JTo. rïfföl. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 28 SEPTEMBER. - VJJFBE BL/fc>. Anno 1907.
Buitenlandseh Overzicht.
Brieven van een Leidenaar,
FEUILLETON.
Irma en Walter.
lijk handwerksman behoeft er nu nog in
een krot te wonen? Maar' heb is revolutie
bouw, hoor ik zeggen. Nu ja, wij hebben
naar aanleiding van den laatstee branoi te
Amsterdam hoorfcn go wagen Tan spanen
doozen, van mot het oog op brandgevaar
alléivradoclmatigste woningen.
Maar dat geldt niet voor Leiden. De
nieuw© woningen van thans raogbn niet
gemaakt zijn ora de eeuwen tc verduren,
zooals die van een honaerd of meer jaren
geleden, do bouwpolitio heeft cr wel voor
gewaakt, dat zij do eerste 25 a 50 jaar niet
zullen ineenstorten. Zij heeft er tevens
voor gezorgd, dat en maatregelen tegen
voohtigtheid zijn genomen; dat er toevoer
van lioht en lucht genoeg is, on de afvoer
van faeoalien, menage/water en wat er al
meer de gezondheid zou kunnen schaden,
ij geregeld. Zoo kunnen wij in Leiden
althans, nu ieder Daan zijn zin' netjes, de
gelijk engoedkoop wonen, zóó, dat ik
zoifs monschen, dio gold hebben, cn dus
een eigen huis konden bouwen of koopen,
heb hooren zeggen, dat een gehuurde wo
ning hun voordéeliger uitkwam.
Dat hebben wij aan de bouwcis to dan
ken en waar er in onze dagen vooral van
die menschen nogal kwaad wordt gespro
ken, acht ik het mij een plicht, het goe
de, dat zij voor de gemeente on haar be
woners hebben gedaan, 'ook eens in het
licht te stellen.
Eón van dto di'ngwn, waardoor een goJ
meerite mensohen van buiten pleegt to
trekken, is een ruime, gerief] ijko cn goed
koop© woning. En dat Leiden dit do bui
tenwereld niet als een verleidelijk lokaas,
maai: als iets werkelijks aanbieden kan,
is der bouwondernemers werk.
Dat is toch wel zooveel waard, dat wij
voor de gebreken van yelen hunner een
oogje tos mogen doen en de niet altijd no
bele praktijken, die sommig.n toepasten
wie niet sterk is, moet wel slim zijn
met den mantel der vergevingsgezindheid
dekken. Ik geloof dat w;ij op het oogenblik
niet zooveel behoefte meer aan nieuwe wo
ningen hebben, mocht deze zich straks
weor openbaren, dan hoop ik dat er ook
weer ondernemend© mannen opstaan, die
het bouwen aandurven en met vermijding
van d© gebroken, die het nu aankleeft,
daardoor Leiden weer vooruitbrengen en
zichzelf ook.
Elunsi, Beiieren, enz.
Als vergoeding voor den wegijlenden
Izomer komen weer d© "winteiygenoegens
aan, kunnen wij weer genieten van kunst,
ons gebóden. De schouwburg begon het
seizoen verleden wedk', de Kunstverceni-
ging zette vanmiddag in.
Het afgeloopen jaar is voor do Leidccho
Kunstvereenigiijg een jaar van betrekke
lijke welvaart geweest, het uittreksel van
het jaarverslag elders in dit nummer
wijst op'-fcon vrij gjroot bezoek. Jammer,
dat niet meer burgers nog neiging gevoe
len zich tot een lidmaatschap te verbin
den^ waardoor op haar beurt het bestuur
dor Vereeuiging het aantal harer ten
toonstellingen zjou kunnen vermeerderen
of uitbreiden.
De eörste tentoonstelling, ons dit jaar
geboden, omvat een prachtoollccfcic van
gekleurde etsen. Uitstekende namen za-
feen wij vluchtig*: Frits Thaulow, Robbte
o. a. Meer uitvoerig hopenwij op al dit
moois terug te komen.
