Dinsdag O Juli. A°. 1907. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. De Leidscbe Melkverordening. N«, f4551 LEIDSCH BUUB OEZEK COURANT» foot Leid» pe> week 8 Oentei pei 8 maanden MO. Bulten Lelden, pei loope» en waar agenten geeeetlgd «fl» 1.30. franco per poet «»p 1.63. PRIJS DER A.DVERTENTIENI Tan 10 regels /1.0Ö. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettors naa? plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents oontant i elk tiental woorden meer 10 Gents. - Voor het inoasseeren wordt/" 0.05 berekend. Burgemeester ea Wethouders van Lei- fden, Gezien artikel 8t 1ste alinea der Hinder wet; Brengen bij dezo ter algomeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan J. DE BRUIN en J. W. VAN HEES en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een koperslagerij, in het perceel Lage Rijn dijk No. 69, kad. bekend in sectio K No. 1228. £n geschiedt hiervan openbare kennis geving door plaatsing in het ,,Leidscii Dagblad". Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemees'. ?r. VAN HEÏST1 Secretaris. Leiden, 0 Juli 1907,. Een nieuw Tehuis voor vrouwen. „Tehuis", een teeder woord voor een mooi ding, het meest gewaardeerd en het vungsb begeerd juist dan, als men het bezit er, van paoet derven. Wie het verslag van de in dit voorjaar hier ter stede gehouden algemeeno verga dering van den Ned. Vrouwenbond tot ver hooging van heb Zedelijk Bewustzijn in ons blad heeft gelezen, zal in meer dan één opzicht sympathie gevoeld hebben met liet doei on het streven van dezen Bond. Vooral waar hij het practisch terrein betreedt, besohermend, helpend en reddend de vriendenhand reikt aan de vrouw of het meisje, dat gevaar (dreigt, dat hulpeloos staat cn weerloos togen do verleiding, dio haar loÖükend beloert. Wie zou niet gaarne bij dat werk den Bond naar vermogen steun verleenen? Dit schoone liefdewerk tracht de Bond vooral to verwezenlijken in zijn Tehuizen voor Vrouwen in verschillende grooto plaatsen in ons land reeds opgericht en ook hier eerstdaags to openen. Het meisjo uit de provincie, dat een be trekking zoekt, of om welke andere reden ook zich naar con grooto stad begeeft, stapt niet zelden als een vreemdelinge uit den trein. Zij weet niet tob wie zij zich als tot eon vertrouwde (kan wenden en zou mis schien het slachtoffer kunnen worden van gewetenloozen, indien zij niet repds op heb peitron een vriendelijke aanwijzing ontving, waartoe zij zioli "veilig kan begeven, nl. tot hot Tehuis voor Vrouwen. Heeft zij dit gevonden, dan is zc zoo veilig als in de armen van moeder zelf. Maar ook Later, als zij in een betrek king is geplaatst, is hot Tehuis niet zelden do vriendelijk© schuilplaats voor haar, waarin zij, do vreemdelinge, die nog geen waro en warrao vrienden heeft gevonden, kan verblijven en waar haar argeloos hart geen vijand naderen kan. Odk voor wie zwak zijn ©n onder vrien den en kennissen misschien zelfs daardoor wol gevaar loorten het brcede' pad op te gaan, biedt bet Tehuis een toe-ducht aan. En allen, die liier geen thuis hebben, kan het zijn een vluchthavcn, waarin zij kun hen uitrusten na den moeizamen arbeid Van den dag en zieh sterken tot de taak van den volgenden morgen. Zulk een Tehuis bestond hier reeds ceni- gon tijd. Het was gevestigd in liet wijkg- bouw ,,Phebe" aan de Oudevest. To mid- don van allerlei andoren wijkarbcid was het ochber niet wat het wezen kon en wezen moet en daarom heeft do Leidscho afdee- ling van den Vrouwenbond zich deze zaalk 'aangetrokken cn nu zal eerstdaags in do Niouwstecg in een ruim en welgelegen pen ceel, door do afdeeling van do gemeente gehuurd, het Tehuis worden geopend. Wij roepen dezo schoono instelling van harte welkom toe en wenschen den wakke,- ion vrouwen, die het zullen besturen en do leiding op zich nemen, lust en kracht om het nuttig liefdewerk naar behooren te