N«. f4477 Zateinlag 4 Mei. A«, 1907, (§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIJF Bladen. Eerste Blad. Offloieele Kennisgeving. FEUILLETON. GERBA. LEIBSCH DAGBLAD l'KIJB DEZER COÜRANTi Voet L*td.a p»i wwk 9 OtoUi p«) 8 maand.. 110. Bulten Lelden, pet loopet en waai agenten geveitlgd iljn J 1.30. Franco per poet ...i... 1.65. PRIJS DER ADVEBTENTIENj Fan 1—8 regale Al.06. Iedere regel meer AO.17}. Grootere lettere naar plaaternimte. - Kleine adreTtentiën ran 30 woorden 40 Oenti contant) elk tiental woorden meer 10 Oente. Voor bet Ineaeseeren wordt A 0.05 berekend. DBiNKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeen© kennis, dat door E. AKKERMAN, wonende to Leiden, een .verzoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcohol-vrijen drank, voor gebruik ter plaatse van ver koop in den winkel van perc. Maredijk 63. Burgemeester en ./ethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. "VA1* HiSXST, Secretaris. Leiden, 4 Mei lm7. Burgemeester en Wethouders brengen ter dlgcmeene kennis, dat op Dinsdag 26 Maart a.s. en tot nadere aankondiging op }lkea volgenden Dinsdag, telkens des na- ïniddags te 2 uren, in het Elisa^othshof aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot kostelooze inenting van on- en minvermogenden, wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd, dat zij slechts worden toegelaten op vertoon van een be wijs hunner geboorte-inschrijving. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST Secretaris. Leiden, 20 Maart 1907. Gemeentezaken. Het rioleeringsvraagstuk. Het voorstel van den heer Zaalberg !-e treilende waterververschine cler Leidsche grachten, die in sommige tijden van het jaar een zeer onaangename lucht versprei den, schadelijk voor do gezondheid, hin derlijk en nadeelig voor de industrie, die het water moet gebruiken, en ook lang niet goed voor de reputatie onzer stad naar buiten, heeft weer de aandacht gevestigd op het vraagstuk der rioleering. De heer Zaalberg koestert van zijn voor stel, dat, als het in al zijn consequentie wordt uitgevoerd, B. en Ws. in staat zal stellen in het geheele jaar tienmaal voor hun rekening het stoomgemaal to Katwijk aan Zee te laten werken, wanneer althans de belangen vao Rijnland zelf dit niet beletten, vrij' goede verwachtingan. De indruk, dien wij van de beraadslagingen /verkregen, was, dat geen enkel Raadslid deze met den voorsteller deelde en wat de heer Korevaar on de Voorzitter tegen deB heeren Zaalbcrgs betoog aanvoerden, toonde voldoende, dat het College van B. en Ws. dit allerminst doet. Dat men er ten slotte toch zonder verzet van beteekenis meo meeging, is wellicht hieruit te verklaren, dat men ook in dezen zijn goeden wil heeft willen toonen. Het maakt, zooals de Voorzitter terecht op merkte, een goeden indruk naar buiten, als men ziet, dat de gemeente Leiden ook iets doet om het onaangenaam en onhygië nisch ruiken der grachten te doen vermin deren. Zijn de resultaten dezen zomer wei nig of in het geheel niet merkbaar, dan staat 't den Raad nog altijd vrij om op de komende bcgrooting den post van 2000 gld. niet uit te trekke>n. Maar dit voorstel heeft in ieder geval weer de aandacht op het rioleeringsvraag stuk gevestigd. Het uitnemend rapport van den Directeur van Gemeentewerken is in het geheel on der de oogen der Raadsleden en in uit treksel onder die van het lezend publiek gebracht. De grootc les, die in Rotterdam het wa terproject van 1854 gegeven heeft, dat zelfs „een zeer krachtige bemaling niet in staat ,,is om in een complex van grachten en ,,slooten zulk een stroom op te wekken, „dat het daarin gebrachte vuil medege voerd wordt en niet ter plaatse tot