No. 14601. LEIDSCH DAGBLAD, WOEKSDAC 2 0CTÖÉEFJ. - TWEEDÊ BLAD. Anno rCC?. PERSOVERZICHT. Buitenlandsch Overzicht. FEUILLET ON. Irma en Walter, Cf „De Nieuwe Courant" mist in cle toelichting op de ministerieelo plannen met het bl ij vend gedeelte tot haax leedwezen de militair-wetenschappelijke grondslagen, waaraan bij het opmaken der voorstallen is uitgegaan. De roede Ic'ling, dio voorts gedaan wordt, dat ditmaal de vermindering is ge- ^•egel'l in overeenstemming met de betrok ken chefs, verliest voor ccn belangrijk deel ihaar waarde door de opmerking, dat de jchof van het wapen der cavalerie van oor- is, dat een eerste verblijf van twee jaar voor de militie noodig is. Uit deze op merking, gevoegd bij hetgeen omtrent [eenige proeven bij dat wapen wordt aan- goteekend, blijkt wel voldoende, dat met 'dezen chef geen overeenstemming is ver kregen. .Verder schrijft het blad: „Wij betreuren het, dat ook nu weder feen oplossing van deze kwestie in debat jtvordt ge-bracht, zonder dat, door verstan- Jdiige proefnemingen, deugdelijke beswijs- ronden de plaats kunnen innemen van op- attingen, slechts steunende op geloof'' pn „vertrouwen". Wat de onbereden wapens betreft, de thans voorgesteldo vermeerdering van het folijvend g;dceltc, in vergelijking met het Vorig jaar, wijst er op, dat het toen uit gesproken vertrouwen reeds beschaamd is, [hetgeen evenwel niet wegneemt, dat, naar He „verwachting" van dezen minister, het (thans aangovraagde getal in de practijk zal blijken woder voor vermindering vat baar te zijn I Een schommelende balans j'idus S Wat de bereden wapens betreft, kwam ,,D 0 Nicuwo Courant" vroeger tot de slotsom, dat voor cavalerie on rijden de artillerie wellicht kan worden aangeno men een diensttijd van twintig maanden, aanvangende op 1 Februari, cn dat men Voor de veldartillerie misschien tot oen diensttijd van achttien maanden zou kun- hen besluiten, mits men de militie in twee gedeelten liet opkomen, respectievelijk op April en 1 October. ,,In het plan van den minister, met 19 Jnaandcn diensttijd voor dc cavalerie, moe ten dc miliciens van dit wapeD, die 15 (Maart, opkomen, reeds na vier maanden 'aan de zomorocfenirigen des eskadrons 'deelnemen. Bij do veldartillerie krijgt men het na deel van een intermitteerenden dienst voor die helft der miliciens, welke gedurende 't Winterhalfjaar met verlof wordt gezonden. (Uit do Memorie van Toelichting blijkt in 'geen enkel opzicht op welke gronden deze -ontworpen regeling berust en of men zich aan hot departement van oorlog-ook onle dig heeft gehouden met oen ernstige ont leding van het vraagstuk in de bovenge noemde elementen. Wat het beschikbare aantal vrijwilligers J>ctreft, schijnt nu reeds te mogen worden aangenomen, dat, door do nieuwe voor schriften op de werving van den minister Staal, do t-oevoer belangrijk is verminderd. Wordt do begrooting voor 1908 aangeno men, dan zal men in den aanstaanden zo mer de gevolgen hiervan bij de cavalerie wellicht nog niet al te zeer gevoelen. Door het vervroegen van de opkomst der lich ting voor dat jaart"^- van 1 October naar 15 Maart in verband met de omstandig heid, dat de lichting van 1906 nog vaQ 1 '(April1 October, naar het schijnt in twee j holffen, als blijvend gedeelte, zich onder j!dc wapenen zal bevinden, wordt een over- I gangstoestand in heb leven geroepen, veel gunstiger dan het in de toekomst zal wor- den. Slechts bij de veldartillerie zal, indien het ontwerp wordt aangenomen, in heb ko mende jaar de practijk kunnen spreken." Hot artikel eindigt aldus: „Sterker nog dan de vorige maal zullen 'de'beraadslagingen over dit wijzigingswetje staan in het teeken van dc politiek. Dat fatum heeft het Kabinet over de militaire (kwestie gebracht in sterkere mate dan i cenigo