vervullen. Maar om dit te kunnen doen, moeten dezen daartoe de middelen hebben. Daarom eullen zij een beroep doen op den steun der Leidscho ingezetenen, dio zoo dikwijls heb' ben getoond een goede zaalk te willen steu oen. Opwekking tot dien steun hebben wij niet noodig geoordeeld; wij meencn te kun ncn volstaan met in enkele trekken de heer lijke bcteckcnis van dit „Tehuis" te schet sen. Ieder en vooral zij, die uit ervaring weten hoe heerlijk een eigen thuis is, zullen, dunlkt ons, willen helpen tot de stich ting cn den bloei van ons Tehuis yooi vrouwen.. In den brief, waarbij Gedeputeerde Sta ten de verordening oj? den handel in en don veilkoop van melk terugzonden, worden B. on Ws. uitgenoodigd aan den Raad tege moetkoming aan een drietal hij dat schrij ven gemaakt© bedenkingen in overweging te geven, terwijl aan het slot Gedeputeerde Staten te kennen geven, dat, bij gebreke van do gewcnschte tegemoetkoming, de ver ordening ter vernietiging zal worden voor gedragen. Do Commissie voor de strafverordenin gen heeft dio bedenkingen i haar motive ring nauwgezet overwogen en deelt het resultaat harer overwegingen den gemeente raad mede. De eerste bedenking geldt ar£ 14, waarbij invoer van mellk beneden 10 liter door ver- koopers buiten de gemeente gevestigd, af hankelijk wordt gesteld van een bewijs der Gezondheidscommissie, binnen welken ge bied hun woonplaats is gelegen, omdat aldus Gedeputeerde Staten waar eventu eel die Gezondheidscommissiën niet bereid mochten worden bevonden om de gevorder de bewijzen af te geven, het onmogelijk zou zijn geworden melk binnen Leiden in te voeren. Het wil de commissie voor do straf verordeningen voorkomen, dat het hier ge opperde bezwaar noch aaji de wet nooh aan heb algemeen belang Ls ontleend. Niet aan do wet, omdat, waar het geen belastingver- ordening geldt, art. 237 der Gemeentewet geen toepassing vindt; niet aan het alge meen belang, omdat, wanneer de Gemeente raad, ter waarborging van do volksgezond heid verbiedt, ongecontroleerde melik in te voeren, op grond dat ten platten lande in dc omstreken dor gemeente hygiënisch too- zich op melk ontbreekt, de Raad toch ze ker wel het belang der ingezetenen cn al- zoo ook het algemeen belang dient. Vond do commissie om dezo neden, afge zien van do vraag of door de respectieve colleges de benoodigdo bewijzen zouden worden verstrekt, vrijheid den Raad voor te stellen om don nu vasfcgostelden maatre gel in de verordening to behoucten, het zou haar niettemin bijzonder welkom zijn ge weest, de verzekering te hebben mogen ge ven, dat de door Gedeputeerde Staten on- dersteldo mogelijkheid van gemis aan mede werking niet bestaat. Het heeft echter tot haar leedwezen niet alzoo mogen zijn. Voor een uitnoodiging van Burgemeester cn Wethouders om do bewijzen af t© geven vielen in de termen de Gezondheidscommis sien gezeteld t© Bodegranen, Alphen en Katwijk. Bij de eerste twee vond die uit noodiging een bereidwillig gehoor; de Commissie to Katwijk echter heeft tob tweemalen toe op do moest stellige wijze verklaard geen bewijzen te willen afgeven. Die Commissie schrijft o. a. in haar missi ve van 21 Mei j.l. welk stuk, evenals de brievon der andere commissieen, in het dos sier ter visio ligt dat de uitvoering van art. 14 een onbillijkheid schept voor die melkventers, welker lokalen aan gestelde eischcn voldoen en dus bewijzen tot invoer in dezo gemeente erlangen, tegenover hen, wier lokalen geheel onvoldoende zijn en dio niettemin hun melk in hun gemeenten slij ten mogen, omdat een melkvenordening ter plaatse ontbreekt. Het ontsnapt de Leidscho commissie voor strafverordeningen we2kc do onbillijkheid is, dio hier door de Com missie wordt aangetroffen. Immers, zij, wier lokalen aan eischen van hygiëne vol- dcen, verkrijgen door het afgegeven bewijs de bevoegdheid om ook in Leiden hun melk aan den man to