n Ingezonden. Burgert Stand van Leiden. Eerste Kamer. FEUILLETON. Beproefde liefde. Toelatingsesajaen El. B.-S. voor JongeiiM to fielden» Omdat het ods bekend is, dat velen be lang stellen in do opgaven voor het schrif telijk gedeelte van het de?er dagen afgeno men bovenbedoeld examen, laten wij die op gaven hieronder volgen. L Herleid: 100,35 20J "•7 x 77 «7 7oj 1H nt\ X 6 10f ló fcf 2. Iemand leent 1000 uit, tegen een zeker percent 's jaars. Zoo hij nu zijn geld met de rente reeds na 9 maanden terug- kridgt, en de jaarlijksche rent© 25 3/4 maal op de ontvangen som begrepen is, tegen hoeveel pCfc. 'b jaars stond dan het kapi- t i uit, en hoeveel ontving hij terug 3. iemand wandelt om halftwaalf van Leiden Daar Hen Deyl, waarbij hij per mi nuut 75 stappen doet, en to kwart over tenen aan Den Deyl aankomt. Nadat - j daar een halfuur gerust heeft, gaat hij op weg naar Den Haag, doch doet nu 90 even t;.oote passen per minuut, ^oo hij nu to 3 uren aankomt, hoelang is dan .'e afstand Leiden—Den Haag als men weet, dat Den Deyl 8 K.M. van Leiden ligt? 4. Een rechthoekig© ijzeren bak, van bo ven open, is buitenmaats lang 25 c.M., breeu 1 05 dM., cn hoog 125 mM. Zoo de wand- en bodemdikte 5 mM. bedraagt, en et- hak voor 3/5 deel met kwik is gevuld, vraagt men naar het gewicht van dien bak met Lwik, als men nog weet, dat 1 kub. dM. ijzer 7250 Gr. en 1 kub. cM. kwik 0.0136 K.G. eegt. 5. Iemand wil 15 K.G. kaas gaan koopen, en denkt van zijn geld 50 cent over te hou den. Daar echter het K.G. 10 c*"t duurder kost dan hij verwachtte, kocht hij slechts 14 K.G-, en kwam nu nog 10 cent te kort. Hoeveel kost de kaas per K.G., en hoeveel geld ha hij bij zich? Aedtriandsch. 1. Ontleed redekundig en taalkundig: Wie zou hem dat niet heel graag gunnen 1 2. „Er is geeD huis, Of 't heeft zijn kruis". Dat wil zeggen: ,,De morgenstond Heeft goud id «~en mond.'' Dat wil zeggen: „Al doende leert men." Dat wil zooveel zeggen als: 3 Voltooi de volgende zinnen: Ik eet dien appel niet op, want Jan brak zijn arm, toen De kachel is niet aan, omdat Zij heeft haar voet verstuikt, dus Hij loopt hard, om Hij is op zijn Zondagsch, want Ik ben van morgen to laat gekomen, zoo- lat Hij is in de wolken, daar Hij heeft straf, dus...... Ik moet nog werken, daarom Schreeuw toch niet zoo, anders- Hij is niet hier, voor zoover Ik ga niet wandelen, al fr1 ansch. 1. In het begin van Je lente begaf bij zich met zijn ouders naar buiten. Hij en zijn broeders zijn daar tot den vijftien den Augustus gebleven. 2. Eenige van .ze oude huizen zullen weldra verdwijnen. Dc stad heeft ze gt> kocht. 3. Zou hij zich nog berinneren, wat hij ons verleden jaar beloofd heeft Ik vrees, dat hij het reeds lang vergeten heeft. 4. Kunt'gij mij zeggen, wanneer men de- zo boeken zal zenden aan uw besten vriend, die ze bij den bockhandelaar heeft besteld? 5. Vele vreemdelinge die eenmaal Hol land bezocht hebben, komeD cr een tweeden leer terug. 6. Wij hebben geen rozen in onzen klei nen tuin; in dien van onzen buurman zult gij er meer dan tachtig zien. 7. Zouden rij reeds weten, dat wij slechts veertien dagen zullen blijven? Zij hadden gehoopt, dat wij langer zouden blijven. 