LEÏDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 29 JU^T. - VIERDE HL AD. Anno 190/ I Brieven van een Leidenaar. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. T wee moeders. Id ïo. 14525. CLXXXVII. Ik boorde dezer dagen een jong echtpaar frklarcn en nog wel met een zeker wcl- Ebgen in den toon dat zij de familie- I respondentia hadden afgeschaft. ^.lleen bij ernstige ziekten en overlijden worden geschreven, maar anders zou regel geldengeen bericht, goed bericht, feestelijke gelegenheden en verjaardagen men geen brieven of kaartjes verzenden verlangde ze ook niet te ontvangen, ïct leven was al zoo druk uit noodzaak, In behoefde daar geen dingen bij te ha- dic niets betcekenen en waarmode men (t te loos geld vermorst. Ms dit geval niet op zichzelf staat, maar Is kenmerkends van onze tijd is, dan wil I wel 7eggen, dat ik het scherp veroordeel. Particuliere correspondentie is een van |e. kleine dingen, die het huiselijk- en fa ll ieleven mede aangenaam en gezellig ma in lik beklaag de mensohen oprecht, die het likelijk zoo druk hebben, dat ze nooit den ld er af kunnen nemen, om eons oen brief ■n een familielid of een vriend te h rij ven en daardoor zich het genot ont- Jggen zelf ook eens een hartelijk vrien- fnwoord over de post te ontvangen. En ik zou mijn lezers in gemoede willen In raden om zich van deze nieuwste nieu wheid heb echtpaartje, dat liet inge- lerd heeft, woont in Den Haag te spe ten en in dit opzicht nog maar wat oudcr- fetsch te blijven. Een der genoegens van het schrijven der liri'ven van een Leidenaar" is voor mij |k dat zich daaruit een nu meer, dan min- drukkc correspondentie met de lezers ku het Dagblad ontspint. Niet elk door mij besproken onderwerp fekfc, dooh zelden gaat er een week voorbij ik ontvang brieven met bewijzen van in- emming, of met op- en aanmerkingen, Ims ook wel inhoudende een meer of min- fer scherpe bestrijding. IAnderen wenden zich rechtstreeks tot de jcdactie, zoodat ik uit de krant zelf ver- kern, hoe men denkt over de kwestie, die in een brief aan de orde heb gesteld. I De correspondentie in verschillenden prm is voor mij dikwijls de maatstaf om do Irlangrijkhoid der besproken onderwerpen naar af te meten- En dan mag ik be luiten, dat ik in de laatste twee brieven or onze gemeente als zeer belangrijke jraagstukken aan de orde heb gesteld, want mijn tafel liggen heel wat brieven en lukken, die daarop betrekking hebben en lie door mij in dc laatste dagen zijn ont gingen. I En zoo kom ik er toe deze weck een brief jm wat correspondentie te wijden, die, ze Jkigc dan niet van zoo overwegend belang lijn, aan mijzelf, ouderwetsch als ik op dit lunt ben, wat genot heeft kun neb verschal en. Behalve het ingezonden stuk van „Mas- lue de fer" waarom die geheimzinnige ■aam, die me onwillekeurig aan den grieze lige n hoofdpersoon van zekeren griëzeligcn lolksroman deed denken, en waarop ik Jtraks even terugkom ontving ik over de ■.cidschc grachten verscheidene brieven. Iemand, die reeds jaren buiten Leiden loonde, maar nog altijd veel voor d ge- keen te gevoelt, kwam zelfs een geheel nieuw plan van watcrvervcrsching aan de hand Boen, een zeer geacht bewoner van de Mo pe schrijft mij o.a. „En, hoewel het volgende u waarschijn lijk wel bekend zal zijn, zoo kan ik niet nar aten, in het belang der goede zaak, die Lllcn inwoners van Leiden moet ter harte ■aan, u mede te declcn, dat gedurende meer pan 41 jaren mij telkens en telkens is op- levallen, dat de baggerlieden het gedeelte vat. hun onbruikbaar voorkomt, na het Ipbaggjercn weer in liet water werpen. Bij na elke trek brengt boven water: stukken blik, ijzer, boomtakken, matten, enz enz. pdke steeds onverbiddelijk dadelijk over