A0. T907.
Donderdag 29 Auguetu@,
t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
- Offieieele Kennisgeving.
De pensioenregeling van de gemeente
ambtenaren herzien.
Beproefde liefde.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 OentB; per 3 maanden 1 2 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn t 1.30.
Franco per post1-66.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1—6 regels J1.06. Ioüere regel meer /O.lTj. - örootero letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën aan 30 woorden 40 Oents oontant; elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het incasseeren wordt f 0.05 berekend,
Vcrgaëerinj van den Gemeenleraad van Lelden,
op Dinsdag 3 September 1007, de. namiddag,
te twee uur.
Te behandelen onderwerpen:
lo. Bcëcdiging en inBtallafcio van d©
hieuw benoemde leden van don Gemeente
raad.
2o. Benoeming van twee wethouders,
jaar van aftreding 1911. (aftredend: de
hecren H. O. Juta en J. A. van Hamel.)
3o. Benoeming van de leden der vaste
Commissiën uit den Gemeenteraad, als:
a. drie leden van de Commissie van Fi
nanciën en uit dezen van den voorzitter
(aftredende leden: de heeren A. I. Wit-
mans Man., voorzitter, A. L. Reimeringer
cu J. C. Z-alberg Jzn., leden);
b. drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen
van den voorzitter, (aftredende leden: de
heeren mr. S. J. Fockema Andréae, voor
zitter, mr. J. C. van der Lip, lid, 1 vaca
ture)
e. twee leden van do Commissie voor do
'Strafverordeningen, (aftredende leden: do
heeren mr. S. J. Fockema Andrea© en mr.
E. de Vries);
d. twee leden van do Commissie van Fa
bricage. (aftredend lid: de heer S. J. 1e
Poole, 1 vacature)
o. twee leden van do Commissie voor het
Openbaar Slachthuis. (2 vacatures)
f. twee leden van de Commissie voor het
Marktwezen (aftredende ledende heeren
A I. Witmans Mzn. en,D. van Grutingi
g. twee leden van do Commissie voor üet
Oud-Archief (aftredende leden: do heeren
mr. S. J. Fockema Andrea© en dr. M. J.
de Goeje);
h. een lid van de Commissie voor do
Stedelijk- Gasfabriek (aftredend lid: mr.
P. J. M. Aalberse). (250)
i. ©en lid der Commissie van Beheer
over het Krankzinnigengesticht „Ende
geest" en hot Sanatorium voor zenuwlij
ders „Rhyngeest" (aftredend lid: dr, O.
F. Th. J. Mculeraan). (227)
4o. Benoeming van drie leden van do
Commissi© voor het Stedelijk Museum
„Do Lakenhal" (aftredende leden: de hee
ren mr. P. J. M. Aalberse, mr. J. A. F.
Ooebcrgh. en J. Korevaar P.Azn.).
5o. Benoeming van een lid van het be
stuur der SfccdcHJko Werkinrichting (aftre
dend lid: de heer H. C. Juta).
6o. Benoeming van eon lid en van een
plaatsvervangend lid van de Commissie
fan Onderzoek, 'bedoeld in art. 22 van het
Reglement voor de werklieden in dienst
van de gemeente Leiden, (aftredende leden:
de heeren mr. A. van der Eist en mr. J.
C van der Lip).
7o. Voorstel tot continuatie van mej.
W. S. Tilanus als onderwijzeres in heb
huishoud-, kook- en waschonderrïclit aan
do openbare herhalingsschool voor meis
jes. (240)
8o. Verzoek van mej. M. K. van Wijk dm
eervol ontslag als onderwijzeres met ver
plichte hoofdakte aan de school der 3d©
klasse No. 3. (245).
9o. Voorstel tot continuatie van de huur
van het winkelhuis Breestraat No. 94. ('261)
lOo. Voorstel tot kostelooze overname in
eigendom en onderhoud bij de gemeente
v«u de peroeelen Zoeterwoudsch© Singel,
Sectie M No. 2772 en De Laat do Kanter
straat, Sectie M. No. 2775. (252)
llo. Voorstel om aan de Bouwgrondmaat-
schappij „Buitenrust" vergunning te ver-
leenen tot het bouwen van een ijzeren
brug voor voetgangers over den Trekvllet
tegenover de Hugo de Grootstraat. (247).