Ter aankondiging ontvingen wij van de
uitgevers-maatschappij „Vivat" te Am
sterdam, het in aflevering verschijnende
boekwerk: „Het sexueëie Vraagstuk", een
natuurwetenschappelijke, psychologische,
hj'giënischc en sociologisch© studio voor
ontwikkelden, door prof. dr. Aug. Torel.
Dr. A. W. van Renterghom uit Amster
dam schreef een inleidend woord.
Een schrijven van mevr. W. Wijifacndts
Francken Dyserinck aan do uitgevers ge
richt, is voor in het boekwerfc' opgenomen
„met grenzcnlooze verbazing", schrijft zij,
„heb ik uw brief gelezen cn herlezen. U
meent mijn naam noodig te hebben als
vlag voor de reine bedoelingen van prof.
Torel Heeft men dan zoo weinig men-
Bchonkennis, zoo weinig fijn gevoel om zich
daaromtrent te kunnen vergissen?"
„Ik weet er slechts een uitdrukking
voor: een meesterwerk", zegt do schrijf
ster verder. „Ik acht mezelf gelukkig
voor, een man als Torel een oogenblik als
schildknaap t© mogen dienst doen."
Een bundel attesten van ambtenaren,
schoolhoofden, enz., werd ons gezonden
ter bevestigng van de groot© bruikbaar
heid van de vloeistof Seral, een prepa
raat om het opstuiven van stof bij hot ve
gen tegen te gaan. Fabrikant is do firma
Van Leeuwen in Do Haas ie Amsterdam.
Het mooi© geïllustreerd© weekblad
„Buiten" gaat steeds met „Middachten"
door. Veruer geeft het de gebruikelijke
rubrieken: bloem en plant en dier bespre
king.
Dan. de Lange roemt in het „N. v. d.
D." d© Salomé-uitvoering zeer.
„Eenzaam", het nieuwe Indische drama
van Fabricius, is voor het ingetreden
seizoen door twee schouwburgen ter op
voering aangonomen, nl. door „Hot Rot-
terdamsch Tooneelgezelschap van den
Grooten Schouwburg'' tc Rotterdam, dir.
P. D. van Eysden, en door het Grand
Thé&tre te Amsterdam, dir. Gebra. Van
Lier.
„[Mot den Handschoen getrouwd',, van
denzelfden auteur, is eveneens door beid©
Schouwburgen voor dit seizoen op ^et ro
per toir© genomen.
„Les Bouffons", waarin Sarah Bern
hardt een travesti-rol vervult, is een co-
medi© in vier bedrijven van Miquel Zama-
eois. Het is een stuk, dat te Parijs bij do
©erst© voorstellingen geen groot succes
heeft gehad, maar waarin het publiek la
ter het genre van Rostand herkend heeft.
Tot het eind van het seizoen ia „Les
Bouffons" vooral voor Sarah Bernhardt
zelve als de nar Jacass© een triomf go-
weust.
Voor do Vrijdag-concerten door Mengel
berg t© Frankfort te leiden, zijn als novi
teiten aangekondigd werken van Charpen
tier, Debussy, Cósar Franck, Rachmaninof
en Max Roger.
Carl Flesch zal den loden October in do*
Berlijnseh© Beethovenzaal mot het Phil-
hanmonisch Orkest voor het eerst een viool
concert van Emanuel Moor ten gehoor©
brengen.
Voor het eerst sedert een dag of tien
kwamen er van het eiland Main au, in
hot meer van Constans, waar de groot
hertog van Baden in zijn paleis ziek
ligt-, gunstige berichten. Het sctheen, dat
het krachtige gestel van den 81-jarigon
patiënt d© ziekte tc boven zou komen,
want er was een wending ten goede geko
men. Men beschouwde d© rédding van den
Groothertog haast als een wonder, want
verscheiden© dagen achtereen had hij niets
gebruikt, veel gedommeld, soms buiten
kennis gelegen cn aanvallen van hevige
benauwdheden gehad.
