tras c
Royal Windsor
Camera's.^
Foto-
Artikelen.
CURSUS.
OPEÜBÜBE UITVOEBING
Ehrisfelijke Zangvereniging „Soli Deo Gloria",
Alex Meyer's Koffie
2 DEN HAAG,
Marcel Ondulatie
EM. SASSE,
Effecten, Coupons, Wissels en Assurantiën.
ÖEBES
Fijne Tafelbeschuit
J. HENRI BERKELJON,
Lange Mare 40.
SiEIO-ALLEEN
J. H. DIJKHUIS,
Mej. J. SUSAN,
BKilOEMDE DAARiiElïSTËLLER
Nieuwe Rijn 65,
Leiden.
@1 Breestraat (naast het Rijnlandshuis.)
Zakjes, inhoudende 10 st. a 10 Gts.
FEUILLETON.
CtERDA.
En do niet minder zwakke Tweede Ka
mer mal to ©eniger tdjd wel weer toonen,
Oat ze, celi zwak, met Kwakkelingen ge
duld wil oefonen.
Vooral in den nacht.
Dat is nu sedert Juni 1905 onae vador-
tandsche politiek 1
„Het Centrum"i
Zoo is het Kabinet geëindigd met dat
gene, waarmee het redelijkerwijze had kun-
hen beginnendo vervanging van den mi
nister, wiens begrooting verworpen werd.
De crisis en het verlies van tijd, dat
ijaarvan hot gevolg was, komen dus geheel
Voor rekening van het Kabinet en van zijn
politieke vrienden, met name van de vnj-
Bin nig-democraten.
Immers de volgende punten 6taan vast:
to. dat het votum der Eerste Kamer niet
tegen het Kabinet in zijn geheel, maar
tegen een bepaalden minister en eem be
paalde handolwijz© was gericht; 2o. dat
fect hier geen eigenlijken strijd gold tus-
fcchen linker- en rechterzijde; 3o. dat do
quaestie ran het blijvend gedeelto ten on
rechte tot een groot politiek beginsel was
opgeblazen en de voorstelling, alsof het
Kabinet zijn taak niet zon knnnen volvoe-
jon Bonder de overhaaste maatregelen van
minister Staal, ten eenenmale ongemoti
veerd mooht heeten.
,,De Residentiebode" begint met een ge
dicht, vrij naar Elias Annes Borger:
Zoo rust dan eind'lijk 't Stalen Noorden
Van Kamervorst en persgeloei;
En rolt straks nieuwe stroom van woorden
Ontslagen van die stakingsboei.
Zijn vloed drenkt weer de Kamerbankon;
En 't linksche volkjen, aan zijn voet,
Brengt vader Sphinx den lentegroet,
(Als grootvorst van 't verbond der Blanken,
Die, van der Unie top gedaald,
Den Vrijzin kust en aait de Vrijen
En bij de gunst der roode rijen
Elks deel der Juniwinst bepaalt.
Het blad zegt, dat de crisis in de lucht
is verdampt, en dat deze oplossing haar
bevredigt. Maar zij betreurt het, dat hot
Kabinet tot de ontslag-aanvrage is over
gegaan, hoofdzakelijk, om de stagnatie,
die daardoor in de sociale wetgeving i%
gekomen. In 1903 kwam hot land te staaD
tegenover een „misdadige woeling" van
spoorwegpersoneel en nu werd het gesteld
tegenover een ongemotiveerde woeling van
ministerie-personeel.
Het plan tot den zelfmoord van het
ministerie, zoo 6chrijft het blad verder
is gelukkig verijdeld door het even begin
selvast als bezadigd optreden der rechter
zijde.