8. Gij hebt mij geschreven, dat hij niet gedaan had, wat gij gewcnscht hadt. Ik go- loof, dat gy u vergist hebt. Li 9 bons fi's. En 1669; unc terrible catastrophe ramp frappa la ville de Catana, loreque l'Et- na couvrit de sa lave to 11 te la contréo qui s'étend k eea pieds. La villo devint en gran de par tie la proie des f lammes, et lea ha bitants cherchaient k aauver ce qu'ils avaient de plus précieux. On en voyait charges d'or et de richesses qui s'effor- Saient d'óchapper k un affreux fcrópas; les pauvres au contraire, n'ayant rien a em- porter, pouvaient fuir plus facilement. Sculs deux vieillards trop faibles pour se soustraire par la fuite au péril, restaient dans la ville abandonnée; car leurs fils tra- vaillaicnt dans les champs. Mais k peine ceux-ci eurent-ils appris le sort do leurs pa rents qu'ils &e hatèrent de voler k leur se- cours. I/un prifc son père, l'autro sa mè- re, et ils les emportèrent sur leurs épau- les. Mijnheer de Redacteur l In den laatsten tijd worden families en kennissen alhier lastig gevallen door brie ven van den volgenden inhoud: O, Lord Jezus Christ, have mercy on all mankind, keeping us from all evil and talking us with Thee through all eternity. Amen. This prayer was said by the Bishop Lawrence of Maine asking it to bo sent to nine persons. Those who will not do so, will have some great misfortune. He, who will write this prayer, for nine days to send it to nine persons beginning the day he necives it will on or before the ninth day experience some great joy. He who will do so, will be delivered from all calamity. Please don't break the chain. [De vertaling hiervan luidt: O, Heer Jezus Cristus, heb erbarmen met de menschheid, weerhoud ons van alle kwaad en neem ons met U door alle eeuwig heid, Amen. Dit gebed werd door Bisschop Lawrence van Maine uitgesproken, verzoekende het naar negen menschen uit te zenden. Hun, die dit niet willen doen, zal een groot on geluk overkomen. Hij, die dit gebod gedu rende negen dagen aan negen personen wil zendeD, te beginnen met don dag, dat hij 't ontvangt, zal op of voor den negenden dag een groote vreugde ondergaan. Hij, die zoo doen wil zal van alle ellende zijn be vrijd Breek vooral den ketting niet.] Dat zulke sneeuwbalbrieven nog doorge zonden worden bewijst dat er nug men schen zijn, die aan zulken onzin gclooven en zich, door de bedreiging van „great misfortune", laten bang maken. Tor waarschuwing van bijgeloovigen en geruststelling van vraesachtigen kan ik u melden, dat, volgens inlichtingen van den heer P. M. Schelling, te 's^-Gravenhage, deze geheel e sneeuwbal berust op een kwa jongensstreek; dat de bisschop Lawrec/ce of Maine niet bestaat en nooit bestaan beeft; dat de sneeuwbal in 1906 in Ameri ka, Staat Washington, gerold heeft en heette te zijn uitgegaan van Roomsch-Ka- tholieken ter bespotting van de American niscopal Church. Waarschijnlijk ia de R.