12o. Verzoek van J. P. W. Rijke e. a., om
de op de Hooigracht staande boomen door
jongere te vervangen of om don anderen te
rooien. (239)
13o. Verzoek van het Bestuur van het
Departement Leiden der Maatschappij vad
Nijverheid, om:
a. toekenning van een subsidie in de kos
ten der te houden tentoonstelling van eleo
triciteit in ambacht en woning;
b. opgave van den prijs tegen welken hem
electrische energie en gas kan worden ge
leverd. (248)
14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor den aanleg van een electrische
installatie ten behoeve van de verlichting
der Stadsgehoorzaal. (238)
15o. Verzoek van de Leidsche Tuinders-
P atroo nsvereen igi ng
a. om de verordening op het veilen zoo
danig te wijzigen, dat in het vervolg bloeni-
koolen op den walkant vóór den aanvang
der veiling van andere tuinbouwproducten
mogen worden geveild;
b. om alsnog over te gaan tot het bouwen
van een bergplaats voor manden en bakken,
aan het einde der loods in den daaraan
grenzenden tuin der gemeenteschool. (240)
16o. Voorstel tot wijziging der verorde
ning van 9 Januari 1902, houden regeling
van do jaarwedden der leeraren aan de
Ho gei© Burgerschool voor Jongens, te
Leiden. (2-11)
l7o. Vaststelling van de verordening re
gelende do heffing van eeh belasting onder
den naam van Marktgeld, te Leiden. (242)
18o. Vaststelling van de verordening re
gelende de invordering der belasting ondor
den naam van Marktgeld, te Leiden. (242)
19o. Vaststelling van de verordening,
houdend-p wijziging van de verordening van
3 Maart 1901, laatstelijk gewijzigd bij die
van 18 Mei 1905, Gem.bl. No. 17, houdende
aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen
voor het houden v.n de verschillende mark
ten en van veilingen van groente, ooft en
aardappelen. (243)
20o. Vaststelling van de verordening,
houdende wyziging van de verordening van
27 Juli 1905, regelende de heffing van een
belasting ondor don naam van Liggeld ïti
de gemeente Leiden. (243)
21o. Vaststelling van de verordening,
houdende wijziging der verordening op dè
markten, van 26 Mei 1898, Gem.bl. No. 10,
laatstelijk gewijzigd bij de verordening van
3 Maart 1904, Gem.bl. No. 3. (244)
22o. Voorstel tot wijziging en hernieuw
de vaststelling van de verordening, rege
lende het verleenen van pensioenen aan
weduwen ©n kinderen van gemeenteambte
naren. (249)
23o. Verdeeling van den Raad in Section.
Overeenkomstig het bepaalde bij art. 22
van de verordening van 25 Maart 1902, „re
gelende het verleenen van pensioen aan
weduwen en kinderen van gemeente-ambte
naren" leggen B. en Ws, den Raad de eer
st© d "'"-r prof. dr. P. van Geer op zijn ver
zoek opgemaakt wetenschappelijke balans
van het pensioenfonds voor weduwen en
kinderen van gemeente-ambtenaren over.
Uit di© balans blijkt, dao de toestand van
het fonds zeer gunstig mag worden geacht.
Immers, deze is zoo, dat de ingevolge art.
20 van do verordening j aarlijks uit de ge
meentekas verstrekte bijdrage, welke gedu
rende de eerste vijf jaren tolken jaro l400ü
gld. heeft bedragen, geheel zou kunnen ver
vallen, zonder dat daarom in do verorde
ning eenige wijziging zou behoeven te wor
den gebracht; m. a. w. zonder dat de uit
te keeren pensioenen eenige vermindering
zouden behoeven te ondergaan of de bijdra
gen der ambtenaren zouden behoeven te
worden verhoogd.
Die gunstige uitslag van zijn onderzoek
geeft dan ook prof. Van Geer aanleiding
voor te stellen om de jaarlijksche subsidie
uit de gemeentekas niet geheel te doen ver
vallen maar met behoud van een gedeelte
dier subsidie, alle, zoowel de loopende als
do nog too te kennon pensioenen, met
15 pCt. te verhoogen, evenals dit destijds
na het bekend worden van de tweede wc-
tenschappelijko balans bij het Rijk geschied
is. Prof. Yan Geer berekent nl., dat bij
zoodanigo~ verhooging der pensioenen en
behoud van de thans door de ambténaren
verschuldigdo bijdragen, voor de eerstvol-
gendo vijfjarige periode met een subidie
uit de gemeentekas van 5100 gld., of 89d0
gld. minder dan tot dusver gestort werd,
zou kunnen worden volstaan.
