No. 14601.
LEIDSCH DAGBLAD, WOEKSDAC 2 0CTÖÉEFJ. - TWEEDÊ BLAD.
Anno rCC?.
PERSOVERZICHT.
Buitenlandsch Overzicht.
FEUILLET ON.
Irma en Walter,
Cf
„De Nieuwe Courant" mist in
cle toelichting op de ministerieelo plannen
met het bl ij vend gedeelte tot haax
leedwezen de militair-wetenschappelijke
grondslagen, waaraan bij het opmaken
der voorstallen is uitgegaan.
De roede Ic'ling, dio voorts gedaan
wordt, dat ditmaal de vermindering is ge-
^•egel'l in overeenstemming met de betrok
ken chefs, verliest voor ccn belangrijk deel
ihaar waarde door de opmerking, dat de
jchof van het wapen der cavalerie van oor-
is, dat een eerste verblijf van twee
jaar voor de militie noodig is. Uit deze op
merking, gevoegd bij hetgeen omtrent
[eenige proeven bij dat wapen wordt aan-
goteekend, blijkt wel voldoende, dat met
'dezen chef geen overeenstemming is ver
kregen.
.Verder schrijft het blad:
„Wij betreuren het, dat ook nu weder
feen oplossing van deze kwestie in debat
jtvordt ge-bracht, zonder dat, door verstan-
Jdiige proefnemingen, deugdelijke beswijs-
ronden de plaats kunnen innemen van op-
attingen, slechts steunende op geloof''
pn „vertrouwen".
Wat de onbereden wapens betreft, de
thans voorgesteldo vermeerdering van het
folijvend g;dceltc, in vergelijking met het
Vorig jaar, wijst er op, dat het toen uit
gesproken vertrouwen reeds beschaamd is,
[hetgeen evenwel niet wegneemt, dat, naar
He „verwachting" van dezen minister, het
(thans aangovraagde getal in de practijk
zal blijken woder voor vermindering vat
baar te zijn I Een schommelende balans
j'idus
S Wat de bereden wapens betreft, kwam
,,D 0 Nicuwo Courant" vroeger tot
de slotsom, dat voor cavalerie on rijden
de artillerie wellicht kan worden aangeno
men een diensttijd van twintig maanden,
aanvangende op 1 Februari, cn dat men
Voor de veldartillerie misschien tot oen
diensttijd van achttien maanden zou kun-
hen besluiten, mits men de militie in twee
gedeelten liet opkomen, respectievelijk op
April en 1 October.
,,In het plan van den minister, met 19
Jnaandcn diensttijd voor dc cavalerie, moe
ten dc miliciens van dit wapeD, die 15
(Maart, opkomen, reeds na vier maanden
'aan de zomorocfenirigen des eskadrons
'deelnemen.
Bij do veldartillerie krijgt men het na
deel van een intermitteerenden dienst voor
die helft der miliciens, welke gedurende 't
Winterhalfjaar met verlof wordt gezonden.
(Uit do Memorie van Toelichting blijkt in
'geen enkel opzicht op welke gronden deze
-ontworpen regeling berust en of men zich
aan hot departement van oorlog-ook onle
dig heeft gehouden met oen ernstige ont
leding van het vraagstuk in de bovenge
noemde elementen.
Wat het beschikbare aantal vrijwilligers
J>ctreft, schijnt nu reeds te mogen worden
aangenomen, dat, door do nieuwe voor
schriften op de werving van den minister
Staal, do t-oevoer belangrijk is verminderd.
Wordt do begrooting voor 1908 aangeno
men, dan zal men in den aanstaanden zo
mer de gevolgen hiervan bij de cavalerie
wellicht nog niet al te zeer gevoelen. Door
het vervroegen van de opkomst der lich
ting voor dat jaart"^- van 1 October naar
15 Maart in verband met de omstandig
heid, dat de lichting van 1906 nog vaQ 1
'(April1 October, naar het schijnt in twee
j holffen, als blijvend gedeelte, zich onder
j!dc wapenen zal bevinden, wordt een over-
I gangstoestand in heb leven geroepen, veel
gunstiger dan het in de toekomst zal wor-
den.