Een teekon, dat men in hofkringen het
gevaar als geweken beschouwde, wa3 dat
baron von Seutter, do adjudant van den
Groothertog, met baronesse von Adclshoim,
een hofdamo van do Groothertogin, is ge
trouwd.
Evenwel, de laatste berichten maken
melding van een ernstigen keer in den
toestand van den Groothertog.
Volgens de „Daily Mail" zal het gehei
me huwelijk van gravin Montigno-
b o veel moeilijkheden ten gevolge hebben.
Een zaakgelastigde van het Saksische hof
is naar Londen gekomen, ora nauwkeurige
inlichtingen in te winnen. De Koning moet
zeer misnoegd zijn en tracht te weten te
korrien waar de kleine Monica zit. Behalve
aan do jonggehuwden is dit alleen bekend
aan den romanschrijver W. lc Qucux en
CXOVIIL
Het gaat onaeri bouwondernemers niet
naar den vleeze. Er zijn er onder, die den
strijd om 't bestaan niet meer hebben kunnen
volhouden, zij g'ngen failliet; hun bezit
tingen, meestal schijnbezittingen, omdat zo
voor 't meerendeel zwaar verhypothekeerd
waren, een papieren, soms wel oen dubbei
papieren dak droegen, zooals de volksmond
het karakteriseert, gingen in andere han
den óver. Dikwijls wel in handen van den
hypotheekhouder, die maar liever het pand
zelf nam, dan er bij den verkoop reeds
schade op te lijden cn onmiddellijk goed
geld naar kwaad geld te werpen.
Do bouwer zelf, die in den regel alleen
met wat crediet begon, verspeelt er zijn
patroonschap mee, althans voor een tijd
en had hij een spaar- of erfduitje vóór hij
begon, dan is dit er meteen ook bij inge-
kruimeld.
Hij heeft daarvoor dan ook een beetje,
soms wel veel royaler geleefd, dan het hem
gepermitteerd zou zijn geweest, als hij dc
oude knecht was gebleven.
Anderen hebben zich nog staande weten
te houden; mogelijk zijn dit de meest Boli
den, die wat meer hebben gerekend dan
j (hun collega's, die wellicht in het geheel
riet hebben boekgehouden. Weer een paar
anderen en waar ik over de Leidsch©
bouwondernemers spreek, wel de grootste
hebben weten te bewerken, dat van de
door hen gebouwde en b lieerde panden een
vennootschap is gemaakt, waarvan zij do
loontrekkende uitvoerders of wil men di
recteuren geworden zijn.
Daar wordt van die bouwers heel wat
kwaad gesproken, zooals meestal, wanneer
iemand in den put geraakt is en ik wil do-
I ze mannen ook niet in allen deelc in bc-
I icherming nemen.
Er zullen er onder zijn, die hun vak niet
I goed verstaan, en dus niet geschikt ble-
I ken om als hoofd van ingewikkelde bouw-
I zaken op te treden. Velen d© goeden niet
I to na gesproken hebben verzuimd er
I een behoorlijke boekhouding op na te hou-
I den. De wekelijksche, maandelijksche, dric-
I maandelijksche en jaarlijkscha huurpen-
I ningeu gleden tussehen de vingers door.
I Zij hebben er mooi weer van gespeeld en
I zijn in gebreke gebleven rente cn aflossing
I op tijd te betalen en dat alles is sterk af
I te keuren.
Maar een deel van de schuld daarvan
I komt ook neer op de hoofden der hypo-
I theckbanken en haar vertegenwoordigers,
I die maar al to roekeloos hypotheeken af-
I sloten en zich tc veel lieten voorlichten
I door weinig consciëntieuze taxateurs, die
I het te verhypothekeeren pand vaak te
I hoog schatten, waardoor de hypotheek veel
I te zwaar werd, wat op <Len duur falikant
I moest uitloopen.