ont binding overgaat"^ is ook Leiden nog eens voorgehouden. Nimmer, aldus do conclusie, waartoe de Directeur "van Gemeentewerken komt „zal langs dozen weg de eindoplossing van „het reinigingsvraagstuk worden gevon- „don." Hij toont zoo zonneklaar, waarom likt niet kan: „Alleen drijvende, zwevende, onopgeloste verontreinigingen kunnen „door bemaling worden verwijderd, doch „de bron van het kwaad, de oorzaak der „rottings- en gistingsprocessen, de huis afval en do bezonken faecalicn blijven op „don bodem gedeponeerd en geven opnieuw „aanleiding tot stank en vervuiling." Een aJgemeen ingevoerde rioleering al leen met demping van sommige grachten, zooals bijvoorbeeld het Levendoal niet het Rapenburg kan ons en het nageslacht verlossen van do ongezonde miasmen, die thans uit de open riolen opstijgen, nu minder, dan meer merkbaar, altijd hin derlijk en scliadeb'jk voor do gezondheid der bevolking. Daartoe moet het vroeger of later een maal komen; wat nu wordt beproefd, is niets meer dan een lapmiddeltje. Het zal veel geld kosten, zegt men, cn dat is waar, doch daarvoor zal men mogen leenen, leenen op zeer, zeer langen termijn, omdat hiermee een werk wordt verricht, in het belang van verre nageslachten. Een gemeentebestuur, dat het rioleerings vraagstuk in deze gemeente tot een goede oplossing wist to brengen, zou zich in hooge mate verdienstelijk maken cn zich een eerekroon verwerven voor heden en in de verre toekomst. Laat het wakkere hoofd der afdeeling Fa bricage met zijn staf van knappe ambte naren deze zaak nog eens goed aanpakken en als het 6traks mocht blijken, dat het voorstel-Zaalberg ook al niet aan het doel beantwoordt, met een voorstel komen, dat de quaestie eens cn voor altijd vermag op te losseneen plan van rioleering. Leiden, 4 Mei. Bij het hoofdbestuur te Amsterdam van do vereeniging „Tot Steun"' kwam uit Leiden in, voor den bouw van „Nieuw-vcld- zicht", de vorstelijke gift van vier duizend gulden, afgezonden door do dames P. L. V. De Vereeniging heeft ook in Leiden een "ling, die steeds in ledental wint en waarvan secretaris is de heer J A. M. A. Grondhout. Men deelt ons het volgende mede: Daartoe aangezocht door eenigo muziek liefhebbers heeft de Afdeeling Leiden der Maatschappij tot Bevordering <ler Toon kunst het plan opgevat om een vijftal con certen te arrangeeren, afwisselend te geven door het Concetftgcbouw-Orkest, directeur W. Mengelberg, cn het Residentie-Orkest, directeur mr. Henri Viotta. Dit voornemen zal door de getrouwe concertbezoekers ongetwijfeld met groote ingenomenheid worden begroet, immers te weinig hooren wij hier tc Leiden de be roemde orkesten uit Amsterdam cn Den Haag. Doch wil het plan slagen, dan die nen méér ingezetenen van hun belangstel ling te doen blijken dan enkel het kleine troepje concertgangers. Dit beeft do Aid. begrepen cn de voorwaarden van abonne ment bijzonderi laag gesteld. Op 15 Junï sluit onherroepelijk de inteekening en dan worden geen nieuwe abonnee meer aangenomen (behalve van hen, die zich te Leiden komen vestigen). Om nu aan het bezwaar dat wellicht rijst tegen zoo'n vroeg dccideercn voor het seizoen, dat eerst met October begint, te gemoet te komen, is de bepaling ge maakt, dat men zijn inteekening aan cou ander kan overdragen. Dezer dagen gaan circulaires rond met uitvoerig© inlichtingen cn voorzien van een inteckcnbiljet. Wij hopen en vertrou wen, dat deze biljetten spoedig cn in reu- zengetale bij het bestuur onderteekend zul len binnenkomen 1" Eenige dames hebben mejuffrouw Cath van Hennes verzocht hier nog eens voor de kinderen te komen zingen. Mejuffrouw v. Renries wildo dat gaarne doen cn zoo mar ken wij opmerkzaam op