politieke partij in het land. Op die wijze is bijna niet te ontgaan, dat sommi gen van hen, die over dez<^ aangelegenheid hebben te beslissen, hun stem zullen uit brengen, zonder daaraan een verbintenis *voor de toekomst to hechten.'' Op n punt wil het ons voorkomen, dat de Minister voor een besliste weigering moet komen te stann. Hij vraagt 50,000 voor het bouwen van twee rijbanen, resp. te 's-Gravcnhagc en Utrecht. Door het toestaan van deze gelden zou eerstgenoemde plaats worden bestendigd als garnizoen voor een belangrijk deel on zer cavalerie, de tweede als garnizoen voor een drietal batterijen veldartillerie. Als men op „intensieve" oefening wil aansturen met verkorting van den dienst tijd, behoort men te zorgen voor garnizoe nen, waar behoorlijk geoefend kan wor den.' In een driester Gezellen-diploma zegt „De Standaard": Steeds drongen we er op aan, dat door invoering van een goed geordend leerling stelsel'bij ambachten-bedrijf, ook de gewo ne werkman tot hooger peil van ontwikke ling in zijn vak mocht worden opgevoerd. Thans leert, wie geen ambachtsschool kan bezoeken, het ambacht bij een baas, maar zonder controle, zonder methode, zonder gequalificeerd cind-rcsultaat. Dc „krullenjongen" is hier spreekwoorde lijk geworden. Reeds in 1903 is met het oog hierop oen wetsvoorstel ingediend, om het leerlingstel sel ook ten onzent in te voeren, hiervoor regels te stellen, en er toezicht op uit te doen oefenen. Werd dit plan uit/gewerkt, en vond dit stelsel ingang, dan zou al meer elke dege lijke werkman allengs in het bezit van een diploma geraken, ook afgezien vau heb meester-diploma. De gozel zou daardoor in de categorie der Capaciteiten komen te vallen. Ook hij zou in het beait zijn van een getuigschrift van oen met goed gevolg af gelegd examen, totgang gevende tot eenig Leroep en bedrijf. Niet als individu, niet als persoon, niet als ingezetene, maar als gequalificeerd bur ger van Nederland zou hij ook langs dien weg in heb bezit van kiesbevoegdheid kun nen gerakenen er dient op gelet, dat ook dit in het voorstel van het Centraal- Comité, inzake heb Capaciteiten-kiesrecht, inzit. Ons lacht dit wel toe. Bij onze diamantbewerkers in de hoofd stad ziet men voor oogen, wat voordeel er in zit om zich het leerlingwezen aan te trekken, en hoe het vak er door op een hoogte wordt gebracht, oie alle concurren tie tart. Daarom is ook door ons reeds voor jaren óp deze combinatie van diploma en kies recht de aandacht ge-estigd. Elk diploma vereenigb in groep zekor aantal belanghebbenden bij cenzehttc vak en bedrijf, en zoolang zulk ecu vak of be drijf nog zijn staatsrechtelijke organisatie rnisE, kan het diploma ton deele deze lecm- to aanvullen. De oorlogsbegrooti ng voor 1903 wordt door do „Nieuwe ltotte r- dam.se h e Courant'' behandeld in hoofdartikel, waarin zij als algemeencn in druk geeft, dat van den nieuwen minister van oorlog meer uitgaven zijn te wachten zonder dat door deze 's lands weerbaarheid beduidend zal worden gebaat. Over de voorgenomen veranderingen in de organisatie van de hoogere bevelvoering schrijft het blad: De inspectiën der infanterie en do ar tillerie blijven dus voorloopig gehand haafd; maar boo is daarmede te rijmen de benoeming van een commandant van het veldleger met ingang van 1 October Krijgen dc inspecteurs nog nieuwe instruc tionEn, zoo neen, wicn moeten bijv. de commaudanben der infanterie-divisicn cn de commandant der bereden artillerie gehoor zamen, den commandant van het veldleger of den betrokken inspecteur? Of zijn de beido inspecteurs ook onder do bevelen van dien 'commandant geplaatst, terwijl deze slechts een deel der infanterie en dor artillerie onder zijn bevelen heeft? Het is ons niet duidelijk, waarom, met uitsluiting van al het