Een oppassend winkelier of energiek in-
I dustrieei zonder kapitaal kon niet zoo gc-
I makkelijk duizend gulden leenen als de
I eerste de beste bouwondernemer een halve
I ten. Men moest bouwer zijn om aan geld
I te komen.
Di© banken bedongen een hooge renfx?^ en
I provisie, tusschenpersoncn kwamen er
I Boms bij te pas, die levensverzekeringen af-
I sloten tegen vrij hooge premie en do bou-
I wer was tot al die transacties bereid, als
I hij maar geld kreeg om te bouwen.
Ook nog andere middelen kwamen er bij
I te pas Eigenaars of speculanten in bouw-
I grond verkochten dezen voor een veel
I hoogoren prijs aan do bouwondernemers
I dan zij inderdaad ontvingen om zoo den
I hypofchèekgever een rad voor de oogen te
I draaien en den bouwer in de gelegenheid
I to stellen het eerstbenoodigdo bouwmatc-
I riaal te kunnen koopen.
I Ja., wilde ik al de trucs, die er in de
I bouwwereld zijn en worden toegepast,
zoo ze mij ter oore kwamen, oververtellen,
lik zou nog lang niet gedaan hebben.
I De hooge geldmarkt in het laatste andor-
Ihalve jaar hebben de crisissen in de bouw-
I vakken verhaast, ongetwijfeld, doch zeker
waren zo ook zonder deze gekomen, omdat
do bouwondernemingen berusten op een
I uict vertrouwbaren grondslag.
I 'In normale omstandigheden zou, wan-
ui
Deze kon toen niet nalaten dc plichten
lor hoffelijkheid te volgen en de uitnoo-
liging to bekrachtigen, ofschoon het niet
zonder inwendig tegenstreven geschiedde.
Toen Landeros bij de mededeeling van
dit plan aan zijn moeder verwondering be
speurde, riep hij lachend:
„Gij weet, ik volg gaarne mijn invallen
en stel mij veel pleizier van de zaak voor.
Bic lui bevallen mij, zij zijn onbezorgd cn
Bpeculeeren nergens op."
In de hofkringen der Residentie veroor
zaakte het verdwijnen van den leeuw der
J&lons geen gering opzien.
De gravin zeide, toen zij er van hoorde,
met gemaakte onverschilligheid:
„Hij is een Alcibiades en haakt er naar
opaien to verwekken. Het kan mij échter
Spijten voor dat arme landkind."
Fraülein von Kanten dreigde Irma weer
net den vinger en zeid© haar: „Ook dat
log."
De moeder van den prins echter ant
woordde, toon barones Geirrern haar
chertsend over haar toekomstige schooa-
lochter sprak:
„Niets zou mij aangenamer zijn, maar
'aaraan denkt mijn jongen, helaas niet.'
VI.
In het lieflijke dal verhieven zich de mu-
Jpn van het slot Güldenpforten. Van rija
lieer er geldschaarschte heerschte, de bouw
ondernemer hebben kunnen zeggen: Wel,
ik leg het bijltje er nu bij neer, verkuun
en onderhoud mijn huizen, leef van de in
komsten, zoo ver dat gaat en tracht als
aannemer, particulier patroon of als ge
zel cn .wat bij te verdienen en dan kom
ik er wel. Maar floct al den rompslomp
van hypotheek en weer eens hypotheek ging
dat voor de meestcn niet; om te blijven le
ven op denzelfden voet moest de bouwer
blijven bouwen. De oude schuld moet met
do nieuwe worden gedekt, en toen, dank zij
de geldschaarschte, er geen nieuw© schuld
kon opgenomen, moest d© verdere bouw
stop gezet worden.
