LEÏDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 29 JU^T. - VIERDE HL AD.
Anno 190/
I Brieven van een Leidenaar.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
T wee moeders.
Id
ïo. 14525.
CLXXXVII.
Ik boorde dezer dagen een jong echtpaar
frklarcn en nog wel met een zeker wcl-
Ebgen in den toon dat zij de familie-
I respondentia hadden afgeschaft.
^.lleen bij ernstige ziekten en overlijden
worden geschreven, maar anders zou
regel geldengeen bericht, goed bericht,
feestelijke gelegenheden en verjaardagen
men geen brieven of kaartjes verzenden
verlangde ze ook niet te ontvangen,
ïct leven was al zoo druk uit noodzaak,
In behoefde daar geen dingen bij te ha-
dic niets betcekenen en waarmode men
(t te loos geld vermorst.
Ms dit geval niet op zichzelf staat, maar
Is kenmerkends van onze tijd is, dan wil
I wel 7eggen, dat ik het scherp veroordeel.
Particuliere correspondentie is een van
|e. kleine dingen, die het huiselijk- en fa
ll ieleven mede aangenaam en gezellig ma
in
lik beklaag de mensohen oprecht, die het
likelijk zoo druk hebben, dat ze nooit den
ld er af kunnen nemen, om eons oen brief
■n een familielid of een vriend te
h rij ven en daardoor zich het genot ont-
Jggen zelf ook eens een hartelijk vrien-
fnwoord over de post te ontvangen.
En ik zou mijn lezers in gemoede willen
In raden om zich van deze nieuwste nieu
wheid heb echtpaartje, dat liet inge-
lerd heeft, woont in Den Haag te spe
ten en in dit opzicht nog maar wat oudcr-
fetsch te blijven.
Een der genoegens van het schrijven der
liri'ven van een Leidenaar" is voor mij
|k dat zich daaruit een nu meer, dan min-
drukkc correspondentie met de lezers
ku het Dagblad ontspint.
Niet elk door mij besproken onderwerp
fekfc, dooh zelden gaat er een week voorbij
ik ontvang brieven met bewijzen van in-
emming, of met op- en aanmerkingen,
Ims ook wel inhoudende een meer of min-
fer scherpe bestrijding.
IAnderen wenden zich rechtstreeks tot de
jcdactie, zoodat ik uit de krant zelf ver-
kern, hoe men denkt over de kwestie, die
in een brief aan de orde heb gesteld.
I De correspondentie in verschillenden
prm is voor mij dikwijls de maatstaf om do
Irlangrijkhoid der besproken onderwerpen
naar af te meten- En dan mag ik be
luiten, dat ik in de laatste twee brieven
or onze gemeente als zeer belangrijke
jraagstukken aan de orde heb gesteld, want
mijn tafel liggen heel wat brieven en
lukken, die daarop betrekking hebben en
lie door mij in dc laatste dagen zijn ont
gingen.
I En zoo kom ik er toe deze weck een brief
jm wat correspondentie te wijden, die, ze
Jkigc dan niet van zoo overwegend belang
lijn, aan mijzelf, ouderwetsch als ik op dit
lunt ben, wat genot heeft kun neb verschal
en.
Behalve het ingezonden stuk van „Mas-
lue de fer" waarom die geheimzinnige
■aam, die me onwillekeurig aan den grieze
lige n hoofdpersoon van zekeren griëzeligcn
lolksroman deed denken, en waarop ik
Jtraks even terugkom ontving ik over de
■.cidschc grachten verscheidene brieven.
Iemand, die reeds jaren buiten Leiden
loonde, maar nog altijd veel voor d ge-
keen te gevoelt, kwam zelfs een geheel nieuw
plan van watcrvervcrsching aan de hand
Boen, een zeer geacht bewoner van de Mo
pe schrijft mij o.a.