Slechts bij de veldartillerie zal, indien
het ontwerp wordt aangenomen, in heb ko
mende jaar de practijk kunnen spreken."
Hot artikel eindigt aldus:
„Sterker nog dan de vorige maal zullen
'de'beraadslagingen over dit wijzigingswetje
staan in het teeken van dc politiek. Dat
fatum heeft het Kabinet over de militaire
(kwestie gebracht in sterkere mate dan
i cenigo politieke partij in het land. Op die
wijze is bijna niet te ontgaan, dat sommi
gen van hen, die over dez<^ aangelegenheid
hebben te beslissen, hun stem zullen uit
brengen, zonder daaraan een verbintenis
*voor de toekomst to hechten.''
Op n punt wil het ons voorkomen, dat
de Minister voor een besliste weigering
moet komen te stann. Hij vraagt 50,000
voor het bouwen van twee rijbanen, resp.
te 's-Gravcnhagc en Utrecht.
Door het toestaan van deze gelden zou
eerstgenoemde plaats worden bestendigd
als garnizoen voor een belangrijk deel on
zer cavalerie, de tweede als garnizoen
voor een drietal batterijen veldartillerie.
Als men op „intensieve" oefening wil
aansturen met verkorting van den dienst
tijd, behoort men te zorgen voor garnizoe
nen, waar behoorlijk geoefend kan wor
den.'
In een driester Gezellen-diploma
zegt „De Standaard":
Steeds drongen we er op aan, dat door
invoering van een goed geordend leerling
stelsel'bij ambachten-bedrijf, ook de gewo
ne werkman tot hooger peil van ontwikke
ling in zijn vak mocht worden opgevoerd.
Thans leert, wie geen ambachtsschool
kan bezoeken, het ambacht bij een baas,
maar zonder controle, zonder methode,
zonder gequalificeerd cind-rcsultaat.
Dc „krullenjongen" is hier spreekwoorde
lijk geworden.
Reeds in 1903 is met het oog hierop oen
wetsvoorstel ingediend, om het leerlingstel
sel ook ten onzent in te voeren, hiervoor
regels te stellen, en er toezicht op uit te
doen oefenen.
Werd dit plan uit/gewerkt, en vond dit
stelsel ingang, dan zou al meer elke dege
lijke werkman allengs in het bezit van een
diploma geraken, ook afgezien vau heb
meester-diploma.
De gozel zou daardoor in de categorie
der Capaciteiten komen te vallen.
Ook hij zou in het beait zijn van een
getuigschrift van oen met goed gevolg af
gelegd examen, totgang gevende tot eenig
Leroep en bedrijf.
Niet als individu, niet als persoon, niet
als ingezetene, maar als gequalificeerd bur
ger van Nederland zou hij ook langs dien
weg in heb bezit van kiesbevoegdheid kun
nen gerakenen er dient op gelet, dat
ook dit in het voorstel van het Centraal-
Comité, inzake heb Capaciteiten-kiesrecht,
inzit.
Ons lacht dit wel toe.
Bij onze diamantbewerkers in de hoofd
stad ziet men voor oogen, wat voordeel er
in zit om zich het leerlingwezen aan te
trekken, en hoe het vak er door op een
hoogte wordt gebracht, oie alle concurren
tie tart.
Daarom is ook door ons reeds voor jaren
óp deze combinatie van diploma en kies
recht de aandacht ge-estigd.
Elk diploma vereenigb in groep zekor
aantal belanghebbenden bij cenzehttc vak
en bedrijf, en zoolang zulk ecu vak of be
drijf nog zijn staatsrechtelijke organisatie
rnisE, kan het diploma ton deele deze lecm-
to aanvullen.
