A0. T907. Donderdag 29 Auguetu@, t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. - Offieieele Kennisgeving. De pensioenregeling van de gemeente ambtenaren herzien. Beproefde liefde. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 OentB; per 3 maanden 1 2 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn t 1.30. Franco per post1-66. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 1—6 regels J1.06. Ioüere regel meer /O.lTj. - örootero letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën aan 30 woorden 40 Oents oontant; elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het incasseeren wordt f 0.05 berekend, Vcrgaëerinj van den Gemeenleraad van Lelden, op Dinsdag 3 September 1007, de. namiddag, te twee uur. Te behandelen onderwerpen: lo. Bcëcdiging en inBtallafcio van d© hieuw benoemde leden van don Gemeente raad. 2o. Benoeming van twee wethouders, jaar van aftreding 1911. (aftredend: de hecren H. O. Juta en J. A. van Hamel.) 3o. Benoeming van de leden der vaste Commissiën uit den Gemeenteraad, als: a. drie leden van de Commissie van Fi nanciën en uit dezen van den voorzitter (aftredende leden: de heeren A. I. Wit- mans Man., voorzitter, A. L. Reimeringer cu J. C. Z-alberg Jzn., leden); b. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den voorzitter, (aftredende leden: de heeren mr. S. J. Fockema Andréae, voor zitter, mr. J. C. van der Lip, lid, 1 vaca ture) e. twee leden van do Commissie voor do 'Strafverordeningen, (aftredende leden: do heeren mr. S. J. Fockema Andrea© en mr. E. de Vries); d. twee leden van do Commissie van Fa bricage. (aftredend lid: de heer S. J. 1e Poole, 1 vacature) o. twee leden van do Commissie voor het Openbaar Slachthuis. (2 vacatures) f. twee leden van de Commissie voor het Marktwezen (aftredende ledende heeren A I. Witmans Mzn. en,D. van Grutingi g. twee leden van do Commissie voor üet Oud-Archief (aftredende leden: do heeren mr. S. J. Fockema Andrea© en dr. M. J. de Goeje); h. een lid van de Commissie voor do Stedelijk- Gasfabriek (aftredend lid: mr. P. J. M. Aalberse). (250) i. ©en lid der Commissie van Beheer over het Krankzinnigengesticht „Ende geest" en hot Sanatorium voor zenuwlij ders „Rhyngeest" (aftredend lid: dr, O. F. Th. J. Mculeraan). (227) 4o. Benoeming van drie leden van do Commissi© voor het Stedelijk Museum „Do Lakenhal" (aftredende leden: de hee ren mr. P. J. M. Aalberse, mr. J. A. F. Ooebcrgh. en J. Korevaar P.Azn.). 5o. Benoeming van een lid van het be stuur der SfccdcHJko Werkinrichting (aftre dend lid: de heer H. C. Juta). 6o. Benoeming van eon lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie fan Onderzoek, 'bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden, (aftredende leden: de heeren mr. A. van der Eist en mr. J. C van der Lip). 7o. Voorstel tot continuatie van mej. W. S. Tilanus als onderwijzeres in heb huishoud-, kook- en waschonderrïclit aan do openbare herhalingsschool voor meis jes. (240) 8o. Verzoek van mej. M. K. van Wijk dm eervol ontslag als onderwijzeres met ver plichte hoofdakte aan de school der 3d© klasse No. 3. (245). 9o. Voorstel tot continuatie van de huur van het winkelhuis Breestraat No. 94. ('261) lOo. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente v«u de peroeelen Zoeterwoudsch© Singel, Sectie M No. 2772 en De Laat do Kanter straat, Sectie M. No. 2775. (252) llo. Voorstel om aan de Bouwgrondmaat- schappij „Buitenrust" vergunning te ver- leenen tot het bouwen van een ijzeren brug voor voetgangers over den Trekvllet tegenover de Hugo de Grootstraat. (247). 