brengen. Bovendien, i6 het dan niet waarschijnlijk, dat door tot uitvoering van art. 14 mede Ie werken, de Commissi© van meerdere, zcoal niet van alle lokalen do betere in richting zou bevorderen en dus langs dien weg do gewenschte toestand zou kunnen doen tot stand ikomen? En ook do vrees voor ontduiking, dat nl. zij, dio van een bewijs voorzien zijn, melk zouden opkoo- pen van die venters, welke zoodanig be wijs niet hebben kunnen verkrijgen on derstelling waarvan d© brief verder ge waagd schijnt do Commissie voor. de Strafverordeningen ten eencnmalo onge grond. De controle op de lokaliteiten ligt niet op don weg dezer Commissie zoo luidt het ook in de missive en dit zal wel do hoofdreden zijn, waarom de ge vraagde medewerking wordt geweigerd. Do Leidscho Commissie hoopt, dat de Commissie te Katwijk te eeniger. tijd tot andere inzichten zal geraken, moar inmid dels hebben wij in haar weigering te be rusten. Roden echter om alsnu voor to stellen liet artikel 14 uit de leidscho ver ordening to schrappen, heeft do Commis sie niet kunnen vinden. Do bepaling strekt in het belang van do gezondheid der inge zetenen van de<ze gemeente en waar de wet het voorschrift niet verbiedt, moet do Commissie herhaalt hetgeen zij in den aan vang schreef het algemeen belang nopen de bepaling to handhaven. In verband met een opmerking van Go- dop uteerdo Staten over do strekking van het 2de lid van art. 14, als zou daarbij ue bevoegdheid om do uitgereikt© bewijzen in te trekiken dezerzijds aan de Gezondheids commissien worden verleend, past de op merking, dat de ondersteld© bedoeling al lerminst aan dezo alinea ten grondslag is gelegd. Intusschen, het blijkt alsnu noodig de be- dceling in een andere redactie uit te spre ken cn zou hot 2de lid aldus to lezen zijn: Dit bewij3 houdt op geldig te zijn, zoodra het door do Gezondheidscommissie, die het heeft afgegeven, is ingetrokken." De Commissie geeft don Raad daarom in overweging het 2d© lid van art. 14 alzoo te lezen. Ook de tweede bedenking van Gedeputeer de Staten, en wol die tegen het voorschrift in art. 13, komt de commissie niet g grond voor. Do, zoo het heet, „ongebreidelde" bevoegdheid hier aan Burgemeester en Wet houders toegekend om lokalen, waarin de melkhandel wordt uitgeoefend te onderzoe ken, is volkomen analoog mot die, welk aan dat College werd verstrekt bij art. 15 der verordening op den invoer enz. van vee en vleeoch d.d. 22 Januari 1803 voorschrift, dat tal van malen toepassing vond en uog nimmer tot eenigo moeilijkheid heeft aan leiding gegeven. Er bestaat dan ook geen enkele reden om te vreezen, dat hier in de praktijk bezwaren zich zullen voordoen,, terwijl daarenboven uit het oogpunt van volksgezondheid toezicht van overheidswege op de plaatselijke gesteldheid en de inrich ting der lokalen, alwaar het m lkbedrijf wordt uitgeoefend van onbetwistbaar nut te achten is. Verband met de voorschriften in art. 10 bestaat alleen in zoover, dat B en Ws. der gelijke local iteit eventueel niet zouden mogen goedkeuren wanneer mocht blijken, dat zij niet voldeed aan de eischen onder Nos. 1—4 van dat artikel gesteld Maar het spreekt wel vanzelf, dat er nog vele toestanden ter plaats© zich kunnen voordoen men denkc bijv aan gobrekki go Juchtvcrversching cn andere gevolgen van onhygiënische inrichting die het ge- wenscht kunnen maken niet tot goedk u- ring over te gaan, althans zoolang geen verbetering ig aangebracht. Al die gevallen te omschrijven zooals Gcd. Staten zouden willen en dat zou dan door aanvulling van art. 16 moeten be proefd worden, eohijut ondoenlijk. De com missie van do Btrnfvorord ningen geeft daarom den Raad in overweging om zich niet in reglementeering van al zoodanige denkbare toestanden te begeven, waarbij men toch altijd onvolledig zou moeten blij ven. Veeleer dient hier iets aan hrt verstandig beleid van B. cn Ws. te