Er is intusschen nog een ander© mogë^
lijkheid, waarop door prof. Yan -Geer,, ver
moedelijk met opzet, niet do aandacht ge
vestigd wordt, maar die, naar B. en Ws.
meenen, toch ook even onder de oogen be
hoort te werden gezien. Ook wanneer men
overeenkomstig het advies van Prof. Yah
Geer do subsidie uit de gefncenfceïcas tot
een belangrijk lager bedrag terugbrengt,
zou het belang der ambtenaren toch nog op
een ander© wijze kunnen worden gediend,
dan door verhooging van de uit te keeren
pensioenen. Men zou nl. ook de jaarlijksche
bijdragen der ambtenaren kunnen verminde
ren en het bodrag der pensioenen ongewij
zigd laten.
Tooh komt het hun voor, dat de door
prof. Yan Geer aangewezen weg de juiste
is. Want al kan niet worden ontkend, dat
een bijdrage van pCt. van den pensioeng
rondslag voor de mannelijke ambtenaren
oog is en een vermindering dier bijdrago
velon zeker zeer welkom zou zijn, daar staat
tegenover, dat de ambtenaren nu reeds
sedert vijf jaren aan hot storten dier bij
dragen gewend zijn. En de voordeelen,
welke aan een verhooging der pensioenen
verbonden zijn, zijn oneindig veel grooter.
Het kan toch waarlijk der weduwe niet on
verschillig zijn of haar bijv. 600 gld. dan
wel 690 gld. als pensioen zal worden uit
gekeerd en of haar voor haar kinderen nog
bovendien 120 gld. dan wel 138 gld. per
kind wordt toegekend. En ©r moet zekor
ook niet licht over gedraebt worden of ten
behoeve van een volle wees jaarlijks 230 gld.
dan wel 200 gld. kan worden uitgekeerd.
Tegenover die betere verzorging van de
nagelaten betrekkingen kan een verminder
de jaarlijksche bijdrage van den. ambtenaar
zeker niet opwegen.
Daarbij komt nog een ander voordeel. Het
is steeds do bedoeling geweest, dat de ge
meentelijke pensionneerlng zich zooveel mo
gelijk bij de Rijksregeling zou aansluiten,
opdat, komt eenmaal een Itijkspensioenrc-
geling ook voor de gemeentc-ambtenaien
tot stand, do overgang tot het Rijk zoo
gemakkeijk mogelijk zou zijn. Welnu, wor
den de pensioenen thans met 15 pCt. ver
hoogd, dan zal de verordening zich ook weer
op dit punt bij do Rijksregeling, die sedert
heb pensioenfonds werd ingesteld, op dit
stuk gewijzigd werd, aansluiten.
Ten einde die aansluiting nog meer vol
komen te maken, dringt prof. Van Geer
nog op een andere wijziging ~aan. Bij do
laatste wetswijziging werd nl. bepaald, dat
vrouwelijke ambtenaren, mits ODgehuwd of
weduwe zonder tot pensioen gerechtigde
kinderen, slechts behoeven bij to dragen
tot de intrede van het 40ste levensjaar, ter
wijl bij art. 18 der verordening die leeftijd
ook voor vrouwen nog op 60 jaren
gesteld is. Prof. Yan Geer stolt nu
voor ook op dit. punt de verorde
ning met dc wet in overeenstemming te
breugen. En aangezien daartegen geen be
zwaren blijken to bestaan, sluiten B. en
Ws. zich ook hier gaarne bij prof. Van Geer
aan.
Ten slotte nog een opmerking. Prof. Yan
Geer wijst op de zoo wisselende, maar toch
telkens zeer hoogo kassaldo's, waarmede
de rekening ieder jaar sluit. Tijdiger be
legging ware voordeeligcr. Dit is inderdaad
niet te ontkennen. Maar het euvel is moei
lijk t«» verhelpen. In de eersto plaats wijzen
B. en Ws. er op, hoe de van de ambtenaren
geïnde bijdragen over heb laatste kwartaal
uit den aard der zaak steeds op 31 Deo
als kassaldo mosten fungeeren, aangezien
zij dan nog niet belegd kunnen zijn.
Maar bovendien is heb niet altijd evën
gemakkelijk voor de beschikbare geldon
steeds aanstonds solide beleggingen bo
vinden, dio een behoorlijke rent© afwerpen.