En niet alleen do bouwer zelf werd er
door getroffen, ook do timmerv en metse
laarsgezel ondervonden het aan den lijve;
©r ontstond grooto werkeloosheid in dc
bouwvakken, en dit sloeg in do maat
schappij hangt immers alles samen?
weer terug op nering en bedrijf.
Ik zei daar straks, dat de bouwer, om
te blijven leven, moest blijven bouwen, en
dat had tot gevolg, dat de huizenmarkt
overvoerd werd, er kwamen veel panden
leeg te staan, d© huurprijzen kregen nei
ging tot dalen en ook dit merkten $le
bouwerdiuiseigenaara in hun kasboek, of,
waar dit mogelijk ontbrak, in hun beurs.
Tweo redenen voor óén, dat do hoog op
geschroefde bouwlustwoedo schreef ik
haast eindelijk met één slag was getem
perd. En nu zijn de rnenschen en de
zelfde menschen, dié .vóór eenige jaren mis
schien het meest hebben geroemd op de
energie en den durf van di© ferme kerels,
die, zonder zelf een sou te bezitten, do
huizen als uit den grond deden rijzen
het eerst er bij, om op dio bouwers te
schimpen en met do overgebleven stoeien
op stop gezette bouwwerken den goede a
naam der ondernemers te treffen.
Daartegen moet ik opkomen. En omdat,
ik dagelijks merk, dat ook in onze ge
meente de bouwers het, nogal eens zwaar
moeten ontgelden, wilde ik zonder., zooals
men boven heeft kunnen merken, de keer-
zijde der medaille verborgen te houden, ook
eens op de mooie zijde wijzen.
En die bouwondernemingen hebben ook
wel degelijk baar goeden kant.
Het woningvraagstuk is mede door haar
nader tot dc oplossing gebracht. Vóór tien
a twintig jaar haperde er in stad en land
heel wat aan de woningtoestanden. Do
woningwet is er bij te pas gekomen. Zij
heeft aan bouwen en verbouwen eischen
gesteld, die den bewoners zéker ten goede
zijn gekomen. Maar door haar medewer
king zijn nog slechts weinig nieuwe en be
tere woningen gebouwd.
Wij weten in Leiden wel wat een moeite
bet kost langs den weg, door de wet aan-
gegeven, oude woningen te doen oprui
men en er nieuwe voor in de plaats te
stellen.
Het plan van de VereenigiDg tot Bevor
dering van dim Bouw van Werkmanswo
ningen blijft nog maar altijd in do pen.
En het zal de gemeente en het Rijk straks
heel wat geld kosten.
Do honderden huizen van werkmanswo
ningen af tot deftige hoerenhuizen toe. dio
er door bouwondernemers, in de laatste
tien of twintig jaren dok in onze gemeen
te verrezen zijn een paar bouwers bouw
den er alleen voor ruim een millioen
kosten de gemeente niets. Wel heeft de ge
meente en terecht haar eischen ge
steld, zoodat het aan lucht en licht niet
mangelt, de straten breed zijn en goed ge
vloerd en ge-rioleerd.
Danvk zij den zooveel gesmaden bouw
ondernemers kunnen de Leidsche burgers
te kust en te keur. gaan bij het zooken naar
een woning in do buitenwijken. Wio cr
aardig wat kunnen betalen, ze gaan naar
den Rijnsburger weg of achter den Zocler-
woudschcn Singel in do Was-, De Kantor-
of Thorbeckestraat; kleine burgers kun
nen o.a. terecht in dc straten achter den
Mare- en Heerensingel. Werklieden mogen
gerust opzoeken de Magdalena Moons-,
Leuvenstraat cn hoo ze er al meer buiten
do voorm. Koepoort mogen heeten. Fris-
sche, ruime woningen met allerlei gerief
lijkheden cn een grooten lap tuin er bij
voor ccn stijven rijksdaalder! Wat fatsoen
platt© daken schouwde men over groene
dalen, die afwisselden mot in den zomer
tijd van gouden pracht schittcrendo koren
velden, en doorsneden werden door een
zilveren kronkelstroom. Rechts van het
statige gebouw lag in de verte het kleine
dorpje, van waar do weg naar het slol
'voerde, deels over ee>n landpad, deels door
een klein bosch, dat zich aan het op den
achtergrond oprijzend© woud aansloot.