„En, hoewel het volgende u waarschijn
lijk wel bekend zal zijn, zoo kan ik niet nar
aten, in het belang der goede zaak, die
Lllcn inwoners van Leiden moet ter harte
■aan, u mede te declcn, dat gedurende meer
pan 41 jaren mij telkens en telkens is op-
levallen, dat de baggerlieden het gedeelte
vat. hun onbruikbaar voorkomt, na het
Ipbaggjercn weer in liet water werpen. Bij
na elke trek brengt boven water: stukken
blik, ijzer, boomtakken, matten, enz enz.
pdke steeds onverbiddelijk dadelijk over
oord gezet worden Dit is nu al die jaren
natuurlijk duizenden malen gebeurd. Mij
punkt daarom, dat er van zorgvuldig"
baggeren nooit sprake is. En steeds vraag
ik mij af: „zou het niet mogelijk zijn, den
baggerlieden te verplichten al die onoog-
lijko zaken, die maanden, misschien jaren
noodig hebben, vóórdat zij door verrotting
zijn verdwenen, in een gedeelte van hun
vaartuig te bergen en op de vuilnisbelt
te lossen?"
Een ander Leidsoh ingezetene heeft mee-
nen op te merken, dat de onaangename
lucht vooral rechtstreeks uit de riolen
komt, die op de grachten uitloopon en min
der uit het water zelf opstijgt; vooral bi|
laag water heeft men daarvan den mees
sten last.
Hij zou de riolen van naar beneden-
waarts-loopende kokers willen voorzien,
waardoor zij ten allen tijde onder het war
ter-niveau uitloosden.
Op verzoek van dezen man, die ook zegt
uit jarenlange ervaring te spreken, breng ik
zijn meening gaarne onder de aandacht van
hen, wien liet aangaat.
„Masqué de fer" levert behalve, dat hij
hier cn daar wenken geeft, waaruit blijkt,
dat hij op dit gebied maar niet de eerste de
beste is, waarom ik het Stadsbestuur gaar
ne in overweging geef, rekening te houden
mot zijn wenken, ook een critiek op mijn
schrijven, waarvan de toon nu niet altijd
even aangenaam en welwillend is. Waaraan
ik dit verdiend heb, weet ik echter niet!
Geen oogenblik heb ik gedacht, of ande
ren willen doen denken, dat ik in dezen dn
waarheid zou hebben. Ik weet wel, dat naar
de oplossing van de kwestie der waterver-
versohing in onze gemeente reeds eenige
eeuwen is gezocht, dat zij een zeer samen
gestelde kwestie is, die dit houd ik tegen
den schrijver vol alleen radicaal kan ver
beterd worden door een afdoende riolce-
ring, waarbij ik ook daoht aan het bekende
plan-Broekman, evengoed als hij het deed.
Dat ik, op informatie uitgaande, niet al
tijd wijsheid uit de beste bron opdoe, mag
de schrijver mij allerminst verwijten, die
zich, om iets te bewijzen, zelf op een bagger
man beroept.
In één opzicht heeft hij mij misverstaan
en mij daardoor onzin in den mond gelegd.
En, hoe volmondig ik wensch te erkennen,
niet de wijsheid in pacht te hebben, zoo
hartelijk bedank ik er voor den schijn op
mij te laden zotteklap te hebben geschre
ven.
Wie mijn brief met een welwillend oog
las, zal begrepen hebben, dat ik bedoelde
dat men te gelijk met andere maatregelen,
den stroom, die thans door de Zoeterwoud-
schc-singclgracht loopt, door het Leven daal
behoorde te leiden cn niet zooals „Masqué
de fer" las, door Zoeterwoudschen Singel
cn Levendaal te gelijk, wat onzin was.
Hiermede neem ik ook van dozen schrijver
^afscheid, hem dankende voor zijn bondge
nootschap in den strijd tegen een kwaad,
dat ieder jaar weder onrust in de gemoe
deren van vele Leidcnaars verwekt, aanlei
ding geeft tot allerlei klachten en misschien
de volksgezondheid schaadt.
