RECEPT.
Wekelijksche Kalender.
RAADGEVING.
ALLERLEI.
Bedoelde liederen worden elk jaargetijde
veranderd.
Naar medegedeeld wordt, weegt de klok,
die het uur aangeeft, 6454 K.G.; de hamer
heeft een gewicht van 100 K.G.
Het carillon bestaat uit 22 klokken, die
aamen een chromatische toonladder vormen.
Het gewicht dier klokken varieert van 33
tot 2230 K.G.
Een bijzonderheid van het klokkenspel is,
dat de melodie even gemakkelijk veranderd
kan worden als bij een phonograaf.
Het uurwerk afzonderlijk weegt ongeveer
«ooo K.G.
Een mEsSukte proef.
De stad Liverpool wordt verlicht door
18,783 straatlantaarns of Tampen; vijf mij
len worden verlicht door electriciteit, 436^
mijlen door gloeigaslicht en 9 3/4 mijlen,
voornamelijk achterbuurten, door do ge
wone vleermuisvlam.
De commissie voor de lichtfabrieken be
sloot verleden jaar een proef te nemen met
niet-aansteken van de openbare verlichting
gedurende één week in het hartje van den
zomer, ten einde aan de lantaarnopstekers
een week vacantie te kunnen geven. Over
wegende, dat gedurende die langste dagen
de tijd van branden der lantaarns maar
zeer kort duurt, dacht. men dat dit wel
gaan zou. Den 23sten Juni begon men met
de proef en werden de lantaarns en lamp:n,
behalve die langs de trarft, niet aangesto
ken, maar daar 't weer toevallig zeer on
gunstig was voor de proef en spoedig de
klachten van de i->litie, in do per^ en van
't publiek legio wa: - u, moest del proef den
25sten Jnni reeds gestaakt worden.
Uit 't verslag vaü de lichtfabrieken te Li
verpool blijkt nog, dat onder het oude mar
teriaal, van den dienst van 1906 verkocht,
ook behoorde een partijtje van 100 pond
asoh van gloeikousjes, die 10 sh. per pond
opbracht.
STOFGOUD.
De slaap is een edelmoedige dief, die
aan kracht teruggeeft, wat hij aan tijd ont
neemt.
Oairm en S ylva
De rijkdommen zajn voor den gierigaard,
ocducht voor verliezen, wat de trekpleister
is voor den podagrist of een schilderstuk
voor den ooglijden,
Horatius.
Hebben is bebben en krijgen is de kunst.
Is hebben „hebben" krijgen is de
„kunst!"
Zoo luidt de spreuk;
En steeds stond ze bij mij in goeden reuk
En groote gunst!
Niet, dat ik daartoe icd'ren weg wil
gaan,
Of andxen ra&n;
Maar omdat k r ij g e n krachtig maak4:
en knap,
En hebben slap
Bezit is 't Vaderliefjel), dat ons kapt
Bij de avondkaars;
Maar krijgen is de zovenmijlen-laars,
Die voorwaarts stapt;
Bezit is van genoten volle Neef
Of 't ging of bleef
Maar streven (rijke en onuitputb'ro
schat!)
Kent geen gehad!
Is k r ij ge n Leven, hebben is dc Dood
Doch... he b t gij iet,
Geeft 't Arm'ren (dkt maakt levend
mitg ge 't niet
Werpt in hun echoot.
Leer hun verkrijgen ook: 't Is, tot
het graf,
De Mozes-staf,
Die uit des Levens steenrots (hoe 't ons
gaat!)
Frisch water slaat 1
1) 'Een soort van, mots of kalotje..
Honden aan diners.
Dit is de „dernier erf', de chic, de
„last fashion" onder de dames der aller
eerste kringen in Engeland: men neemt
zijn lievelingshond mee op diners en weigert
alle uitnoodigingen, waarbij de dieren uit
gesloten i althans niet inbegrepen zijn. De
grootero exemplaren, die niet voor schoot
honden kunnen en willen doorgaan, .worden
onder dc eettafel gelegd en vermaken zich
daar met vechten, bijten en blaffen naar
natuur en aanleg, zoolang ze niet genieten
althans van de hun voorgezette heerlijkhe-
c en, waarop ze als gasten recht hebben.
De kleine honden, de zoogenaamde „toy
dogs", worden op schoot genomen, slurpen
soep uit een lepel, krijgen van eiken scho
tel hun deel en happen naar de bedienden,
die op zulke gasten nog niet geoefend zijn.
Bavaroise anx fraisea.
Een paar pond geurige aardbeien wrijft
men door een zeef (liefst een paardenha
ren) on vermengt ze met een half pond
poedersuiker, een half ons gelatine, in ko
kend water opgelost, én een half theekopje
citroensap. Men laat dit mengsel in ijs
stijf worden, maar het moet van tijd tot
tijd worden geroerd, opdat zich geen klont
jes vormen. Als het gebonden is, roert men
er een liter geklopten room doorheen, en
doet het in een steenen vorm, die dan
nogmaals in het ijs wordt gezet..
Zondag.