oord gezet worden Dit is nu al die jaren natuurlijk duizenden malen gebeurd. Mij punkt daarom, dat er van zorgvuldig" baggeren nooit sprake is. En steeds vraag ik mij af: „zou het niet mogelijk zijn, den baggerlieden te verplichten al die onoog- lijko zaken, die maanden, misschien jaren noodig hebben, vóórdat zij door verrotting zijn verdwenen, in een gedeelte van hun vaartuig te bergen en op de vuilnisbelt te lossen?" Een ander Leidsoh ingezetene heeft mee- nen op te merken, dat de onaangename lucht vooral rechtstreeks uit de riolen komt, die op de grachten uitloopon en min der uit het water zelf opstijgt; vooral bi| laag water heeft men daarvan den mees sten last. Hij zou de riolen van naar beneden- waarts-loopende kokers willen voorzien, waardoor zij ten allen tijde onder het war ter-niveau uitloosden. Op verzoek van dezen man, die ook zegt uit jarenlange ervaring te spreken, breng ik zijn meening gaarne onder de aandacht van hen, wien liet aangaat. „Masqué de fer" levert behalve, dat hij hier cn daar wenken geeft, waaruit blijkt, dat hij op dit gebied maar niet de eerste de beste is, waarom ik het Stadsbestuur gaar ne in overweging geef, rekening te houden mot zijn wenken, ook een critiek op mijn schrijven, waarvan de toon nu niet altijd even aangenaam en welwillend is. Waaraan ik dit verdiend heb, weet ik echter niet! Geen oogenblik heb ik gedacht, of ande ren willen doen denken, dat ik in dezen dn waarheid zou hebben. Ik weet wel, dat naar de oplossing van de kwestie der waterver- versohing in onze gemeente reeds eenige eeuwen is gezocht, dat zij een zeer samen gestelde kwestie is, die dit houd ik tegen den schrijver vol alleen radicaal kan ver beterd worden door een afdoende riolce- ring, waarbij ik ook daoht aan het bekende plan-Broekman, evengoed als hij het deed. Dat ik, op informatie uitgaande, niet al tijd wijsheid uit de beste bron opdoe, mag de schrijver mij allerminst verwijten, die zich, om iets te bewijzen, zelf op een bagger man beroept. In één opzicht heeft hij mij misverstaan en mij daardoor onzin in den mond gelegd. En, hoe volmondig ik wensch te erkennen, niet de wijsheid in pacht te hebben, zoo hartelijk bedank ik er voor den schijn op mij te laden zotteklap te hebben geschre ven. Wie mijn brief met een welwillend oog las, zal begrepen hebben, dat ik bedoelde dat men te gelijk met andere maatregelen, den stroom, die thans door de Zoeterwoud- schc-singclgracht loopt, door het Leven daal behoorde te leiden cn niet zooals „Masqué de fer" las, door Zoeterwoudschen Singel cn Levendaal te gelijk, wat onzin was. Hiermede neem ik ook van dozen schrijver ^afscheid, hem dankende voor zijn bondge nootschap in den strijd tegen een kwaad, dat ieder jaar weder onrust in de gemoe deren van vele Leidcnaars verwekt, aanlei ding geeft tot allerlei klachten en misschien de volksgezondheid schaadt. Aan de hand van het uitvoerig en zaak rijk verslag van dr. Bakhuis Roozcboom, dat bij velen reeds weder in het vergeetboek was, en met andere gegevens, heb ik ge tracht dc aandacht op deze zaak levendig te houden, en al was het maar alleen, dat hierdoor de schrijver, die zich met een ijze ren masker dekt, in de. gelegenheid is ge- 6tcld zijn wijsheid in deze aan den man te brengen, dan ware mijn sohrijven toch al niet reeds vruchteloos geweest. Niet minder belangstelling heeft geluk kig mijn laatste brief getrokken, waarin ik op een groote leemte in de verpleging wees van patiënten, die aan slepende ziekten en kwalen lijden in deze gemeente. Ik wilde B. en Ws. de eer gunnen het initiatief tot verbetering in den niet houd baren toestand te brengen, en bedoelde daarmede, dat dezen nu maar spoedig met een voorstel voor den dag