Links wérd de gezichtseinder bepaald
door de „Rijnbergen," zooals de volksmond
het woud noemde, dat aan de omwonen
den het benoodigde naai.'iout leverde.
Van den hoog6ten top dezer bergen zag
eon eeuwenoude burcht in het land neder
en in de bloeiende tuinen cn springende
fonteinen van heit slot.
Eens waren do wijde ruimten van het
slot het toon eel van een gelukkig familie
leven, tot voor zeven jaar de onverbiddelij
ke dood do lieve slotvrouw van de zijde
van haar gemaal en van haar kindereu
heen riep. De oudst© dochter was toen
maals acht jaar, terwijl de erfgenaam der
bezitting eerst sedert eenige dagen het eer
ste levenslicht aanschouwd had. Do baron
betreurde ten diepste het verlies zijner
dierbare levensgezellin, cn rok het kleine
meisje zou dat verlies zeer gevoeld hebben,
als niet een met het Huis bevriende
burchtvrouw zich tot taak had gesteld de
geliefde moeder naar klachten te vervan
gen. In den loop der dagen trad nu een
verandering in het Vreedjzamo leven van
den slotbcwoner in. De zuster van den
baron, gravin Meerstein, verloor haar
gado door den dood, en daar haar echt
kinderloos gebleven was, eloeg ook zij
haa" woonbent© op Güldenpforten op. Zoo
groot de aanhankelijkheid geweest was,
welke men voor do zachte, gestorven slot
vrouw had betoond, zoo gering was de ge
negenheid, welke mc-i voor „de zwarte
gravin" koesterde. Zij was eenige jaren
ouder dan haar broeder en behcerschte
niet alleen dozen, maar ook haar geheel©
omgeving, \elen echter smachtten onder
haar besturing naar vrijheid en dachten
verlangend aan vroegere tijden.
Twee dagen waren na het in den winkel
van den bakker gehouden gesprek vcrloo-
pen, d© zon neigdo ten ondergang, toen een
feestlijke stoet zich naar het slot bewoog.
Het was dc dorpsjeugd in haar Zondagsche
gewaad, met den onderwijzer met een groo-
tc papier rol aan het hoofd. Do kleine meis
jes waren aardig om to zien met haar
groene kransen op de kopjes cn haar vroo-"
lijke gezichtjes; ook de oogen der jongens
glansden, terwijl zij d'e bonte vaantjes in
de handen zwaaiden. Zij werden gevolgd
door eenige ambachtslui van het dorp, die
pekfakels droegen, welke, zoodra men bij
het slot zou zijn, in brand zouden worden
gestoken. Do lucht was koel cn frisch, en
toch droogde dc wakkere dorpspoëeet
zich de zweetdroppels van het voorhoofd
en bevond bij zich in de gnootste opgewon
denheid. Dc stcct wilde juist het groenend
bosch ingaan, toen een ruiter in vollen
draf van de tegenovergestelde zijde kwam
aangesneld. Het was een jonge man, die
het midden van de twintig jaren nog niet
bereikt kon hebben; maar toch, het gezicht
met de sprekende trekken der donkc.e
wenkbrauwen en diepliggende grijze oogen
gaf een buitengewoon ernstigen indruk.
Toen hy den stoet in het gezicht kreeg,
hield hij zijn paard wat in, cn terwijl hij
op.den aanvoeder aanreed, vroeg hij dezen
niet zonder verwondering: Wlat beduidt
dit alles, meestee?"
