Uitslag van onzen Teskenwadstrijd. fiieawo Eaadsels. Oplossingen der Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: pen. Bij die gelegenheid vroeg do winkelier hem, of hij een fiets wilde koopen? „En wè. koet aoo'n ding?" vroeg de boer. „Tweehonderd tachtig gulden P' „Veur dien pries kan^k 'n vatte koei koopen." „Maar de menschen zouden je voor krankzinnig houden, als ze je op 'n koe door de stad zagen rijden". „Dk kan wol"t lachte ons boertje, „moar bij oes op 't darp zouwe ze me veur dol houwe, as ze zouwe zien dat t het prebeerde 'n fiets te melke." Naar aanleiding van den door mij uit geschreven wedstrijd kwamen in 71 teeke- ningen, zoodat het niet aan belangstelling 'ontbroken heeft. Met genoegen heb ik opgemerkt, dat er onder de inzenders velen waren, wier weck van goeden aanleg getuigde. Van allen kan dit natuurlijk niet gezegd worden, maar den leeftijd van de vervaar digers in aanmerking genomen, heb ik allé reden tot tevredenheid. In elk geval is er voor den eersten keer aardig gewerkt en ik twijfel er niet aan, of ,een tweede wedstrijd, die ik later hoop uit te schrijven, zal nog beten© resultaten af werpen. Voor prijzen kwamen de volgende rier teekeningen in aanmerking, aangezien ik in overleg met den heer uitgever het getal bekronigen van drie op vier gebracht heb: Een liefelijk landschap en Zonsondergang op zee door t Scheep j es door Suze Dekker. Riviergezicht, door Adriana Bmit. Bloemen, door Eetje van Braam. Eervolle vermelding ver wier- yen de volgende teekeningen: Hondenkop, door Ida v. Zuylen van Nijevelt. Molen, door S. Venmj. Ooievaar, door Grietje van Hof. Boerenwoning, 3oor Barend de IWit. Kerk, door. Isaac van Weeren. Kan met bladeren, door Helena Berkeljon. raden; „alleen gouvernantes hebben dat noodig." „Maar hoe wil je dan Fransch spreken?" ,,Ik zal de regelmatige werkwoorden ge bruiken; er zijn er een menigte," klonk het vertrouwelijk. De minister werd weer streng. „Je bent een heel dwaas klein meisje, Félicia'', zeide hij, en kunt niet over dergelijke zaken oor- deelen. Onderwerp je daarom aan de be slissing van anderen. Ik wil niet meer hooren, dat je je werk verwaarloost, of ik zal je zwaar moeten straffen." Lady Noggs begreep, dat het onderhoud daarmede afgeloopen was, zij glimlachte tegen haar oom op de liefste wijze en ver liet het vertrek met de woorden: „Het helpt toch niets, oom, die vervelende din gen blijven niet in mijn hoofd." Zijn verwijten hadden echter deze uit werking, dat zij voortaan stipt op tijd kwam voor de lessen; maar daar bleef het ook bij. Eenmaal in de leerkamer gekomen wend de zij dezelfde onwetendheid voor. Het eerste halfuur leerde zij misschien iets; maar daarna werd zij door de verveling van breuken en andere dingen overmees terd en het duurde niet lang of zij vond dat zij niet beter kon doen dan daarna in slaap te vallen. Sedert sliep zij dagelijks in. Na verloop van tien dagen steeg de wanhoop der gouvernante ten top en, een eerlijke ziel zijnde, vroeg zij zich af of zij wel het recht had een post te behouden, waarop zij niets volbrengen kon. Een tijdlang werd zij onophoudelijk door dio vraag gekweld en op zekeren morgen, Molen, door Greta Kurrels. Stoomboot, door Johaones BonaeL L a n d m u i s, door Marie dj Nie. Molen, door Jan de Nie. Aan b e t b t r a d d, door P. G. Bleyie. Gebouw, door Willem "Verloop Jzn. Bloemen, door Alida Breukink. Riviergezicht, door J. Bokern. Boerenhofstede, door Marietje Mazurel. Alle teekeningen, dus ook van hen, die ik ditmaal niet afzonderlijk vermeld heb, zullen aan het bureau van het Leidscb Dagblad worden tentoongesteld, ten einde de inzenders in de gelegenheid te stellen van elkanders werk inzage te nemen. Ten slotte verzoek ik den inzender van de bekroonde teekeningen, wiens naam ontbreekt, zich bekend te maken. MARIE VAN AMSTEL. Ingezonden door Nico v .d. Reyden, te Leiden. L 1 2 3 4 geeft vlekken, Die zijn naar niemands wensch. Toch is de vloeistof zelve Zeer nuttig voor den mensch. Men schrijft een lekker vruchtje Met 5 8 9 10. En 6 6 7 werkt steeds Bij 't vuur, dat kunt gij oen. 8 12 wordt gevonden Beneden aan het gezicht; Wie knap is in het raden, Valt wis dat raadsel licht. Ingezonden door J. J. v. d. Reyden, te Leiden. XI. Johan had centen, o