andore, juist deze benoeming- reeds nu moest geschieden, vooral niet, wanneer we zien, dat in art. 8 Groote Staf, voor een luitenant genoraal, commandant van het veldleger, slechts 3250, zijnde het traktement over een half jaar, is uitgetrokken, terwijl voor den hem toegevoegden majoor hot traktement over een .geheel jaar is berekend. Waaruit moeten nu de golden voor dien opporofficier worden gevonden van Oc tober ^1907 tot 1 Juli 1903. Wij kutmon toch piet aannemen, dat het voornemen zou bestaan om de betrekking van luite nant-generaal, chef van den goncralen staf, gedurende al dien tijd onvervuld to laten. Wij zijn en blijven van oordeel, dat de nieuwe regeling zal blijken niet in hot be lang te zijn vau do oefening der verschil lende wapens, cn wij worden hierin ver sterkt, nu wij lezen, dat het voornemen bestaat, bij opheffing van do inspectie der infanterie,- een hoofdofficier en een kapi tein der infanterie aan het departement van oorlog te plaatsen, ten einde daar de zaken te behandelen, welke méér bepaald dit wapen betreffen. Ieder, - die met den gang van zaken aan het departement be kend is, zal begrijpen, dat die hoofdofficier al spoedig een veel to groeten invloed op don gang van zaken zal verkrijgen. Wat de inspoctio der artillerie betreft, de opheffing hiervan moet samengaan met dc splitsing van heb wapen in veld- en vesting-artillerie, een maatregel, door den vorigen minister in uitzicht gesteld, doch waarop de tegenwoordige tot ons leedwe zen is teruggekomen. De toestand van één wapen, uit verschillende ooortcn bestaan de, onder verschillende hoofden, zal hiervan zijn wij overtuigd spoedig blij ken onhoudbaar to zijn. De afkeuring in de Memorie van Toe lichting van de regeling van het voorberei dend militair onderricht heeft de redactie de volgende opmerkingen in de pen gege ven: Wanneer wij, niettegenstaande dit alles, zien, dat op de bcgrooting ten behoeve van dit onderricht een bedrag is uitgetrokken, gegrond op do tot dusver gevolgde grond slagen, dan mag worden aangenomen, dat een nieuwe en betere regeling zich niet lang meer zal laten wachten. Is dit niet het geval, dan ware het beter het onderricht voorloopig niet te doen geven. Ten slotte dringt de „Nieuwe Ro ttc r- d am s oh e Courant" er op aan, dat, evenals zal geschieden met de hoofdstad, ook de hofstad zoo 6pocdig mogelijk zal op houden cavalerie-garnizoen to zijn: „Voor oefeningen van het ruiterwapen zijn beide plaatsen geheel ongeschikt", schrijft zij. In een driestar Nachtarbeid zegt „Do Stan d a a r d" Het joDgsto Congres, to Utrecht gehou den, toonde, clat heb denkbcel.l, om aan den nachtarbeid in het Bakkersbe drijf een eindó te maken, sinds liet laat ste Congres aanmerkelijke vordering nad gx-aakt. Er hcerschte thans tamelijk wel-een een parige overtuiging. Verzet tegen die over tuiging kwam ternauwernood aan het woord. En ook, waar zich zoodanig verzet uitte, bestreed men niet meer afschaffing van nachtarbeid ten principieelo, maar opperde bedenkingen tegen ongelegenheden die van die afschaffing zonder meer te wachten stonden. Ook mag geconstateerd, dat men thans zoover is, dat allo partijen in dit geding aan cén kant staan. Do politiek liicld op struikelblok te zijn. Zoowel de partijen van Rechts als die van Links bleken liicr een terrein tot gezamenlijke actio gevonden to hebben. Mannen van allerlei richting tra den als referenten op, on aller conclusie was voor do afschaffing gunstig. Blijft alleen do vraag, hoe tot opneming van het verbod in de wet te geraken, cn aan dit punt toegekomen, scheen de zaak schier hopeloos to staan. Reeds drie ontwerpen zijn naar do pa piermand verwezen. Een vierde is cr nog niet. Het komt in de Staten-Generaal maar niet tot afdoening. En misschien niet