Aan de hand van het uitvoerig en zaak
rijk verslag van dr. Bakhuis Roozcboom,
dat bij velen reeds weder in het vergeetboek
was, en met andere gegevens, heb ik ge
tracht dc aandacht op deze zaak levendig
te houden, en al was het maar alleen, dat
hierdoor de schrijver, die zich met een ijze
ren masker dekt, in de. gelegenheid is ge-
6tcld zijn wijsheid in deze aan den man te
brengen, dan ware mijn sohrijven toch al
niet reeds vruchteloos geweest.
Niet minder belangstelling heeft geluk
kig mijn laatste brief getrokken, waarin ik
op een groote leemte in de verpleging wees
van patiënten, die aan slepende ziekten en
kwalen lijden in deze gemeente.
Ik wilde B. en Ws. de eer gunnen het
initiatief tot verbetering in den niet houd
baren toestand te brengen, en bedoelde
daarmede, dat dezen nu maar spoedig met
een voorstel voor den dag moesten komen.
Een arts, die overigens volkomen mijn
gevoelens deelt, maakt do opmerking, dat
het initiatief in deze reeds is genomen door
het college van stadsgencesheerent dat do
zaak cenigen tijd geleden bij B en Ws. aan
hangig maakte en omtrent dc tc nemen
maatregelen voorstellen deed.
Enkele arme patiënten of huisgenooten van
arme patiënten kwamen mij nog uit eigen
ervaring meededen, hoe dezen nog niet half
hersteld uit het Ziekenhuis werden ontsla
gen en thuis niet, of gebrekkig verpleegd,
weder terugvielen en ziek bleven.
Eindelijk en hiermede wil ik besluiten
werd mij door een medicus aangegeven,
hoe z.i. het meest doeltreffend en minst
kostbaar verbetering in den terecht ge-
wraakten toestand kon worden gebracht.
Aan het Academisch Ziekenhuis moest
worden verbonden een afdeeling voor blij
vende patiënten, algescheiden van die af-
deelingen, waarin onder leiding dor hoog
leeraren patiënten werden behandeld, die
tegelijk dienen voor het onderwijs. Zoodra
een patiënt uit een dezer afdeclingen werd
ontslagen, en toch nog niet voldoende ge
nezen was, zou hij, zoo noodig, naar de
eerstgenoemde afdeeling kunnen verbuizen,
aan het hoofd waarvan een geneesheer-
directeur moest staan.
Hij is van oordeel, dat B. en Ws. daar
over met den Minister in onderhandeling
behooren te treden en dat daarvoor thans
het tijdstip aangebroken is, nu de tegen
woordige directrice ontslag heeft aange
vraagd. Er zou dan alleen reden bestaan
om als opvolger een medious te benoemen,
die naast de algemeene leiding het geheele
beheer over de afdeeling der blijvende pa
tiënten zou kunnen hebben.
Als Rijk en Gemeente het eens konden
worden en wilden samenwerken, leek dit
hem de beste oplossing van dit vraagstuk
toe. Willen meerdere geneesheeren er hun
mecning ook eens over zeggen? Ik geef hun
daarover gaarne hot woord.
De vooruitzichten voor het
Concours Hippique op Zorgvliet zijn schit
terend. Ongeveer 000 van de beste paarden
uit Nederland, Engeland en Belgie zijn in
geschreven. Maandag, de eerste dag, is
vooral zeer belangrijk door een groot aan
tal inschrijvingen voor het wereldkampioen
schap voor paarden met de beste actie en
door het groote springconcours, waarvoor
ongeveer vijftig der beste paarden zijn in
geschreven.
Op het terrein zijn ongeveer 120 paarden
gestald.
De toestand van den caféhou-
der N. Klopper, uit dc Noord Molendwars-
straat te Rotterdam, die gistermorgen zijn
elfjarig zoontje on naamgenoot met een
scheermes den hals afsneed, was gister
avond nog zorgwekkend. Evenwel is her
stel niet geheel uitgesloten.
