Grimineele fotografie. menschen. Te denken, dat we weer veree- nigd worden." „Denk niet," zei ze, „dat zou je hoofd pijn doen krijgen." Hij lachte. „Dezelfde lieve Ellen", zuchtte hdj tevre den, „altijd schertsend." Toen Petruchio weer verscheen, stond Ellen op. „Ik voel me niet wel," zei ze. „Wil je mij thuisbrengen?" Hij ging gauw naar haar toe en keek be zorgd naar haar, toen ze afscheid nam ▼an lady White. „Wat scheelt er aan? Ben je werkelijk ongesteld?" vToeg kapitein Shally teeder. „Ja," antwoordde ze op zachten toon, „heel ongesteld. Goeden avond." Hij zag haar gaan en wist niet, wat hij •r van denken moest. „Ben je geslaagd?" vroeg lady White, toen Ellen weg was. „UitstekendZo heeft me aangenomen. Maar het is lastig voor haar om met Pe truchio tc breken." »»Hij is heel zacht, daar hoeft ze niet bang voor te zijn,zei lady White. „Ik Wensch je hartelijk geluk." „Hoe gaat het je?" vroeg Petruchio ang stig, terwijl hij het portierraampje neer liet, om Ellen versche lucht te geven. „Ik ben niet ziek, maar ik kon het niet langer bij kapitein Shally uithouden. Het was afschuwelijk van lady White om hem te vragen en ons alleen te laten. Ik kon niet laten hem wat voor den gek te houden om te zien, of hij nog dezelfde was. En hij was precies dezelfde, geen zier veranderd. Maar zeg, ik vind, dat je mij wel eens hadt kunnen aankijken, om mij wat aan te moedigen." „Ik kon niet", antwoordde hij met moei te. „Het was dwaas van me, dat ik van avond bij je bleef. Het was een onbeschrij felijke pijniging." Ze sloeg haar armen om zijn hals. „Lady White vertelde me vandaag, dat ik je nam om je geld. Ik ben zoo blij, dat ii haar nu het tegendeel kan bewijzenIk geef niet om je verliezen. Wij zullen er des te nauwer door aan elkaar verbonden wor den." Bewogen fluisterde hij: „Ik heb je ook verkeerd beoordeeld. Ik dacht evenals lady White. Ze sprak er met mij over, ze waar schuwde mijIk dacht zeker, dat het van avond tusschen ons uit zou zijnIk berust te er in, je te verliezen, als zij gelijk had. De geschiedenis vin mijn ruïneering was overdreven. Ik heb nog andere middelen. „Zeg me maar niets meerIk begrijp het. Je hebt mij op de proef^ gesteld, maar ik kan niet boos op je zijn, omdat ik zooveel van je houd. Ik begrijp ^nu alles. Als ik er ingeloopen was; als..." Ze verborg haar gelaat aan zijn schouder. „Je moet niet schreien," fluisterde hij teeder. „Ik schrei nief', antwoordde ze, „ik lach van blijdschap". In „Lux", geïllustreerd tijdschrift voor fotografie, schreef dr. Ed. Neuhauser het yolgende over Crimineel© fotografie: Slechts weinigen zullen beseffen% welk een hoogc vlucht de crimineele fotografie in den laatsten tijd genomen heeft, en van hoeveel belang zij tegenwoordig is. Toch heeft ook het groote publiek er reeds een en ander van gehoord. Zoo weet men, dat ieder groot poli tie-centrum een „misdadigersalbum" aanlegt, dat voortdu rend goede diensten bewijst. Zoo weet men, dat er belangrijke verza melingen bestaan van foto's van misdadi- gers-ooren, welke, evenals die der vinger afdruksels, onbedrieglijke herkenningstee- kens der heeren misdadigers zijn. Ook is het bekend, dat de tasteporen der misda- digers, hun slachtoffers met alle kwetsuren, de bij de misdaad gebruikte weiktuigen, enz., gefotografeeirld worden en d!at deze opnamen in menig proces een belangrijke rol speelden. Doch nu blijkt uit een kleine tentoon stelling, kortelings t© Weenen gehouden, dat, behalve het hier genoemde, de foto grafie in dienst der justitie nog ontelbare malen met succes te hulp komt, dó&r, waar menschelijke scherpzinnigheid de grenzen van haar kunnen had bereikt. Deze ten toonstelling