N«. f4477
Zateinlag 4 Mei.
A«, 1907,
(§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIJF Bladen.
Eerste Blad.
Offloieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
GERBA.
LEIBSCH
DAGBLAD
l'KIJB DEZER COÜRANTi
Voet L*td.a p»i wwk 9 OtoUi p«) 8 maand.. 110.
Bulten Lelden, pet loopet en waai agenten geveitlgd iljn J 1.30.
Franco per poet ...i... 1.65.
PRIJS DER ADVEBTENTIENj
Fan 1—8 regale Al.06. Iedere regel meer AO.17}. Grootere lettere naar
plaaternimte. - Kleine adreTtentiën ran 30 woorden 40 Oenti contant) elk
tiental woorden meer 10 Oente. Voor bet Ineaeseeren wordt A 0.05 berekend.
DBiNKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeen© kennis, dat door
E. AKKERMAN, wonende to Leiden, een
.verzoekschrift is ingediend, om verlof voor
den verkoop van uitsluitend alcohol-vrijen
drank, voor gebruik ter plaatse van ver
koop in den winkel van perc. Maredijk 63.
Burgemeester en ./ethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
"VA1* HiSXST, Secretaris.
Leiden, 4 Mei lm7.
Burgemeester en Wethouders brengen ter
dlgcmeene kennis, dat op Dinsdag 26 Maart
a.s. en tot nadere aankondiging op
}lkea volgenden Dinsdag, telkens des na-
ïniddags te 2 uren, in het Elisa^othshof
aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden
gegeven tot kostelooze inenting van on- en
minvermogenden, wordende tevens aan
belanghebbenden herinnerd, dat zij slechts
worden toegelaten op vertoon van een be
wijs hunner geboorte-inschrijving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST Secretaris.
Leiden, 20 Maart 1907.
Gemeentezaken.
Het rioleeringsvraagstuk.
Het voorstel van den heer Zaalberg !-e
treilende waterververschine cler Leidsche
grachten, die in sommige tijden van het
jaar een zeer onaangename lucht versprei
den, schadelijk voor do gezondheid, hin
derlijk en nadeelig voor de industrie, die
het water moet gebruiken, en ook lang
niet goed voor de reputatie onzer stad naar
buiten, heeft weer de aandacht gevestigd
op het vraagstuk der rioleering.
De heer Zaalberg koestert van zijn voor
stel, dat, als het in al zijn consequentie
wordt uitgevoerd, B. en Ws. in staat zal
stellen in het geheele jaar tienmaal voor
hun rekening het stoomgemaal to Katwijk
aan Zee te laten werken, wanneer althans
de belangen vao Rijnland zelf dit niet
beletten, vrij' goede verwachtingan. De
indruk, dien wij van de beraadslagingen
/verkregen, was, dat geen enkel Raadslid
deze met den voorsteller deelde en wat de
heer Korevaar on de Voorzitter tegen deB
heeren Zaalbcrgs betoog aanvoerden,
toonde voldoende, dat het College van B.
en Ws. dit allerminst doet.
Dat men er ten slotte toch zonder verzet
van beteekenis meo meeging, is wellicht
hieruit te verklaren, dat men ook in dezen
zijn goeden wil heeft willen toonen. Het
maakt, zooals de Voorzitter terecht op
merkte, een goeden indruk naar buiten,
als men ziet, dat de gemeente Leiden ook
iets doet om het onaangenaam en onhygië
nisch ruiken der grachten te doen vermin
deren. Zijn de resultaten dezen zomer wei
nig of in het geheel niet merkbaar, dan
staat 't den Raad nog altijd vrij om op de
komende bcgrooting den post van 2000 gld.
niet uit te trekke>n.
Maar dit voorstel heeft in ieder geval
weer de aandacht op het rioleeringsvraag
stuk gevestigd.
Het uitnemend rapport van den Directeur
van Gemeentewerken is in het geheel on
der de oogen der Raadsleden en in uit
treksel onder die van het lezend publiek
gebracht.
De grootc les, die in Rotterdam het wa
terproject van 1854 gegeven heeft, dat zelfs
„een zeer krachtige bemaling niet in staat
,,is om in een complex van grachten en
,,slooten zulk een stroom op te wekken,
„dat het daarin gebrachte vuil medege
voerd wordt en niet ter plaatse tot ont
binding overgaat"^ is ook Leiden nog
eens voorgehouden.