De oorlogsbegrooti ng voor 1903
wordt door do „Nieuwe ltotte r-
dam.se h e Courant'' behandeld in
hoofdartikel, waarin zij als algemeencn in
druk geeft, dat van den nieuwen minister
van oorlog meer uitgaven zijn te wachten
zonder dat door deze 's lands weerbaarheid
beduidend zal worden gebaat.
Over de voorgenomen veranderingen in
de organisatie van de hoogere bevelvoering
schrijft het blad:
De inspectiën der infanterie en do ar
tillerie blijven dus voorloopig gehand
haafd; maar boo is daarmede te rijmen
de benoeming van een commandant van
het veldleger met ingang van 1 October
Krijgen dc inspecteurs nog nieuwe instruc
tionEn, zoo neen, wicn moeten bijv. de
commaudanben der infanterie-divisicn cn de
commandant der bereden artillerie gehoor
zamen, den commandant van het veldleger
of den betrokken inspecteur? Of zijn de
beido inspecteurs ook onder do bevelen
van dien 'commandant geplaatst, terwijl
deze slechts een deel der infanterie en dor
artillerie onder zijn bevelen heeft?
Het is ons niet duidelijk, waarom, met
uitsluiting van al het andore, juist deze
benoeming- reeds nu moest geschieden,
vooral niet, wanneer we zien, dat in art.
8 Groote Staf, voor een luitenant genoraal,
commandant van het veldleger, slechts
3250, zijnde het traktement over een half
jaar, is uitgetrokken, terwijl voor den hem
toegevoegden majoor hot traktement over
een .geheel jaar is berekend.
Waaruit moeten nu de golden voor dien
opporofficier worden gevonden van Oc
tober ^1907 tot 1 Juli 1903. Wij kutmon
toch piet aannemen, dat het voornemen
zou bestaan om de betrekking van luite
nant-generaal, chef van den goncralen
staf, gedurende al dien tijd onvervuld to
laten.
Wij zijn en blijven van oordeel, dat de
nieuwe regeling zal blijken niet in hot be
lang te zijn vau do oefening der verschil
lende wapens, cn wij worden hierin ver
sterkt, nu wij lezen, dat het voornemen
bestaat, bij opheffing van do inspectie der
infanterie,- een hoofdofficier en een kapi
tein der infanterie aan het departement
van oorlog te plaatsen, ten einde daar de
zaken te behandelen, welke méér bepaald
dit wapen betreffen. Ieder, - die met den
gang van zaken aan het departement be
kend is, zal begrijpen, dat die hoofdofficier
al spoedig een veel to groeten invloed op
don gang van zaken zal verkrijgen.
Wat de inspoctio der artillerie betreft,
de opheffing hiervan moet samengaan met
dc splitsing van heb wapen in veld- en
vesting-artillerie, een maatregel, door den
vorigen minister in uitzicht gesteld, doch
waarop de tegenwoordige tot ons leedwe
zen is teruggekomen. De toestand van één
wapen, uit verschillende ooortcn bestaan
de, onder verschillende hoofden, zal
hiervan zijn wij overtuigd spoedig blij
ken onhoudbaar to zijn.
De afkeuring in de Memorie van Toe
lichting van de regeling van het voorberei
dend militair onderricht heeft de redactie
de volgende opmerkingen in de pen gege
ven:
Wanneer wij, niettegenstaande dit alles,
zien, dat op de bcgrooting ten behoeve van
dit onderricht een bedrag is uitgetrokken,
gegrond op do tot dusver gevolgde grond
slagen, dan mag worden aangenomen, dat
een nieuwe en betere regeling zich niet
lang meer zal laten wachten. Is dit niet het
geval, dan ware het beter het onderricht
voorloopig niet te doen geven.
Ten slotte dringt de „Nieuwe Ro ttc r-
d am s oh e Courant" er op aan, dat,
evenals zal geschieden met de hoofdstad,
ook de hofstad zoo 6pocdig mogelijk zal op
houden cavalerie-garnizoen to zijn: „Voor
oefeningen van het ruiterwapen zijn beide
plaatsen geheel ongeschikt", schrijft zij.
