wen. Ten slotte kreeg het kwaad zoo'n gevaarlijk karakter, dat in het Lagerhuis oen ontwerp tot wettelijke onderdrukking der wedbureaux werd ingediend. Een derge lijke maatregel scheen d^_ te noodzakelij ker, omdat, zoo al s werd geconstateerd, van jaar tot jaar een steeds r rooter aantal jonge monschen door het Blechte voorbeeld tot misdaad werd gedreven; wanneer hun verdienste niet meer voldoende was om den steeds toenemen den hartstocht naar wed- don te stillen, vergrepen zij zich aan het geld hunner ouders of van hun patroons. Zonder debat werd het betreffende ont werp in beide Huizen aangenomen, en in 1853 werd een wet uitgevaardigd, waarbij het op straffe van een vrij hooge geldboe te en gevangenisstraf tot een maximum van zes maanden was verboden wedden schappen voor eens anders rekening aan te gaan. De wet schijnt echter slechts een tijd lang aan het doel te hebben beantwoord; men vond allerlei middelen en wegen om te te ontduiken. In de geschiedenis van het wedden bij paar denrennen neemt de 28ste Juli 1781 een der eerste plaatsen in. Het betrof de „Osklands stakes*'. De inzet bedroeg 100 guinea's. Een buitengewone opwinding had zich van alle kringen meester gemaakt, die in eenige betrekking tot de rensport stonden; er werd op dien zoogen aam den „grooten" dag te Asoott met zoo'n dollen hartstocht gewed als nooit te voren. Het gezamenlijk bedrag van alle weddenschappen moet een minioen pond sterling, dus minstens 12 Biillioen gulden 'naar de tegenwoordige geldswaarde, bedragen hebben. Tegenwoordig heerscht de hartstocht voor bet wedden in Engeland erger dan ooit en beeft alle standen, zonder onderscheid van ouderdom en geslacht, aangetast. Een blinde over de kleuren. Ken ia altoos nieuwsgierig geweest te we ten hoe een blindgeborene zich wel de kleu- ten voorstelde. Hij kan natuurlijk geen be grip hebben van kleuren en men heeft met Verwondering ontdekt, dat in sommige ge vallen de kleuren worden in verband ge bracht met muziek. Iemand, die blindgeboren was, zeide, toen men hem vroeg wat zijn indruk was van kleuren: „Een blindgeborene ais ik kan geen juiste voorstelling van kleuren hebben. Voor mij is kleur geluid, of liever, muziek. Als 1 ik het woord rood hoor, bijvoorbeeld, denk ik terstond aan een hoogen piependen toon; blauw is voor mij een prachtig klinkende toon, vrij hoog en aangenaam aandoend; groen is een zachte toon en vrij laag, kalm en rustig, terwijl geel bestaat uit levendige, vlugge, kleine toontjes, snel klinkend en vreugd verwekkend, bijna tot lachens toe. Zwart, helaas, is de eenige kleur, die wij ons kunnen voorstellen, omdat men ong ge zegd beeft, dat dit het ontbreken van alle lioht is; cn wij weten maar al te goed wat dat1 beteekent/' Hij verklaarde de dingen, die hij niet wist, door de dingen, die hij wist, en het is verwón derk'jk, hoe juist hij het deed Het Korset. Over de afkomst van het korset zijn de geleerden het nog altijd niet eens. Sommigen zien er een afstammeling in van de bandsluitingen der Egyptenaar- 6ters cn dor Griekinnenanderen beweren, dat het ontstaan is uit de keurslijven der middeleeuwen en van het „corsetus" ron der mouwen, dat van voren en van achte ren werd vastgcregen. Een ernstig schrijver verhaalt, dat in de dertiende eeuw een slager zijn babbelachti ge vrouw tot zwijgen hoopte to brengen, door haar borst samen te drukken t.usschen de. pennen van een korset. Andere mannen volgden dit voorbeeld, do dames koesterden zorgzaam dit korset en bleven cr niet minder om babbelen. T© Pa rijs werd Catherine de Médicis door de hofdames gehuldigd in verband met hot kor set met ivoren punt, dat zij uit Florence ha^ «-^degebracht, en toen men, onder Lo de wijk den Dertienden, het ivoor verving door baleinen, waardeerden de dames deze uitvinding meer dan de ontdekking van Amerika. Vruchteloos hebben geestelijken, doctoren, wijsgeeren en zedenpreekers in vroeger eeuwen en in onzen tijd tegen het koic.t getoornd, altijd zonder of met weinig succes. Wekelijksche Kalender. Zondag. De een leeft in diepe zorgen, Hij heeft geborgd; De ander echter is geborgen, Hij heeft gezorgd. üaandag. Vele menschen besteden het eerste gedeel te van hun leven om het tweede rampzalig te maken. Dinsdag. Wat ons ongeluk, wat ons hinderpaal toeschijnt, kan slechte een trede rijn onder onze voeten, om ons des te hooger te bren gen. Woensdag. Dezelfde knie, die zich buigt voor den meerdere in stand, drukt soms zwaar op den mindere. Donderdag. Wie boven zijn stand gaat in maatschap pelijke n zin, loopt gevaar beneden zijn stand te gaan in zedelijk opzicht. Vrijdag. Luy en lecker, en veel te meugen, Zijn drie dingen, die niet en deugen. Zaterdag. 