Er moet soms worden gewacht tot zich een
gcedc gelegenheid voordoet of wel tot een
zeker bedrag bijeen is. Tot zoolang worden
tegenwoordig de aanwezige gelden dan ook
wel aan den gemeente-ontvanger als kas
geld verstrekt eij daarvan door dc gemeente
aan het fonds do rente vergoed, die zij
anders voor opgenomen gelden aan anderen
zou hebben te betalen. Maar, hoe dan ook,
er zal steeds zooveel mogelijk naar worden
gestreefd de beschikbare gelden zoo spoedig
mogolijk rentegevend te maken.
Alles te zamen genomen, geven B. en Ws.
den Raad dus in pvcrweging in de verorde
ning van 25 Maart 1902, „regelende heb
verleenen van pensioen aan weduwen en
kinderen van gcmci-„'e-ambtenaren" de on
derstaande wijzigingen aan to brengen:
lo. Art. 7 te lezen als volgt:
Het pensirei bedraagt:
a. voor de weduwe 23/80 van don pen
sioensgrondslag
b. voor elk der kinderen, geboren uit het
huwelijk van den ambtenaar met de vrouw,
die hij als weduwe nalaat, tijdens haar lo<
ven 23/400 van den pensioensgrondslag;
Indien de weduwe tot pensioen gerech
tigd is, wordt haar pensioen verhoogd met
heb kinderpensioen.
c. voor elk der kinderen, niet vallende
in de termen sub b bedoeld, 23/2-10 van den
pensioensgrondslag.
Indien de kinderen, bedoeld sub c, uifl
verschillende huwelijken gesproten zijn,
wordt het kinderenpensioen voor do kinde
ren uit elk der huwelijken afzonderlijk
geregeld op den voet sub c aangegeven.
Het geheele bedrag van het kinderen-
pensioen of het gezamenlijk bedrag der kin-
derenpensioenen kan echter het 23/80 van
don pensioensgrondslag niet overschrijden.
Indien het gezamenlijk bedrag der pen
sioenen van uit verschillende huwelijken
nagelaten kinderen f 690 zou overschrij
den en dus tot dat bedrag moet worden
•verminderd, geschiedt die vermindering
zóó, dat de verhouding, die volgens do
aanvankelijke berekening tusschen dc ver-
ttohilicndb pensioenen bestond^ dezelfde
blijft.
2o. Art. 18 laatste lid te lezen als volgt:
De verplichting tot bijdragen houdt op
met den dag waarop een ambtenaar, die
ongehuwd is en geen kindoren beneden den
leeftijd van 18, jaar heeft, wordt gepensi-
onneerd, of op wachtgeld gesteld, alsmede
voor hen, die, nadat zij gepension-
neerd of op wachtgeld gesteld zijn, we
duwnaar (weduwe) worden en geen kinde
ren beneden den leeftijd van 18 jaar hebben.
Yoor manlijke ambtenaren vervalt boven
dien de verplichting, zoodra zij het zestig
ste levensjaar ingetreden zijn, indien zij
alsdan ODgehuwd zijn en geen kinderen be
neden den leeftijd van fcS jaren hebben
voor vrouwelijke ambtenaren, zoodra zij
het veertigste levensjaar ingetreden zijn en
alsdan geen kinderen beneden den leeftijd
van 18 jaren hebben
terwijl zij den Raad torens voorstellen
de aldu3 gewijzigde verordening opnieuw
in haar geheel vast te stellen, aangezien
het raadplegen van telkens gewijzigde ver
ordeningen zeer lastig is. Heeft evenwel
hernieuwde vaststelling plaats, dan zal te
vens in art. 1 sub b moeten gelezen worden
in plaats van „dezer verordening" „dc ver-
ordening van 25 Maart 1902."
Nog vestigen zij er 's Raads aandacht op,
dat in afwachting van zijn beslissing in
middels reeds op do gemeentebegrooting
voor 1908 de bijdrage aan het fonds uit da
gemeentekas door hen tot 5100 is terugge
bracht, terwijl uit den aard der zaak, in
dien in den voorgcstclden zin wordt beslo
ten, ook over het loopende jaar met een uit-
keering van dat mindere bedrag zal kunnen
worden volstaan.
7
Leiden, 29 Augustus.
De Commissie van Financiën deelt
den Raad mee, dat zij geen bedenking heeft
tegen do kostelooze overneming in eigen
dom en onderhoud van het door demping
verkregen terrein aan den Haarlemmer
weg Sectie K Nis. 1573, 54 en 898, alle
gedeeltelijk, zooals door B. en "Ws. wordt
voorgesteld.