worden overgela ten en do commissie durft hiertoe te eerder adviseeron, lettende op de ervaring met toepassing van een voorschrift gelijk aan dat van art. 13 opgedaan, in dc verordo ning van 22 Januari 1903 voorkomende, ge lijk do commissie hierboven reeds hcrin- derde. Daarbij, in heb stelsel der on denver pelijke verordening kan art 16 ook naast art. 13 moeilijk worden gemist, Het eerst genoemd artikel toch somt do gevallen op, waarin dc wetgever zelf de lokalen voor den melkhandel ondeugdelijk verklaart, ter wijl art. 13 de mogelijkheid opent, om ook nog in andere gevallen, ter beoordrrling van B. cn Ws., een local it it voor dien handel uit gezondlieidsoogpunt ongeschikt t© ver klaren. Het komt de Commissie voor, dat noch eenig wettelijk voorschrift noch het alge meen belang zieh verzetten tegen de bij art. 13 aan B en Ws. verleende machtsbevoegd- hcid. Do Raad handeld* h. i. verstandig cn practisch door deze bevoegdheid op B. cn Ws. te delegcercn. Wat ten slotte betreft het bezwaar door Gedeputeerde Staten geopperd tegen het voorschrift van art. 30 de bekendmaking van bekeuringen, ingesteld op grond van sommige bepalingen dezer verordening en van de deswege tegen de overtreders uit gesproken straf dit bezwaar komt ©eni germate onverwacht. Immers, Gedeputecr do Staten herinneren hieraan zclven, in vier van de Leidsche verordeningen (de bepaling in art. 31 der verordening van 22 Januari 1903 No. 4 kan nog gevoegd worden bij de opsomming door Gedeputeer de Staten g geven) heeft het opnemen van soortgelijke bepaling niet tot een opmerking geleid, terwijl in de melkverordcningen die elders reeds tot stand kwamen (Haar lem 25 April 1904 cn Nijmegen 4 Augustus 1906) een voorschrift alg hier bedoeld even min ontbreekt. Het wettelijk argument ontleend aan art. 9 Wetboek van Strafrecht, waarop Gedeputeerde Staten nu wijzen, is aan den Raad bekend, want in dc zitting van 8 Juli 1901 word deze kwestie bediscussieerd tusschen hot mede-lid mr. Van der Lip en den Voorzitter, hetgeen de Vergadering toen niet heeft weerhouden om het artikel vast te stellen^ eooata thans weder is voor gesteld en beslist geworden. Het bb'jft do Commissie voorkomen, dat do strijd met do algemeen© Strafwet, welken, op het voetspoor van do heeren Vos, Oppenheim on SimonB, Gedeputeerd© Staten thans meenen aan te treffen, schijnbaar is. Had den wij hier te doen met een „straf" resp. „bijkomende straf", zooala die in art. 9 Wetboek van Strafrecht is opgenomen, het bezwaar zoude gegrond zijn, want hot administratief gezag mag zich geen be voegdheden aanmatigen, die uitsluitend des rechters zijn. Zeker, de rechter mag, wan neer de wet zulkg vergunt, boven en behalve de uitg feproken hooCdstraf, openbaairma- king zijnor uitspraak gelasten, en doet hij zulks, dan bepaalt hijzelf de wijze, waarop aan die openbaarmaking op koste van den veroordeelde uitvoering wordt gegeven (artt. 9 jo. 36 Wctb. v. Strafr.) Deze bijko mende straf bestaat dus voor den veroordeel de in: lo. openbaarmaking der uitspraak, 2o. betaling der kosten van do openbaar making. Vergelijkt men dit nu met wat ons art. 30 wil, dan blijkt duidelijk, dat het karakter van straf aan dit voorschrift ont breekt Do „uitspraak" d. w. z. het vonnis, wordt hier niet g publiceerd, alleen do door den rechter opgelegde straf wordt ver meld, zulks in verband met -de bekeuring die tot vervolging heeft geleid, en dezo be kendmaking Üjfc-cngt voor d^n betrokkene geen kosten hoegenaamd mede. Hier is al leen sprake van een adrainistraticvcn maatregel ten nutte van de ingezetenen en tot waarborg cener afdoeïdo werking der verordening. Of de uitwerking van dezen maatregel gelijk is aan die eener straf, dect natuurlijk niets af, want het komt er maar op aan of het voorschrift een straf aangeeft in den zin der alg'meen© Straf wet. En die vraag kan niet anders dan