ten onrechte werd dc vrees uitgesproken, dab do voorstandera zeiven. dit oponthoud in do iiand werkten door huu op één punt on- voorzichtigên cisoh. Zij willen toch ook dén particulieren bak ker met vrouw en kroost verbieden, in eigen huis 's nachti deeg of oven gereed to maikéii, en te bakken. En al mag worden aangenomen, dat het gevaar ter afwending waarvan ze dit wenschon, ernstig onder de oogen zal moeten worden gezien, het gaat te ver, nu reeds tot dezen uitersten maatregel, die zoo kras het huisrecht aan tast, to willen drijven. Aangaande k o i z c r W i 1 h e 1 m s be zoek aan Engeland is nu bepaald, dat het van 11 tot 18 November zal duren. Als do staatkundige toestand het veroor looft, zal prins Bülow den Keizer verge zellen. Dc Rijksdag zou dan na Bidow's te rugkeer, omstreeks 21 November, bijeen komen. Keizer Wilhelm zal den 7dcn October to Karlsruhe de begrafenis van zij u oom, don groot hertog van B a- den, komen bijwonen. Do Rijkskanselier, prins von Bülow, zal eveneens bij die plechtigheid tegenwoordig zijn, terwijl ook de koning van Wurtom- berg verwacht wordt. Do Duitscho Keizxsr heeft tor gelegen heid van het overlijden van den Groother tog een dagorder tot het leger gericht, waarin hij dc grooto verdiensten van den overledene ten aanzien van het Duitscho Rijk herdenkt en beveelt, dat alle officie ren gedurende acht dagen den rouw zul len aannemen. Voor do officieren van het Ulanen-regi- ment, .waarvan groothertog Friedrieh do lxjvelhcbbcr was, is dié termijn 11 dagen, terwijl een deputatie uit huu midden do plechtigheid zal bijwonen. Dc „Kolmsohe Zeitung" verneemt, dat cr een vervolging is ingesteld tegen den schrijver Adolf Brandt wegens be leed i- g i n g an prins von Bülow. Do „Echo dc Paris" verneemt uit Rome, dat mevrouw T o s o 11 i gravin Mon- tignoso een audiëntie heeft aangevraagd bij Z. H. den Paus en dat deze onder ze- koro voorwaarden zich beroid verklaard heeft haar te ontvangen. Dezo audiëntie staat wellicht in verband met de kwestie van het feitelijk nog steeds niet ontbonden huwelijk der gravin met den tegenwoordigen Koning van Saksen. Naar een Engelsch dagblad-correspon dent opmerkt, hebben beide partijen inder tijd het onverbrekelijk karakter van 't ker kelijk huwelijk erkend. Alleen do Paus kan het ontbonden verklaren cn deze beeft dit tot dusver geweigerd, hoewel men er van verschillende kanten sterk bij bern op aangedrongen heeft. De gewézen kroonprinses zaf nn waar schijnlijk den Paus willen vragen do echt scheiding uit to spreken.wanneer dit is geschied-, dan zal do gravin zich denkelijk opnieuw kerkelijk mot Toselli in den echt laten verbinden. Wat het prinsesje, Pia Monica, aan gaat, het is eigenaardig zoo leest men in een borïoht uit Rome dat zij, ter wijl de geheime speurders van hot Saksi sche Hof Zuid-Frankriik, Zwitserland cn het Italiaansche meer-disti iet afzochten, al dien tijd veilig was opgeborgen in Jicc „Grand Hotel des lies Borrcmécs" te Stresa, vlak hij de villa van de hertogin- weduwe van Genua, 'de tante van den Ko ning van Saksen. Dc Engelscho journalist William lo Queux, die door do Toselli's in vertrouwen is genomen, deelt aan do „Daily Mail" mee, dat dé agenten van het Saksischo Hof hein een groote som hebben aangeboden, indien hij de verblijfplaats van het prin sesje wilde verraden, llij sloeg het aanbod af. Het schijnt, dat het Saksische Hof het erop zal toeleggen, clat don heer en mevr. Toselli hot verblijf in Italië onmogelijk zal gemaakt worden. Hun plan is om dan naan Engeland dc wijk te nemen. Mevrouw Toselli heeft gezegd, dat zij cr niet om zal geven, als dc Koning haar 19) - „Je weet, mijn schat", antwoordde hij liaar, „dab ik je weuschen betreffende de- zo „verbintenis nooit gedeeld heb. Het is ?clfs