-K. geestelijkheid even onschuldig aan dezen onzin als de Amerioan Episcopal Church zelf. Het is te hopen, dat deze dwaze sneeuw bal, welke alleen rolt onder menschen, die Engelsch kennen, nu verder in de prul lenmand terechtkomt, en er hier geen menschen meer zullen zijn, die, uit bijge loof of angst, hun medemensehen met doorzending lastig vallen. M. H A. JUTA. Leiden, 12 Juli 1907. KUNST fJIEUWS. Tijdschriften. Het Juli-nummer van Elzeviers maand schrift opent met een mooi artikel van Ph. Zilcken over Anton Derckzcn van An geren, den etser, waarvan wij onlangs go- waagden in deze rubriek. Zilcken vertelt daarin van don zwaren levensstrijd, dien do beginnende etser heeft to doorstaan, wanneer zijn kunst hem het levensonderhoud moet bezorgen. Ook Derckzcn van Angeren, beginnende, onbo- lqend, ongoprotcgjeerd, heeft Zilcken heel aim gekend. Het was in zijn overgangstijd, toon hij, na als „porcelein-schilder." werk zaam goweest te zijn aan de fabriek van Delftsok aardewerk van Hooft en Labou- chere, aan dit slaafsche werk den rug toekeerde on met groote energie zichzelf wilde worden. Hij was toe<n pas begonnen te etsen, kwam bij mij, verhaalt Zilcken, met de portefeuille, die hij altijd bij zich droeg, terwijl hij om te kunnen bestaan, dagen besteedde aan het bezoeken van menschen, die misschien iets van hem zouden willen koopon. Ik had hem nooit gezien,: noch iets van zijn werk: de kleine etsen, ,dio hij bij zich had, qvenala enkele penteekeningon, hoe onvolmaakt ook, toonden reeds zijn talent. Hij voilkocht toen wat hij maakte, voor wat men er voor geven wildeEen paar penteekeningen trokken ook bijzonder, mijn aandaoht, omdat ze een „grooten aanleg toonden voor graveeren." „Geen geld hebben is voor een artist soms een gevaar. Staat hij alleen, heeft hij geen vrienden, die hem in dit opzicht steunen kunnen, dan staat hij op straat. Dit was het geval met Michel, Monticelli, Millet. Veel energie is noodig om in zulke zorgelijke omstandigheden te blijven wer- Iken voor zijn ideaal, voor het bereiken van zijn waarheid zonder toe te geven aan den smaak van koopers en kuDstkoopers, om zichzelf te blijven. Dergelijke tijden heeft ocA Derckzen van Angeren doorgemaakt. Om dezen etser vollkomen te genieten, moet men geheel zijn oorspronkelijk werk doorbladeren. Dit kan verdeeld worden in drie groepenfiguurstudies, stillevens, en landschappen. Onder zijn stillevens is een reeks voorname platen voorstellend: „Doodskoppen." De factuur, do „manier" van etsen is bij dezen kunstenaar zeer persoonlijk, ruig en wild soms, dikwijls niet behaaglijk, maar altijd belangwekkend, individueel, knap. Soms herinnert hij in zijn woesten drang aan Vincent van Gogh. BEVALLEN: N. v. d. Linden geb. Langezaal D. J. Al. Dozy geb. v. d. he ;den D. W. C. Verhoog geb. dcbltigweio Z J. C. Sinteur geb Piket D. 8. Al. Piatteel geb. Webbers I). M. Sieval geb. Korenhor Z. 11. v. Tod geren geb. Cuper P. Wijsman geb. Diieaseu L. J. Bouuet geb. v. d. Tuin L. M. (J. Wollera geb. Borchó 1). W. H. Fclnnidt geb- De Goeij Z. W. J. Bots geb. v. Meura Z. G. Boom geb. Broomans D. E. Al. Stammers geb. C'olpa D 8. Hemenk geb. schroef L. J. v. Zonnevold geb. Passant D. J. Kluts geb. v. Putten Z. VV. A. Lui geb. Ouwcrkerk D. J. K. Al. Redegeld geb v. Amsterdam Z. AI. v. d. Heijden geb. Lamon D. A. VV. v. Ilerson geb. Den JJoed D. P. J. J. Djjkmau