Nimmer, aldus do conclusie, waartoe de
Directeur "van Gemeentewerken komt
„zal langs dozen weg de eindoplossing van
„het reinigingsvraagstuk worden gevon-
„don."
Hij toont zoo zonneklaar, waarom likt
niet kan: „Alleen drijvende, zwevende,
onopgeloste verontreinigingen kunnen
„door bemaling worden verwijderd, doch
„de bron van het kwaad, de oorzaak der
„rottings- en gistingsprocessen, de huis
afval en do bezonken faecalicn blijven op
„don bodem gedeponeerd en geven opnieuw
„aanleiding tot stank en vervuiling."
Een aJgemeen ingevoerde rioleering al
leen met demping van sommige grachten,
zooals bijvoorbeeld het Levendoal niet
het Rapenburg kan ons en het nageslacht
verlossen van do ongezonde miasmen, die
thans uit de open riolen opstijgen, nu
minder, dan meer merkbaar, altijd hin
derlijk en scliadeb'jk voor do gezondheid
der bevolking.
Daartoe moet het vroeger of later een
maal komen; wat nu wordt beproefd, is
niets meer dan een lapmiddeltje.
Het zal veel geld kosten, zegt men, cn
dat is waar, doch daarvoor zal men mogen
leenen, leenen op zeer, zeer langen termijn,
omdat hiermee een werk wordt verricht, in
het belang van verre nageslachten.
Een gemeentebestuur, dat het rioleerings
vraagstuk in deze gemeente tot een goede
oplossing wist to brengen, zou zich in
hooge mate verdienstelijk maken cn zich
een eerekroon verwerven voor heden en in
de verre toekomst.
Laat het wakkere hoofd der afdeeling Fa
bricage met zijn staf van knappe ambte
naren deze zaak nog eens goed aanpakken
en als het 6traks mocht blijken, dat het
voorstel-Zaalberg ook al niet aan het doel
beantwoordt, met een voorstel komen, dat
de quaestie eens cn voor altijd vermag op
te losseneen plan van rioleering.
Leiden, 4 Mei.
Bij het hoofdbestuur te Amsterdam
van do vereeniging „Tot Steun"' kwam uit
Leiden in, voor den bouw van „Nieuw-vcld-
zicht", de vorstelijke gift van vier duizend
gulden, afgezonden door do dames P. L.
V. De Vereeniging heeft ook in Leiden een
"ling, die steeds in ledental wint en
waarvan secretaris is de heer J A. M. A.
Grondhout.
Men deelt ons het volgende mede:
Daartoe aangezocht door eenigo muziek
liefhebbers heeft de Afdeeling Leiden der
Maatschappij tot Bevordering <ler Toon
kunst het plan opgevat om een vijftal con
certen te arrangeeren, afwisselend te geven
door het Concetftgcbouw-Orkest, directeur
W. Mengelberg, cn het Residentie-Orkest,
directeur mr. Henri Viotta.
Dit voornemen zal door de getrouwe
concertbezoekers ongetwijfeld met groote
ingenomenheid worden begroet, immers te
weinig hooren wij hier tc Leiden de be
roemde orkesten uit Amsterdam cn Den
Haag. Doch wil het plan slagen, dan die
nen méér ingezetenen van hun belangstel
ling te doen blijken dan enkel het kleine
troepje concertgangers. Dit beeft do Aid.
begrepen cn de voorwaarden van abonne
ment bijzonderi laag gesteld. Op 15 Junï
sluit onherroepelijk de inteekening en
dan worden geen nieuwe abonnee meer
aangenomen (behalve van hen, die zich te
Leiden komen vestigen).
Om nu aan het bezwaar dat wellicht
rijst tegen zoo'n vroeg dccideercn voor
het seizoen, dat eerst met October begint,
te gemoet te komen, is de bepaling ge
maakt, dat men zijn inteekening aan cou
ander kan overdragen.
Dezer dagen gaan circulaires rond met
uitvoerig© inlichtingen cn voorzien van
een inteckcnbiljet. Wij hopen en vertrou
wen, dat deze biljetten spoedig cn in reu-
zengetale bij het bestuur onderteekend zul
len binnenkomen 1"
Eenige dames hebben mejuffrouw Cath
van Hennes verzocht hier nog eens voor de
kinderen te komen zingen. Mejuffrouw v.
Renries wildo dat gaarne doen cn zoo mar
ken wij opmerkzaam op achterataando ad
vertentie, waaruit blijkt dat men bij den
heer Eggere plaatsen kan nemen.