In een driestar Nachtarbeid zegt
„Do Stan d a a r d"
Het joDgsto Congres, to Utrecht gehou
den, toonde, clat heb denkbcel.l, om aan
den nachtarbeid in het Bakkersbe
drijf een eindó te maken, sinds liet laat
ste Congres aanmerkelijke vordering nad
gx-aakt.
Er hcerschte thans tamelijk wel-een een
parige overtuiging. Verzet tegen die over
tuiging kwam ternauwernood aan het
woord. En ook, waar zich zoodanig verzet
uitte, bestreed men niet meer afschaffing
van nachtarbeid ten principieelo, maar
opperde bedenkingen tegen ongelegenheden
die van die afschaffing zonder meer te
wachten stonden.
Ook mag geconstateerd, dat men thans
zoover is, dat allo partijen in dit geding
aan cén kant staan. Do politiek liicld op
struikelblok te zijn. Zoowel de partijen van
Rechts als die van Links bleken liicr een
terrein tot gezamenlijke actio gevonden to
hebben. Mannen van allerlei richting tra
den als referenten op, on aller conclusie
was voor do afschaffing gunstig.
Blijft alleen do vraag, hoe tot opneming
van het verbod in de wet te geraken, cn
aan dit punt toegekomen, scheen de zaak
schier hopeloos to staan.
Reeds drie ontwerpen zijn naar do pa
piermand verwezen. Een vierde is cr nog
niet. Het komt in de Staten-Generaal maar
niet tot afdoening. En misschien niet ten
onrechte werd dc vrees uitgesproken, dab
do voorstandera zeiven. dit oponthoud in
do iiand werkten door huu op één punt on-
voorzichtigên cisoh.
Zij willen toch ook dén particulieren bak
ker met vrouw en kroost verbieden, in
eigen huis 's nachti deeg of oven gereed
to maikéii, en te bakken. En al mag worden
aangenomen, dat het gevaar ter afwending
waarvan ze dit wenschon, ernstig onder
de oogen zal moeten worden gezien, het
gaat te ver, nu reeds tot dezen uitersten
maatregel, die zoo kras het huisrecht aan
tast, to willen drijven.
Aangaande k o i z c r W i 1 h e 1 m s be
zoek aan Engeland is nu bepaald, dat het
van 11 tot 18 November zal duren.
Als do staatkundige toestand het veroor
looft, zal prins Bülow den Keizer verge
zellen. Dc Rijksdag zou dan na Bidow's te
rugkeer, omstreeks 21 November, bijeen
komen.
Keizer Wilhelm zal den 7dcn October to
Karlsruhe de begrafenis van
zij u oom, don groot hertog van B a-
den, komen bijwonen.
Do Rijkskanselier, prins von Bülow, zal
eveneens bij die plechtigheid tegenwoordig
zijn, terwijl ook de koning van Wurtom-
berg verwacht wordt.
Do Duitscho Keizxsr heeft tor gelegen
heid van het overlijden van den Groother
tog een dagorder tot het leger gericht,
waarin hij dc grooto verdiensten van den
overledene ten aanzien van het Duitscho
Rijk herdenkt en beveelt, dat alle officie
ren gedurende acht dagen den rouw zul
len aannemen.
Voor do officieren van het Ulanen-regi-
ment, .waarvan groothertog Friedrieh do
lxjvelhcbbcr was, is dié termijn 11 dagen,
terwijl een deputatie uit huu midden do
plechtigheid zal bijwonen.
Dc „Kolmsohe Zeitung" verneemt, dat
cr een vervolging is ingesteld tegen den
schrijver Adolf Brandt wegens be leed i-
g i n g an prins von Bülow.
Do „Echo dc Paris" verneemt uit Rome,
dat mevrouw T o s o 11 i gravin Mon-
tignoso een audiëntie heeft aangevraagd
bij Z. H. den Paus en dat deze onder ze-
koro voorwaarden zich beroid verklaard
heeft haar te ontvangen.