geb. Looymga Z. P. v. d. Kruijssen geb. v. Aalbcek Z. P. G. Havens- bergen geb. F-sseur Z. D. de Kier gob. v. Wie'ingeu Z. P. van Dam geb. Koet Z. Al. Bui sell geb. Buis D. GEHUWD*. J. Uoliem jm. en K. J. S. Onvlee jd. H. Wall aart jm. en Al. C. II. Verhoeven ]d. A. J. Momberg jm. eu Al. Onderwater jd. A. Rietkerk ;tn. en AI. Verver jd. H. Vrybloed jm eD Al. Diemei jd. P. de Hook jm. en H. li. Al. Ptnnjer id. IV. AL van Appel jm. en G. van Weizen jd. G. Dreef jm. en J. vau As jd. D. J. Dubbelaar jm. eu 0. 0. Karremau jd. OVERLEDEN: F. van den Nieuwendijk M. 45 j. 8. Vnleutgoed geb. Collet VV. 79 j. J. C. Sm azen VV. 53 j. - P. Werk M. 74 j. U. P. 0- de l'Ecluse D. 19 j, A. Aleyer geb. De Goedo VV. 65 j. P. Hortevelt Z. 1 j. D. de Vink W. 68 N. Onderwater Z. 3 j. A. J. Gottenbo8 D. 8 w. J. F. de Keuoing M. 60 j. J. Tegelaar geb. v. d. Nat VV» 76 j. H. J. Al. Schmier geb. IJjselstoyn VV. 81 j. Al. 0. Bakker geb. Boogaard D. levenloos. LEIDERDORP. Geboren: Ario, Z. van Gooien Janssen en Geeitruida de With. 8A8bENHEiM. Geboren: Emerenlin Maria Johanna, D. vau Tb. lleeuwjjk en J. Alaas. Anna Clasina, D. van J. D. Oiggaar en A. v. Santen. ST0A1PVVIJK. Bevallen: C. Lelieveld geb. v. d. Zydeu D. G. do Haas geb. v. Loeuwou D. Overleden: J. C. v. Gejjlswyk im. 19 j. K. Zuijdwyk, 94 j., wedr. van 0. v. Nieroo. Examens Rijks-Lniiiotwssrcü'. Wageningen. Bevorderd van do Voorbe reidingsklasse naar de eerste klasse; P. de Blaauw, Wageningen; J. O. A. Bosschie- ter, Amsterdam; N. M. Burg-dorffer, Rot terdam; V. M. M. Dubois, Haarlem; A. J. H. Krcts, Utrecht; J. D. de J.anoy Mey er, Driebergen; P. H. 0. Prins, Haarlem; J. ran Schermbeek, Wageningen; J. C. M. W. Verbagen, Rotterdam. Bevorderd van do eerste naar de tweede klasse P. W. Bourgingnon, Renkum; J. J. Burlage, Amsterdam; D. Buysc, Arnhem; L. Dijkstra, Haskerdijken, Fr D. Gaaitema, Grijpsxcrk; G. J. Holte, Den Haag; J. H. Eeyman, Wageningen; Tj. Kielstra, Oegst- geest; II. A. Koppius, Nieuwolda; M. "Oh. Kuipers, WageningenA. S. Mansvelt, Utrecht; K. H. Meyer, Visvliet, Gr.; J. bahder, Den Haag; 0. Remy, Den Haag; L. P. Renken, GroningenJ. Ringrosc, AmsterdamH. van Trigt, BennekomG. Zwijse, Gramsbergcn. Toegelaten tot de voorbereidende klasse: W. Arends, Oude-Tonge; Gh. G. S- Bege- man, Biliton; H. W. Bon, Tandjocng Sairi, Besoeki; J. A. van Cappellcu, 's-Hage; E. Haighton, Bennekom; E. H. Houtsma, Apeldoorn; J. H. W. Kcymarf, Wagenin gen. Algewezen 2. Drankwe t-w ij z i g i n g. Blijkens het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van art. 28, 4o. van de Drankwet, werd in het algemeen erkend, dat de tegenwoordige Drankwet in menig opzicht voor verbetering vatbaar is. Een herziening werd dan ook dringend noodig geacht; men wees bijv. op den toe stand der logementen. Ook met de wijziging, die bij dit w.o. werd voorgesteld, konden verscheideno le den zich geheel vereenigen. Zij plaatsten zich op het standpunt van de Regeering. dat art. 28, 4o. van de Drankwet, de bedoe ling hebbende om te voorkomen dat er vergunningen zouden bestaan slechts in naam, zonder uitgeoefend te worden, niet eisclit, dat het bedrijf ook