Wel staat er in de advertentie dat Don
derdag a. s. zal worden bepaald of de mar
tinée doorgaat, maar er zijn al zooveel in-
teokonaten dat van uitsteller geen sprake
zal zijn.
Prof. dr. J. van Leeuwen Jr. zal op
7 Mei a. s. in het Klcin-Auditorium van
het Academiegebouw alhier voor het klas-
siek-literair dispuut „Diakos" een voor
dracht houden over „Danaë".
Voor het akte-examen lager onderwijs
zijn te Haarlem geslaagd de dames J. A.
I. van Wijk, van LeidenC. Haasnoot, van
Katwijk aan Zee cn E. Grulleman9,
van Noordwijk.
Heden herdenkt de heer F. P. H, van
Os, onder zeer veel blijken van belangstel
ling, zoowel van zijn Maatschappij, perso
neel cn reizend publiek, dén dag zijner 25-
jarige ambtsvervulling aan de H. IJ.-S.-M
Namens do Maatschappij ontving hij croor
tusscbenkomst van den inspecteur, don heer
G. J. Sariemijn een couvert met inhoud en
de bekende oorkonde.
Vanwege het personeel werd hem, door
den heer A. W. v. d. Heuvel een prachtige
pendule met coupes aangeboden, en namens
!het reizend publiek werd hem door zijn col
lega, den heer O. L. van Welden, een por
tefeuille met belangrijken inhoud ter hand
gesteld.
Do „Hilversumscho Courant" bevat
onder de rubriek „Kunst en Letteren" het
volgend wajardeereud schrijven' van den
heer O. W. H. Verster aldaar:
„Voor het raam van den heer J. H.
Witzel op de Kerkbrink, trok een klein,
bescheiden schilderijtje mijn aandacht.
Na aandachtiger bekijken aarzel ik niet
dit landeohapjo als een bijzonder mooi spe
cimen te qualificeeren van do kunst van
don op zoo jeugdigen leeftijd gestorven A.
G, Dissevelt.
Deze vlotte, volrijp© impreasLonistischo
studio bewijst ten volle, hoe gjoed deze
jonge Leidscho schilder toon zag. Het een
voudige geval, een boerenhofstede in don
omtrek van Leiden (wellicht Oegstgeest of
bij Rijnsburg) is zoo door-en-door gevoeld,
het invallend zonlicht is er zoo goed woor-
gegeven, en zeer raak is bijv. het toonver
schil tusechen het wit van don muur in
schaduw, en dat er van in de zon; wat
heerlijk-rijpe groenen vallen er te waar-
deenen, on hoe Jekker-vlot ia het geheel
geschilderd. Ook het kleine brokje blauwe
luoht is zoo gansoh-en-al uit de verf. Maar
bovondicn, als compositie in een klein ka
der valt het ook hoogelijk te roemen.
Wat jammer, dat dit jonge talent door
den onvorbiddolijkon dood zoo vroeg ver
loren ging!
Nog zie ik hem voor mij. het bescheiden
jongsko met zijn doordringendo kraaloog
jes. Wat nam hij het schilderen ernstig op.
wat studeerde hij ijverig en wat zat er veel
goods in zijn eerste stilleven-studies, die
hij naar voorwerpen in het Stedelijk Mu
seum „De Lakenhal" te Leiden, aldaar op
een zolderkamertje schilderde.
En de taak, die hij zich steldo was ui of
altijd gemakkelijk. Nog herinner ik mij
oen grootcn opzet van con sohufcterstrom,
een helm, een gotijdoboek on dergelijke
evenals oen stilleven van perkamenten
boekbanden, antieke koperen kandelaar
met kaars, enz.
Uit zijn laberon tijd bestaan or o.a. nog
enkele zeer knappe studies naar bomschui
ten op het strand te Katwijk, waaruit
overwegend zijn gevoel voor tonaliteit
blijkt.
Ik meen, dab deze werken tot zijo al
lerlaatste behoorden. Weemoedig stemt het
to weten, dat voor goed dat heldere oog
gesloten is, die werkzame, bekwaino han
den voor altijd zijn verstijfd
Maar zulk een nagelaten sober, corlijk
werk spreekt voor den schilder bockdeelen
en vertelt den nabestaanden nog van één,
die naast ijver, ook onmisbaar talent bezat
en gewerkt heeft, „con amore" goworkt,
zoo lang het voor hem dag was!"
De 1ste luitenant P. A. de Ridder van
hot 2de reg. inf.,benoemd tot kapitein bij het
4de reg. inf., komt to Leiden in garnizoen.