achterataando ad vertentie, waaruit blijkt dat men bij den heer Eggere plaatsen kan nemen. Wel staat er in de advertentie dat Don derdag a. s. zal worden bepaald of de mar tinée doorgaat, maar er zijn al zooveel in- teokonaten dat van uitsteller geen sprake zal zijn. Prof. dr. J. van Leeuwen Jr. zal op 7 Mei a. s. in het Klcin-Auditorium van het Academiegebouw alhier voor het klas- siek-literair dispuut „Diakos" een voor dracht houden over „Danaë". Voor het akte-examen lager onderwijs zijn te Haarlem geslaagd de dames J. A. I. van Wijk, van LeidenC. Haasnoot, van Katwijk aan Zee cn E. Grulleman9, van Noordwijk. Heden herdenkt de heer F. P. H, van Os, onder zeer veel blijken van belangstel ling, zoowel van zijn Maatschappij, perso neel cn reizend publiek, dén dag zijner 25- jarige ambtsvervulling aan de H. IJ.-S.-M Namens do Maatschappij ontving hij croor tusscbenkomst van den inspecteur, don heer G. J. Sariemijn een couvert met inhoud en de bekende oorkonde. Vanwege het personeel werd hem, door den heer A. W. v. d. Heuvel een prachtige pendule met coupes aangeboden, en namens !het reizend publiek werd hem door zijn col lega, den heer O. L. van Welden, een por tefeuille met belangrijken inhoud ter hand gesteld. Do „Hilversumscho Courant" bevat onder de rubriek „Kunst en Letteren" het volgend wajardeereud schrijven' van den heer O. W. H. Verster aldaar: „Voor het raam van den heer J. H. Witzel op de Kerkbrink, trok een klein, bescheiden schilderijtje mijn aandacht. Na aandachtiger bekijken aarzel ik niet dit landeohapjo als een bijzonder mooi spe cimen te qualificeeren van do kunst van don op zoo jeugdigen leeftijd gestorven A. G, Dissevelt. Deze vlotte, volrijp© impreasLonistischo studio bewijst ten volle, hoe gjoed deze jonge Leidscho schilder toon zag. Het een voudige geval, een boerenhofstede in don omtrek van Leiden (wellicht Oegstgeest of bij Rijnsburg) is zoo door-en-door gevoeld, het invallend zonlicht is er zoo goed woor- gegeven, en zeer raak is bijv. het toonver schil tusechen het wit van don muur in schaduw, en dat er van in de zon; wat heerlijk-rijpe groenen vallen er te waar- deenen, on hoe Jekker-vlot ia het geheel geschilderd. Ook het kleine brokje blauwe luoht is zoo gansoh-en-al uit de verf. Maar bovondicn, als compositie in een klein ka der valt het ook hoogelijk te roemen. Wat jammer, dat dit jonge talent door den onvorbiddolijkon dood zoo vroeg ver loren ging! Nog zie ik hem voor mij. het bescheiden jongsko met zijn doordringendo kraaloog jes. Wat nam hij het schilderen ernstig op. wat studeerde hij ijverig en wat zat er veel goods in zijn eerste stilleven-studies, die hij naar voorwerpen in het Stedelijk Mu seum „De Lakenhal" te Leiden, aldaar op een zolderkamertje schilderde. En de taak, die hij zich steldo was ui of altijd gemakkelijk. Nog herinner ik mij oen grootcn opzet van con sohufcterstrom, een helm, een gotijdoboek on dergelijke evenals oen stilleven van perkamenten boekbanden, antieke koperen kandelaar met kaars, enz. Uit zijn laberon tijd bestaan or o.a. nog enkele zeer knappe studies naar bomschui ten op het strand te Katwijk, waaruit overwegend zijn gevoel voor tonaliteit blijkt. Ik meen, dab deze werken tot zijo al lerlaatste behoorden. Weemoedig stemt het to weten, dat voor goed dat heldere oog gesloten is, die werkzame, bekwaino han den voor altijd zijn verstijfd Maar zulk een nagelaten sober, corlijk werk spreekt voor den schilder bockdeelen en vertelt den nabestaanden nog van één, die naast ijver, ook onmisbaar talent bezat en gewerkt heeft, „con amore" goworkt, zoo lang het voor hem dag was!" De 1ste luitenant P. A. de Ridder van hot 2de