geëxploiteerd wordt door den vergunninghouder zelf. Ook de zienswijze van de Regeering be treffende het intrekken der vergunningen door sommige gemeentebesturen, werd door hen volkomen gedeeld. Door andere leden werd de voorgestelde .wetswijziging zeer verderfelijk geacht en zij verklaarden dan ook aan het tot-stand- komen daarvan hun medewerking niet te kunnen verleencn. Volgens hen wordt door deze wijziging het geheel© systeem van de Drankwet ver anderd. De grondslag van de Drankwet, dat een vergunning niet alleen verleend wordt voor een bepaald lokaal, maar ook voor een bepaald persoon, .wordt er h.i. door aangetast. Deze leden achtten dan ook juist de opvatting van Gedep. Staten van Zuid-Holland, wier standpunt blijkens de uitspraken ook door de rechterlijke macht gedeeld werd; en zij oordeelden dat het toch moeilijk verdedigbaar was, dat de xle- geering baar eigen wete-interpretatie door een wetswijziging tot wet trachtte te ver heffen om te ontkomen aan de door de rechterlijko macht gehuldigde uitlegging van de Drankwet. Deze leden meenden dat de voorgestelde wijziging de deur zal open zetten voor knoeierijen. Ook tegen de voorgestelde restitutie iu integru-nd werden door verscheidene ledeil bezwaren gemaakt. Staatscommissie voor den Middenstand. Naar „De Telegraaf" verneemt, ia in de gisteren gehouden vergadering van da Staatscommissie voor d 1 Middenstand door bijzondere omstandigheden de verte genwoordiging van den Middenstand in zoogenaamde middenstandskamers niet tor sprake gekomen. Is het blad wèl ingelicht, dan is dit een gevolg van plannen, die hieromtrent reeds bij de Regeering moeten bestaan, en giste ren ter Eennis van de Staatscommissie zijn gekomen. CORRESPONDENTIE. J. B. te L. 1 Wij willen Uw bijdrage wel in ons Zon dagsblad opnemen, maar aan het daarbij gaand verzoek wensclicn wij niet to vol doen. Uitlotingen. Mi laan se he loten van 1861 è/Lire 45. Trekking van 1 Juli. Sorieën 281 393 431 580 063 891 920 978 1126 1244 1291 1462 1465 1786 1814 1830 1950 1904 1996 2101 2273 2303 2348 2406 2441 2575 2633 2775 3133 3138 3256 332$ 341G 3430 3432 348» 3678 3803 3979 4049 4205 4259 4394 4592 4684 4757 4831 4970 6142 5167 5261 5529 6720 585? 5859 5881 6027 6107 6127 0146 6201 6411 6414 6438 6608 6539 6551 6573 0588 6723 0760 6767 6778 7003 7064 7275 7277 7297 7360 7500 7055 7838 7865 7872 7886 7904 7941 7995. PremiënSerie 663 no. 29, 42, 8. 1244 n. 10, s. 3256 n. 3, 8. 3-116 n. 33, 6. 3489 n. 30, 8. 4259 n. 46, s. 4394 n. 38 3. 4884 no. 27, s. 4757 n. 33, s. 5167 n. 39, s. 5261 n. 24, s. 5853 n. 13, a. 6723 n. 24, s. 6778 n. 5, s. 7276 n. 24, 25, s. 7277 n. 40, s. 7838 n. 42, s. 7995 n. 60, 1000 L.s. 1291 d 1, s. 7872 n. 39, 500 L.s. 920 n. 44, s. 2348 n. 29, s. 3489 n. 31, 400 L.b. 3432 n. 29, 8. 4712 n. 28, s. 6706 n. 8, s. 7889 n. 33, 300 L.s. 1465 n. 48, s. 195G n. 37, 47, 8. 1995 n. 37, s. 4394 n. 21, s. 5529 d. 15, a. 6LA n. 30, 150 L., 8. 431 n. '12, s. 680 a. 45, s. 1126 n. 36, 8. 2303 n. 8K 8. 3803 n. 10, s. 4205 n. 26, s. 5142 n. 6, 8. 6127 n. 38, s. 6551 n. 29, s. 7360 u. 30, 8. 7872 n. 10, 100 L.s. 281 n. 6, s. 891, n. 12, 8. 