Dezo audiëntie staat wellicht in verband
met de kwestie van het feitelijk nog steeds
niet ontbonden huwelijk der gravin met
den tegenwoordigen Koning van Saksen.
Naar een Engelsch dagblad-correspon
dent opmerkt, hebben beide partijen inder
tijd het onverbrekelijk karakter van 't ker
kelijk huwelijk erkend. Alleen do Paus
kan het ontbonden verklaren cn deze beeft
dit tot dusver geweigerd, hoewel men er
van verschillende kanten sterk bij bern op
aangedrongen heeft.
De gewézen kroonprinses zaf nn waar
schijnlijk den Paus willen vragen do echt
scheiding uit to spreken.wanneer dit is
geschied-, dan zal do gravin zich denkelijk
opnieuw kerkelijk mot Toselli in den echt
laten verbinden.
Wat het prinsesje, Pia Monica, aan
gaat, het is eigenaardig zoo leest men
in een borïoht uit Rome dat zij, ter
wijl de geheime speurders van hot Saksi
sche Hof Zuid-Frankriik, Zwitserland cn
het Italiaansche meer-disti iet afzochten, al
dien tijd veilig was opgeborgen in Jicc
„Grand Hotel des lies Borrcmécs" te
Stresa, vlak hij de villa van de hertogin-
weduwe van Genua, 'de tante van den Ko
ning van Saksen.
Dc Engelscho journalist William lo
Queux, die door do Toselli's in vertrouwen
is genomen, deelt aan do „Daily Mail"
mee, dat dé agenten van het Saksischo Hof
hein een groote som hebben aangeboden,
indien hij de verblijfplaats van het prin
sesje wilde verraden, llij sloeg het aanbod
af. Het schijnt, dat het Saksische Hof het
erop zal toeleggen, clat don heer en mevr.
Toselli hot verblijf in Italië onmogelijk
zal gemaakt worden. Hun plan is om dan
naan Engeland dc wijk te nemen.
Mevrouw Toselli heeft gezegd, dat zij cr
niet om zal geven, als dc Koning haar
19) -
„Je weet, mijn schat", antwoordde hij
liaar, „dab ik je weuschen betreffende de-
zo „verbintenis nooit gedeeld heb. Het is
?clfs twijfelachtig, of ik er in zou hebben
bewilligd."
Do gravin lachte honend. „Ja, ilc acht jo
'daartoe in staat, maar gelukkig zijn er ook
nog anderen, die een woordje hebben mee
to spreken."
„Ja, een gnoot -woord", zei de baron,
die zijn wenkbrauwen in do hoogte trok.
Hu hij vervolgde op dringenden toon: „Ik
smeek jo, Anionic, dat j.e Irma niets van
je "teleurgestelde hoop verraadt; ik wcnsch,
dat het kind haar onschuld behoudt."
Do dame antwoordde niL-t, maar ruisch-
to met majestueus gebaar de kamer, uit,
óm zich onverwijld naar haar nicht te be
geven. Irma zat in haar eigen kamer. Zij
was met haar levendig gekleurde tapijten,
de rijk gevulde bloemenstandaards en va-
zen, de schitterende vogels ccn waar ven-
blijf voor een joDge dame. Irma's gelaat
toekende heden een ongewone ernst. De
aankondiging, door den prins z;lr, van
zijn reeds op morgen vastgesteld vertrek
had ook haar niet onverschillig gelaten,
en hoewel de onaangename gewaarwording
voorloopig dezelfde was als bij een kind,
dot men van zijn speelkameraden berooven
wil, zoo strekte zich toch als een lichte ne-
ycI over een zonnig landschap een wee
moed over baar vroolijk hart uit. Daar
verscheen do tante om haar heftige verwij
ten^ te doen^ dafc zjj door «eigen lichtzinnig
heid een kostbaren prijs verspeeld had.
Irma keek do spreekster met sprakeloozo
verbazing aan. „Ik heb bij ons samenzijn
nooit aan een inniger verhouding tot den
prins gedacht," zeide zij.