werd gehouden op initiatief van den bekenden gerechts-chemicus, dr. Paul Jeserich, die reeds tientallen van ja ren in zijn vak werkzaam is, en daardoor ruimschoots in de gelegenheid, interes sant materiaal te verzamelen. De onthul lingen, die hij van de fotografie verwacht en inderdaad door haar doet uitvoeren, grenzen aan het wonderbaarlijke. Niet meer dan 80 foto's heeft hij op de tentoonstelling bijeengebracht, maar ieder dezer opnamen vertelt óns een spannend gerechtelijk drama. En het oude, diep-in- geworteld volksgeloof dat de zon alles aan den dag brengt, alle duistere misdaden, die daar bedreven werden, het verkrijgt door deze fotografische beelden een geheel nieuwe, machtige beteekeuis. De zon toch ontdekt alle verdraaide, be dekte, uitgewischte sporen en houdt ze vast in het beeld- Men behoeft de opgenomen lichtbeelden slechts te vergrooten wat in de meeste gevallen ongetwijfeld met eeD speciaal daartoe geconstrueerd toestel geschieden moet om de ontdekte sporen voor ieder' oog zichtbaar te maken. Reeds de eerste beelden der verzameling doen ons het groote gewicht dezer methode beseffen. Het zijn foto's van twee brieven met geldswaarde, die zonder geld bij den beklagenswaardigen ontvanger aankwamen. Werd do inhoud gestolen nè, aanteekening van den brief of had reeds de afzender ze met blanco velletjes papier in plaats van bankpapier gevuld Beido brieven leken volkomen ongeschonden. Hoe ook envelop pen en inhoud onderzocht werden, hoe vaak ook van alle kanten bekeken, zij le verden geen uitgangspunt voor het onder zoek op. Maar dat deed de vergroote fotografie in een ommezien. Duidelijk toonde zij bij een der enveloppen een dubbelen kleefrand aan, benevens een uiterst kleine onderbre king van het poststempel, dat over den rand gedrukt was. Klaarblijkelijk was dus de brief na afstempeling geopend- Geen dezer verraderlijke teekens was op het ver groote fotografische beeld der tweede enve loppe te ontdekken. Daarentegen deed de foto der witte blaadjes in den brief ons de flauwe ronde schaduw zien van den, met Eet bloote oog niet waarneembaren, indruk, dien het post stempel op den inhoud had gemaakt. Hier door stond va&t, dat de brief reeds met de blaadjes papier en zonder geld aan het lo ket werd afgegeven. Met deze enkele voorbeelden is de lijst der merkwaardige gevallen, waarin door de fotografie zullk een bewonderenswaardige bewijskracht wordt ontwikkeld, nog lang niet uitgeput. Ja, men kan wel zeggen, dat ieder nieuw blad waarop ons oog valt, een nieuwe verrassing inhoudt. Daar zien wij een paar verbrande laadproppen, die het. spoor van den misdadiger deden vindeu. Door de vergrooting der fotografie her kende men den druk van de courant: het was die der „Kölnische Zeitung." Hier door had men een draad in handen, die vervolgd werd tot men den dader ontdek te: het was iemand, uit die Rijnstad af komstig. Een andere moordenaar droeg een linnen masker, waarvan een stuk in de hand van het slachtoffer werd gevonden. Bij de huiszoeking bij den vermoedolijken dader kwam een stuk linnen te voorschijn, dat aan het gevonden lapje identiek soheen. Langs fotografischen weg 'kwam niet alleen de volkomen gelijkheid der bei de weefsels aan den dag 4 donkere dra den werden steeds gevolgd door 14 lichte maar ook dezelfde fouten in het weef sel. Een worging geschiedde door middel van een eind touw en een soortgelijk eind werd gevonden in den zak van den vermoedelij- ken dader. Het onomstooieïijk bewijs, dat beide deelen bij elkaar behoorden werd echter eerst door de vergroote fotografie geleverd, die bewees, dat beide einden touw precies aan elkaar pasten. Uit een gestolen trouwring werd de in scriptie „S. 5. 