moesten komen. Een arts, die overigens volkomen mijn gevoelens deelt, maakt do opmerking, dat het initiatief in deze reeds is genomen door het college van stadsgencesheerent dat do zaak cenigen tijd geleden bij B en Ws. aan hangig maakte en omtrent dc tc nemen maatregelen voorstellen deed. Enkele arme patiënten of huisgenooten van arme patiënten kwamen mij nog uit eigen ervaring meededen, hoe dezen nog niet half hersteld uit het Ziekenhuis werden ontsla gen en thuis niet, of gebrekkig verpleegd, weder terugvielen en ziek bleven. Eindelijk en hiermede wil ik besluiten werd mij door een medicus aangegeven, hoe z.i. het meest doeltreffend en minst kostbaar verbetering in den terecht ge- wraakten toestand kon worden gebracht. Aan het Academisch Ziekenhuis moest worden verbonden een afdeeling voor blij vende patiënten, algescheiden van die af- deelingen, waarin onder leiding dor hoog leeraren patiënten werden behandeld, die tegelijk dienen voor het onderwijs. Zoodra een patiënt uit een dezer afdeclingen werd ontslagen, en toch nog niet voldoende ge nezen was, zou hij, zoo noodig, naar de eerstgenoemde afdeeling kunnen verbuizen, aan het hoofd waarvan een geneesheer- directeur moest staan. Hij is van oordeel, dat B. en Ws. daar over met den Minister in onderhandeling behooren te treden en dat daarvoor thans het tijdstip aangebroken is, nu de tegen woordige directrice ontslag heeft aange vraagd. Er zou dan alleen reden bestaan om als opvolger een medious te benoemen, die naast de algemeene leiding het geheele beheer over de afdeeling der blijvende pa tiënten zou kunnen hebben. Als Rijk en Gemeente het eens konden worden en wilden samenwerken, leek dit hem de beste oplossing van dit vraagstuk toe. Willen meerdere geneesheeren er hun mecning ook eens over zeggen? Ik geef hun daarover gaarne hot woord. De vooruitzichten voor het Concours Hippique op Zorgvliet zijn schit terend. Ongeveer 000 van de beste paarden uit Nederland, Engeland en Belgie zijn in geschreven. Maandag, de eerste dag, is vooral zeer belangrijk door een groot aan tal inschrijvingen voor het wereldkampioen schap voor paarden met de beste actie en door het groote springconcours, waarvoor ongeveer vijftig der beste paarden zijn in geschreven. Op het terrein zijn ongeveer 120 paarden gestald. De toestand van den caféhou- der N. Klopper, uit dc Noord Molendwars- straat te Rotterdam, die gistermorgen zijn elfjarig zoontje on naamgenoot met een scheermes den hals afsneed, was gister avond nog zorgwekkend. Evenwel is her stel niet geheel uitgesloten. Gisternacht werd te Amster dam aan de politie door een spoorwegwer ker medegedeeld, dat een man van een zolderschuit in dc Elandsgrachfc was geval len. Drie agenten van politie gingen daar op onmiddellijk aan het dreggen en haalden ruim een halfuur later den drenkeling op Een geneesheer kon slechts den dood con- stateeren. Tc Zaandam had gisteren het 8-jarig zoontje van den heer Brouwer aan het Hanenpad het ongeluk te water te vallen en te verdrinken. De kermiste Eindhoven. Dc Raad der gemeente Eindhoven heeft besloten dc kermis op den gewonen tijd, den eersten Zondag in Juli, te doen plaats hebben, daar do toestanden in de gemeente weer geregeld zijn. Zonderling geval. Te Kam pen doet zich hét merkwaardig geval voor. dat een aftredend anti-rev. raadslid, de 7-1- jar. H. de Groot, zitting hebbende in dis trict 3, niet weer door de anti-rev. cn r.