De leden van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal zijn ter vergaAicring bij
eengeroepen tegen Vrijdag 10 Mei doe na
middags to twee uur.
Een aantal leden der Nationaal-His
toxische Partij in verschillende steden heeft
zich tot de kiezers gewend met een mani
fest, waarin zij, overtuigd dat cr onder
onze landgenootcn velen zijn, dio zich noch
mot drijven der uiterste kerkelijke partijen
noch mot het aansturen op een democrati
sche staaisinriohtirtg kunnen vereonigen,
adviseeren, om, als men straks geroepen is
Links of Rechts te kiezen, althans bij eer
ste stemming uitsluitend op den meest go-
matigde to stemmen.
Een tiental leden der Stalen van de
provincie Noord-Holland heeft de collega's
opgeroepen bot een op a.s. Maandag in
Amsterdam tc houden bijeenkomst, ten
©inde alsdan to beraadslagen over dc ver
kiezing van een lid vam Gedeputeerde Sta
ten,'vacature jhr. Don Taac.
Uit Montfoort schrift men aan hol
0N. v. d. D.":
De hoeren Jos. Cuypers 6n Mr. J. C. Over-
voorde (archivaris te Leiden) hebben als leden
dor R(]ks Commissie" lot inventarisatie van
kunstvoorwerpen, in de Poomsch Katholieke
Kerk het zilveren wierookvat bezichtigd. Zy
zijn daarby tot de ontdekking gekomen, dat
de kop daarvan uit de 12de eeuw moet dag-
teekenen, zoodat dit het oudste Is in ons land.
Tot dusver werd een wierookvat In de
Kathedraal te Haarlem voor het oudste ln ons
land gehouden.
Te '8-Gravonbage is ln den ouderdom
van 76 jaren overleden de gepens. generaal-
majoor der infanterie jhr. F. F. von Mühlen,
adjudant ln buitengewonen dienst van H. M.
de Koningin.
De afgevaardigden tor Haagscho Vredes
conferentie van Dultachland, Oostenrijk, Frank
rijk en Brazlliö zullen hun Intrek nemen ln
het Palace-Hotel te Sclievoningen.
BjJ beschikking van den minister van
waterstaat is de heer C. G. van Veggel, te
Zoetorwoude, benoemd tot buitengewoon op-
zichter by do werken voor den aaule" van
het Wilholmina kanaal, on Is J. D. Brüggmnan,
to Kampen, benoemd tot buitengewoon op
zichter by de wegen in Utrecht.
Onder voorzitterschap van dr. F. D. A.. C.
van Moll is gisteravond de 17de jaarvergadering
gehouden van het Rolteidamsch Sanatorium.
Het jaarverslag en de rekening en verant
woording over het afgeloopen jaar werden
goedgekeurd. In plaat9 van juflr. M. Mildere,
aan de beurt van attredlng als lid van het
bestuur on niet herkiesbaar, ls gekozen mevr.
de wed. J. Madrv van Es.
Gisteravond kwamen in dc Nieuwe
Kerk, to Amsterdam, do leden van don
Kerkoraad der Ned.-Hcrv. Gcmecnto in
buitengewone vergadering bijeen, ter be*
handeling van een belangrijke zaak. Men
koestert nl. het plan, do huisj s rondom
dc Nieuwe Kerk to doen verdwijnen en hot
korkgebouw daardoor to verfraaien. Reeds
jaren lang heeft dit voornemen bestaan,
maar werd afgezien van dc uitvoering der
plannen, omdat de kerkelijke fondsoil de
baten niet konden missen, welke door bet
verhuren der aangebouwde perc celen werden
verkregen. Met het oog op cventueelo
veranderingen in den bcstaanden toestand,
werden do winkels bij afloop van het huur
contract dan ook niet langer dan telkon»
voor twee jaren opnieuw in huur gegeven.
Thans is een verandering aanstaande.
Do Kerkoraad toch ontving van eon bekend
Amsterdammer dc toezegging van een groo
te som (is het „Hbl." goed ingelicht 2 ton),
waarvan do rente zal moeten strekken tot
vergoeding van do schade, die geleden zal
worden bij do afbraak van do bewuste per-
ceclen. Dank zij dit aanbod zou het thans
geldende bezwaar daartegen worden opge
heven.