Zij adviseert den Raad daarom dienover
eenkomstig te besluiten.
Aan een verzoek van den heer J. P.
W. Rijke en andere bewoners van do Hooi-
FEUILLETON.
65)
„Ben je hier, Anna? Ik kom juist van je
kamer."
Anna stond van haar stoel voor de schrijf-
op met een pakje brieven in haar
hand. Zij had geen hoed op, maar haar ar
men staken losjes in de mouwen van een
bonten reismantel, een bijzonderheid, dio
niet aan mevrouw Maxsteads aandacht
ontsnapte.
„Bont in de maand Mei. Hoe weinig
Engelsch." Zij trok haar handschoenen
uit.
Anna lachte eenigszins zenuwachtig. „Ik
had het zoo koud. Ik moet eenige zakelijke
brieven schrijven; zooals je ziet ben ik zoo
vrij geweest j© schrijftafel te gebruiken,
op hoop van eenige inspiratie."
Mevrouw Maxstead knikte. „Zaken zijn
nogal gemoed verstalend. Aan wie heb je
geschreven V>
„O, het waren absoluut geen brieven
van eenig belang. Ik heb mijn rekeningen
nagekeken en wissels geteekond om ze te
voldoen. Ik wou eens orde op mijn zaken
stollen, om precies te weten waar ik ei
genlijk aan toe was."
„Anna-lief, wat een lijd verkwisting. Het
hoogste geluk van rijk te zijn, bestaat
hierin, dat het iemand in staat stelt geld
te ignoreeren, om een wezenlijk gelukkig
Arcadisch bestaan t© loiden, zou men mil
lion n air moeten wezen."
Anna zweeg even. Zij deed do brieven
door haar hand glijden en streek zich af
en^toe het haar uit het gelaat. „Eén brief
schreef ik, die niet over zaken liep", zei-
de zij eindelijk.
Mevrouw Maxstead zette behoedzaam
haar hoed af, ontdeed zich^van haar voi
le en keek toen met bestudeerde onver
schilligheid in den spiegel.
„Je bent onvermoeid," zeide zij. v
Anna zag haastig op. „Maak nu geen
gekheid, Jeanne; het was een brief aan
Maurits."
Mevrouw Maxsteads hand beefde een
klein weinigje, doch zij wist zich te be-
hcerschenzij verschikte een haarspeld in
haar kapsel en bestudeerde het effect.
„Maar je schrijft tooh om den anderen
dag aan Maurits. Ik wou, dat je niet zoo'ft
ophef maakte van zulk een alledaagscho
zaak."*'
„Deze brief verschilde van al de ande
re."
„Hoe origineel. Het is niet gemakkelijk
om variatie te brengen in minnebrieven;
het gaat er mede als met het bespelen van
éénsnarige instrumenten."
Anna trad weder op de schrijftafel toe;
haar gelaat was ietwat hoogcr gekleurd,
maar zenuwachtig als zij was, ging haar
toch een huivering door de leden. „Wees
nu eens ernstig, Jeanne; ik wou graag
eens ronduit met je praten.''
„Welnu, ik luister.''
„Ik ben met mijzelf overeengekomen,
Maurits geheel op de hoogte te brengen."
Mevrouw Maxstead wendde zich van den
spiegel af. „Daar ben ik blij om", zeide
zij terstond. Daar ben ik hartelijk blii
om. Ik hoop, dat je bierbij met tact bent
tc werk gegaan. Tact is onontbeerlijker in
het dagolijksch leven dan brood."
Anna's vingers gleden onderzoekend over
het oppervlak der schrijftafel. „Ik vrees,
dat ik niet met tact ben te werk gegaan",
zeide zij.
„Wat is dab?"
„Och, Jeanne, val me er niet hard over;
toe val me er niet hard over. Indien ik
de zaak verkeerd heb aangepakt, ben ik
do eenige, die er onder lijden zal. Ik heb
gehandeld zooals ik meende te moeten
handelen, zooals het mij het best voor
kwam."
Mevrouw Maxstead sloeg langzaam de
oogen naar Anna op.
„Wanneer iemand een zaak verkeerd
aanpakt, is hij nooit de ©enige, die de. ge
volgen er van moet dragen; maak jezelf
dat niet wijs. Hoe ben je eigenlijk in deze
zaak te werk gegaan?"