12o. Verzoek van J. P. W. Rijke e. a., om de op de Hooigracht staande boomen door jongere te vervangen of om don anderen te rooien. (239) 13o. Verzoek van het Bestuur van het Departement Leiden der Maatschappij vad Nijverheid, om: a. toekenning van een subsidie in de kos ten der te houden tentoonstelling van eleo triciteit in ambacht en woning; b. opgave van den prijs tegen welken hem electrische energie en gas kan worden ge leverd. (248) 14o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg van een electrische installatie ten behoeve van de verlichting der Stadsgehoorzaal. (238) 15o. Verzoek van de Leidsche Tuinders- P atroo nsvereen igi ng a. om de verordening op het veilen zoo danig te wijzigen, dat in het vervolg bloeni- koolen op den walkant vóór den aanvang der veiling van andere tuinbouwproducten mogen worden geveild; b. om alsnog over te gaan tot het bouwen van een bergplaats voor manden en bakken, aan het einde der loods in den daaraan grenzenden tuin der gemeenteschool. (240) 16o. Voorstel tot wijziging der verorde ning van 9 Januari 1902, houden regeling van do jaarwedden der leeraren aan de Ho gei© Burgerschool voor Jongens, te Leiden. (2-11) l7o. Vaststelling van de verordening re gelende do heffing van eeh belasting onder den naam van Marktgeld, te Leiden. (242) 18o. Vaststelling van de verordening re gelende de invordering der belasting ondor den naam van Marktgeld, te Leiden. (242) 19o. Vaststelling van de verordening, houdend-p wijziging van de verordening van 3 Maart 1901, laatstelijk gewijzigd bij die van 18 Mei 1905, Gem.bl. No. 17, houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden v.n de verschillende mark ten en van veilingen van groente, ooft en aardappelen. (243) 20o. Vaststelling van de verordening, houdende wyziging van de verordening van 27 Juli 1905, regelende de heffing van een belasting ondor don naam van Liggeld ïti de gemeente Leiden. (243) 21o. Vaststelling van de verordening, houdende wijziging der verordening op dè markten, van 26 Mei 1898, Gem.bl. No. 10, laatstelijk gewijzigd bij de verordening van 3 Maart 1904, Gem.bl. No. 3. (244) 22o. Voorstel tot wijziging en hernieuw de vaststelling van de verordening, rege lende het verleenen van pensioenen aan weduwen ©n kinderen van gemeenteambte naren. (249) 23o. Verdeeling van den Raad in Section. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 22 van de verordening van 25 Maart 1902, „re gelende het verleenen van pensioen aan weduwen en kinderen van gemeente-ambte naren" leggen B. en Ws, den Raad de eer st© d "'"-r prof. dr. P. van Geer op zijn ver zoek opgemaakt wetenschappelijke balans van het pensioenfonds voor weduwen en kinderen van gemeente-ambtenaren over. Uit di© balans blijkt, dao de toestand van het fonds zeer gunstig mag worden geacht. Immers, deze is zoo, dat de ingevolge art. 20 van do verordening j aarlijks uit de ge meentekas verstrekte bijdrage, welke gedu rende de eerste vijf jaren tolken jaro l400ü gld. heeft bedragen, geheel zou kunnen ver vallen, zonder dat daarom in do verorde ning eenige wijziging zou behoeven te wor den gebracht; m. a. w. zonder dat de uit te keeren pensioenen eenige vermindering zouden behoeven te ondergaan of de bijdra gen der ambtenaren zouden behoeven te worden verhoogd. Die gunstige uitslag van zijn onderzoek geeft dan ook prof. Van Geer aanleiding voor te stellen om de jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas niet geheel te doen ver vallen maar met behoud van een gedeelte dier subsidie, alle, zoowel de loopende als do nog too te kennon pensioenen, met 15 pCt. te verhoogen, evenals dit destijds na het bekend worden van de tweede wc- tenschappelijko balans bij het Rijk geschied is. Prof. Yan