ontkennend Beantwoord worden. Dat B. cn Ws. in een plaatselijk blad op koste van de Gemeente vermelden het feit cener ge pleegde overtn-ding, het feit van do in gestelde vervolging en het feit dat de rechter een zekere straf tegen den bekeurde heeft uitgesproken, het is alles notoir, vat baar voor publicatie door een ieder cn tocli zeker wel door het Gemeentebestuur tot voorlichting van do ingezetenen. Van strijd met de wret is ten deze al even weinig sprake als bij 't vocn-schrift van art. 29 slot. Even min als in dien maatregel, dat nl. bij over treding de melk door kleuring kan worden gedenatureerd, al werkt dit als r/?n straf, een strafbepaling kan worden gezien, even min mag het voorschri t in art. 30 een straf worden griiectcn, al is de uitwerking voor den bekeurde misschien gelijkstaande aan die eener straf Ten slotte stelt de commissie van de strai verordeningen deze vraag: indien B. cn Ws. eens rigener autoriteit op gezette tijden be kend maakten tabellarische overzichten om trent de werking der Verordening en daai- in opnamen al hetgeen nu in ari. 30 voor komt, zou dan kunnen worden volgehouden, dat zij iets onwettigs d den? Immers neen. En zou nu, waar hetzelfde te doen hun bij vcrorcVnir.g wordt opgelegd, opeens een conflict rrv>t de wet worden geboren? Die vraag stellen, is haar beantwoorden. D>' commissie herhaalt: de administratie ve maatregel, in art, 30 aan B. en Ws. voor- gesch reven, welker uitvoering alz o oen ver- püvli'ing is, roept geen conflict te voor schijn mr-t dc algemecnc Strafwet, omdat hij mist het karakter van straf, gelijk dit daar in art. 9, sub b 3o. jo. art. 36 Wetboek van Strafrecht staat aangegeven cn om schreven, waarom doze commissie meent den Raad in overweging te moeten geven, om ook artikel 30 der Verordening onver anderd te laten., Alles te zamen genomen geeft do Commis sie den Raad in overweging, om zich te ver eenigen met haar beschouwingen en conclu sion hiervoren uiteengezet, en mitsdien: lo. Aan art. 11, in plaats van het bestaan de, een nieuw 2de lid toe t© voegen, luiden de: „Dit bewijs houdt op geldig 'te zijn, zoodra het door de Gezondheidscommissie, die het heeft afgegeven, is ingetrokken." 2o. In art. 31 to lezen: lo. October, in plaats van lo. Juli. 3o. De Verordening op den handel in cn den verkoop van melk opnieuw vast te stellen. 4o Aan Gcd. Staten mede te doelen, dat hun missive van 9/11 April 1907 aan den Raad geen aanleiding heeft gegeven om do Verordening op andeie punten te wijzigen. Leider», 9 Jib05. Door mej. H. S. M. Steffclaar is B. en Ws. do wensch te kennen gegeven de huur van het lokaal boven do Waag, wcüie krachtens Raadsbesluit van -> September 1906 werd aangegaan cn met 31 Augustus a. 8. eindigt voor den tijd van één jaar, onder do bestaande voorwaarden en een huurprijs „van 1.00 gld. te verlengen. Bij B. cn Ws. bestaat, daartegen geen bezwaar. Dc post „Tijdelijke geldlccning ter voorziening in de behoefte aan Kasgeld" op do bcgrooting voor 1907, aanvankelijk voor Memorie uitgetrokken met het oog op do krachtens Raadsbesluit van L Juni 1903 te sluiten vaste geldleening, groot 890,000 gld., werd bij Raadsbesluit van 10 Januari 1907 op 140,000 gld. gebracht ten behoeve van cenige accepten welke, voor dat de storting op de obligation van de leening 1906 was geschied, nog éénmaal moesten worden verlengd. Aangezien dit bedrag dua sedert weder is afgelost, kan daarvan niet andermaal worden gebruik gemaakt. Do lecning nominaal groot, 890,000 gld. werd gegund tegen den koers van 94 1/4 pCt.dientengevolge werd een som vaa 51,175 gld. minder ontvangen eten bcnoo- digd was. Bovendien hadden, krachtens latere leeningsbesluiten, o. a. die tot aan koop van de perceelen Prinsensteeg 2, Lan ge Vrouwenkcrkstccg 10, cn Oude Singel 34 en het besluit tot aanvulling van het Uitbrcidingsfonds der Stedelijke Gasfabriek ten behoeve van do gasleiding naar Sassen- heim cn Voorschoten, belangrijke uitgaven plaats, die, zpolang niet over het volle be drag der leening was beschikt, voorloopig uit dc aanwezige gelden konden worden be streden, doch, in verband met het te weinig ontvangene uit do leening van 1906, weldra opneming van kasgeld noodig zullen maken Ten einde nu over de bcnoodigde gelden te kunnen beschikken, zoodra daaraan be hoeft© ontstaat; stellen B. en Ws. den go- meenteraad voor den begrootingsposfc volgn. 