Immers, de rechterzijde zij heeft het
meermalen bewezen wilde den val van
het ministerie niet, zonder voldoende gron
den. De rechterzijde heeft ook geen crisis
uitgelokt en heeft haar, toon zij minister
Staal moest doen vallen, zelfs .willen bezwe
ren, voor zoover zij het geheele ministerie
zou kunnen treffen. En toen het ministerie
eenmaal demissionair was, toen heeft de
rechterzijde het valt uit verschillende
uitlatingen in de pers genoegzaam op te
maken zich niet begeerig betoond, we
derom in den stuurst j1 te klimmen, al zou
zij, hiervan zijn wij overtuigd, bereid zijn
geweest, indien het noodig ware, de gevol
gen te dragen van het votum der Eerste
Kamer, dat alleen scherper en doeltreffen
der heeft uitgedrukt, wat ook de Tweede
Kamer bedoelde, toen zij in den nacht van
Staal met inlichtingen genoegen nam.
Om kort te gaan, o oplossing, thans
aan de crisis gegeven, ia naar onze opvat
ting de ons niet genoegzaam bekenc'e
figuur van den minister van oorlog buiteu
beschouwing gelaten de allerbeste, wel
ke denkbaar zou wezen. En zulks om drie-
ërlcUredenen
lo. Om het argument, dat wij dezer dagen
uit ,,De Nieuwe Courant" aanhaalden, nl.
omdat er niet licht onder de geestverwan
ten van dit ministerie mannen zouden go-
vonden worden, aangewezen om in het
midden eener parlementaire periode de
verantwoordelijkheid der regeering te aan
vaarden. Voor het ministerschap immers
dienen de beste krachten in aanmerking ie
komen en die zijn niet spoedig bereid voor
zoo korten tijd een .werkkring te verlaten,
met onaekeren kans, of het voor een re
delijken tijd wezen zaJ.
2o. Omdat bet demissionaire ministerie
nog niet in de gek genheid geweest is, do
groote plannen, welke in de eerste Troon
rede onder zijn verantwoordelijkheid zijn
aangekondigd, voor de Staten-Generaal te
verdedigen. Op één of meerdere van die
iplannen kan natuurlijk het ministerie
vallen, maar wij zouden hef, zoowel in het
belang der gezonde ontwikkeling van ons
staatkundig leven, als uit constitutioneel
beginsel, betreuren, indien het ministerie
aan een .wonde stierf, door een toeval op-
gelocpen, zij het ook bij het wandelen on
der den steiger van een huis, dat in aan
bouw was.
3o. Dewijl de partieele kwestie, welke tot
de algemeene crisis de eenigszins gezochzc
aanleiding geweest is, ook hier haar beste
oplossing vindt.
Het is niet anders denkbaar meent ,,De
Residentiebode", of het ministerie, dat
thans gereconstrueerd aanblijft, zal zijn
nieuwen minister van oorlog uitnoodigen,
het beginsel, waar het voor vallen wilde,
aan het oordeel ckr Staten-Gneraal ie
onderwerpen.
Doch met dit onderscheid, dat thans ver
moedelijk op constitutioneel© wijze het
oordeel der beide Kamers zal worden in
geroepen over een zaak, welke minister
Staal wij zullen niet zeggen met boos
opzet ton deele uit deferentie ten op
zichte töer vrijzinnig-democratische vrien
den, ten deele uit gebrek aan deferentie
voor -de Staten-Generaal, op ongrondwet
tige wijze heeft willen tot stand brengen.
De inlichtingen, vóór 1 April toegezegd,
en als foutief later verbeterd opstel
aan de Staten-Generaal toegezonden, zul
len waarschijnlijk nu, na wat beter over
leg en in betamelijken vorm, hetzij als af
zonderlijk wetsontwerp, hetzij als ondei -
deel eener nieuwe Begrootingswet, aan het
oordeel der Staten-Generaal worden voor
gelegd.
De „Zutfcnsche Courant'' zegt:
Bevredigt deoe oplossing ons niet in elk
opzicht, betreuren wo het dat generaal
Staal moest vallen als een offer van de be
houdzucht der Eerste Kamer we verheu
gen er ons in, dat de overige acht bekwa
me, karaktervolle mannen aan de Regee-
ringstafel blijven zitten en dat de negende
althans niet gevallen is als een zoenoffer.