Geer berekent nl., dat bij zoodanigo~ verhooging der pensioenen en behoud van de thans door de ambténaren verschuldigdo bijdragen, voor de eerstvol- gendo vijfjarige periode met een subidie uit de gemeentekas van 5100 gld., of 89d0 gld. minder dan tot dusver gestort werd, zou kunnen worden volstaan. Er is intusschen nog een ander© mogë^ lijkheid, waarop door prof. Yan -Geer,, ver moedelijk met opzet, niet do aandacht ge vestigd wordt, maar die, naar B. en Ws. meenen, toch ook even onder de oogen be hoort te werden gezien. Ook wanneer men overeenkomstig het advies van Prof. Yah Geer do subsidie uit de gefncenfceïcas tot een belangrijk lager bedrag terugbrengt, zou het belang der ambtenaren toch nog op een ander© wijze kunnen worden gediend, dan door verhooging van de uit te keeren pensioenen. Men zou nl. ook de jaarlijksche bijdragen der ambtenaren kunnen verminde ren en het bodrag der pensioenen ongewij zigd laten. Tooh komt het hun voor, dat de door prof. Yan Geer aangewezen weg de juiste is. Want al kan niet worden ontkend, dat een bijdrage van pCt. van den pensioeng rondslag voor de mannelijke ambtenaren oog is en een vermindering dier bijdrago velon zeker zeer welkom zou zijn, daar staat tegenover, dat de ambtenaren nu reeds sedert vijf jaren aan hot storten dier bij dragen gewend zijn. En de voordeelen, welke aan een verhooging der pensioenen verbonden zijn, zijn oneindig veel grooter. Het kan toch waarlijk der weduwe niet on verschillig zijn of haar bijv. 600 gld. dan wel 690 gld. als pensioen zal worden uit gekeerd en of haar voor haar kinderen nog bovendien 120 gld. dan wel 138 gld. per kind wordt toegekend. En ©r moet zekor ook niet licht over gedraebt worden of ten behoeve van een volle wees jaarlijks 230 gld. dan wel 200 gld. kan worden uitgekeerd. Tegenover die betere verzorging van de nagelaten betrekkingen kan een verminder de jaarlijksche bijdrage van den. ambtenaar zeker niet opwegen. Daarbij komt nog een ander voordeel. Het is steeds do bedoeling geweest, dat de ge meentelijke pensionneerlng zich zooveel mo gelijk bij de Rijksregeling zou aansluiten, opdat, komt eenmaal een Itijkspensioenrc- geling ook voor de gemeentc-ambtenaien tot stand, do overgang tot het Rijk zoo gemakkeijk mogelijk zou zijn. Welnu, wor den de pensioenen thans met 15 pCt. ver hoogd, dan zal de verordening zich ook weer op dit punt bij do Rijksregeling, die sedert heb pensioenfonds werd ingesteld, op dit stuk gewijzigd werd, aansluiten. Ten einde die aansluiting nog meer vol komen te maken, dringt prof. Van Geer nog op een andere wijziging ~aan. Bij do laatste wetswijziging werd nl. bepaald, dat vrouwelijke ambtenaren, mits ODgehuwd of weduwe zonder tot pensioen gerechtigde kinderen, slechts behoeven bij to dragen tot de intrede van het 40ste levensjaar, ter wijl bij art. 18 der verordening die leeftijd ook voor vrouwen nog op 60 jaren gesteld is. Prof. Yan Geer stolt nu voor ook op dit. punt de verorde ning met dc wet in overeenstemming te breugen. En aangezien daartegen geen be zwaren blijken to bestaan, sluiten B. en Ws. zich ook hier gaarne bij prof. Van Geer aan. Ten slotte nog een opmerking. Prof. Yan Geer wijst op de zoo wisselende, maar toch telkens zeer hoogo kassaldo's, waarmede de rekening ieder jaar sluit. Tijdiger be legging ware voordeeligcr. Dit is inderdaad niet te ontkennen. Maar het euvel is moei lijk t«» verhelpen. In de eersto plaats wijzen B. en Ws. er op, hoe de van de ambtenaren geïnde bijdragen over heb laatste kwartaal uit den aard der zaak steeds op 31 Deo als kassaldo mosten fungeeren, aangezien zij dan nog niet belegd kunnen zijn. Maar bovendien