124-4 n. 39, b. 1291 2, 42, s. 1995 n. 5, 10, 19, s. 2273 n. 37, s. 2348 n. 26, s. 2408 n. 9, 16, s. 2575 n. 43, 8. 263*3 n. 42, s. 2775 n. 9, s. 3432 n. i s. 3678 n. 6, 3803 n. 27, s. 4259 n. 20, 8. 4394 n. 3, 12, e. 4684 n. 7, 8. 4831 n. 20, s, 4970 n. 24, s. 5167 n. 8, 28, s. 5261 n. 25 e. 6529 n. 4, s. 5853 n. 45 8. 6127 n. 19, s. 6411 n. 6, s. 6438 n. 18, b. 6539 n. 35, 8. 6551 o. 42, 8. 0778 n. 31, 8. 7003 n 10, 22, 8. 7275 n. 23, 40, 8. 7277 n. 29, 8. 2798 n. 6, 18, 8. 7600 n. 15, a. 7S38 n. 16, 8. 7904 n. 9, 60 lire. De overige nummers in bovenstaande se- rieën vervat zijn betaalbaar met lire 49. Be taalbaar 2 Jan. 1908. Loten van Gent 2 pOt., fr. 100, van 1896. Trekking 10 Juli. Betaalbaar 1 Juli 1908. 31 serieën: 14519 20846 8930 14957 22337 6754 27464 16946 21717 10106 1355 11147 22099 2C68 2256 19907 19773 15975 536 18936 16361 11716 8896 1282 3438 22038 'U3 9879 26209 27639 15770. Serie 1282 no. 4 Fr. 150.000; serie 8896 no. 9 fr. 1000; serie 15946 no. 6 fr. 600; serie .18936 nos. 3 en 19. elk fr. 250; serie 19773 no. 17, s. 27639 no. 14, s. 14519 no. 8, 3. 5754 nos. 5 cn 14, s. 536 nos. 14 cn 23, s~ 22337 no. 10, s. 21717 no. 22, s. 18936 no. 7, s. 10106 nos. 3 en 2i, s. 6313 no. 1. 8. 1355 no. 4, s. 20846 nos. 5 en 7, s. 1282 nos. 0 en 24, s. 9879 no. 16, elk fr. 150. Alle overige Nos. in bovenstaande serieën vervat elk fr. 100. 2i pCt. loten Stad Antwerpen van 1887 k fr. 100. Trekking van 10 Juli. Serieën:: 168 491 1797 23S7 2410 3330 7106 10177 14751 14793 15202 15969 17643 19942 20526 21227 23909 21467 21468 25973 28112 30086 30441 30551 30591 31562 32259 33000 33003 34002 34078 34130 36914 38216 39343 40143 40698 44937 40369 47622 47952 48093 48868 49875 54855 56580 56655 57064 59297 61598 62185 62779 83023 61289 6504-1 60071 68483 68757 69561 69717 69854 71003 72585 Premiën: Serie No. fr. Serie No. f/. 28412 4 1000 56586 3 150000 02776 21 500 71026 2500 72585 7 600 De volgende ad. fr. 150. Serie No. Serie No. Serie No- Serie No. 3330 10 14793 8 14793 19 19942 10 24467 7 24468 13 28412 5 30086 3 30551 3 40143 23 40698 10 47622 2 47622 8 48093 13 49675 25 54855 I» 6S297 12 59297 15 69717 12 71020 7 Do overige nummers in bovengenoemde serieen vervat zijn betaalbaar met frea. 110. Betaalbaar 1 Juli 1908 Do Amstetdamscke Beura houdt lieden Vacnntiedng, zoodaf de saotee- rlngen ontbreken. 6) Wanhopig woelde Solny zich met de vin gers doOr het haar. „Doe precies wat je goedvindt, kind," zei hij knorrig. „Doe pre cies zuoals je goedvindt; toaar laat mij toch met rust Als je er gesteld bent, zal Hij natuurlijk wel willen blijven. Geef hem het zolderkamertje, dat John Desinski in gebruik had; geef hem al wat je goed dunkt, maar stoor mij met verder in mijn lectuur". Jiij wenckle rich af en hield zich de han den voor de ooien. Do beide anderen staarden elkander zwij gend aan. „Maar, Fraulein Anna hief haar hand omhoog en trad een schrede nader. ,,Het is allemaal heel mooi om van heengaan te spreken," zei zij, „maar is u in staat om te loopen?" Toen kwam er opeens iets anders over haar; haar stem klonik zachter en vertoonde zich een glimlach op haar gelaat. Het was als speelde er een