'Aan onze benijders wreken wij ong het best, wanneer wij hun steeds aanleiding ge ven om ons ook te bewonderen. Lichtzijde van het rooken. Men heeft reeds zooveel gezegd over bet nadeelige van het rooken, dat het noodig wordt er eens de nuttige kanten van te openbaren. Daar vele bacteriën door do ademhalings organen wórden opgenomen, ligt het voor dc hand aan te nemen, dat do tabaksrook met die (kleine deeltjes in aanraking komt en ze waarschijnlijk doodt. Dr. Arnold heeft, om dit laatste aan <*e toonen, proeven genomen en publiceert zijn uitkomsten in het Engelsche medische tijdschrift „Lancet". Hij heeft daartoe verschillende buizen met bacteriën genomen, door die buizen rook gevoerd en toen de openingen uioht- gemaakt. Ha enkele dagen bleek het, dat do ba cillen aan den invloed van den rook on derhevig waren. Vooral diphteritis- en ty- phusbacillen werden in hun groei belem merd. Andere soorten stierven zelfs volko men. Dr. Arnold besluit zijn interessant arti kel in de „Lancet" met de opmeriring, dat bij het rooken de tabaksrook de in de mond holte voorkomende ziektebacillen hoogst waarschijnlijk doodt of althans hun groei belemmert. STOFGOUD. Wanneer gij goed rijt voor anderen, 'doet gij uzeiven het meest goed. Flr ankli n. Ai beid is daardoor reeds nuttig, dat e£ vanzelf "an eind door wordt gemaakt aai) lastig gezeur en ijdel gepraat. Lav ate RECEPT. Gevulde kom kom me r a* Men schilt de komkommers zeer dun, snijdt ze in de lengte door, hólt ze uit en laat ze een halfuur zacht koken; dan laat men ze op een vergi^1 uitdruipen. E*u half pond kalfsgehakt maakt men op de gewone manier gereed, en kookt het een kwartier in een weinig kokend water met zout. Men vult de komkommers met dit gehakt, bindt de twee helften tegen elkaar en stooft zs in Iruire of Spaansche saus. ALLEELËL „KellnerAannemen „Aannemen, meneer!" „Ia dat een heele Pilsener?" „Ja, meneer." „De glaasjes wórden hier hoe langer Eoe kleiner." „Zeer oude zaak, meneer, hef glas slijt 1" Beleefd en waar. „Hè, tantè," zei een jonge nicht, „gij hebt laatst nog gezegd, dat gij mevrouw C. onuïfcstaanbaai vindt, en toen zij zooeven kwam, zeidet gij, dat gij blij waart baar te zien. Is dat niet eigenlijk valsch?" „Weineen, kind," antwoordde tante. „Wat ik zei, was volkomen waar. Dacht je dan, dat ik blind zou willen zijn?" „Sire," zeide de chef-kok schuchter totj den kannibalen-koning, „de nieuwe blanke i- van kop tot teen in een harnas gekleed.1'! „Stuur hem dan weg," antwoordde Z. M.; onverschillig. „Vleesch in blik lust ik-niet' meer sedert die onthulling uit Chicago I Voor de kermistent: „Eerstet rang een gulden, tweede rang 50 cents, oa» talogus 10 cents „Komt, jongens, dan gaan wij op doa catalogus zitten." Éengelulk b ij e én ongeluk.; P r ófessor: 5,Nu kan ik al sedertj vier dagen de deur niet uit, omdat bet zoq regent. Enfin, het is slecht weer, dus ihj zou er tooh niet veel aan hebben." Officier van Justitie: „Getui-, ge, veiitel. me eens hóe dat gevecht eigenlijk aangekomen is." Getuige: „Kijk es, edelachtbare, Pieti die was dronken en die ging in de herre-; berg op de tafel staan en schreeuwde* „vuile vaiikens, leelijke vuilaikken Deofficier (hem in de rede vallend) „Getuige, u moet u tot de rechters rich ten." VRAA c. Hoe moet men emelt en Kopeï» worm verdrijven in nieuw a&rdappelen- land? Wie het weet en vóór wien het middel geen geheim is, zende antwoord aan ons Bu reel onder hét mottoKoperworm. Antwoord. Middel tegen Kakkerlakken. Op de verleden week gedane Vraag naar zuIk een middel ontvingen wij het volgende Antwoord Zet of Btrooi op de plaats, waar de hees-: ten gewoon zijn te komen, wat griesmeelf of ander meel, waarin een goede portie, gemalen gips gemengd is. De dieren luster^ gaarne meel en het gips is voor hen doodw lijk, zoodat men op deze wijze spoedig vad de plaag bevrijd zal zijn. Men moet geen| hooge schoteltjes rem^n. Het beste is dek-, seltjea van chocolade-bussen of dergelijkp te bezigen-,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 16