allerlei.
Zorg voor frissche lucht.
Wekeiyksche Kalender.
De heer K- F. Westerouen van Meetoren,
ticE noemende „Ventilator", heeft eea
bBOcbure geschreven over een groot gevaar
voor de gezondheid. Daarvan is kort gele
den te Haarlem hij J. L. E. Kleynen-
berg een tweede, her-* ene druk verschenen.
Onder het motto „Onzuivere lucht doodt
meer menschen dan het zwaard" (Pringle)
wekt do schrijver op om steeds te zorgen
voor goede, zuivere lucht. Het geschrift be
vat behartigenswaardige wenken.
„Bedorven lucht", zegt de schrijver o.a;.,
is officieel. Kom in de Vergaderzaal van
de Tweede Kamer, op de Ministeries, cte
Gerechtshoven, Raadzalen, Post- en Tele
graafkantoren, bij Rijks- of' Gemeente
ontvangers, politiebureaus, enz., enz. Haal
uw neus eens op. „Bedorven lucht", overal
bedorven lucht. Uitzondering is bet een
goed geventileerd lokaal aan te treffen,
en ik geloof, dat eer in de stad mijner in
woning 1) geen tien gezinnen zullen ge
vonden worden, waar zooals bij ons in
woon- en slaapkamers steeds een raam ge
heel of een weinig geopend is, dag en
nacht. In den spoorwegcoupé gaat het dik
wijls met onaangenaamheden gepaard, een
weinig versche lucht te krijgen» De ka
mers, waar dokters hun patiënten ontvan
gen, zijn maar al te vaak verstoken van
voldoenden toevoer van versche lucht, ter
wijl het in sommige ziekenzalen stinkt. 2)
Ik heb het verscheidene malen gezien, dat
kinderen heilgymnastiek deden (nota-bene
diep ademen) in een gesloten kamer onder
leiding van een deskundige, en het Behoort
ook niet tot de zeldzaamheden, dat leer
lingen van de lagere scholen orde-oefenin
gen doen in benauwde school vertrekken.
Dat zieken weken achtereen in gesloten
kamera liggen, behoef ik waarlijk niet te
melden; dat is te goed bekend, 's Nachts
met open ramen slapen, heet schadelijk
voor de gezondheid. Waarom? oUitgeademde
koolzuur den planten in de buitenlucht is
eenvoudig „am grünen Tiscb erfundèn",
schrijft de redactie van de „Hygiënische
Bladen"* zeer tereebt, in antwoord op een
vraag: „Kan men gerust des nachts met
open ramen slapen?" En vervolgt dan:
„Niemand heeft in de buitenlucht des
nachts meer koolzuur kunnen aantoonen en
de weinige duizendste procenten, die et
meer in zouden kunnen zijn, zullen onze
gezondheid niet zooveel schaden als onze
eigen vergiftigde uitwasemingen."
De scheikunde heeft de laatste jaren
groote vorderingen gemaakt. Ik zeg do
laatste jaren, want het is nog zoo heel
lang niet geleden, ik meen vijftig jaren,
dat men ontdekt heeft, hoe vergiftig de
lucht is, die de rpensch uitademt. Vóór
dip.n tijd leefde men in het stellig idee,
dat de uitgeademde lucht, minstens on
schadelijk, zoo niet bevorderlijk was voor
.de gezondheid. Bij ziekten werden de gor
dijnen om het ledikant of do bedstee zorg
vuldig gesloten, de ramen natuurlijk dient.
Voor de deur een tochtscherm, opdat geen
verraderlijk tochtje de zieke kon genaken,
drankjes slikken, snoepen uit den likke
pot en zoo moest men dan genezen. Wie
sterk van constitutie was, werd gezond,
ondanks slechte lucht en drankjes, en dan
kroeg natuurlijk de zorgvuldige verpleging
alle eer, de natuur had er niet mede te
.makenen bezweek men, dan was net
doordat de ziekte zoo hevig was. Zoo gast
het, helaas, tegenwoordig nog dikwijls.
Er liggen in onze dagen nog heel wat
ad eken achter gesloten bedgordijnen. Dood
leuk vertelde mij eens een amoachtsman,
dat hij altijd sliep met gesloten bedstee
deuren, en dan vraagt men nog, hoe long
tering ontstaat. Vulkachels op slaapka-
1) Te Haarlem in 1901.
2) In dezen tweeden druk zijner brochure
zegt de schrijver, met genoegen te kunnen
.vermelden, dat de toestand sedert 1901 veel
verbeterd is. Hij heeft de laatste jaren
ziekenzalen gezien, waar de ventilatie uit-
«tnknred is»
mers met half dicht gedraaide sleutels,
dubbele ramen, alles dicht. Gesloten slaap
vertrekken, waar men uitgedoofde kolen
in plaatst ter verwarming. Kleine kamers,,
verwarmd met petroleumkachels, zonder
pijp, raam en deur dicht, geen ventilatie,
het komt alles voor. 1)
Dat het domme volk zoo dwaas handelt,
is te begrijpen, het weet niet beter, maar
ontwikkelde, geleerde menschen, in vrees
voor tocht, heil zoekende in bedorven at
mosfeer, is dwaas.
Zondag.
Geluk maakt niet praatziek, wanneer
het zeen diep is.
maandag.
Goed reizen ïs een groote kunst. Goed
reizen moet een prikkel en een opwekking,
geestelijke verruiming en lichamelijke ver
ademing brengen.
Dinsdag.
Mode en weelde zijn tweelingzusters; do
ijclelheid is haar moeder, hoogmoed is haar
vader, en die lieve familie heeft al vele
duizenden te gronde gericht.,
Woensdag.
Wanneer de fortuin ons van het werken
ontlast, dan overlaadt, dc natuur ons met
tijd.