zonnestraal door het kille vertrek. „Hoe zou u het aanleggen om to 1 co pon, waar u nog niet eens zonder hulp u staande kunt houden?" Zij bukte en zag hem in het gelaat, en weer scheen het schijnsel van het vuur zich in haar oog;n te weerkaatsen. „Wij hebben hier een ledige kamer en heeten u van ganscker harte wel kom. Het staat u niets aardig om van heengaan te praten." Hulpeloos zag hij naar haar op. „Heb staat u allesbehalve aardig, waar ik u vraag te blijven." Openhartig zag zij hem in het gelaat. „Waar ik me zoo een zaam gevoel; waar ik zoo naar het bijzijn van een vriond verlangd heb. Wilt ge nu niet bij ons blijven, Johann?" Het beroe-p, dat op hem gedaan werd, was onweerstaanbaar. Gedurende een poosje zwegen beidenhij keek voor zich en sloeg toen de oogen weer naar haar op. „Ik ben wat men een bedelaar kan noemen," zei bij op strocven toon. Zij hield haar blikken even op hem ge richt. IV. Zoo was Johann dan een medebewoner van het anticjuitcitenwinkeltje geworden. Als een bliksemstraal was hij binnen komen vallen, en als een bliksemstraal was hij blijven liggen ter plaatse, waar hij neerge komen wasin de phase van een nieuw bestaan had hij zich doen neerzinken, zich niet bij machte gevoelend verder te gaan. Hij sliep in het bed, dat tot legerstede had gediend aan John Desinski, oen Poolsch schilder, die daar den laatsten adem had uitgeblazen; en hij sliep als iemand, wiens zenuwen door al het doorstane geheel zijn uitgeput geraakt; de pijn in zijn wond was verdoofd en de dringende behoefte aan rust deed hem allo gedachten aan ver leden en heden ter zijde zetten. Toen hjj, na velo uren, door den zonneschijn gewekt, de oogen opende, had hij ternauwernood ecnig besef van hetgeen er den vorigen avond met hem gebeurd was. Hij staarde naar do wankelende tafel met het witte servet er over heendo zon weer kaatste zich in het water ran do Itimoetkan en de flikkerende zonnestralen wierpen doffe schaduwen op den planken vloer. Zich geheel overgevend aan het weldadige besef rich in een veilige haven te weten, aloot hij andermaal de oogen. Het geluid van het omdraaien van don deuilknop deed hem do oogen opnieuw openen. „Mag ik binnenkomen?" Op het geluid der stem steeg hem &et oloed naar het gelaat en hij tastte met dfc hand naar het verband om zijn hoofd. „Zeker, Fraulein." „Als je niet dadelijk Anna tegen me zogt krijg je geen ontbijt." Er was iets opwekkends in 'het geluid van de stem; hij sloot de oogen met een gevoel van welbehagen; zooveel goed deed het zijn binnenste dien levenslustigen klank te hooren. „Nu?" Een ongeduldige beweging met den voet iklonk van achter de deur. „Ik kan hier niet den geheelcn dag met het blad in mijn handen blijven staan." Hij lachte eenigszins zenuwachtig. „An na dan, als je hot zoo wilt." Met een zucht van verlichting werd de deur opengeduwd; en toen was 't op eenmaal als viel een nieuwe zonnestraal het kamer tje binnen, als ontwaarde hij op eenmaal een tweeden stroom van licht, die het ver trek binnendrong, hij wist niet van waar. „Goeden morgen, Johann 1" Behoedzaam trad zij op hem toe. „Ik heb de koffie voor je gezet, zooals vadear die graag