2. 88" weggekrabd en door een nieuwe „12. 12. 93 G. S." vervangen. Op het vergroote fotografische beeld wer den echter de sporen van de oude inscrip tie, die niet eens met de loupe, laat staan met het bloote oog, te ontdekken waren, dadelijk zichtbaar. öp dezelfde wijze brengt de vergroote fo tografie nog bloedsporen aan den dag., die met het bloote oog niet meer te ontdenken zijn. Kleine bloedspatten op 'den ïoed van den moordenaar, een donkere schaduw op zijn pantalon, waar hij zijn vinger afveegde, (kwamen op de fotografische plaat duidelijk, voor. Een rood merk, dat uit linnengoed getornd was, liet zoo duidelijk klenrsporen na, dat men op de foto duidelijk de Go-' thische M kon herkennen, die er na den roof uit werd verwijderd. De kogels, in het lichaam van een ver moorde gevonden, vertoonden op de foto grafie duidelijk eenige kleine schrammen, die blijkbaar slechts veroorzaakt konden zijn door een kleine oneffenheid in den otogenschijnlijk zoo gladden revolverloop, waaruit zij waren gelost. En alle andere kogels, met de revolver van den vermoede- lijken dader afgeschotent vertoonden de zelfde schrammen. In verschillende andere processen werdeD soortgelijke oneffenheden in de geweerloo- pen der misdadigere op dezelfde wijze ge constateerd. Op het snijvlak van afgehou wen boomen doet de fotografie ons even eens kleine inkervingen van het mes zien, die met het bloote oog niet te ontdekken waren. Op een volgende foto zien wij de totaal verkoolde, iüeongerolde overblijfselen van papier. Do vergroot© fotografie maakte hei mogelijk bet schrift op deze resten te lezen. Een daarvan was gebruikt voor de laad- prop, die men in het lichaam van iemand, dio doodgeschoten was, had gevonden. De moordenaar had tot prop een enveloppe ge bruikt, waarop zijn adres stond. De andere overblijfsels werden bij een brand gevon den. Het bleken blaadjes uit het notitie boekje van den huiseigenaar te zijn, die zijn huis zelf in brand had gestoken om de hooge verzekeringssom machtig te wor den. Ook het schrift op een „Kassiber", een misdadigersbrief, een lap linnen, die sterk gehavend en ingeslikt was, werd door dit fotografisch procédé duidelijk leesbaar. Wat deze methode echter van bijzonder belang maakt, is het feit, dat zij zonder uitzondering iedere schriftvervalsching op de meest éclatant© wijze aan het licht brengt. De verschillende inktsoorten toch, che met het bloote oog niet van elkaar te on derscheiden zijn, worden door het licht in verschillende tinten weergegeven. Het kan zijn, dat een nagemaakte hand- teekening, met het bloote oog bezien, vol komen identiek schijnt aan de echte. De vergrooting door do fotografie toont aan met hoeveel moeite, met hoe bevende hand zij in honderd kleine haaltjes werd nage- troEken^ onverschillig of het papier op ta-. fel lag, dan wel de handteekening tegen de vensterruit werd gehouden. Geen wisselvervalsching, geen vervalsching van officieele stukken is tegen deze metho-, do bestand. Geen radeeren meer, dat de zon niet aan den dag zou brengen. Zelfs nitge- wischt potloodschriffc kun nog geconsta teerd worden, want de potloodpunt maakt flauwe indrukken, die op de gevoelige plaat door een schaduw worden weergege ven. Op totaal bekladde, door overgeworpen inkt onleesbaar gemaakte stukken, komt het schrift, dat men daaronder wenschte te' verbergen, afwijkend getint op de fotogra fie te voorschijn. .Geenerlei bedekking of beschildering van letters en cijfers is denkbaar, die iriet door de vergroote fotografie aan den dag £omt. AI deze vervals-hingen kunnen nog slechts

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 14