is heb niet altijd evën gemakkelijk voor de beschikbare geldon steeds aanstonds solide beleggingen bo vinden, dio een behoorlijke rent© afwerpen. Er moet soms worden gewacht tot zich een gcedc gelegenheid voordoet of wel tot een zeker bedrag bijeen is. Tot zoolang worden tegenwoordig de aanwezige gelden dan ook wel aan den gemeente-ontvanger als kas geld verstrekt eij daarvan door dc gemeente aan het fonds do rente vergoed, die zij anders voor opgenomen gelden aan anderen zou hebben te betalen. Maar, hoe dan ook, er zal steeds zooveel mogelijk naar worden gestreefd de beschikbare gelden zoo spoedig mogolijk rentegevend te maken. Alles te zamen genomen, geven B. en Ws. den Raad dus in pvcrweging in de verorde ning van 25 Maart 1902, „regelende heb verleenen van pensioen aan weduwen en kinderen van gcmci-„'e-ambtenaren" de on derstaande wijzigingen aan to brengen: lo. Art. 7 te lezen als volgt: Het pensirei bedraagt: a. voor de weduwe 23/80 van don pen sioensgrondslag b. voor elk der kinderen, geboren uit het huwelijk van den ambtenaar met de vrouw, die hij als weduwe nalaat, tijdens haar lo< ven 23/400 van den pensioensgrondslag; Indien de weduwe tot pensioen gerech tigd is, wordt haar pensioen verhoogd met heb kinderpensioen. c. voor elk der kinderen, niet vallende in de termen sub b bedoeld, 23/2-10 van den pensioensgrondslag. Indien de kinderen, bedoeld sub c, uifl verschillende huwelijken gesproten zijn, wordt het kinderenpensioen voor do kinde ren uit elk der huwelijken afzonderlijk geregeld op den voet sub c aangegeven. Het geheele bedrag van het kinderen- pensioen of het gezamenlijk bedrag der kin- derenpensioenen kan echter het 23/80 van don pensioensgrondslag niet overschrijden. Indien het gezamenlijk bedrag der pen sioenen van uit verschillende huwelijken nagelaten kinderen f 690 zou overschrij den en dus tot dat bedrag moet worden •verminderd, geschiedt die vermindering zóó, dat de verhouding, die volgens do aanvankelijke berekening tusschen dc ver- ttohilicndb pensioenen bestond^ dezelfde blijft. 2o. Art. 18 laatste lid te lezen als volgt: De verplichting tot bijdragen houdt op met den dag waarop een ambtenaar, die ongehuwd is en geen kindoren beneden den leeftijd van 18, jaar heeft, wordt gepensi- onneerd, of op wachtgeld gesteld, alsmede voor hen, die, nadat zij gepension- neerd of op wachtgeld gesteld zijn, we duwnaar (weduwe) worden en geen kinde ren beneden den leeftijd van 18 jaar hebben. Yoor manlijke ambtenaren vervalt boven dien de verplichting, zoodra zij het zestig ste levensjaar ingetreden zijn, indien zij alsdan ODgehuwd zijn en geen kinderen be neden den leeftijd van fcS jaren hebben voor vrouwelijke ambtenaren, zoodra zij het veertigste levensjaar ingetreden zijn en alsdan geen kinderen beneden den leeftijd van 18 jaren hebben terwijl zij den Raad torens voorstellen de aldu3 gewijzigde verordening opnieuw in haar geheel vast te stellen, aangezien het raadplegen van telkens gewijzigde ver ordeningen zeer lastig is. Heeft evenwel hernieuwde vaststelling plaats, dan zal te vens in art. 1 sub b moeten gelezen worden in plaats van „dezer verordening" „dc ver- ordening van 25 Maart 1902." Nog vestigen zij er 's Raads aandacht op, dat in afwachting van zijn beslissing in middels reeds op do gemeentebegrooting voor 1908 de bijdrage aan het fonds uit da gemeentekas door hen tot 5100 is terugge bracht, terwijl uit den aard der zaak, in dien in den voorgcstclden zin wordt beslo ten, ook over het loopende jaar met een uit- keering van dat mindere bedrag zal kunnen worden volstaan. 