gezet heeft, en dat wil wat zeggen; en ik heb drit sneetjes brood vermorst eeT ik er één naar mijn zin geroosterd kon krijgen." Yoortzdichtig hield cij het blad tusschon haar twee handen in. evenwicht. ..Maar co- voel je jo nu heu8ch wei beter?" Haar stem daalde en vol bezorgdheid zag zij hem aan; meitkwaardig was het zóó als haar gelaat en haar stem haar innerlijke ge dachten weerkaatsten, tot in de fijnste manier toe. „Anna Johann I" zei zij een- voudig-weg. „Het waa me heel eventjes door het hoofd gegaan, weet je." Zij hielp hem zich op to richten en plaats te het blad voor hemtoen leunde zij over het hekwcirk aan het voeteneinde heen om te zien of het hem smaakte. Na een oogenblik van stilzwijgen nam zij opnieuw het woord. „Weet je je goed te herinneren wat er gisteravond met je gebeurd is?" De luchtige en zonder eenige diepere be doeling uitgesproken woorden hadden een zonderlinge uitwerking op hem. Hij boog zich voorover en zette zijn kopje met zoo veel (kracht op het blad neer, dat er wat van den inhoud op het laken spatte. „Be gin daar niet over 1" zeide hij op ge jaagden toon. „Alles van gisteravond was ik ver geten. Je vriendelijkheid en het daglioht hadden de herinnering er aan verjaagd". Hij bedekte zich de oogen met de haul, en het kwam Anna voor, dat die hand beefde. Zij vroeg zioh opeens af, of hij wel geheel bij zijn verstand was. Gebochelden bezitten, evenals blindsn. een zeer scherp ontwikkeld gevoel van in tuïtie: hij zag naar haar op, half en half bewust van hetgeen er in haar omging. 3 behoeft niet bang te zijn," zei hij op vrien- deliiken toon. „Het is aan mij, zulks te wezen." Zijn blik gleed langs has-r heen naar het venster, en het kwam haar voor, als doorleefde hij weer in visioenen al wat er den vorigen avond voorgevallen was, als zag hij het alles weer voor zich: de straten, de mensehenm&esa, de doffe, flauwe ver lichting. Zij legde haar band op zijn schouder met een air van bescherming. „Vertel me eens wat er gebeurd is? Wat is je eigenlijk overkomen?" Zij streelde zachtjes zijn arm. „Weet je, somtij-.'niet dikwijls natuurlijk, maar een enkele laai gebeurt het, dat ik een geheim heb, tij- zelve betreffend; en dan vertel ik het altijd aan vader. Hij luistert wel niet altijd, maar dat doet er niet toe: liet geheim is van mij afgenomen, en bezwaart me niet meer. Als je mij nu jouw geheim vertellen wilt, zal ik uit al mijn maoht luisteren, en dan zal je je ineens gevoelen alsof er een zwaar ge» wicht van je- afgenomen wordt. Pirobeer het maar I" Er was iete kalmeerends en tevens ieta smoekends in de wijze, waarop zij onder het uitspreken dezer woorden aijn hand in da hare nam. Hij wendde zich tot haar. „Maar je bent immers nog maar een kind 1 Hoe kan ik nu m ij n aangelegenheid met je bepraten?" Even keek zij verstoord, maar al hee* spoedig speelde er weer een glimlach om haar lippen. „Je zult er wel toe komen mij in je vci> trouwen te nemen, omdat je niet andert kijfik Vertel je me je geheim vandaag niet^ dan vertel je het mij morgen. En ik ben volstrekt zoo'n kind niet als je wel denkt1'» (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 20