Gisternacht werd te Amster
dam aan de politie door een spoorwegwer
ker medegedeeld, dat een man van een
zolderschuit in dc Elandsgrachfc was geval
len. Drie agenten van politie gingen daar
op onmiddellijk aan het dreggen en haalden
ruim een halfuur later den drenkeling op
Een geneesheer kon slechts den dood con-
stateeren.
Tc Zaandam had gisteren
het 8-jarig zoontje van den heer Brouwer
aan het Hanenpad het ongeluk te water
te vallen en te verdrinken.
De kermiste Eindhoven.
Dc Raad der gemeente Eindhoven heeft
besloten dc kermis op den gewonen tijd,
den eersten Zondag in Juli, te doen plaats
hebben, daar do toestanden in de gemeente
weer geregeld zijn.
Zonderling geval. Te Kam
pen doet zich hét merkwaardig geval voor.
dat een aftredend anti-rev. raadslid, de 7-1-
jar. H. de Groot, zitting hebbende in dis
trict 3, niet weer door de anti-rev. cn r.-k
kiesvereeniging is gecandideerd. Töeh is
dit lid door een groep liberale kiezers op
nieuw candddaat gesteld. (Zw. Ct.)
Gistermiddag omstreeks vijf
uren had er tusschen Schoonhoven en Am-
merstol in do rivier do Lek een ongeluk
plaats. Een jacht van den heer Z. uit Rot
terdam kwam van Arnhem zeilen, toen ter
hoogte van Steenplaats een der varensge
zellen H. P. Q., een jongen van 14 jaar,
ook uit Rotterdam bij het omzwaaien der
fok overboord sloeg en verdronk. Het Ujk
is nog niet opgehaald.
Op dc Yeluwc is de pluk der
boschbessen begonnen. Dagelijks worden
uit Ede honderden vaatjes naar Engeland
verzonden. De prijs was gisteren 80 cents
per vaatje van 3i K.G.
Donderdagmiddag was dc
landbouwer Terrat wonende in den Over-
weerschen polder nabij Purmerend, op zijn
land aan liet hooien, terwijl zijn vrouw en
10-jarige dochter zich in de woning be
vonden.
Door den hevigen wind woei een huishou
delijk voorwerp in de sloot. De dochter wil
de het er uithalen, doch viel voorover in
het water. Op haar hulpgeroep kwam do
moeder ter redding aansnellen en sprong
haar kind na. Ze konden zich echter, daar
niemand in de nabijheid was, niet redden
en beiden verdronken.
Toen do man eenigen tijd daarna thuis
kwam, ontdekte hij het vreeselijke ongeluk.
B ij ge 1 o o f. I n de „N. R. Ct."
leest men in een verhaaltje over een won
derdokter, die woont in een Bctuwsch dorp
en die zich in een goede reputatie verheugt,
o. m. het volgende: Je hebt je voet ver
stuikt; je stuurt moeder, vader, zuster,
broedér, neef of vriend naar hom toe en op
het oogenblik, dat deze uit P's mond hoort:
„Gaode gij mar nar huis; ikke zal d'r veur
zörregcvoelt gij dc pijn verminderen en
ziet gij den gezwollen voet slinken. Hebt
gij kind nog kraai, vriend nog maagd in
de wereld en is u het gebruik der rechter
hand nog gelaten, schrijf hem een brief
en het gevolg is hetzelfde afs bij persoon
lijk bezoek. Alleen bij brandwonden, waar
op „wooter gewiee" is, staat zijn kunst
machteloos,
P. blijft onder al deze wonderwerken een
doodgewoon mensch. „Anders kundet nog
wellis hebbo," 7.00 vertelde mij mijn zegs
man, „dette belèzers van aondoening be
ginne to zweeto. Dè hè'k gezien, toe 'k te
Alkmaor boerekneg was. Bij 't springe óver
'n slóot verstuktc 'k m'nen voet. 'k Kreeg
'n been as'nen pot en kos gin nas uit te
weg. Den dokter kos mie nie hellepe en
daor zat ik. Wiftewk, zcec ze têge me, 'k
liet Jan B. uit A. is komme. Die kan oe
hellepe.