-k kiesvereeniging is gecandideerd. Töeh is dit lid door een groep liberale kiezers op nieuw candddaat gesteld. (Zw. Ct.) Gistermiddag omstreeks vijf uren had er tusschen Schoonhoven en Am- merstol in do rivier do Lek een ongeluk plaats. Een jacht van den heer Z. uit Rot terdam kwam van Arnhem zeilen, toen ter hoogte van Steenplaats een der varensge zellen H. P. Q., een jongen van 14 jaar, ook uit Rotterdam bij het omzwaaien der fok overboord sloeg en verdronk. Het Ujk is nog niet opgehaald. Op dc Yeluwc is de pluk der boschbessen begonnen. Dagelijks worden uit Ede honderden vaatjes naar Engeland verzonden. De prijs was gisteren 80 cents per vaatje van 3i K.G. Donderdagmiddag was dc landbouwer Terrat wonende in den Over- weerschen polder nabij Purmerend, op zijn land aan liet hooien, terwijl zijn vrouw en 10-jarige dochter zich in de woning be vonden. Door den hevigen wind woei een huishou delijk voorwerp in de sloot. De dochter wil de het er uithalen, doch viel voorover in het water. Op haar hulpgeroep kwam do moeder ter redding aansnellen en sprong haar kind na. Ze konden zich echter, daar niemand in de nabijheid was, niet redden en beiden verdronken. Toen do man eenigen tijd daarna thuis kwam, ontdekte hij het vreeselijke ongeluk. B ij ge 1 o o f. I n de „N. R. Ct." leest men in een verhaaltje over een won derdokter, die woont in een Bctuwsch dorp en die zich in een goede reputatie verheugt, o. m. het volgende: Je hebt je voet ver stuikt; je stuurt moeder, vader, zuster, broedér, neef of vriend naar hom toe en op het oogenblik, dat deze uit P's mond hoort: „Gaode gij mar nar huis; ikke zal d'r veur zörregcvoelt gij dc pijn verminderen en ziet gij den gezwollen voet slinken. Hebt gij kind nog kraai, vriend nog maagd in de wereld en is u het gebruik der rechter hand nog gelaten, schrijf hem een brief en het gevolg is hetzelfde afs bij persoon lijk bezoek. Alleen bij brandwonden, waar op „wooter gewiee" is, staat zijn kunst machteloos, P. blijft onder al deze wonderwerken een doodgewoon mensch. „Anders kundet nog wellis hebbo," 7.00 vertelde mij mijn zegs man, „dette belèzers van aondoening be ginne to zweeto. Dè hè'k gezien, toe 'k te Alkmaor boerekneg was. Bij 't springe óver 'n slóot verstuktc 'k m'nen voet. 'k Kreeg 'n been as'nen pot en kos gin nas uit te weg. Den dokter kos mie nie hellepe en daor zat ik. Wiftewk, zcec ze têge me, 'k liet Jan B. uit A. is komme. Die kan oe hellepe. En op d'n merrekdag komtie aon. „Bel, kjèl, kjèl," zeetie, dog siet er naor uit; mar des niks, ge bint- er binne 'n poor dao- ge klaor mee." Hij hoalde z'non rooien zakdoek uit. de zak en leej aon 'nen tip 'nen kneup ter in. En hêel zagjos gonk ie toe van de. kniej nor de teeë toe, en 'k fuülde, dettie do pijn d'r uit trok. Mar zwóetc dettie deej, dè was mcraokel'k Denk fan de beruring! „Wit te wa-dc nou doen mot Gaart jan," zeet ie. „Nou nimde twee emmers mi slóotwaotcr en daor gao dc inzifce cn as 't wooter in d'n êencn emmer werrem is, stektoe bêcn in d'n andere. En mit te vier daoge li^p ik as'nen hoos." Men s c h r ij f t uit-Brunss urn aan de „Limb. K.": Een ingezetene onzer gemeente wilde graag een plaatsje aan de groene tafel be machtigen en besloot zich candidaat te laten stellen voor lid van den gemeente raad. Vooraf werd gezorgd, dat dc lijst van de noodige namen werd voorzien en buur man zou zorgen, dat de lijst tijdig werd in geleverd ter bevoegdcr plaats.'. Buurman wasechter genoodzaakt om op den gedenk- waardigen dag van Dinsdag jl. een uitstap je te doen op zijn motorfiets. Geen nood Voor halfvier ben ik terug, werd er verze kerd. Ieder sportsman ochtcr weet, dat een rijwiel een nukkig ding is, vooral een motor. Was de benzine op, mankeerde iets aan de accumulatoren, sprong oen wiel band, men weet het niet Zeker is, dat het halfvier werd en geen buurman terug was. Dan vlug bij een ander aangeklopt. Deze is ook afwezig. Geen bezwaar, dan zal een derde buurman de zaak opknappen. Deze laatste ziet het onheil in