu werd ingepakt en de moeder zou af reizen. Therese was zestien jaar öud en,( daar haar moeder ziekelijk was, nam zTj de. huishouding bijna reeds geheel alleen waar. Zij beloofde nu ook gedurende moeders; afwezigheid voor alles goed te zorgen. Toch: vertrok de moeder met een beklemd hart. Met de beste voornemens aanvaardda Therese haar post als huismoedertje. Des middags, toen haar broeder Otto thuis kwam, was het eten prompt klaar en smaakte heerlijk. Des namiddags was The rese weder alleen. Emma ging nog op school en Otto was leerling in een handels zaak. Hij had maar heel weinig vrijen tijd. „Wees wat toegevend en oplettend voor Otto," had moeder gezegd, „opdat hij het thuis genoeglijk vindt en des avonds niet uitgaat." Otto las gaartte reisbeschrijvingen, daar om had Therese een boek van een buurjuf fer geleend. Daar zou Ofcto des avonds uit voorlezen, dat zou hem pleizier doen, dacht zij. De lamp brandde en het avondeten stond gereed, toen Otto thuiskwam; het boek lag ook op de tafel. Toen Otto gegeten had, greep hij naai zijn pet om uit te gaan. Therese legde bet boek voor hem neder en verzocht hem te. lezen; maar Otto wilde hij een vriend een; teekenbord te leen vragen, om er een groot] vel papier op te spannen; hij wildel wat teekenen. Therese was boos, dat Otto] niet wilde lezen, en zag hem onvriendelijk aan. Zij had het toch zot> goed gemeen „Altijd ondank!" dacht zij. „Moeder heeft niet gaarne, dat gij 's avonds uitgaat." zei Therese. Otto wierp zijn pet neer, ging hij het venster zitten, en staarde in de duisternis naar buiten. Emma was aan haar schoolwerk bezig, het; mooie boek lag op de tafel, niemand las er in. Het was een treurige avond, en Theresa, had er zich toch zooveel genoegen van voor gesteld. Den volgenden avond, toen Otto' thuis kwam, lag het teekenbord op de tafell en zijn teekengereédschap lag er naast.) Emma had dat alles stilletjes beredderd. „Mijn goede, lieve zusjezei Otto, haar* vriendelijk bij de hand vattende. Maar Emma rekende volstrekt op geeD dank. „Wat gaat gij teekenen", vroeg The re se. „Ik zou moeder graag eens verrassen al« *:.'i terugkomt", antwoordde Otto, terwijl jiij de omtrekken van een mooi landschap schetste. .Dat zou ik ook wel willen", dacht The rese. „Wat zou zij zich verblijden als ik haar een mooi geschenk kon aanbieden, wanneer zij weder in ons midden terug keert." Zij brak er zich het hoofd over, om-iets, recht liefs te bedenken, maar zij kon nieta. vinden. Den volgenden dag, toen Emma; en Otto de deur uit waren, bracht zij het ^oek aan haar buurjuffer, een vriendin van' haar moeder, terug. Zij vond die juist be- 'S.; I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 11