En op d'n merrekdag komtie aon. „Bel,
kjèl, kjèl," zeetie, dog siet er naor uit;
mar des niks, ge bint- er binne 'n poor dao-
ge klaor mee."
Hij hoalde z'non rooien zakdoek uit. de
zak en leej aon 'nen tip 'nen kneup ter in.
En hêel zagjos gonk ie toe van de. kniej nor
de teeë toe, en 'k fuülde, dettie do pijn d'r
uit trok. Mar zwóetc dettie deej, dè was
mcraokel'k Denk fan de beruring! „Wit
te wa-dc nou doen mot Gaart jan," zeet ie.
„Nou nimde twee emmers mi slóotwaotcr
en daor gao dc inzifce cn as 't wooter in
d'n êencn emmer werrem is, stektoe bêcn
in d'n andere. En mit te vier daoge li^p ik
as'nen hoos."
Men s c h r ij f t uit-Brunss urn
aan de „Limb. K.":
Een ingezetene onzer gemeente wilde
graag een plaatsje aan de groene tafel be
machtigen en besloot zich candidaat te
laten stellen voor lid van den gemeente
raad. Vooraf werd gezorgd, dat dc lijst van
de noodige namen werd voorzien en buur
man zou zorgen, dat de lijst tijdig werd in
geleverd ter bevoegdcr plaats.'. Buurman
wasechter genoodzaakt om op den gedenk-
waardigen dag van Dinsdag jl. een uitstap
je te doen op zijn motorfiets. Geen nood
Voor halfvier ben ik terug, werd er verze
kerd. Ieder sportsman ochtcr weet, dat
een rijwiel een nukkig ding is, vooral een
motor. Was de benzine op, mankeerde iets
aan de accumulatoren, sprong oen wiel
band, men weet het niet Zeker is, dat het
halfvier werd en geen buurman terug was.
Dan vlug bij een ander aangeklopt. Deze
is ook afwezig. Geen bezwaar, dan zal een
derde buurman de zaak opknappen. Deze
laatste ziet het onheil in den persoon van
den candidaat naderen, verschuilt zioh *n
hue lit R-, waar hij in een neef een bereid
willig kiezer vindt. D^zc om toch zeker op
tijd tc komen, tracht bij zijn kleine neofje
op het achterwiel tc etappen. Hetzij nu het
neefje te licht of de oom te zwaar is, feit
is, dat beiden na cenig gescharrel met
fiets, lijsten al in de heg buitelen en „oorn"
besluit te voet het gewichtig document op
het raadhuis te gaan deponeeren. Met vlug
gen stap komt hij aan om te constateerc.i.
dat de klok kwart over vieren wijst, dc 1 i
om lijsten in te leveren voorbij is en
allé moeiten te vergeefsch waren. En zoo
kwam het dat de Brunssemer kiezers uit
maal niet het voorrecht hebben tc kunnen
stemmen, wijl de drio aftredende leden bij
enkele candidaatstelling gekozen zijn.
Van een naar het schijnt
schrikkelijke ramp, die in Jamestown in
Virginie heef't plaats gehad, komen de
eerste berichten. Een aantal hotels moeten,
vermoedelijk door eenzelfde oorzaak in
brand geraakt zijn, juist op een nacht dat
ze in verband met een tentoonstelling ia
Jamestown overvuld met gasten waren. Ei
ontstond een geweldige paniek onder de
logé's, .waarvan er, naar voorloopig vast
gesteld werd, uric verbrandden.
De 4 anarchisten tc Odessa,
die, wegens een gewapenden inval op het
bureau van een Russische maatschappij,
voor den krijgsraad terechtstonden, zijn ter
dood veroordeeld.