den persoon van den candidaat naderen, verschuilt zioh *n hue lit R-, waar hij in een neef een bereid willig kiezer vindt. D^zc om toch zeker op tijd tc komen, tracht bij zijn kleine neofje op het achterwiel tc etappen. Hetzij nu het neefje te licht of de oom te zwaar is, feit is, dat beiden na cenig gescharrel met fiets, lijsten al in de heg buitelen en „oorn" besluit te voet het gewichtig document op het raadhuis te gaan deponeeren. Met vlug gen stap komt hij aan om te constateerc.i. dat de klok kwart over vieren wijst, dc 1 i om lijsten in te leveren voorbij is en allé moeiten te vergeefsch waren. En zoo kwam het dat de Brunssemer kiezers uit maal niet het voorrecht hebben tc kunnen stemmen, wijl de drio aftredende leden bij enkele candidaatstelling gekozen zijn. Van een naar het schijnt schrikkelijke ramp, die in Jamestown in Virginie heef't plaats gehad, komen de eerste berichten. Een aantal hotels moeten, vermoedelijk door eenzelfde oorzaak in brand geraakt zijn, juist op een nacht dat ze in verband met een tentoonstelling ia Jamestown overvuld met gasten waren. Ei ontstond een geweldige paniek onder de logé's, .waarvan er, naar voorloopig vast gesteld werd, uric verbrandden. De 4 anarchisten tc Odessa, die, wegens een gewapenden inval op het bureau van een Russische maatschappij, voor den krijgsraad terechtstonden, zijn ter dood veroordeeld. Uit Brody wordt geseind, dat een herberg op den landweg in de nabij heid van de Russische grensstad Radziwi- lof gisteren door 14 kozakken werd over vallen. Doze Barbaren olunderden Moorts het huis van een graanhandelaar, doodden dezen en zijn vrouw, verwondden hun ouden, bij hen inwonenden vader en sloe gen een zwager dc beide handen af. Zij stoken vervolgens het huis in brand cii gingen op de vlucht. Twee kozakken wer den op Oostennjksch grondgebied in hech tenis genomen. Een gevecht met. smokkel a~ ra Te i icdmout in Zuid-Carolina hebben belastingambtenaren een hevig gevecht gel .verd met smokkelaars, die een reuzen onderneming op touw hadden gezet, aan de Lirens van Georgië, Er werd, toen men iets van het plan ontdekte, een groot, macht saamgebrachfc op het betrokken punt cn de bende van tweehonderd smokt laait, verloor tien man aan dooden, vele ge wonden en een dertigtal, dat gevangenge nomen werd. „Gelre." I11 de vergadering van „Gelre" te Doc- tichcm heeft gisteren de heer Roclvink medegedeeld dat in zijn woonplaats, Win terswijk, in oen lru.tsten lijd no.; al urnen zijn gevonden, die echter als zc aan het daglicht kwamen uit elkaar vielen, al wc .11 ze nog zoo voorzichtig behandeld. De hecrcu Hcuff, Hoefer en Werner ga ven daarop eenige inlichtingen. Dc raad werd gegeven zich in dergelijke gevallen direcc tot prof. Holwcrda te Leiden te wenden. zijn koestal cn laat moeder de vrouw een deftig „niet thuis" geven. Wat raad nu? candidaats zoon neemt zijn fiets, belaadt zdeh met de gewichtige lijst en spurt in vollen ren naar het gé- FaillisBemcuten. H. van der Baan, koopman, tc Zieriksee. P. van Rijn, rijwielhandelaar en koop man te Haarlem, handelende onder dc fir ma A. Smits. M. Engelvaart, van beroep bouwonderne mer, tc 's-Gravenhage. G. M. Pool, banketbakker to Amsterdam. A. H. B. Martinet, alleen handelende on der dc firma H. Martiuot en Co., para- pluiefabrikant tc Gouda. J. J. van den Brink, aannemer, laatste lijk gewoond hebbende te Driebergen, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande. De naamloozo vennootschap Import- cn Export Maatschappij „Levant" te Amster dam. Geëindigd; dc faillissementen van P. J. Nevens, te Rotterdam; J. Vreeswijk, koop man to Willemstad; cn S. van Emmcn, winkelier in mantels, te Haarlem. Opgeheven: de faillissementen van