reg. inf.,benoemd tot kapitein bij het 4de reg. inf., komt to Leiden in garnizoen. De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergaAicring bij eengeroepen tegen Vrijdag 10 Mei doe na middags to twee uur. Een aantal leden der Nationaal-His toxische Partij in verschillende steden heeft zich tot de kiezers gewend met een mani fest, waarin zij, overtuigd dat cr onder onze landgenootcn velen zijn, dio zich noch mot drijven der uiterste kerkelijke partijen noch mot het aansturen op een democrati sche staaisinriohtirtg kunnen vereonigen, adviseeren, om, als men straks geroepen is Links of Rechts te kiezen, althans bij eer ste stemming uitsluitend op den meest go- matigde to stemmen. Een tiental leden der Stalen van de provincie Noord-Holland heeft de collega's opgeroepen bot een op a.s. Maandag in Amsterdam tc houden bijeenkomst, ten ©inde alsdan to beraadslagen over dc ver kiezing van een lid vam Gedeputeerde Sta ten,'vacature jhr. Don Taac. Uit Montfoort schrift men aan hol 0N. v. d. D.": De hoeren Jos. Cuypers 6n Mr. J. C. Over- voorde (archivaris te Leiden) hebben als leden dor R(]ks Commissie" lot inventarisatie van kunstvoorwerpen, in de Poomsch Katholieke Kerk het zilveren wierookvat bezichtigd. Zy zijn daarby tot de ontdekking gekomen, dat de kop daarvan uit de 12de eeuw moet dag- teekenen, zoodat dit het oudste Is in ons land. Tot dusver werd een wierookvat In de Kathedraal te Haarlem voor het oudste ln ons land gehouden. Te '8-Gravonbage is ln den ouderdom van 76 jaren overleden de gepens. generaal- majoor der infanterie jhr. F. F. von Mühlen, adjudant ln buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. De afgevaardigden tor Haagscho Vredes conferentie van Dultachland, Oostenrijk, Frank rijk en Brazlliö zullen hun Intrek nemen ln het Palace-Hotel te Sclievoningen. BjJ beschikking van den minister van waterstaat is de heer C. G. van Veggel, te Zoetorwoude, benoemd tot buitengewoon op- zichter by do werken voor den aaule" van het Wilholmina kanaal, on Is J. D. Brüggmnan, to Kampen, benoemd tot buitengewoon op zichter by de wegen in Utrecht. Onder voorzitterschap van dr. F. D. A.. C. van Moll is gisteravond de 17de jaarvergadering gehouden van het Rolteidamsch Sanatorium. Het jaarverslag en de rekening en verant woording over het afgeloopen jaar werden goedgekeurd. In plaat9 van juflr. M. Mildere, aan de beurt van attredlng als lid van het bestuur on niet herkiesbaar, ls gekozen mevr. de wed. J. Madrv van Es. Gisteravond kwamen in dc Nieuwe Kerk, to Amsterdam, do leden van don Kerkoraad der Ned.-Hcrv. Gcmecnto in buitengewone vergadering bijeen, ter be* handeling van een belangrijke zaak. Men koestert nl. het plan, do huisj s rondom dc Nieuwe Kerk to doen verdwijnen en hot korkgebouw daardoor to verfraaien. Reeds jaren lang heeft dit voornemen bestaan, maar werd afgezien van dc uitvoering der plannen, omdat de kerkelijke fondsoil de baten niet konden missen, welke door bet verhuren der aangebouwde perc celen werden verkregen. Met het oog op cventueelo veranderingen in den bcstaanden toestand, werden do winkels bij afloop van het huur contract dan ook niet langer dan telkon» voor twee jaren opnieuw in huur gegeven. Thans is een verandering aanstaande. Do Kerkoraad toch ontving van eon bekend Amsterdammer dc toezegging van een groo te som (is het „Hbl." goed ingelicht 2 ton), waarvan do rente zal moeten strekken tot vergoeding van do schade, die geleden zal worden bij do afbraak van do bewuste per- ceclen. Dank zij dit aanbod zou het thans geldende bezwaar daartegen worden opge heven. Dc vergadering, welke zeer druk bezocht was, naar hetzelfde blad vernam, besloot do zaak in