Uit Brody wordt geseind, dat
een herberg op den landweg in de nabij
heid van de Russische grensstad Radziwi-
lof gisteren door 14 kozakken werd over
vallen. Doze Barbaren olunderden Moorts
het huis van een graanhandelaar, doodden
dezen en zijn vrouw, verwondden hun
ouden, bij hen inwonenden vader en sloe
gen een zwager dc beide handen af. Zij
stoken vervolgens het huis in brand cii
gingen op de vlucht. Twee kozakken wer
den op Oostennjksch grondgebied in hech
tenis genomen.
Een gevecht met. smokkel a~ ra
Te i icdmout in Zuid-Carolina hebben
belastingambtenaren een hevig gevecht
gel .verd met smokkelaars, die een reuzen
onderneming op touw hadden gezet, aan
de Lirens van Georgië, Er werd, toen men
iets van het plan ontdekte, een groot,
macht saamgebrachfc op het betrokken
punt cn de bende van tweehonderd smokt
laait, verloor tien man aan dooden, vele ge
wonden en een dertigtal, dat gevangenge
nomen werd.
„Gelre."
I11 de vergadering van „Gelre" te Doc-
tichcm heeft gisteren de heer Roclvink
medegedeeld dat in zijn woonplaats, Win
terswijk, in oen lru.tsten lijd no.; al urnen
zijn gevonden, die echter als zc aan het
daglicht kwamen uit elkaar vielen, al
wc .11 ze nog zoo voorzichtig behandeld.
De hecrcu Hcuff, Hoefer en Werner ga
ven daarop eenige inlichtingen. Dc raad
werd gegeven zich in dergelijke gevallen
direcc tot prof. Holwcrda te Leiden te
wenden.
zijn koestal cn laat moeder de vrouw een
deftig „niet thuis" geven.
Wat raad nu? candidaats zoon neemt
zijn fiets, belaadt zdeh met de gewichtige
lijst en spurt in vollen ren naar het gé-
FaillisBemcuten.
H. van der Baan, koopman, tc Zieriksee.
P. van Rijn, rijwielhandelaar en koop
man te Haarlem, handelende onder dc fir
ma A. Smits.
M. Engelvaart, van beroep bouwonderne
mer, tc 's-Gravenhage.
G. M. Pool, banketbakker to Amsterdam.
A. H. B. Martinet, alleen handelende on
der dc firma H. Martiuot en Co., para-
pluiefabrikant tc Gouda.
J. J. van den Brink, aannemer, laatste
lijk gewoond hebbende te Driebergen, thans
zonder bekende woon- of verblijfplaats
hier te lande.
De naamloozo vennootschap Import- cn
Export Maatschappij „Levant" te Amster
dam.
Geëindigd; dc faillissementen van P. J.
Nevens, te Rotterdam; J. Vreeswijk, koop
man to Willemstad; cn S. van Emmcn,
winkelier in mantels, te Haarlem.
Opgeheven: de faillissementen van II.
Vos, winkelier, te 's-Gravenhage; en van
H. Peer, schoenmaker, te Utrecht.
Uit een leven vol vreugde, rijk aan licht
fen zonneschijn, in bitteren nood gestort,
was Charlotte van Torn gedwongen, met
■inspanning van al haar krachten, voor
lich en haar kind het dagelijksch brood te
perdienen. Dag aan dag zat zij aan de'
naehine en haar bloeiende gestalte kwam
|uj lit haar tot verval.
Niemand had in die bleeke vrouw, die
een schaduw dc straten der hoofdstad
oorijlde, het frissche meisje herkend, dat
lijf jaren geleden met lachend gelaat haar
uitverkorene naar het altaar gevolgd was.
laar man, een bouwondernemer, had het
ekere uitzicht op groote inkomsten, toe>u
pij geheel onverwachts de groote reis naar
f' eeuwigheid deed cn de zijnen, die in een
ckere mate van welgesteldheid zorgeloos
loortgeleefd hadden, onverzorgd aehterla-
en moest.
i In den moeilijken tijd, die nu volgde,
lord haar kind het eenige geluik van
Charlotte, en roerend was het om te zien,
|oe de kleine Ella het harteleed der moc-
door de teederste liefde zocht te ver-
pinde ren. Terwijl zij aan de voeten haicr
poeder speelde en kinderlijk babbelde,
lerd Charlotte door zware zorgen gekweld.