zooveel! Gerard had maar het vijfde deel Van 't aantal, dat Johan bezat En waarvan Piet een vierde had. Nu dient hierbij ook nog gemeld, Dat, wanneer men to zamen telt Het deel van Gerard 9n van Piet, De som ons 45 biedt. Begrijpt gij dit? Kom, zeg mij dan Het aantal centen van Johan. aan het eind der lessen, gaf zij er zich re kenschap van, dat lady Noggs, sedert haar komst niets had geleerd, dat al haar in spanning vruchteloos was geweest, en dat haar pogingen in de toekomst nieta zouden geven, zoodat zij haar betrekking neerleg gen moest. Lady Noggs had al haar slaperigheid verloren, zoodra zij vrij was en holde zóó levendig weg, dat zij vergat de deur te slui ten. Zij liep naar haar kamer, zette een hoed op en keerde terug om de trap af te gaan. In het voorbijgaan der leerkamer, hoor de zij een luide snik en daarop een twee de, zij bleef stilstaan en keek naar bin nen. Miss Stetson zat nog steeds op haar gewone plaats aan tafel; maar zij hield het hoofd in de handen verborgen en schrei de erbarmelijk. Lady Noggs trok de deur zachtjes toe; toen zij al halverwege geko men was, begonnen haar beenen haar lang zamer voort te dragen. Beneden in huis stond zij stildaarna liep zij met een onwillige uitdrukking naar de leerkamer terug. Miss Stetson snikte te hevig, om haar te zien naderen. Félicia raakte haar arm met een vrij beverige hand aan en vroeg op vriendelijken toon: „Wat is er, miss Stetson?" De gouvernante liet de handen zinken en vertoonde haar een van smart verwrongen gelaat. Zij staarde haar leerling diep ramp zalig aan en riep uit: „Jij bent betl Naar, ondeugend kind 1" Ontsteld over dien heftigen uitval, ge voelde lady Noggs voor het eerst iets als eerbied voor haar leermeesteres. Ingezonden door Lena Bik% te Leiden. IIL Eenmaal O en eenmaal D. Eenmaal R en eenmaal W. En een E moet ook nog mee, Noemen u in de provincie Utrecht een plaats, niet zoo heel ver van de zee.. Ingebonden door W. en O. Vink, te Le ide n. IV. Wanneer gij een vischje van rijn kop berooft blijft iets over^ dat ieder scholier wel eens gebruikt. Onthoofdt gij mij weer, dan blijft er een smakelijke spijs over! Ingezonden door Jan EJesser, te Leiden. V. Tweemaal E en eenmaal M; Eenmaal G en tweemaal N, en Eenmaal IJ moet ook nog mee. Welke plaats in Gelderland bedoel ik hiermee I L Hoek van Holland. IL Velp Zoutkamp Venlo. IIL KabeL IV. Wassenaar. V. Waterloo. Anna van Santen, Martha Stroebei, Pop» py Tendeloo, Rix en Anna Boekée, Agatha Metselaar, W. en C. Vink, Aktta, Hen drik, Philippus en Maria de Nie, Emma van Dam, Frans Löwensteyn, Johan Bey, Wilhelmina Parlevliet, Ph. van Hoboken, Dora Boom, Bernardus Zwetsloot, Cor- I nelia van der Klein, Cornelia v. d. Veer, Hendrik Heus, Johannes v. d. Steen, Heo- drika v. d. Steen, Jannetje van der Meer, O. Maas, Eetje van Braam, Anna, Martha en Gerard Loozen, Adriana Breebaart, Jo- ,Ik? Hoe meent u dat?'' vroeg rij. „Je wilt in het geheel niet.. niets leeren... en ik moet heengaan. Het... het zou niet eerlijk rijneen salaris aan te nemen... voor werk... dat ik niet doel" snikte de arme ziel. Lady Noggs had het kunnen uitjubelen van vreugde over dit besluit, maar daarop werd zij weer door medelijden aangegrepeni en zeide op troostenden toon: „Ik denk wel, dat andere kleine meisjes goed bij u zullen leeren, uu moest blij zijn van zulk een dom kind te worden ontslagen „O, ik dacht niet aan jou!" riep mi&e Stetson driftig. Daarop barstte zij weder in tranen uit en snüte: „ik dacht aan..v.. aan Harold „Wie is Harold? Wat heeft die er mede te maken V' vroeg lady Noggs vol verha ring. Het was een verlichting voor de arme gouvernante haar zielsbedroefd gemoed, uit te storten, al was het dan ook slechts bij haar vijandin en zij snikte: „Hij is bij ismijn broertje. Ik betaalde zijn opvoeding." Lady Noggs begreep er niets meer van. Zij trok de wenkbrauwen samen en zeide: „Maar de ouders van het kleine meisje dat gij na mij tot leerling zult krijgen, zul len immers ook betalen?" „Geen salaris zooals ik hier ontvang... daar kan ik niet op hopenvooral niot nadat ik niet verder kon komen met jou 1" antwoordde misg Stetson, en rij begroef het gelaat in de handen en begon opnieuw te' huilen. (Wvndt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 13