Wekelijksche Kalender.
1
haja&rslied.
RECEPT.
STOFGOUD.
ALLERLEI.
niet dat onaangename gevoel, hetwelk
tocht veroorzaakt.
Opent gij daarentegen een raam, waar
Je wind voorbij strijkt, dan zuigt die wind
de lucht uit de kamer mee, terwijl de uit
getreden lucht vervangen wordt door an
dere, die door kieren en reten binnen
komt; ge voelt dan tocht. Door het openen
van een deur wordt de tocht nog versterkt.
Dus bij wind komt lucht in, bij tocht gaat
de lucht uit de kamer.
Waarom maakt wind ons zelden ziek en
waarom is tocht een gevaar voor onze ge
zondheid
De .wind treft ons geheel© lichaam, min
stens de voor- of achterzijde. Door de kou-
ie, die de wind verwekt, worden de vele*
bloedvaten, die onze huid bevat, samenge
trokken, de hmd wordt bloedledig en be
schut daardoor de onderliggende organen
voor al te groote warmte-afgifte.
De tocht treft steeds een klein deel van
onze huid, waardoor het samentrekken der
bloedvaten moeilijker of niet plaats heeft
en de onderliggende organen dus niet be
schut worden. Door tocht kan men koude
vatten. Hoe gezond frissche lucht is, hoe
onschadelijk wind kan zijn, in tocht schuilt
een gevaar, vooral als men bezweet is.
Over appelen.
Het eten van appelen, vooral onmiddel
lijk vóór het naar-bed-gaan, is een uitste
kend middel om de gezondheid te bevorde
ren. Een appel brengt het bloed tot kalm
te, doet den opgewonden geest bedaren,
vergemakkelijlkt de ademhaling en bevor
dert de werking van het hart. Na een ge
zonden sLaap zal men met verhoogde le
venskracht zijn dagelijkschen arbéid kun
nen beginnen.
Elke gezonde maag kan rijpe appelen
ferdragen. Waar ze bij normaal gebruik
het zuur en opgeblazenheid veroorzaken,
is een zenuwachtige of verzwakte maag de
ichuld.
In dergelijke gevallen neme men de vol
gende regelen in acht:
Men eto nooit onmatig veel appelen,
maar beginne met een halven of vierde
part en sla nu en dan hiermee een dag
over. Men efce geen appelen tusschen de
verschillende maaltijden, maar er na, ^n
gebruike ze niet na moeilijk verteerbare,
zure en vette spijzen. Yruchten en bier
kunnen in geen geval samengaandaaren
tegen behooren brood en vruchten bij el
kaar.
Lieden, die aanleg hebben voor diarrhee,
moeten vooral voorzichtig zijn in het ge
bruik van appelen; voor hen zijn peren
beter, die een stoppende werking hebben.
Kan men in het geheel geen rauwe appelen
verdragen, dan ete men althans appelmoes.
Al heeft dat niet de waarde van een raawen
appel, de zwakste maag kan appelmoes en
appelgelei verdragen.
Bierdrinkers en sterke rookers zijn vij
anden van appelen eten. Kan men hen er
toe krijgen, na eiken maaltijd 2 of 3 appelen
te gebruiken, dan vermindert de begeerte
naar alcohol. Zure appelen, vóór het naar-
bed-gaan gegeten, nomen de schadelijke
werking van het bier weg.
Schillen, pitten en klokhuis van den
appel zijn onverteerbaar. Zij geven nutte-
loozen ballast voor maag en darmkanaal.
Pitten moet men bepaald nooit eten, om
dat ze, als ze in den blinden darm komen,
aanleiding kunnen geven tot gevaarlijke
operaties.
Waarom roemt „De Veldpost" de appe
len zoo? Ten deele om de waarde dezer
Frucht in het rechte licht te stellen en dus
het gebruik eT van te doen toenemen, maar
ook uit eigenbelang, opdat de abonné's en
lezers zeer lang blijven leven. Jaarlijks plant
men honderden appelboomen. Waar moet
men ten laatste heen met de vele vruchten,
als we mzar plukken en niet zelf een deel
er van willen eten?
Volgens de laatst© statistieke berichten
uit do verschillende landen der wereld, >s
er nog nooit zoo'n overvloedige appeloogst
geweest, als mon dit jaar overal verwacht.
Volg/- .n. raad en neem proef 1
Zondag.
Het ware kenmerk van een rein en God
gewijd leven is in het geluk groot te zijn
en in het ongelulk verheven.
Haandag.
Een valsch gerucht
Wekt droef gezucht.
O
Dinsdag.
Het bewustzijn der welwillende gevoe-
leds van de menschen in onze omgeving
verwarmt ons het hart.
Woensdag.
Men kan een goed dienaar zijn zonder
zich tot lakei te maken.
A
Donderdag.
De duivel behoort tot de bruiloftsgas
ten, als het huwelijk om den .wille van het
geld geschiedt.
Vrijdag.
Duizendmaal beter vertrouwen zonder
liefde dan iemand lief te hebben, dien men
niet vertrouwt.
Zaterdag.
Op den stroom des levens drijven meer
wrakken dan pleizierj achten.