Het jonge meisje fcweeg een oogenblik;
nog altijd gleden haar vingers over de
schrijftafel heen en weer. Eindelijk koek
zij op. ,,Yand*ag is het Yrijdag; morgen
avond is het de laatste avond van mijn
contract met h©L, „Óorinthian Theater".
Zij hield op.
Mevrouw Maxstead knikte toestemmend.
Zij gevoelde, dat er haar iets boven hot
hoofd hing, dat er gevaar dreigde. „Ja,"
zeido zij bedaard.
„Nu, morgen weet Maurita alles. Kijk
me niet zoo strak aan. Het is of Je mij
met je oogen doorboren wilt. Ik heb alles
goed overdacht, alles."
Zij sprak heel snel. ij moet het we
ten, en ik kan het hem niet zoggen, eu
schrijven kan ik het hem ook niet. Slechts
één weg staat er open: met zijn eigen
oogen moet hij het maar ontdekken."
Zij zweeg en bracht haar zakdoek even
aan haar lippen, een voor haar ongewoon
gebaar, hetwelk duidelijk aantoonde, hoe
overspannen zij zich gevoelde.
Mevrouw Maxstead liet zich deze bijzon
derheid niet ontgaan en nam er voor zich
zelf nota van.
„Yerklaar je eens nader," zeide zij.
„Maar is hot je dan niet duidelijk? Be
grijp je het nog niet? Ik heb Maurits in
mijn brief gevraagd morgen hier te komen
Hij kan pas laat in den namiddag hier zijn
en is natuurlijk verlangend me zoo spoedig
mogelijk te ontmoeten. Nu zijn we in het
drukst van de „season" en bijna iedereen
heeft zijn avonden bezet. Is het niet de na
tuurlijkste zaak van de wereld, dat we
elkaar in toon eel- of concertzaal rendez
vous geven? Is het niet do natuurlijkste
zaak van dë weréld, dat jij voor vanavond
eon loge in het „Corinthian-Theater" ge
nomen hebt?"
„Anna, ben je goed bij je vorstand?"
Anna hief het hoofd op. „Soms denk ik
van niet. Weet je nog dien avond in Tres
eer, toen wo bij Maurits dineerden? Herin-
Dér je je nog, wat dr. Penrhyn zeide over
genieën? Misschien heb je het, alles wèl
beschouwd, wel bij het rechte eind; mis
sohien ben ik een genie, enmisschien is
dit mijn tijdperk' van waanzin."
Zij lachte, maar niet van harte.
Mevrouw Maxstead trad op haar too,
doch zij deed een schrede achteruit. „Raak
me niet aan. Jeanne, ik zou het op het
oogenblik niet kunnen verdragen. Het ïs,
alsof al mijn zenuwen aan draadjes han
gen zóó overspannen voel ik me."
Mevrouw Maxstead hernam weer haar
plaats naast de toilettafel en zag het jonge
meisje opmerkzaam aan. Yoor ditmaal
scheen zij geen weerwoord to kunnen via*
den.
Anna's vingers omknelden do brieven,
die zij in haar hand had; zij gevoelde zkli
hoo langer hcc zenuwachtiger wordeu,
maar deed een krachtige poging tot zelfbe-
heersching.
„Blijf me niet zoo fixe'eren, Jeanne; ik'
kan niet tegen zulke analyoeercndo blik
ken."
Mevrouw Maxstead sloeg haar oogleden
neer. „Kindlief," zeide 'ze, „als ik jou
was, zou ik mc nog wel eens driemaal be
denken, eer ik mijn plan ten uitvoer
bracht. Breng nooit een man in een ^al-
ache positie, als er nog een andere weg ter
bereiking van je doel openstaat; liefde
zelfs kan door de een of andere omstandig
heid op zichzelf gedood worden, indien do
omstandigheid op zichzelf krachtig genoeg
is. Je doet meer dan dwaas met hem op
deze wijze je geheim tc deen ontdekken.;
Meer dan dwaas I"
Anna klemde haar lippen vast opeen.
„Het is mijn verlangen op deze wijze to
werk tc gaan."
„Waarom niet aan hem geschreven?"
„Omdat mc dit niet mogelijk is. Ik weet
wel, dat jc dit niet begrijpt, maar ik kan
bet je niet nader uitleggen en dus moeten
we deze kwestie maar verder laten rusten.
De geheele vorige week heb ik echter ai
getracht hem schriftelijk medo te declcn,
wat ik te zeggen had; maar mijn pen wei
gerde mij haar dienst; geen woord kon ik
cp het papier brengen." -
(Wordt vervolgd).