De aangesprokene nam eerbiedig cLen
hoed af, streek met do hand door het haar
cn zeide: „Is het mogelijk, dat do gena
dige heer van den Zwaluwenberg nog niets
daarvan weet?"
„Neen, neen, wat moet ik dan weten?"
„De genadige heer van den Zwaluwenberg
•weet al zoo niet, dat de genadige heer von
Oü 1 denpfibilten heden op liet slot terug
gekeerd is? Het bericht, ik wil zeggen,
deze vreugdeboodschap, i3 ons eergisteren
geworden. Het was zeer bezwaarlijk in zoo
korten tijd een waardige ontvangst voor
tc bereiden, het was..."
„Wie van de bewoners keert terug; weet
gij dat?" viel do man hem heftig in de
rede.
„De genadige heer, dc gravin, de jongt?
heer cn, o vreugd©, eindelijk ook weer de
genadig© Fraulein."
Een purperkleur overtoog het gezicht
van den ruiter, welke kort daarop weer
voor een grauwe bleekte plaats maakte
Hij boog zich over den hals van het paard,
hield zich, om zijn ontroering tc verber
gen, een oogenblik met-het tuig van zijn
rijdier bezig, en zeid© toen met terugge
kregen zjolfbeheersching: „Dus da.t geeft
groot© feestelijkheden Ik wil u een voon-
sprong laten, beste mensehen, en zal later
wol volgen."
„Een kranig heer, onze hee-r van den
Zwaluwenberg", zeid© de dorpsschocnn>v
kér, toen de feeststoet verder was.
„Ja, alleen wat te ernstig voor. zijn leef
tijd", meende de dikko bakker^ die ook tot
deze, die een der getuigen was bij hot Hu
welijk, Y^igort iets te verraden.
RrinssöB hs©ft van haar kant uit een
Fransche stad aan den heer Le Queux in
een cijfertelegram doen weten, dnt zij en
haar man vast besloten zijn hun lieve Mo
nica niet aan den Koning af te staan.
De „Daily Mail" beweert, dat de nieuwe
mevrouw Toselli heden, Zaterdag, met
haar dochtertje té Florence komt.
In Duitsche kringen te Londen moet
men zeer verbaasd zijn over dit huwe
lijk, dat een verzoening met den koning
van Saksen voorgood onmogelijk maakt.
De gravin en h~ar man zouden voorne
mens zijn met Monica naar Amerika te
vertrekken.
Do Russische bladen spreken zeer
gunstig over de overeenkomst met
Engeland,' welke, zeggen zij, voorgoed
het wantrouwen tussehen do beide mogend
heden in Middcn-Aziö zal doen verdwijnen.
Zij vinden, dat Rusland moer voordeden
verkregen heeft dan het verwachtte, het
geen allicht mogelijk is.
Ook wordt hulde gebracht aan Grey
alsmede aan Nicolson, Hartlinge en Ta-
wolski, wiens belangrijke verdiensten in
zake het akkoord met Japan cn de verbe
tering der betrekkingen met Duitedjland
tevens iu herinnering worden gebracht. En
zelfs heeft men zegt de correspondent
van do „Herald" to St.-Petersburg be
wonderende woorden over voor koning
Eduard, door wiens persoonlijke tusschen-
korast de vrede versterkt is bi "het belang
van Echeele mensehheid.
Do koning van Servië beeft niet toe
gestemd in een verdaging van de bijeen-
ro: ping der Skoepsztina.
Den Hden November wordt de zitting
goopend. Vóór dien tijd zal het ministe
rie niet aftreden.
Te Konstantinopel, of eigeulijk gezegd
in geheel Turk ij c maar do berich
ten uit de provincie zijn schaarscher
heerscht op het oogenblik buitengewone
duurte van allerlei artikelen.