II. Vos, winkelier, te 's-Gravenhage; en van H. Peer, schoenmaker, te Utrecht. Uit een leven vol vreugde, rijk aan licht fen zonneschijn, in bitteren nood gestort, was Charlotte van Torn gedwongen, met ■inspanning van al haar krachten, voor lich en haar kind het dagelijksch brood te perdienen. Dag aan dag zat zij aan de' naehine en haar bloeiende gestalte kwam |uj lit haar tot verval. Niemand had in die bleeke vrouw, die een schaduw dc straten der hoofdstad oorijlde, het frissche meisje herkend, dat lijf jaren geleden met lachend gelaat haar uitverkorene naar het altaar gevolgd was. laar man, een bouwondernemer, had het ekere uitzicht op groote inkomsten, toe>u pij geheel onverwachts de groote reis naar f' eeuwigheid deed cn de zijnen, die in een ckere mate van welgesteldheid zorgeloos loortgeleefd hadden, onverzorgd aehterla- en moest. i In den moeilijken tijd, die nu volgde, lord haar kind het eenige geluik van Charlotte, en roerend was het om te zien, |oe de kleine Ella het harteleed der moc- door de teederste liefde zocht te ver- pinde ren. Terwijl zij aan de voeten haicr poeder speelde en kinderlijk babbelde, lerd Charlotte door zware zorgen gekweld. WQ grootste dezer zorgen was wel, wat cr pan haar lieveling worden moest, wanneer paar krachten zouden zijn uitgeput en zij |n de onmogelijkheid zou veitkeercn iets verdienen. De waanzinnige angst oiru liaar gezondheid maakte haar ziek en daar bij arbeidde zij in zenuwachtige haast om te trachten een spaarduitje voor haar kind te veroycrendoch al te spoedig moest zij ervaren, dat do strijd tusschen haar wil en haar kracht niet dit resultaat ten gevolge had. Zij verdiende nauwelijks het dage- ÜjUsch brood. Eens ging zij, met een pak gereed ge maakte kleederen onder den arm, en met het sober gckleede kind aan de hand, om het karig loon voor haar vlijt te ontvangen. De hoofdstad brengt in haar afwisselend leven ieder oogenblik de grootste contras ten te voorschijn. De arme arbeidster ge bruikt haar slapcloozc nachten om zich brood te verschaffen, terwijl het product van haar arbeid door dc elegante dames op de wandeling ten toon gesteld wordt. Op het oogenblik, dat Charlotte door een zijdeur het weelderig ingerichte magazijn be trad, hield een prachtige equipage voor het hoofdportaal stil. Een bediende opende het portier en volgde met ontbloot hoofd een slanke, in het zwart- gckleede dame tot den ingang, waar de chef eerbiedig voor haar boog. De jonge weduwe lette nauwelijks nog op dergelijke tooneelen, die zij reeds zoo vaak had aanschouwd; zij begaf zich in de werk zaal ver achter in den tuin en nauwelijks binnengetreden, verscheen van de andere zijde een jonge man, die, toen hij haar zag, verheugd uitriep „Dat treft buitengewoon, vrouw Van Torn 1 Ga aanstonds naar voor; één onzer voornaamste klanten, barones Blankenburg, wil haar mantel nauwer hebben. Het is een van die, welke gij de vorige week hebt af geleverd." Charlotte legde hoed cn mantel af cn vol deed snel aan het haar gedane verzoek. De dame, die zij zooeven uit de koets had zien stappen, nam niet de geringste notitie van haar; slechts toen haar dooi- de winkel juffrouw naar iets gevraagd werd, verhief zij langzaam haar edel gevormd hoofd en gaf een kort, duidelijk antwoord. Op dit oogenblik viel haar c»g op het lievo kindcrgclaat van de kleine Ella, die ongemerkt haar moeder nageloopcn was cn nu verlegen met den vinger op den mond te midden van een zonnestraal stond, die met gouden weerschijn over haar blonae lokken speelde. De groote, onschuldige oogen zagen schuw cn vol bewondering naai* de voorname dame, wier donker gelaat bij het aanschouwen van bet kind plotseling allen ernst cn alle zwaarmoedigheid ver loor. Tot