7 Leiden, 29 Augustus. De Commissie van Financiën deelt den Raad mee, dat zij geen bedenking heeft tegen do kostelooze overneming in eigen dom en onderhoud van het door demping verkregen terrein aan den Haarlemmer weg Sectie K Nis. 1573, 54 en 898, alle gedeeltelijk, zooals door B. en "Ws. wordt voorgesteld. Zij adviseert den Raad daarom dienover eenkomstig te besluiten. Aan een verzoek van den heer J. P. W. Rijke en andere bewoners van do Hooi- FEUILLETON. 65) „Ben je hier, Anna? Ik kom juist van je kamer." Anna stond van haar stoel voor de schrijf- op met een pakje brieven in haar hand. Zij had geen hoed op, maar haar ar men staken losjes in de mouwen van een bonten reismantel, een bijzonderheid, dio niet aan mevrouw Maxsteads aandacht ontsnapte. „Bont in de maand Mei. Hoe weinig Engelsch." Zij trok haar handschoenen uit. Anna lachte eenigszins zenuwachtig. „Ik had het zoo koud. Ik moet eenige zakelijke brieven schrijven; zooals je ziet ben ik zoo vrij geweest j© schrijftafel te gebruiken, op hoop van eenige inspiratie." Mevrouw Maxstead knikte. „Zaken zijn nogal gemoed verstalend. Aan wie heb je geschreven V> „O, het waren absoluut geen brieven van eenig belang. Ik heb mijn rekeningen nagekeken en wissels geteekond om ze te voldoen. Ik wou eens orde op mijn zaken stollen, om precies te weten waar ik ei genlijk aan toe was." „Anna-lief, wat een lijd verkwisting. Het hoogste geluk van rijk te zijn, bestaat hierin, dat het iemand in staat stelt geld te ignoreeren, om een wezenlijk gelukkig Arcadisch bestaan t© loiden, zou men mil lion n air moeten wezen." Anna zweeg even. Zij deed do brieven door haar hand glijden en streek zich af en^toe het haar uit het gelaat. „Eén brief schreef ik, die niet over zaken liep", zei- de zij eindelijk. Mevrouw Maxstead zette behoedzaam haar hoed af, ontdeed zich^van haar voi le en keek toen met bestudeerde onver schilligheid in den spiegel. „Je bent onvermoeid," zeide zij. v Anna zag haastig op. „Maak nu geen gekheid, Jeanne; het was een brief aan Maurits." Mevrouw Maxsteads hand beefde een klein weinigje, doch zij wist zich te be- hcerschenzij verschikte een haarspeld in haar kapsel en bestudeerde het effect. „Maar je schrijft tooh om den anderen dag aan Maurits. Ik wou, dat je niet zoo'ft ophef maakte van zulk een alledaagscho zaak."*' „Deze brief verschilde van al de ande re." „Hoe origineel. Het is niet gemakkelijk om variatie te brengen in minnebrieven; het gaat er mede als met het bespelen van éénsnarige instrumenten." Anna trad weder op de schrijftafel toe; haar gelaat was ietwat hoogcr gekleurd, maar zenuwachtig als zij was, ging haar toch een huivering door de leden. „Wees nu eens ernstig, Jeanne; ik wou graag eens ronduit met je praten.'' „Welnu, ik luister.'' „Ik ben met mijzelf overeengekomen, Maurits geheel op de hoogte te brengen." Mevrouw Maxstead wendde zich van den spiegel af. „Daar ben ik blij om", zeide zij terstond. Daar ben ik hartelijk blii om. Ik hoop, dat je bierbij met tact bent tc werk gegaan. Tact is onontbeerlijker in het dagolijksch leven dan brood." Anna's vingers gleden onderzoekend over het oppervlak der schrijftafel. „Ik vrees, dat ik niet met tact ben te werk gegaan", zeide zij. „Wat is dab?" „Och, Jeanne, val me er niet hard over; toe val me er niet hard over. Indien ik de zaak verkeerd heb aangepakt, ben ik do eenige, die er onder lijden zal. Ik heb gehandeld zooals ik meende te moeten handelen, zooals het mij het best voor kwam." Mevrouw Maxstead sloeg langzaam de oogen naar Anna op. „Wanneer iemand een zaak verkeerd aanpakt, is hij nooit de ©enige, die de. ge volgen er van moet dragen; maak jezelf dat niet wijs. Hoe ben je eigenlijk in deze zaak te werk gegaan?" Het