WQ grootste dezer zorgen was wel, wat cr
pan haar lieveling worden moest, wanneer
paar krachten zouden zijn uitgeput en zij
|n de onmogelijkheid zou veitkeercn iets
verdienen. De waanzinnige angst oiru
liaar gezondheid maakte haar ziek en daar
bij arbeidde zij in zenuwachtige haast om
te trachten een spaarduitje voor haar kind
te veroycrendoch al te spoedig moest zij
ervaren, dat do strijd tusschen haar wil en
haar kracht niet dit resultaat ten gevolge
had. Zij verdiende nauwelijks het dage-
ÜjUsch brood.
Eens ging zij, met een pak gereed ge
maakte kleederen onder den arm, en met
het sober gckleede kind aan de hand, om
het karig loon voor haar vlijt te ontvangen.
De hoofdstad brengt in haar afwisselend
leven ieder oogenblik de grootste contras
ten te voorschijn. De arme arbeidster ge
bruikt haar slapcloozc nachten om zich
brood te verschaffen, terwijl het product
van haar arbeid door dc elegante dames op
de wandeling ten toon gesteld wordt.
Op het oogenblik, dat Charlotte door een
zijdeur het weelderig ingerichte magazijn be
trad, hield een prachtige equipage voor het
hoofdportaal stil. Een bediende opende het
portier en volgde met ontbloot hoofd een
slanke, in het zwart- gckleede dame tot den
ingang, waar de chef eerbiedig voor haar
boog.
De jonge weduwe lette nauwelijks nog op
dergelijke tooneelen, die zij reeds zoo vaak
had aanschouwd; zij begaf zich in de werk
zaal ver achter in den tuin en nauwelijks
binnengetreden, verscheen van de andere
zijde een jonge man, die, toen hij haar zag,
verheugd uitriep
„Dat treft buitengewoon, vrouw Van
Torn 1 Ga aanstonds naar voor; één onzer
voornaamste klanten, barones Blankenburg,
wil haar mantel nauwer hebben. Het is een
van die, welke gij de vorige week hebt af
geleverd."
Charlotte legde hoed cn mantel af cn vol
deed snel aan het haar gedane verzoek.
De dame, die zij zooeven uit de koets had
zien stappen, nam niet de geringste notitie
van haar; slechts toen haar dooi- de winkel
juffrouw naar iets gevraagd werd, verhief
zij langzaam haar edel gevormd hoofd en
gaf een kort, duidelijk antwoord.
Op dit oogenblik viel haar c»g op het
lievo kindcrgclaat van de kleine Ella, die
ongemerkt haar moeder nageloopcn was cn
nu verlegen met den vinger op den mond
te midden van een zonnestraal stond, die
met gouden weerschijn over haar blonae
lokken speelde. De groote, onschuldige
oogen zagen schuw cn vol bewondering naai*
de voorname dame, wier donker gelaat bij
het aanschouwen van bet kind plotseling
allen ernst cn alle zwaarmoedigheid ver
loor.
Tot verbazing der aanwezigen boog zij
zich neder om Ella onder tranen on kussen
omhoog te heffen.
„Erika," mompelde zij cn drukte het kind
innig tegen zich aan, „mijn Erika, komt gij
ïcrug om mijn grenzenlooze smart te leni
gen?"
Ella liet zich deze vreemde handelwijze
onbevreesd welgevallen; zij legde vertrou
welijk lachend haar armpje om den halg der
barones. De dame meende het goed^met haar
en daar zij van nature een lief kind was,
lag het in haar aard, elke vriendelijkheid,
die haar bewezen werd, met wederliefde te
vergelden.