verbazing der aanwezigen boog zij zich neder om Ella onder tranen on kussen omhoog te heffen. „Erika," mompelde zij cn drukte het kind innig tegen zich aan, „mijn Erika, komt gij ïcrug om mijn grenzenlooze smart te leni gen?" Ella liet zich deze vreemde handelwijze onbevreesd welgevallen; zij legde vertrou welijk lachend haar armpje om den halg der barones. De dame meende het goed^met haar en daar zij van nature een lief kind was, lag het in haar aard, elke vriendelijkheid, die haar bewezen werd, met wederliefde te vergelden. Mevrouw Van Blankenburg herinré.rdo zich plotseling, waar zij zich bevond; zij keek met een uitdrukking om zich alsof zij uit een weemoedig-gelukkigen droom ont waakte. Behoedzaam zette zij het kind ne der, ontdeed zich dan van het aangepaste kleedingstuk cn vroeg daarna naar den naam en de betrekkingen der kleine. Nadat zij de gewenschte inlichtingen ver kregen had, verzocht zij de moeder, gehoor zamend aan een plotselinge ingeving, met het kiüd mee naar haar hotel te gaan. Verwonderd willigde Charlotte in cn toen zij na een korten rit in de prachtige hotel kamers waren aangekomen, liet de barones haar het portret van een zeer J:of meisje, dat trek voor trek op Ella geleek zien. „Ik ben diep getroffen door deze gelijke nis," zeide zij met bevende stem, „en ik zie er een teeken des Hemels in, dat uw kind mij op den weg gezonden is. En om u aanstonds te zeggen, waarom ik u hierheen gebracht heb, zoo giDg zij zonder verdere overlegging op haar doel af, „richt ik het verzoek tot u, mij uw kind ter opvoeding af te staan. Schrik niet," ging zij goedig voort, toen zij bemerkte, dat het gelaat der jonge vrouw doodsbleek werd, „ik 7.al do khinc beminnen, alsof het mijn eigen kind ware. Bedenk, dat gij nimmer in staat zult zijn, zoo voor Ella te zorgen als het mij mogelijk is. En dan", weder kwam er een donkere sluier over haar zwaarmoedige oogen, „mijn leven i3 zoo vrcesclijk leeg en eenzaam; liet zal veel beter worden, wanneer gij er toe besluiten kunt, aan mijn bode ge volg te geven. Denk er nog eens over na vrouw Van Torn", besloot zij vriendelijk overredend, „ik kom morgen zelf en haal uw antwoord. Ik kan mij wel voorstellen, dat het u zwaar moet vallen van uw kind te scheiden; maar ik geloof ook, dat gij zult inzien, dat ik slechts Ella's geluk il. Ik verlang wel een offer, maar niets onmon- schelijks van uw moederliefde, want ik bid u slechte vurig uit uw kind datgene te mogen maken, wat ik uit het mijne zou hebben ge maakt: een wèlopgevoed, gelukkig men- sohenkind, dat, voor zoover liet in mijn macht staat, bewaard zal blijven voor allen nood, en de zorgen des levens niet dan bij naam zal loeren kennen. „Uw eigen toekomst wil ik door een klein kapitaal verzekeren: gij zult onbe zorgd kunnen leven. Bovendien gij zijb nog jong, gij kunt weder huwen; de gan- schc wereld staat voor u open Zoolang zij sprak, liad 7.ij het kind op den schoot gehouden, nu kuste zij het, drukte het dan de radelooze jongen vrouw in den arm cn onder geruststellende af scheidswoorden liet zij beiden uit. Den volgenden dag op het bepaalde uur beklom de barones de haar ongewone trap pen van een groot huis, bewoond door vcio gezinnen. Bijna geheel buiten adem trad zij bij de jonge vrouw binnen. Deze bevond zich in een kleine ruimte, slechts van het hoogst noodzakelijko voorzienmaar alles zag er even zindelijk uit. Bij den aanblik barer bezoekster stortte Charlotte met een luiden kreet naast haar kind op de kniecn cn omklemde haar kind, terwijl haar lichaam (krampachtig schokte. Haar gelaat was doodsbleek; zij zag cr uit alsof haar het hart dezen nacht gebroken (Wordt vervolgd).,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 19