Donderdag.
Hij, die gelooft, dat hij in zkhzélven ge
noeg heeft om iedereen te kunnen missen,
bedriegt zioh zeer; hij, die gelooft, dat men
Lom niet missen kan, is nog dwazer.
Vrijdag.
Onze geheelo waardigheid wordt uitge
drukt door de gedachte. Tracht steeds goed
en eerlijk te denken, dat is het grondbegin
sel der moraliteit.
Zaterdag.
Eén mensch heeft drie wegen om verstan
dig te leeren handelen. De eerste weg is
door nadenken; dat is de edelste. De twee
de door navolgen; dat is de gemakkelijkste.
De derde is door levenservaring, en dat
is de bitterste.
Dame holt achter de tram:
„Conducteur, conducteur, ga je naar de
Stadszaal?"
„Neen, juffrouw; vanavond geen tijd!"
Landelijke humor. „Stelen is
slecht", zei Pieter Wannes tot zijn zoon,
terwijl zij naar den akker gingen, „en
wordt altoos streng gestraft."
„Ja, maar," zei de jongen, „ik heb moe
der eens hooren zeggen, dat gij haar hart
gestolen hebt. Daar zdjt ge toch niet voor
gestraft
„Zwijg, jongl" antwoordde Pieter Wan
nes, „daar heb ik levenslangen dwangar
beid voor gekregen, en die straf duurt nog
altijd voort."
„Wel, mevrouw C, zei dominee na de
kerk tot een zijner gemeenteleden, „Ik ben
blij, dat uw dochtertje weer beter is. Het
deed mij veel genoegen haar vanmorgen in
1) Treurig is het, zegt de schrijver, dat
de Staat het gebruik van de verderfelijke
petroleum- en gas-kacheltjea zonder af
voerbuizen bevordert door verwarmings
toestellen met afvoerbuizen te belasten.
de kerk te zien en ik heb de preek wat be
kort om harentwil."
„Zeer vriendelijk van u, dominee", ant
woordde mevrouw C. „Nu hoop ik haar
eiken Zondag mee te nemen I"
Wenk. Sergeant tot mil i-
cie n: „Zeg eens, Krelis, worden bij jullie
thuis de varkens zonder hammen gebaren 1"
In het dorp O. werd door een liefhebberij -
tooneel „Hamlet" gespeeld.
Den volgenden dag zag men in een
plaatselijk blaadje het volgend verslag:
„Gisteravond verzameld^ zioh de -'lite van
het dorp O. om „Hamlet" te zien opvoeren
door de toonec Ivor een iging „In hooger sfe
ren". Onlangs is er door geleerden' ge
twist wie eigenlijk „Hamlet" geschreven
heeft: Shakespeare öf Bacon. Nu kan men
de proef op de som nemen. Men grave èn
Shakespeare èn Bacon ophij, die zich gis
teravond in zijn graf heeft omgekeerd, is de
schrijver van „Hamlet"."
Liefdeonder tafel! Veront
waardigde dame (tot over haar zittende*
heer): „Mijnheer, als u mij lief hebt, 2eg
het dan, maar maak mijn kousen niet vuil."
VRAAG.
Weet iemand een middel tot het verdrij
ven van mieren van een perzikeboom?
[Antwoorden s. v. p. zoo spoedig moge
lijk onder motto .mieren aan ons Bu-
reel].
ANTWOORDEN.
Op de zes Vragen, in het Zondagsblad
van de vorige week gedaan, kwamen tijdig
in deze antwoorden:
Op Vraag 1, om een middel tegen wratten
op de handen
Men neme een stift zoogenaamde „helscha
steen", bij eiken apotheker te koop voc*
weinig geld; make de punt met water vocn-
tig en wrijve er de wTat mede; men late het
goed drogen; dagelijks herhalen en dè wrat
zal voorgoed verdwijnen.
Proefondervindelijk is mij gebleken, dat
het sap van een grooteboonenschil een af
doend middel tegen wratten is.
Men wrijft met het binnenste der scnaoht
de wratten flink in, herhaalt dit drie ma
len, na telkens het sap op de wratten te
hebben laten opdrogen.
Daarna werpt men die schacht weg op
een plaats, waar zij spoedig tot rotting
overgaat.
Als die schacht alsdan geheel is verteerd,
zijn je wratjes voorgoed verdwenen.
Op Vraag 3, een middel om een Panama
hoed goed schoon te wasschen, antwoordt
een winkelier in hoeden, dat men het best
en voordeeligst doet zoo'n hoofddeksel toe
te vertrouwen aan de zorgen van hem of
van zijn collega's te Leiden. De behande
ling kost heusch niet veel. Misschien zullen
de onkosten wel eens opgegeven worden
in de rubriek „Ad verten tien", hoewel de
verdienste zóó gering is, dat er geen kleine
annonce aükan. De menigte moet het doen.
Wil men groote kans hebben een hoed, boe.
grof ook, verknoeid te zien, men wassche
hem zelf I
Het beste middel om strooien en Pana
mahoeden met succes te wasschen is „Stro
bin", te verkrijgen bij Leidscho drogisten.
Op Vraag 4, wie kan opgeven titel en
uitgever van een r^gboekje, waarin voor
komt het versje, aanvangende met: „Daaii
bloeit een bloempje in ons Vaderland"?
wordt geantwoord, dat dit ixjckj© stellig)
verkrijgbaar is bij den heer A. J. Binnen'
dijk, boekhandelaar aan de Botermarkt;
dat uitgever er van is de heer De Heer, tq
Rotte. Jam, en dat de titel lnidt: „Zelfoi>;
derricht in orgel- en pianospel."
Dank aan hen, die antwoorden inzonden