handen te geven van do oom- 85) Toen zij hierop niet antwoordde, ging liij op ernstigen toon voort: „Wat uw broer betreft, juffrouw, die is nu op den goeden weg Het was een prachtig idee van u om hier te komen. Dat heeft hem er bovenop gehaald. Ja, geschikt voor den dienst wordt Kjj nooit weer. Het vreemdelingenlegioen zal afscheid van hem moeten nement al is het dan ook met bloedend hart. Er moeten pog een paar formaliteiten vervuld worden eu dan kan u hem meenemen naar Europa en het gemeste kalf laten slachten voor den verloren zoon 1" Dat was een goede tijding. Hoe zwak en mager do kleine avonturier er ook uitzag, Gerda had nog altijd gevreesd, dat men hem niet uit den dienst zou ontslaan, liu was ook deze zorg van haar schouders ge nomen. Zij schudde den kogelronden, kleinen doktor hartelijk de hand, knikte hem nog cen9 vriendelijk toe en haastte zich om bui ten de citadel te komen. Daar buiten voor den ingaDg stond Joes&r Lebrun. Hij had de beide andere Arabieren, de muil dieren en de bagage vooruitgezonden, om voor Gerda kwartier te zoeken. Hij had een kamer voor haar gevonden in een Ara bisch huis dicht bij de grooto moskee. Lella tSora bent Soliman cl Ha nmalai woonde daar, een oude Moorscho weduwe, die ,'Fransch verstond en bij wie Gerda voor allerlei onaangenaamhed veilig zou zijn. f i.Qoed meneer Joessoef, daar zullen wt later heeDgaan. Maar wees zoo vriendelijk mij eerst naar de herberg „Sinbad de Zee man" te vergezellen. Ik moet daar iemand spreken." Zij stak baar parasol op, trok liaar zonnesluier recht en liet aan Joessoef over haar te volgen of niet, wat de zwijgende, sombere man, die evenzeer onder de ver achting der Europeanen als der Islamie ten leed, dan ook zonder bedenking deed. Nog voordat Gerda den laatsten hoek omboog, hoordo zij een verschrikkelijk la waai dat uit de herberg „Sinbad de Zeeman" tot haar doordrong. Het was het rumoer van een hevige vechtpartij tus- schen den Arabischen goochelaar en kip pendief Hassin ben Boo DscemaA en Fran cesco Barbovecchio, den dronken Itali- aanschen schoenmaker. Do beide kerels hadden elkaar bij den hals te pakken en rolden in een kluwen door de gelagkamer. Verwoed hielden de beide strijdenden el kaar omklemd en alle pogingen om hen van elkaar te scheiden waren tot nu toe vruchteloos gebleven. Toen kwam de grijze negerkok als redder in den nood. Hij droeg een grooten ketel met kokend heet water en goot den inhoud mild en echalksch glimlachend als een weldoener, behoedzaam tot op defi laatsten druppel over de beide vechtenden, die over den grond rolden, uit en maakten toen, dat hij wegkwam, voordat do beide kerels hui lend elkaar loslieten en opstonden. Do pijn doofde terstond hun strijdlust. Zij trachtten haastig zich te ontdoen van de wasemende kleedingstukken en dat was een aanblik, die Gerda noopte, onmiddellijk onder bescherming van Joessoef door het portaal langs de gelagkamer naar boven to vluchten. Juist toen Gerda de eerste treden van do vuile trap in „Sinbad de Zeeman" beklommen had, werd boven het portaal tje verduisterd door een hreedo, groote gestalte en do stem van den heer von Wallenrodt klonk barsch: „Ali, waar blijf je toch, alle duivels? Zeg den herbergier, dat ik terstjjj 1 naar den controleur ga om mij te beklagen over het helsch lawaai, dat die bende daar beneden maakt 1 Ik wil toch eens zien, of ik niet een beetje orde brengen kan in dit roovershol 1" De laatste woorden had hij nog slechte halfluid gesproken. Toen zag hij Gerda. Zijn met litteekens doorgroefd gezicht, met de vervaarlijke snor, boezemdo naar geen vrees meer in. Zij klom verder de trap op, zonder zich te haasten, maar tevïua zcn- cler