Mevrouw Van Blankenburg herinré.rdo
zich plotseling, waar zij zich bevond; zij
keek met een uitdrukking om zich alsof zij
uit een weemoedig-gelukkigen droom ont
waakte. Behoedzaam zette zij het kind ne
der, ontdeed zich dan van het aangepaste
kleedingstuk cn vroeg daarna naar den
naam en de betrekkingen der kleine.
Nadat zij de gewenschte inlichtingen ver
kregen had, verzocht zij de moeder, gehoor
zamend aan een plotselinge ingeving, met
het kiüd mee naar haar hotel te gaan.
Verwonderd willigde Charlotte in cn toen
zij na een korten rit in de prachtige hotel
kamers waren aangekomen, liet de barones
haar het portret van een zeer J:of meisje,
dat trek voor trek op Ella geleek zien.
„Ik ben diep getroffen door deze gelijke
nis," zeide zij met bevende stem, „en ik
zie er een teeken des Hemels in, dat uw
kind mij op den weg gezonden is. En om u
aanstonds te zeggen, waarom ik u hierheen
gebracht heb, zoo giDg zij zonder verdere
overlegging op haar doel af, „richt ik het
verzoek tot u, mij uw kind ter opvoeding
af te staan. Schrik niet," ging zij goedig
voort, toen zij bemerkte, dat het gelaat der
jonge vrouw doodsbleek werd, „ik 7.al do
khinc beminnen, alsof het mijn eigen kind
ware. Bedenk, dat gij nimmer in staat zult
zijn, zoo voor Ella te zorgen als het mij
mogelijk is. En dan", weder kwam er een
donkere sluier over haar zwaarmoedige
oogen, „mijn leven i3 zoo vrcesclijk leeg en
eenzaam; liet zal veel beter worden, wanneer
gij er toe besluiten kunt, aan mijn bode ge
volg te geven. Denk er nog eens over na
vrouw Van Torn", besloot zij vriendelijk
overredend, „ik kom morgen zelf en haal
uw antwoord. Ik kan mij wel voorstellen,
dat het u zwaar moet vallen van uw kind
te scheiden; maar ik geloof ook, dat gij zult
inzien, dat ik slechts Ella's geluk il. Ik
verlang wel een offer, maar niets onmon-
schelijks van uw moederliefde, want ik bid
u slechte vurig uit uw kind datgene te mogen
maken, wat ik uit het mijne zou hebben ge
maakt: een wèlopgevoed, gelukkig men-
sohenkind, dat, voor zoover liet in mijn
macht staat, bewaard zal blijven voor allen
nood, en de zorgen des levens niet dan bij
naam zal loeren kennen.
„Uw eigen toekomst wil ik door een
klein kapitaal verzekeren: gij zult onbe
zorgd kunnen leven. Bovendien gij zijb
nog jong, gij kunt weder huwen; de gan-
schc wereld staat voor u open
Zoolang zij sprak, liad 7.ij het kind op
den schoot gehouden, nu kuste zij het,
drukte het dan de radelooze jongen vrouw
in den arm cn onder geruststellende af
scheidswoorden liet zij beiden uit.
Den volgenden dag op het bepaalde uur
beklom de barones de haar ongewone trap
pen van een groot huis, bewoond door vcio
gezinnen.
Bijna geheel buiten adem trad zij bij de
jonge vrouw binnen. Deze bevond zich in
een kleine ruimte, slechts van het hoogst
noodzakelijko voorzienmaar alles zag er
even zindelijk uit.
Bij den aanblik barer bezoekster stortte
Charlotte met een luiden kreet naast haar
kind op de kniecn cn omklemde haar kind,
terwijl haar lichaam (krampachtig schokte.
Haar gelaat was doodsbleek; zij zag cr uit
alsof haar het hart dezen nacht gebroken
(Wordt vervolgd).,