twijfelachtig, of ik er in zou hebben bewilligd." Do gravin lachte honend. „Ja, ilc acht jo 'daartoe in staat, maar gelukkig zijn er ook nog anderen, die een woordje hebben mee to spreken." „Ja, een gnoot -woord", zei de baron, die zijn wenkbrauwen in do hoogte trok. Hu hij vervolgde op dringenden toon: „Ik smeek jo, Anionic, dat j.e Irma niets van je "teleurgestelde hoop verraadt; ik wcnsch, dat het kind haar onschuld behoudt." Do dame antwoordde niL-t, maar ruisch- to met majestueus gebaar de kamer, uit, óm zich onverwijld naar haar nicht te be geven. Irma zat in haar eigen kamer. Zij was met haar levendig gekleurde tapijten, de rijk gevulde bloemenstandaards en va- zen, de schitterende vogels ccn waar ven- blijf voor een joDge dame. Irma's gelaat toekende heden een ongewone ernst. De aankondiging, door den prins z;lr, van zijn reeds op morgen vastgesteld vertrek had ook haar niet onverschillig gelaten, en hoewel de onaangename gewaarwording voorloopig dezelfde was als bij een kind, dot men van zijn speelkameraden berooven wil, zoo strekte zich toch als een lichte ne- ycI over een zonnig landschap een wee moed over baar vroolijk hart uit. Daar verscheen do tante om haar heftige verwij ten^ te doen^ dafc zjj door «eigen lichtzinnig heid een kostbaren prijs verspeeld had. Irma keek do spreekster met sprakeloozo verbazing aan. „Ik heb bij ons samenzijn nooit aan een inniger verhouding tot den prins gedacht," zeide zij. „O msen,, jo bent de ideale dochter van je idealen vader," spotte de dame, „een stuk brood, een hut is je genoegI Hoe kon je," giog zij toornig vender, „met jc sen- tinu nteelo pliil ïuthropische neigingen den .prins zijn verblijf op zulk een manier vergallen, als je laatst deedt, met je uit- noodiging het ziekenhuis te bezoeken. Kon je dan niet weten, dat jo met zulk een hartstocht voor oen ziekenhuis het verschil van jullie smaak, van jullie levensopvat ting geheel onnoodig op zijn scherpst be lichtte? Je hadt hem beter nog het voor stel kunnen doen in de leege uurtjes met hem de dorpskinderen te wasschcn Irma had ccn hoogroode kleur gekregen. Zij had van haar vroege kindsheid af reeds ondervonden, wie haai' tante was, doch do banden des bloeds zijn sterk, cn zij had het nooit geoorloofd geacht, een afkeurend oordeel over de zuster van haar vader to vormen. Ook nu bedwong zij den opkomenden te genzin. „Lieve tante," zeide-ze, terwijl ze moeite deed het beven van haar stem to bestrijden, ,,als de levensopvatting van den prins zoo verschillend is van de mijne, als gij meent dan is hefcjbeter, dat wij sphei- den, zelfs als vrienden, zoo spoedig moge lijk," Het jonge gezicht had bij de laatste woorden een vaste uitdrukking aangenomen, welke het anders niet eigen was, cn de af scheidswoorden, welke Irma den anderen dag met Alexander Landeros wisselde, j klonken harerzijds zóó koel, dat het de gra vin nu bijna berouwde zóó gesproken to hebben. Dc vrijheer, die de oorzaak raadde, zei de later tot zijn zuster: „Wie oen slaap wandelaar wakker maaktt i3 de oorzaak van zijn val." VIH. Ofschoon de smid zijn woord, om de zie ke te bezoeken, gehouden had, zoo vermoch ten zijn drankjes cn zijn strijkingen der verlamde ledematen niet, eenige verbete ring to bezorgen. Annc-Mario's krachten namen zienderoog af. De wonderdokter was niet oen der gcdul- digsten^cn zoodra hij merkte, dab zijn mid delen niét door een spoedig gevolg be kroond werden, was hij gewoon zich terug to trekken met de woorden: „Er is niets aan te doenl" Onder den indruk van deze bittere uit spraak had de jager er cindelij'k toe beslo ten aan den roortdurenden aandrang der hc.utvestersvrouw gevolg te geven en een gediplomeerd doktor te raadplegen. De me delijdende vriendin was zelve tot dit doel naar de