Ik ken geen schooner kleuren
Dan die van 't Hollandsuh boscfi
In bruinen najaarsdos;
Ik ken geen zceter geuren
Dan die uit droge mos,
Uit geelrood© eikeLlaacPren
En varenkruid, dat bloeit,
Mij op het koeltje naad'rea,
Dat met mijn lokken stoeit.
Ik ken geen schooner zangen
Dan vink en lijster slaakt,
j->ij 't morgenlicht ontwaakt,
Eer hen de strikken vangen,
Door al wat zingt gewraakt;
Den wildzang uit de twijgen
Met vochtig rag omstrikt,
Dat, als de dampen stijgen,
Met perels blijft omstikt.
Ik L.n geen schooner luchten,
Dan waar de herfst mee praalfct
Als 't zonlicht nederdaalt
En dorpen en gehuchten
In goud en kleuren maalt.
Dan rijaen blanke rotsen
En donk'r© bergen op,
Begroeid met ruige bosschen,
Verguld aan rand en top.
Dan spelen alle verven
Dooreen met stille pracht.
Totdat ze, schoon en zacht,
Versmelten ©n versterven,
En zeggen: ,,Het wordt nacht!
Weer is een dag vervlogen;
Welhaast een jaargetij;
Een jaar gaat voor onze oogen
Gelijk eeD damp voorbij."
Beets.
Gevulde tomaten.
Men fruit een lepel boter m-^ een fijnge-
hakten ui, voegt daarbij vier lepels jus of
bouillon en maaikt daarin fijn een sneetje
oud wittebrood. Nu mengt men er door
heen een ons kalfsgehakt, een weinig fijne
pieterselie, wat peper en zout. Men neemt
het mengsel van het vuur, roert cr nog wat
boter en een geklopten eierdooier bij. Van
zes tomaten snijdt men een kapje af, holt
ze gedeeltelijk uit, vult ze met bet boven
staande mengsel, logt het kapje er weer op
eu plaatst ze in een vuurvasten schotel,
met een weinig boter en bouilloa, bestrooit
ze met paneermeel en laat ze ongeveer
twintig minuten in een matig-heeten oven
gaar stoven.
Wie zijn onwijsheid begrijpt is de gekheid
te boven.
Prof. Boll and.
Iedereen kan iets leeren van zijn naaste^
al is het maar alleen om geduld met hem te
hebben.
Kingsley.
K r ij g s 1 i s t. Hoeveel kippen hebt
ge bij u V' vroeg een oud pensionhouder op
de markt aan zijn leverancier.
„Twaalf", was het antwoord.
,,Best. Mijn commensp'en zijn onverzade-
lijke eters. Zoek nu maar de negen taaiste
kippen van den voorraad uit."
De man deed dat en legde de drie beste
kippen op zij.
Toen stak de oude heer de drie malsche
kippetjes in een grooten zak en zei goedig:
„Nu, ik zal vandaag deze drie maar
nemen l"
Slim. „Man, mag ik even je horloge
voocr het eieren-koken?"
„Kan je dat niet met de klok af?'4
„Neen, die is niet gelijk."
,/t Is wat moois met onze kennissen
Verbeeld je, ik ontmoet gisteren Van Lep
en vraag hem tien rop te leen. Kun je be
grijpen i Hij weigert. Toen liep ik naar
Jonassen. Doof aan dat oor 1 Vindt je niet,
dat het een paar ellendelingen zijn?"
„Ik ben óók een ellendeling 1"
„Ik heb zeven redenen, waarom ik niet
aan de werkstaking deelneem", verklaarde
Jan.
„En die zijn?" vraagt Kees.
„Een vrouw en zes kinderen!"
Valsch. „Tante, legt u des avonds
ook uw tong uit uw mond, zooals mama met
haar tanden doet?"
„Maar, jongen l"
„Pa zei gisteren, dat-u een wabche tong
hebt."
Goochel b© enen. Tijdens een on-
weder nam een schoolmeester de gelegenheid
waar, om aan zijn leerlingen te vragen van
waar het on wed er kwam.
„Ik weet het, meester!" riep een kleine
knaap, die zijn vinger opstak.
„Zoo, Kobus", hernam d© meester; „zeg
ons dan eens van waar het on weder komt?"
„Uit de beenen van mijn grootmoeder;
want als het onweert, zegt zij altijd: dat
heeft mij al drie dagen in de beenen ge
zeten."
Op lietst-adhuis. Ambtenaar:
„Alzoo van beroep oesterhandelaar?"
Heer: ,/Pardon, ik ben pachter van een
groote -oesterbank."
Ambtenaar: „Dus oesterbankier."
Een welgesteld kruidenier ten platten-
land© kocht in de naburige stad bij een
bijzondere gelegenheid zeer goedkoop een
fraai tafelkleed, dat Lij bestemde tot een
gescüenk voor den predikant van zijn dorp.
Hij plakte op bet kleed, dat hem nog geea
f 2 kostte, een etiket, waarop f 12 stond, en
zond het zoo aan dominee.
Den volgenden dag kwam de predikant
liet geschenk terugbrengen. Hij was er zeer
dankbaar voor, zeide hij, maar hij kon een
zóó duur tafelkleed onmogelijk over zijn
tafel leggen. Daarom bracht hij het terug,
met verzoek of hij liever voor f 12 kruide*
nierswaren mocht hebben.
En de milde gever kon niet anders can
aan dit verzoek voldoen I