De prijs van het brood, liet voornaamst©
voedingsmiddel van den Turk, is gestegen
van 40 para, 10a cents, por oka 1250
gram op 55. Toen het brood duurder be
gon te worden, vreesde mien, dat het volk
in opstand zou komen, en daarom werd
bepaald, dat uit do kas van den "Sultan
voor ieder verkocht brood 5 para aan den
bakker zou worden betaald.
Dit ging één dag lang goed, want op den
tweedon kwam men reeds tot de ontdek
king, dat die bijslag betaald werd met het
geld, dat reeds afgekeurd was, en den der
den dag werd cr zelfs geen afgekeurd geld
meer betaald. En thans kost het brood dus
55 para per oka, maar het gewicht van de
oka is langzamerhand gedaald van 1250 op
1000 gram.
Petroleum, in Turkije zeer veel gebruikt,
daar gasfabrieken slechts sporadisch voor
komen, is ook al in prijs gestegen, even
als houtskool, dc voornaamste brandstof
der Turken.
Het vlecsch is zóó duur, dat het voor den
niet-bcmiddeldo haast niet bereikbaar is.
En dit levert voor do gezindheid van hét
volk een groot gevaar op, daar thans aller
lei minderwaardig vlecsch door gewcten-
loozo handelaars aan den man wordt ge
bracht, wat natuurlijk op den gezondheids
toestand van do verbruikers een noodlot-
tigen invloed moet hebben, vooral, daar er
op het oogenblik hevigo veeziekten hecr-
schcn.
Dc Regeering heeft reeds herhaaldelijk be
loofd maatregelen te nemen tot verbete
ring van den toestand, maar het blijft
steeds bij het oude.
Do Duifcsche Kabelmaatschappij seint uit
Shanghai
Bij een soort Boksersopstand, te
gen do Christenen gericht, in den kreits
Kantsjoeki, in het district Kiockiang, van
d© provincie Kiangsi, is do Italiaan sol-.
Lazaristen pater Carsduglia vermoord. Een
Fransche Lazarist, die daar werkt, is ge
vlucht. Het seminarie en de kerk zijn ver
brand. Do zending klaagt over gebrek aan
deu feeststoet behoorde; „hem had de mon
nikskap beter gepast dan den mooien,
vroohjken jonker Alois, zijn cudsien broe-
der"
JDat denk je maar", incugcLc zich nu
de waard uit „De Beker'' iu hot gesprek,
„bij do ordebroeders kunnen zij ook geen
lui gebruiken, dio den kop laten hangen;
dat zijn meest vroolijke menschen, De op
geruimde christenen zijn de beste men
schen, mij althans de liefst©. Dat bet ove
rigens deu jongen baron Alois ernst is
met zijn zaak, is duidelijk; ccn riddergoed
verwisselt men toch zoo licht niet met de
kloosterocl".
„Zeker niet, maar onze heer Walter is
toch ook geen suffer; als men zoo jong
reeds zulke zware plichten op de schouders
draagt, wordt men vroeg ernstig", wierp
dc schoenmaker tegen. „Het moet den
jongen heer geweldig zwaar gevallen zijn,
d^n soldatenrok, die hem zoo prachtig
stond, aan den kapstok t© nangen. Ik weet
goed, hoe dat alles zich heeft toegedra
gen. Het was toen een jaar vóór den dood
van den ouden heer. Baron Alois studeer
de op een landbouwschool; baron Walter
op do krijgsschool. Dc b ido jonge hoeren
kwamen in de Paascbvacantia op den
burcht. Daar klonk bet plotseling: de
knap po erfgenaam, dc mooie, vroolijke
Alois wil iu de orde der Franciscanen tre
den. Het was in den beginne voor niema .<1
te gcloovcn, maar het was toch zoo, en
nu keerde de zaak! Jonker Alois ging
heen cn zijn jongere broeder bezoekt nu
het instituut, om do landbouwkunde te be-
I studeeren. Het zal hem, zooals gezegd,
I moeit© gekost hebben".
(Wordt yervol^d.)^/