„O msen,, jo bent de ideale dochter van
je idealen vader," spotte de dame, „een
stuk brood, een hut is je genoegI Hoe kon
je," giog zij toornig vender, „met jc sen-
tinu nteelo pliil ïuthropische neigingen den
.prins zijn verblijf op zulk een manier
vergallen, als je laatst deedt, met je uit-
noodiging het ziekenhuis te bezoeken. Kon
je dan niet weten, dat jo met zulk een
hartstocht voor oen ziekenhuis het verschil
van jullie smaak, van jullie levensopvat
ting geheel onnoodig op zijn scherpst be
lichtte? Je hadt hem beter nog het voor
stel kunnen doen in de leege uurtjes met
hem de dorpskinderen te wasschcn
Irma had ccn hoogroode kleur gekregen.
Zij had van haar vroege kindsheid af reeds
ondervonden, wie haai' tante was, doch do
banden des bloeds zijn sterk, cn zij had
het nooit geoorloofd geacht, een afkeurend
oordeel over de zuster van haar vader to
vormen.
Ook nu bedwong zij den opkomenden te
genzin. „Lieve tante," zeide-ze, terwijl ze
moeite deed het beven van haar stem to
bestrijden, ,,als de levensopvatting van den
prins zoo verschillend is van de mijne,
als gij meent dan is hefcjbeter, dat wij sphei-
den, zelfs als vrienden, zoo spoedig moge
lijk,"
Het jonge gezicht had bij de laatste
woorden een vaste uitdrukking aangenomen,
welke het anders niet eigen was, cn de af
scheidswoorden, welke Irma den anderen
dag met Alexander Landeros wisselde,
j klonken harerzijds zóó koel, dat het de gra
vin nu bijna berouwde zóó gesproken to
hebben.
Dc vrijheer, die de oorzaak raadde, zei
de later tot zijn zuster: „Wie oen slaap
wandelaar wakker maaktt i3 de oorzaak
van zijn val."
VIH.
Ofschoon de smid zijn woord, om de zie
ke te bezoeken, gehouden had, zoo vermoch
ten zijn drankjes cn zijn strijkingen der
verlamde ledematen niet, eenige verbete
ring to bezorgen. Annc-Mario's krachten
namen zienderoog af.
De wonderdokter was niet oen der gcdul-
digsten^cn zoodra hij merkte, dab zijn mid
delen niét door een spoedig gevolg be
kroond werden, was hij gewoon zich terug
to trekken met de woorden: „Er is niets
aan te doenl"
Onder den indruk van deze bittere uit
spraak had de jager er cindelij'k toe beslo
ten aan den roortdurenden aandrang der
hc.utvestersvrouw gevolg te geven en een
gediplomeerd doktor te raadplegen. De me
delijdende vriendin was zelve tot dit doel
naar de stad getrokken, om den arts, die
zich in een grooten roep verheugde, te ver
zoeken haar in de eenzaamheid van het
woud to volgen.
Zoo gebeurde hot dan, dat de equipage
van den dokter met het mooie span schim
mels voor het jagershuis stilhield. Do dok
ter steeg uit, om in gezelschap van de hout-
vcstersvrouw heb bezoek af to leggen. De
arts was een man met bijzonder gedistin
geerd voorkomen en was gewoon zich steeds
met bijzondere élégance te kleedcn.
„Wat moeten wij met zulk een voornaam
heer hier in onze arme hut", fluisterde de
bezitter ontstemd des dokters begeleidster
in het oor, terwijl ook^ over het aangezicht
der zieke een uitdrukking van beschroomd
heid zichtbaar werd. Doch deze zichtbare
ingenomenheid verdween spoedig, nadat
de dokter haar op goedig declncmcnden
tcon aangesproken en zij hem in do oogon
gezien had, waarin zich de volkomen
welwillendheid van zijn mcnschlicvendc ziei
spiegelde. Do arts ondervond in den loop
van het onderhoud een zeldzame ontroering,
want hij bemerkte spoedig, dat zij angstig
moeite deed om voor haar man, dio luiste
rend in een hoek stond, de geheelc zwaarto
van haar lijden to verbergen.