ook maar een oogenblik te aarzolen. Zijn blik was eer9t ongeloovig, daarna verwijtend op haar gericht. Nu stond zij vlak voor hëbi en zag hem scherp in het gezicht. Dr. von Wallenrodt kuchte even en zei do toen kort en beslist: „Zoo, Gorda, ben je daar eindelijk! Ik wist wel dat je ten slotte jo ongelijk zoudt inzien en bij mij terugkomen. Maar eigenlijk hadt je jezelf en mij al deze moeilijke uren en dagen kunnen bespa ren." Zij zweeg en hij hield dat voor een schuldbekentenis en vervolgde op beslisten toon: „Moeilijk voor mij ook in zooverre als je broer zich tegenover mij op hoogst on hebbelijke wijze heeft gedragen. Dat is stecd« het loon, wanneer men zich Iets aan zulke wormstekige vruchten laat go- legen liggen. Laten wij niet meer over hem spreken. Met hem heb ik niets meer te maken I Blijven wij dus bij onze eigen aangelegenheid! Ik verwacht dus, beste Gerda „Wat verwacht je 7" Vol verbazing fronste hij de wenkbrau wen en zijn stem had een onaangenamen, harden klank, toen hij vervolgde: „Ik verwacht, cn dat met het grootste recht dat j© mij in do eerste plaats wegens jo gedrag om vergiffenis vraagt. Of ik jo die vergiffenis kan schenken, weet ik nog niet. Want dat hangt af van de verklaringen, welke je mij in do tweede plaats zult geven, over hetgeen jc in den laiatstea tijd gedaan hebt en waar jc je eigenlijk hebt opgehouden." Gerda dacht een oogenblik na en zcidc toen op kalmen toon: „Moeten wij elkaar dat allee hier mor tellen, waar een ieder ons hooron kan? Is er geen andere plaats in het huis „Ja, ik kan je toch niet ia mijn kaïncr ontvangenMaarHij bezon zich oen oogenblik cn opende toen de deur, die leidde naar het platte dak naast het huis, waar hij indertijd ook met Frank gespro ken had. Zij traden naar buiten. Nu was het Gerda veel lichter om het hart. Zij kreeg nieuwen moed, om niet alleen te luisteren, maar ook tc spreken." „In de eerste plaats wil ik je zeggen," begon zij, „dat ik er niet aan denk je om vergiffenis te vragen. Want daartoe be staat geen redenEn io do tweede plaats doet het er niet toe, waar ik waB. Heb is voldoende, wanneer ik jo zeg, dat ik n\et I iu slecht gezelschap was „Wat zeg je!" De heer von Wallenrodt was zoo verbouwereerd, dat hij naar woorden moest zoeken. Hij haalde zijn zakdoek to voorschijn en veegde zich het voorhoofd af. Deze opstand harerzijds tegen zijn autoriteit, tegen allfc menschelijkc orde en tucht, welke in hem verpersoonlijkt wa ren, maakte hem bijna duizelig. Dat had hij in de laatste plaats verwacht! Hij moest dus al zijn energie to hulp. roepen l „Zie mij eens aan", sprak hij kort en bevelend. „Zoo. En wees nu zoo goed eens ernstig met jezelf to rade te gaan. Beu je mijn verloofde of ben jo het niet? En daar jo het nu eenmaal bent, zoo... Het woord bleef hem in de keel steken, want Gerda schudde kalm, maar beslist het hoofd. „Neon, ik ben hei niet meer. Reeds se dert een weck niet meer. En ik ben hier bij jo gekomen om je dat tc zeggen. Ik heb ernstig overwogen wat ik jo zeggen wilde, heel kort, want vele woorden zijn daarvoor niet noodig! En daarna wil 'k weer gaan en alles zal tusschcn ons beiden uit zijn/' Op dit oogenblik gevoelde zij bijna me delijden met hem. Maar had hij haar ooit leed gespaard, wanneer hij meende, dat dit noodig was? Nu kon rij hero ook niet spfcreu cn ging rustig verder „Het is zocr eenvoudig* cn' cr is niets meer aan te veranderenwij passen niet bij elkaarDat is jou schuld niet; ik boni nu eenmaal zoo ongellukkTig laanigo^ logd, ik begrijp jc niet cn zal je ook nooit kunnen begrijpen; ik vraag je dui, nu mijn woord terug te gevon. (Wordt veivolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1