stad getrokken, om den arts, die zich in een grooten roep verheugde, te ver zoeken haar in de eenzaamheid van het woud to volgen. Zoo gebeurde hot dan, dat de equipage van den dokter met het mooie span schim mels voor het jagershuis stilhield. Do dok ter steeg uit, om in gezelschap van de hout- vcstersvrouw heb bezoek af to leggen. De arts was een man met bijzonder gedistin geerd voorkomen en was gewoon zich steeds met bijzondere élégance te kleedcn. „Wat moeten wij met zulk een voornaam heer hier in onze arme hut", fluisterde de bezitter ontstemd des dokters begeleidster in het oor, terwijl ook^ over het aangezicht der zieke een uitdrukking van beschroomd heid zichtbaar werd. Doch deze zichtbare ingenomenheid verdween spoedig, nadat de dokter haar op goedig declncmcnden tcon aangesproken en zij hem in do oogon gezien had, waarin zich de volkomen welwillendheid van zijn mcnschlicvendc ziei spiegelde. Do arts ondervond in den loop van het onderhoud een zeldzame ontroering, want hij bemerkte spoedig, dat zij angstig moeite deed om voor haar man, dio luiste rend in een hoek stond, de geheelc zwaarto van haar lijden to verbergen. Nadat dc dokter zicly voldoende naar den aard van liet lijden zijner patiënte geïnfor meerd had, zeiclo hij: „Beste vrouwtje, als ge besluiten kondet voor een korten tijd jc mooie boscli to verlaten, om bij mij in mijn hospitaal in de stad te komen, dan hoop ik wel, jo wat beter te kunnen maken, ja> ik zou jo zelfs wel vol! omen genezing kunnen beloven. We moeten echter, om daartoe te geraken ónze toevlucht tot allerhande kuren nemen, welke hier niet uitgevoerd kunnen worden." En zich tot don jager wendende, vroeg hij vriendelijk: „Hoo is het, wilt gij uw goe de vrcuw een tijdlang aan onze verpleging toevertrouwen." Do aangesprokene trad haar voren. Zijn vrouw schrok van zijn gelaatsuitdrukking, Ach, zij kende die maar al fcc wel „Neen, mijnheer", vloog het met heftige gobaren uit zijn mond, „neen, dat wil «k niet! Wij kennen dat wel. Do voorname heeren halen ons, arme lui, in hun zieken huizen ora aan ons to studccrcn en Lo pro- becrendaarvoor is het volk hun goed ge noeg. Zoo wordt men beroemd cn rijk. Maar ik dank cr voor, mijn vrouw als proef te voortaan de iiïtkcering zal onthouden; haar man was niet van plan van het geld van zijn vrouw to leven, maar van hetgeen zij a beroep hem opleverde. Volgens de „Daily Mail" gaat het O h a m b-e r la- i u tegenwoordig goed. llij wandelt zonder steun en tuiniert weer. Het rooken van zware sigaren, dab hij buitensporig placht to doen, is tot twee of drio stuks beperkt. Dagelijks leest hij tweo uur lang kranten. Zijn geest is zoo helder als ooit, heet het. De jicht heeft hem nog niet verlaten, maar hij heeft er toch veel minder last van. Van den winter gaat hij weer naar het Zuiden. Uit Londen komt het «.crieht, c'_t de heer John Ardagh, Engelscli militair des kundige op do Vredesconferentie van 1699, is overleden. Mag men dc New-Yorksche bladen gcloo- ven, dan is cr weer een Ja pan se li- Amerikaan se h incident voorgevallen. Do bemanning van een Japanschen schoo ner, die jacht maakto op dc rolben in de Bering-Zce, zou in do Pilc-Kodiakbaai ccn dorp geplunderd hctbcn. Volgens ander© berichten zouden Japansoho visschors op do Sjelkof-eilanden geland zijnen tal vau dicrcu gedood hebben, welko aan do inlan ders behoorden. Geen van beide berichten ziet cr zeer gó loofwaardig uit. Ministeu Taft moet overigens rijn voornemen te kennen gegeven hebben, 11*. Japan, waar hij zich thans bevindt, een re de to zullen houden, waarin hij allo be richten betreffende een gespannen verhou ding tusschon dc Amórikaansche en de Ja panschc regecring of de beide volken zou togen sproken.