jonge meisje fcweeg een oogenblik; nog altijd gleden haar vingers over de schrijftafel heen en weer. Eindelijk koek zij op. ,,Yand*ag is het Yrijdag; morgen avond is het de laatste avond van mijn contract met h©L, „Óorinthian Theater". Zij hield op. Mevrouw Maxstead knikte toestemmend. Zij gevoelde, dat er haar iets boven hot hoofd hing, dat er gevaar dreigde. „Ja," zeido zij bedaard. „Nu, morgen weet Maurita alles. Kijk me niet zoo strak aan. Het is of Je mij met je oogen doorboren wilt. Ik heb alles goed overdacht, alles." Zij sprak heel snel. ij moet het we ten, en ik kan het hem niet zoggen, eu schrijven kan ik het hem ook niet. Slechts één weg staat er open: met zijn eigen oogen moet hij het maar ontdekken." Zij zweeg en bracht haar zakdoek even aan haar lippen, een voor haar ongewoon gebaar, hetwelk duidelijk aantoonde, hoe overspannen zij zich gevoelde. Mevrouw Maxstead liet zich deze bijzon derheid niet ontgaan en nam er voor zich zelf nota van. „Yerklaar je eens nader," zeide zij. „Maar is hot je dan niet duidelijk? Be grijp je het nog niet? Ik heb Maurits in mijn brief gevraagd morgen hier te komen Hij kan pas laat in den namiddag hier zijn en is natuurlijk verlangend me zoo spoedig mogelijk te ontmoeten. Nu zijn we in het drukst van de „season" en bijna iedereen heeft zijn avonden bezet. Is het niet de na tuurlijkste zaak van de wereld, dat we elkaar in toon eel- of concertzaal rendez vous geven? Is het niet do natuurlijkste zaak van dë weréld, dat jij voor vanavond eon loge in het „Corinthian-Theater" ge nomen hebt?" „Anna, ben je goed bij je vorstand?" Anna hief het hoofd op. „Soms denk ik van niet. Weet je nog dien avond in Tres eer, toen wo bij Maurits dineerden? Herin- Dér je je nog, wat dr. Penrhyn zeide over genieën? Misschien heb je het, alles wèl beschouwd, wel bij het rechte eind; mis sohien ben ik een genie, enmisschien is dit mijn tijdperk' van waanzin." Zij lachte, maar niet van harte. Mevrouw Maxstead trad op haar too, doch zij deed een schrede achteruit. „Raak me niet aan. Jeanne, ik zou het op het oogenblik niet kunnen verdragen. Het ïs, alsof al mijn zenuwen aan draadjes han gen zóó overspannen voel ik me." Mevrouw Maxstead hernam weer haar plaats naast de toilettafel en zag het jonge meisje opmerkzaam aan. Yoor ditmaal scheen zij geen weerwoord to kunnen via* den. Anna's vingers omknelden do brieven, die zij in haar hand had; zij gevoelde zkli hoo langer hcc zenuwachtiger wordeu, maar deed een krachtige poging tot zelfbe- heersching. „Blijf me niet zoo fixe'eren, Jeanne; ik' kan niet tegen zulke analyoeercndo blik ken." Mevrouw Maxstead sloeg haar oogleden neer. „Kindlief," zeide 'ze, „als ik jou was, zou ik mc nog wel eens driemaal be denken, eer ik mijn plan ten uitvoer bracht. Breng nooit een man in een ^al- ache positie, als er nog een andere weg ter bereiking van je doel openstaat; liefde zelfs kan door de een of andere omstandig heid op zichzelf gedood worden, indien do omstandigheid op zichzelf krachtig genoeg is. Je doet meer dan dwaas met hem op deze wijze je geheim tc deen ontdekken.; Meer dan dwaas I" Anna klemde haar lippen vast opeen. „Het is mijn verlangen op deze wijze to werk tc gaan." „Waarom niet aan hem geschreven?" „Omdat mc dit niet mogelijk is. Ik weet wel, dat jc dit niet begrijpt, maar ik kan bet je niet nader uitleggen en dus moeten we deze kwestie maar verder laten rusten. De geheele vorige week heb ik echter ai getracht hem schriftelijk medo te declcn, wat ik te zeggen had; maar mijn pen wei gerde mij haar dienst; geen woord kon ik cp het papier brengen." - (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1