Wie „in 't geheel niet behoudend" is,
heeft zeker niets te verliezen.
liaan dag.
Het meest genotvolle moet teveng het
reinste zajn.
Dinsdag.
Weest steeds bereid om anderen te helpen
en men zal ook u niet in den steek laten
als gij hulp behoeft.
Woensdag.
De menigte beloont met een storm van
bijval als men behoorlijk wind maakt.
4
Donderdag.
Over twee dingen moet men zich nooit
bezorgd maken. Niet over zulke, waar
niets meer aan te veranderen is, en ook
niet over zulke, die nog te veranderen zijn.
Vrijdag.
De liefde kost niets, en toch is haar
waarde groot, want zij maakt haar bezitter
rijk aan zegen cn kweekt een rijkdom van
geluk om zich heen.
•-
Zaterdag.
Het ingeschapen gevoel van onverganke
lijkheid deed den mensch zich verbazen
over den dood.
Togen lnis bij kippen.
Eenige planten van pepermunt in bet)
kippenhok houden de sterke vermeerdering
van luis tegen.
Insmeren der aangetaste vogels met roze
marijnolie verdrijft de luis eveneens. Kar-
bolzand strooien tusschen de veeren is ge
vaarlijk: er kan vergiftiging door ont
staan*
Een oolljkerd.
Jan moest voor zijn moeder inkoopen
doen. Allereerst toog hij met zijn bood-
Bchappenmandje naar den eierenhandelaar
en vroeg hem met een brutaal gezicht:
„Wilt u mij een dözdjn eieren van zwar
te kippen geven?"
„Van zwarte kippen?" vroeg de ver
baasde koopman.
„Ja zeker, door zwarte kippen gelegde
eieren, bedoel ik."
„Maar, jongen, wie kan nu in 's hemels
naam. zien welke eieren door zwarte kip
pen gelegd zijn?!" riep de handelaar ver
bluft uit.
„U misschien niet, maar ik wel!" pochte
het jochie.
„Nu, vooruit dan," zei de koopman en
wees met de hand naar een grooten korf,
die in een hoek van den winkel stond.
Het jochie had zijn zin en graaide met
zijn groezelige knuistjes in de volle mand.
Hij zocht twaalf der grootste eieren uit,
stopte ze in zijn mand, betaalde en ver
dween.
„Lekker bedot", mompelde hij glim
lachend, toen haj op straat stond.-
Dubbelzinnig. Jan: „Zus, als
ik de kamer uitga, geeft neef je een zoen P'
Z#uster: „Wil je wel eens gauw de ka
mer uitgaan, Jan?"
Een predikant preekte in een gevangenis,
en hij merkte daarbij op, dat een der ver
oordeelden bijzonder getroffen scheen door
zijn woorden.
Hij sprak dien man later afzonderlijk aan
en zei:
„Ik hoop, vriend, dat gSj mijn woorden
ter harte zult nemen en een ander mensch
worden V'
„O, ja, dat zal ik," antwoordde de gevan
gene. „Ik zal nooit weer een misdaad be
gaan en geen mensch meer kwaad doen."
„Het doet mij genoegen, u dat te hooren
zeggen," zeide de predikant. „Maar zijt ge
zeker, dat ge woord zult kunnen honden V'
„O, ja, ik zit hier levenslang."
De advocaat van een beklaagde probeer
de een getuige door strikvragen in de war
te brengen.
„Zijt ge er zeker van", vroeg hij, „dat het
de 17de geweest isf'
„Beslist zeker", antwoordde de getuige-
„Maar waarom zijt gij er zeker van?"
„Wel," antwoordde de getuige, „omdat
het 'a daags te voren de 16de en de dag er
na de 18de was!"
Dienstmeisje, dat 's daags te vo
ren haar dienst Opgezegd heeft: „Mevrouw,,
ik heb wel eens gelezen, dat plotselinge
vreugde dooden kan. Mag ik n er daarom
voorzichtig op voorbereidendat ik weer
denk te blijven?"
Een klein, brutaal jongetje belde giste
ren aan bij dokter Pil.
„Is de dokter thuis, dan wil ik hem spre
ken 1"
„Neen," zei dc. meid, „hij is uit."
„Zeg hem, zoodra hij thuiskomt, dat hij
dadelijk bij ons komt en dat kind van ver-
leden week weer medeneemt. Wij hebben er
allemaal last van!"
J o n g m c n sc h: „O, juffrouw, wanneer
ik u aanzie, zijn mijn gedachten heelemaal
weg
Jongedame: „Waarom volgt u dan
uw gedachten niet?"
Geef zceensongelijk! Mevrouw
N. heeft een zeer week gemood. Het regende
hard en zij zag uit het venster een schoen
makersjongen, die geen parapluie had, eD
liet den doornatten jongen dadelijk binnen
liepen.
Een oogenbük later komt mevrouw rn de
keuken en roept verbaasd uit:
„Wat zie ik daar? Heb je een soldaat in
de keuken?"
„Ja-, mevrouw, ik riep hem binnen, want
I hij Ir óók geen parapluis J"-