Nadat dc dokter zicly voldoende naar den
aard van liet lijden zijner patiënte geïnfor
meerd had, zeiclo hij: „Beste vrouwtje, als
ge besluiten kondet voor een korten tijd jc
mooie boscli to verlaten, om bij mij in mijn
hospitaal in de stad te komen, dan hoop ik
wel, jo wat beter te kunnen maken, ja> ik
zou jo zelfs wel vol! omen genezing kunnen
beloven. We moeten echter, om daartoe te
geraken ónze toevlucht tot allerhande kuren
nemen, welke hier niet uitgevoerd kunnen
worden."
En zich tot don jager wendende, vroeg hij
vriendelijk: „Hoo is het, wilt gij uw goe
de vrcuw een tijdlang aan onze verpleging
toevertrouwen."
Do aangesprokene trad haar voren. Zijn
vrouw schrok van zijn gelaatsuitdrukking,
Ach, zij kende die maar al fcc wel
„Neen, mijnheer", vloog het met heftige
gobaren uit zijn mond, „neen, dat wil «k
niet! Wij kennen dat wel. Do voorname
heeren halen ons, arme lui, in hun zieken
huizen ora aan ons to studccrcn en Lo pro-
becrendaarvoor is het volk hun goed ge
noeg. Zoo wordt men beroemd cn rijk. Maar
ik dank cr voor, mijn vrouw als proef te
voortaan de iiïtkcering zal onthouden;
haar man was niet van plan van het geld
van zijn vrouw to leven, maar van hetgeen
zij a beroep hem opleverde.
Volgens de „Daily Mail" gaat het
O h a m b-e r la- i u tegenwoordig goed. llij
wandelt zonder steun en tuiniert weer.
Het rooken van zware sigaren, dab hij
buitensporig placht to doen, is tot twee
of drio stuks beperkt. Dagelijks leest hij
tweo uur lang kranten. Zijn geest is zoo
helder als ooit, heet het.
De jicht heeft hem nog niet verlaten,
maar hij heeft er toch veel minder last
van. Van den winter gaat hij weer naar
het Zuiden.
Uit Londen komt het «.crieht, c'_t de heer
John Ardagh, Engelscli militair des
kundige op do Vredesconferentie van 1699,
is overleden.
Mag men dc New-Yorksche bladen gcloo-
ven, dan is cr weer een Ja pan se li-
Amerikaan se h incident voorgevallen.
Do bemanning van een Japanschen schoo
ner, die jacht maakto op dc rolben in de
Bering-Zce, zou in do Pilc-Kodiakbaai ccn
dorp geplunderd hctbcn. Volgens ander©
berichten zouden Japansoho visschors op
do Sjelkof-eilanden geland zijnen tal vau
dicrcu gedood hebben, welko aan do inlan
ders behoorden.
Geen van beide berichten ziet cr zeer gó
loofwaardig uit.
Ministeu Taft moet overigens rijn
voornemen te kennen gegeven hebben, 11*.
Japan, waar hij zich thans bevindt, een re
de to zullen houden, waarin hij allo be
richten betreffende een gespannen verhou
ding tusschon dc Amórikaansche en de Ja
panschc regecring of de beide volken zou
togen sproken.* Tegenover een correspon
dent van do „Herald" moet dc heer Tuit
to Yokohama het misdadig genoemd hebben
van oorlog te spreken.
Do Amcrikaansche bladen laten zich even
wel door deze en andere vredelievend© ver
zekeringen niet weerhouden voort to gaan
met hun aanvallen op Roosevelt.
Zij merken op, dat do ernstige kwestie
der Japansche immigratie in'do Verconig-
dc Staten nog altijd niet geregeld is cn
houden vol, dat, zoo de Regeering besloten
heeft, pantserschepen uri den Atlantisehen
Oceaan naar den Grooten Oceaan to zeil
den, dit geschiedde, omdat zij een conflict
vreest cn nu het nog tijd is, maatregelen
.wil nemen.