Dc vergadering, welke zeer druk bezocht
was, naar hetzelfde blad vernam, besloot
do zaak in handen te geven van do oom-
85)
Toen zij hierop niet antwoordde, ging liij
op ernstigen toon voort: „Wat uw broer
betreft, juffrouw, die is nu op den goeden
weg Het was een prachtig idee van u om
hier te komen. Dat heeft hem er bovenop
gehaald. Ja, geschikt voor den dienst wordt
Kjj nooit weer. Het vreemdelingenlegioen
zal afscheid van hem moeten nement al is
het dan ook met bloedend hart. Er moeten
pog een paar formaliteiten vervuld worden
eu dan kan u hem meenemen naar Europa
en het gemeste kalf laten slachten voor
den verloren zoon 1"
Dat was een goede tijding. Hoe zwak en
mager do kleine avonturier er ook uitzag,
Gerda had nog altijd gevreesd, dat men
hem niet uit den dienst zou ontslaan, liu
was ook deze zorg van haar schouders ge
nomen. Zij schudde den kogelronden, kleinen
doktor hartelijk de hand, knikte hem nog
cen9 vriendelijk toe en haastte zich om bui
ten de citadel te komen. Daar buiten voor
den ingaDg stond Joes&r Lebrun. Hij
had de beide andere Arabieren, de muil
dieren en de bagage vooruitgezonden, om
voor Gerda kwartier te zoeken. Hij had
een kamer voor haar gevonden in een Ara
bisch huis dicht bij de grooto moskee. Lella
tSora bent Soliman cl Ha nmalai woonde
daar, een oude Moorscho weduwe, die
,'Fransch verstond en bij wie Gerda voor
allerlei onaangenaamhed veilig zou zijn.
f i.Qoed meneer Joessoef, daar zullen wt
later heeDgaan. Maar wees zoo vriendelijk
mij eerst naar de herberg „Sinbad de Zee
man" te vergezellen. Ik moet daar iemand
spreken."
Zij stak baar parasol op, trok liaar
zonnesluier recht en liet aan Joessoef over
haar te volgen of niet, wat de zwijgende,
sombere man, die evenzeer onder de ver
achting der Europeanen als der Islamie
ten leed, dan ook zonder bedenking deed.
Nog voordat Gerda den laatsten hoek
omboog, hoordo zij een verschrikkelijk la
waai dat uit de herberg „Sinbad de
Zeeman" tot haar doordrong. Het was het
rumoer van een hevige vechtpartij tus-
schen den Arabischen goochelaar en kip
pendief Hassin ben Boo DscemaA en Fran
cesco Barbovecchio, den dronken Itali-
aanschen schoenmaker.
Do beide kerels hadden elkaar bij den
hals te pakken en rolden in een kluwen
door de gelagkamer.
Verwoed hielden de beide strijdenden el
kaar omklemd en alle pogingen om hen
van elkaar te scheiden waren tot nu
toe vruchteloos gebleven. Toen kwam de
grijze negerkok als redder in den nood.
Hij droeg een grooten ketel met kokend
heet water en goot den inhoud mild en
echalksch glimlachend als een weldoener,
behoedzaam tot op defi laatsten druppel
over de beide vechtenden, die over den
grond rolden, uit en maakten toen, dat hij
wegkwam, voordat do beide kerels hui
lend elkaar loslieten en opstonden. Do
pijn doofde terstond hun strijdlust. Zij
trachtten haastig zich te ontdoen van de
wasemende kleedingstukken en dat was een
aanblik, die Gerda noopte, onmiddellijk
onder bescherming van Joessoef door het
portaal langs de gelagkamer naar boven
to vluchten.
Juist toen Gerda de eerste treden van
do vuile trap in „Sinbad de Zeeman"
beklommen had, werd boven het portaal
tje verduisterd door een hreedo, groote
gestalte en do stem van den heer von
Wallenrodt klonk barsch:
„Ali, waar blijf je toch, alle duivels?
Zeg den herbergier, dat ik terstjjj 1 naar
den controleur ga om mij te beklagen
over het helsch lawaai, dat die bende daar
beneden maakt 1 Ik wil toch eens zien, of
ik niet een beetje orde brengen kan in dit
roovershol 1"
De laatste woorden had hij nog slechte
halfluid gesproken. Toen zag hij Gerda.
Zijn met litteekens doorgroefd gezicht, met
de vervaarlijke snor, boezemdo naar geen
vrees meer in. Zij klom verder de trap op,
zonder zich te haasten, maar tevïua zcn-
cler ook maar een oogenblik te aarzolen.