* Tegenover een correspon dent van do „Herald" moet dc heer Tuit to Yokohama het misdadig genoemd hebben van oorlog te spreken. Do Amcrikaansche bladen laten zich even wel door deze en andere vredelievend© ver zekeringen niet weerhouden voort to gaan met hun aanvallen op Roosevelt. Zij merken op, dat do ernstige kwestie der Japansche immigratie in'do Verconig- dc Staten nog altijd niet geregeld is cn houden vol, dat, zoo de Regeering besloten heeft, pantserschepen uri den Atlantisehen Oceaan naar den Grooten Oceaan to zeil den, dit geschiedde, omdat zij een conflict vreest cn nu het nog tijd is, maatregelen .wil nemen. Vooral dc voel gelezen New-Yorksche „Sun" is zeer fel tegen Roosevelt en zijn regeering cn verwijt hem, een conflict uit te lokkon. „Maar," zegt het blad, „het volk wenscht allereerst to weten welke casus belli cr bestaat tusschen do Vcrecnig- de Staten cn Japan en wil weten, ingeval er een is, of men dien niet zou kunnen voorleggen aan liet Haagsclie Hof en zelfs of men dien inct .wat gezond verstand niet nog gemakkelijker zou kunnen regelen." President Roosevelt doet op het oogenblik eenrondreis door do Vereenigdo Staten en maakt van die gelegenheid ge bruik om zijn politiek tegenover de trusts cn zijn houding tegenover het kapitalis*i in het algemeen in een helder daglicht to stellen. Zoo sprak hij te Canton, in Ohio, bij dó inwijding van het Mac-Kinlcy-mausoleum 1 een rede uit, waarin hij een warm pleidooi hield voor namvo aansluiting van alle klas se der bevolking cn betoogde, dat het een ongeluk is voor een land, wanneer daar met. haat en nijd wordt neergezien op een eerlijk behaald succes en op een eerlijk ver diend vermogen. Hij besprak dc treurige toestanden in dio Amcrikaansche republieken, waar do eer lijke industrie wordt gedood, doordat man nen met vermogen aan bcrooving worden prijsgegeven. Dientengevolge vindt hefc buitenlandsch© kapitaal zelden den .weg naar dio republieken. „Wij zijn," zoo zeide dc President, „do beste vrienden van mannen met vermogen maar wij bestrijden hen, die onrecht p!e-< gen, om hun vermogen te vergrooten of die hun groot vermogen gebruiken om on rechtmatige handelingen te plegen." geven voor de voornamen en rijken. Daar voor is ze me toch nog tc goed." Het anders zoo rustige oog van den arts' ontvlamde. „Man," riep hij uit, „hoo durf je zoo iets zeggen..." Hij wilde verder spreken, doch hij voelde, een ijskoude hand op zijn arm. De oogen van de arme Anne-Mario keken hem met? stneckcndo uitdrukking uit haar doodsbleek gelaat aan cu zij stamelde: „O, mijnheer, goede mijnheer, vergeef» hem; hij weet niet, wat hij zegt, het verorieb heeft hem zoo gemaakt." Do edele menschenvriend, door zijn be roep in dc kunst der zelfbeheersching ge oefend, werd zijn opwelling van toorn mees ter. Hij wilde den last, welken dc zieko droeg, niet door een nieuw gewicht vemva- ren. „Wees maar rustig, arme vrouw,/' zeide hij: „ik zal hem geen leed doen." i Daarna nam hij zijn notitieboek uit den zak om eeu recept te schrijven, terwijl hij' met volledig terugverkregen vastheid zeide „Dan moeten wij de zaak op een andere wijze trachten o-"-» te pakken." Hij wend-' de zich tot dc vrouw van den houtvester, gaf dc7.e verschillende raadgevingen om trent do zieko, nam vriendelijk afscheid van haar en verliet het vertrek zonder deit man ccn enkel woord of een enkelen Blik waardig tc keuren. De houtvcstersvrouw volgde hem. Kocnraad gevoeld) zich be schaamd, liij maakto een beweging, als wilde hij beiden volgen, on zijn vrouw b^d hern: „Ga den goeden heer na cn vraag herrt', om vergiffenis", maar daar ontwaakt© do' oude trots en hij wendde zich morrend af* „Dat kan je denken", zei hij. Do omgang met den smid had niet gunstig op hem go» werkt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 5