Vooral dc voel gelezen New-Yorksche
„Sun" is zeer fel tegen Roosevelt en zijn
regeering cn verwijt hem, een conflict uit
te lokkon. „Maar," zegt het blad, „het
volk wenscht allereerst to weten welke
casus belli cr bestaat tusschen do Vcrecnig-
de Staten cn Japan en wil weten, ingeval
er een is, of men dien niet zou kunnen
voorleggen aan liet Haagsclie Hof en zelfs
of men dien inct .wat gezond verstand niet
nog gemakkelijker zou kunnen regelen."
President Roosevelt doet op het
oogenblik eenrondreis door do Vereenigdo
Staten en maakt van die gelegenheid ge
bruik om zijn politiek tegenover de trusts
cn zijn houding tegenover het kapitalis*i
in het algemeen in een helder daglicht to
stellen.
Zoo sprak hij te Canton, in Ohio, bij dó
inwijding van het Mac-Kinlcy-mausoleum 1
een rede uit, waarin hij een warm pleidooi
hield voor namvo aansluiting van alle klas
se der bevolking cn betoogde, dat het een
ongeluk is voor een land, wanneer daar
met. haat en nijd wordt neergezien op een
eerlijk behaald succes en op een eerlijk ver
diend vermogen.
Hij besprak dc treurige toestanden in dio
Amcrikaansche republieken, waar do eer
lijke industrie wordt gedood, doordat man
nen met vermogen aan bcrooving worden
prijsgegeven. Dientengevolge vindt hefc
buitenlandsch© kapitaal zelden den .weg
naar dio republieken.
„Wij zijn," zoo zeide dc President, „do
beste vrienden van mannen met vermogen
maar wij bestrijden hen, die onrecht p!e-<
gen, om hun vermogen te vergrooten of
die hun groot vermogen gebruiken om on
rechtmatige handelingen te plegen."
geven voor de voornamen en rijken. Daar
voor is ze me toch nog tc goed."
Het anders zoo rustige oog van den arts'
ontvlamde. „Man," riep hij uit, „hoo durf
je zoo iets zeggen..."
Hij wilde verder spreken, doch hij voelde,
een ijskoude hand op zijn arm. De oogen
van de arme Anne-Mario keken hem met?
stneckcndo uitdrukking uit haar doodsbleek
gelaat aan cu zij stamelde:
„O, mijnheer, goede mijnheer, vergeef»
hem; hij weet niet, wat hij zegt, het verorieb
heeft hem zoo gemaakt."
Do edele menschenvriend, door zijn be
roep in dc kunst der zelfbeheersching ge
oefend, werd zijn opwelling van toorn mees
ter. Hij wilde den last, welken dc zieko
droeg, niet door een nieuw gewicht vemva-
ren. „Wees maar rustig, arme vrouw,/'
zeide hij: „ik zal hem geen leed doen." i
Daarna nam hij zijn notitieboek uit den
zak om eeu recept te schrijven, terwijl hij'
met volledig terugverkregen vastheid zeide
„Dan moeten wij de zaak op een andere
wijze trachten o-"-» te pakken." Hij wend-'
de zich tot dc vrouw van den houtvester,
gaf dc7.e verschillende raadgevingen om
trent do zieko, nam vriendelijk afscheid
van haar en verliet het vertrek zonder deit
man ccn enkel woord of een enkelen Blik
waardig tc keuren. De houtvcstersvrouw
volgde hem. Kocnraad gevoeld) zich be
schaamd, liij maakto een beweging, als
wilde hij beiden volgen, on zijn vrouw b^d
hern: „Ga den goeden heer na cn vraag herrt',
om vergiffenis", maar daar ontwaakt© do'
oude trots en hij wendde zich morrend af*
„Dat kan je denken", zei hij. Do omgang
met den smid had niet gunstig op hem go»
werkt.
(Wordt vervolgd).