62 „Tijdelijke geldleening ter voor ziening in dc behoefte van Kasgeld" met 250,000 gld. to verhoogen. Dt daartoe strekkende suppletoiro be- grooting dienst 1907 wordt den Raad te go- lijk ter vaststelling aangeboden» Krachtens Raadsbesluiten van 26 Oc tober 1882, 26 October 1383 en 14 Mei i. geniet do venccniging „Practische Am bachtsschool" sinds 1904 een jaarlijksche subsidie van de gemeente van 4350 gulden Thans wordt door haar per adres ver zocht dio subsidie met ingang van ht jaar 1308 met 1000 gulden t© verhoogt en alzoo te brengen op 5350 gulden, terwij tevens aan Rijk en Provincie subsidie-ver»- hoogingen, resp. van 2000 gld. en 950 gld. zijn aangevraagd. Het adres gaat vergezeld van een uit voorigo memorie van toelichting op de mede overgelegde concept-begrooting der instelling voor het jaar 1908 en van ccn iv gelijkend overzicht der uilgaven van andere, met de Leidscho op één lijn te stellen am bachtsscholen, welko verschillende stuk. en in de Leeskamer ter inzage zijn neergelegd. Evenzeer bevindt zich daar't naar aanlei ding van het vci'zoclk aan B. en Ws. uitge bracht advies van do Commissie van Toe zicht op heb Middelbaar Onderwijs, waaruit blijkt, dat die commissie de gevraagde ver hooging warm meent to mogen onder steunen. Ook B. en Ws. komt het voor, dat er al leszins termen aanwzig zijn om tot inwil liging van het verzoek over te gaan. Do daarvoor door do vcreeniging aange voerde gronden ztjn, naar B. en Ws. mee nen, afdoende en gelijk dezer dagen bi hebben Gedeputeerde Staten dezer provin cie daarin dan ook reed9 aanleiding gevon den om de Provincialo Staten tot het ver- leencn van do gevraagde subsidicverhoo- ging te advisecren. Hoewel onze weikliedcn-zangvereeoi- ging „Kunst na Arbeid ccn winterkind is (in Januari 1894 toch zag zij het eerste levenslicht) en in „Du Nord" vooral in liaar element, voelt zij zich ook in den tuin van „Zomerzorg" zeer op haar gemak. Dn laatste is vroeger reeds en gisteravond bij vernieuwing gebleken. In groeten getale waren leden der Ver- eeniging en die iu haar kclan.g stellen naar den mooicn tuin opgekomen om er te luis teren naar dc muzieknummers van eenigo leden van het muziekkorps der schut terij, om er zeiven zich te doen hooren cn er te volgen de door de leden van „Kunst n-i Arbeid" in do muziektent uit te vocreo liederen. «En men genoot. Voor een zomer als die van 1907 trof men het nogal met het weder; geheel zonder regen en zonder wind en zonder koelte bereikt© men het eind van do gezellige bijeenkomst wel niet, maar men is, gegeven de dagelijksche weersgesteld heid, al tevreden ate het zoo-zoo is. Zeer in den smaak viel do vaandelpromo- nade met de muziek voorop door den tuin, terwijl de vijver en omgeving met ben- gaalsch licht werden besehenen. Allen waren ten slotte dankbaar voor het geen deze Vcreeniging ook nu weer bad kunnen doen cn had aangeboden cn velen lieten dan ook niet na daarvan luide ge tuigenis af te leggen. Nevens de heeren mr. Goeman Borg©- sius, dr. Ruysch cn dr. Al. Cohen is als nog bij Kon. besluit benoemd tot vertegen woordigor der Nederlandsch© regeering op liet in September te Berlijn te houden 11 do internationaal congres voor hygiëne en de mographic dr. De Jong, plaatsvervangend districts-veearts en directeur van bet openbaar slachthuis t© Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1