Zijn blik was eer9t ongeloovig, daarna
verwijtend op haar gericht. Nu stond zij
vlak voor hëbi en zag hem scherp in het
gezicht. Dr. von Wallenrodt kuchte even
en zei do toen kort en beslist:
„Zoo, Gorda, ben je daar eindelijk! Ik
wist wel dat je ten slotte jo ongelijk
zoudt inzien en bij mij terugkomen. Maar
eigenlijk hadt je jezelf en mij al deze
moeilijke uren en dagen kunnen bespa
ren."
Zij zweeg en hij hield dat voor een
schuldbekentenis en vervolgde op beslisten
toon:
„Moeilijk voor mij ook in zooverre als
je broer zich tegenover mij op hoogst on
hebbelijke wijze heeft gedragen. Dat is
stecd« het loon, wanneer men zich Iets
aan zulke wormstekige vruchten laat go-
legen liggen. Laten wij niet meer over hem
spreken. Met hem heb ik niets meer te
maken I Blijven wij dus bij onze eigen
aangelegenheid! Ik verwacht dus, beste
Gerda
„Wat verwacht je 7"
Vol verbazing fronste hij de wenkbrau
wen en zijn stem had een onaangenamen,
harden klank, toen hij vervolgde:
„Ik verwacht, cn dat met het grootste
recht dat j© mij in do eerste plaats
wegens jo gedrag om vergiffenis vraagt.
Of ik jo die vergiffenis kan schenken, weet
ik nog niet. Want dat hangt af van de
verklaringen, welke je mij in do tweede
plaats zult geven, over hetgeen jc in den
laiatstea tijd gedaan hebt en waar jc je
eigenlijk hebt opgehouden."
Gerda dacht een oogenblik na en zcidc
toen op kalmen toon:
„Moeten wij elkaar dat allee hier mor
tellen, waar een ieder ons hooron kan?
Is er geen andere plaats in het huis
„Ja, ik kan je toch niet ia mijn kaïncr
ontvangenMaarHij bezon zich
oen oogenblik cn opende toen de deur, die
leidde naar het platte dak naast het huis,
waar hij indertijd ook met Frank gespro
ken had. Zij traden naar buiten. Nu was
het Gerda veel lichter om het hart. Zij
kreeg nieuwen moed, om niet alleen te
luisteren, maar ook tc spreken."
„In de eerste plaats wil ik je zeggen,"
begon zij, „dat ik er niet aan denk je om
vergiffenis te vragen. Want daartoe be
staat geen redenEn io do tweede plaats
doet het er niet toe, waar ik waB. Heb is
voldoende, wanneer ik jo zeg, dat ik n\et
I iu slecht gezelschap was
„Wat zeg je!" De heer von Wallenrodt
was zoo verbouwereerd, dat hij naar woorden
moest zoeken. Hij haalde zijn zakdoek to
voorschijn en veegde zich het voorhoofd
af. Deze opstand harerzijds tegen zijn
autoriteit, tegen allfc menschelijkc orde
en tucht, welke in hem verpersoonlijkt wa
ren, maakte hem bijna duizelig. Dat had
hij in de laatste plaats verwacht! Hij
moest dus al zijn energie to hulp. roepen l
„Zie mij eens aan", sprak hij kort en
bevelend. „Zoo. En wees nu zoo goed eens
ernstig met jezelf to rade te gaan. Beu
je mijn verloofde of ben jo het niet? En
daar jo het nu eenmaal bent, zoo...
Het woord bleef hem in de keel steken,
want Gerda schudde kalm, maar beslist
het hoofd.
„Neon, ik ben hei niet meer. Reeds se
dert een weck niet meer. En ik ben hier
bij jo gekomen om je dat tc zeggen. Ik
heb ernstig overwogen wat ik jo zeggen
wilde, heel kort, want vele woorden zijn
daarvoor niet noodig! En daarna wil 'k
weer gaan en alles zal tusschcn ons beiden
uit zijn/'
Op dit oogenblik gevoelde zij bijna me
delijden met hem. Maar had hij haar ooit
leed gespaard, wanneer hij meende, dat
dit noodig was? Nu kon rij hero ook niet
spfcreu cn ging rustig verder
„Het is zocr eenvoudig* cn' cr is niets
meer aan te veranderenwij passen niet
bij elkaarDat is jou schuld niet; ik
boni nu eenmaal zoo ongellukkTig laanigo^
logd, ik begrijp jc niet cn zal je ook
nooit kunnen begrijpen; ik vraag je dui,
nu mijn woord terug te gevon.
(Wordt veivolgd).