Gebleken is, dat geen regeering uit ande
re groepen te vormen was; dit is de duide
lijkste rechtvaardiging van het juiste poli
tieke inzicht, dat de Kabinetsformateur
toonde, toen hij dit negental ter benoeming
aan de Koningin voordroeg. Dit besef zal
in niet geringe mate zedelijken steun ver
sohaffen aan het gereconstrueerde Kabinet
en de kracht der oppositie breken.
Het blad verwacht, dat dc leden van "de
Eerste Kamer een volgende oorlogsbcgroo-
Ling, die uitgaat van precies dezelfde over
wegingen als die generaal Staal hebben ge
leid, zullen aannemen. Zij ziet hen al in
gedachte stuk voor stuk ,,hun draai" ne
men.
Doet de Eerste Kamer dat niet, zoo
schrijft het blad verder, verwerpt ze in
1908 ten tweeden male de Oorlogsbogroo-
ting, dan wel een concreet voorstel in den
geest van generaal Staal, wel, dan ho
pen we dat het mogelijk zal wezen haar
meerderheid om te zetten door een liberale
meerderheid in de Staten van Zuid- en
Noord-Holland, Friesland, Overijsel, Gro
ningen en Drente.
Want dit staat vast: de nieuwe minister
van oorlog stemt geheel in met de denkbeel
den, welke zijn voorganger in toepassing
wilde brengen. Yan hem iB dus niet te
wachten, dat hij tot den ouden koers zal
terugkeeren.
Staal gaat heen zijn' richting blijft.
KATWIJK. Gehuwd: KL Kuyt jm. en G,
v. d. Boon d.
Geboren: Cornelia, Z. van A. v d. Plas en
P. van der Wiel. Cornelia, Z van Y. v. d.
Plas en J. van Rijn- - Cornelia. Z. van J. Vooya
en S. Guyfc. Adriaan, Z. v»n C. v. d. Plaa eq
J. v. d. Marei. Nicolaas Francisooa. Z. van
L. L. Koot en P. Vlasveld Diik Cornelia, Z.
van Jb. van Duyn en A. Scbuitem.iker. Gijabert.
Z. van G. v. Duvn en M. Klok. Piet. Z1 va£
A. Ouweband en J. v. Duyvenvoorde. Trijntje,
D. van C. Vooya en M. v. Duyn.
Overleden: Jan Basenoot, II j., Z. van Aria
en Jacoba Klok. Cornell's van Rijn. 63 j., geh.
met Januetie Ouwehand. Cornells van der Luyt»
4 m.. Z. van W. v. d. Luyt en L. Guyt.
STOMP WIJK. Ondertrouwd: P. J. y. d.
Meer jm 28 j. eD W. ]M. Kersbergen id. '25 j.
W. Vieveen jm. 81 i. ea G. M. v. E« id. 26 j.
Bevallen: 11. Tiramers geb. Vogelaar D.
J. Romeijn geb. Vleut D. d Pjjl geb*
Sengers Z. Visser geb. v. d. Linden D.
Overleden: J. A. W»aijer Z. 2 m.
VEUR. Bevallen: C. Meyburg geb. v.
Leeuwen D. C. G. de Groot geb. v. Leeuwen Z.
VOORHOUT. Geboren: Petrus Johannes, Z.
van P. Vlasveld en E. de Langen. Cornelia
Jacobue, Z. van J. van der Laan eo A. Tb. M.
van Wijk. Cornelia Jo-epuma. i». van P. van
der Lans en D. van der Zon. Albertus, Z van
H. Augiistinne en M. L. de Ridder. Catbanna
Margaretha, D. van fl. J. Lange veld en S. C. Zand
bergen.
NOORDWIJKKKHOUT. Bevallenr A. M.
Heemskerk geb. Hoogervorst D. A. Broekhof
geb Jansen Z.
Ondertrouwd: P. J. van Oostveen en P.
A. Warmerdam.
Eenvoudige berechting; van kanton»
gerech t zaken.
Naar we vernemen, zal eerstdaags bij de
Tweede Kamer een ontwerp van wet wor
den ingediend tot eenvoudiger berechting
van kantongerechtzaken. Het ontwerp
heeft het departement van jusitie reeds ver
lat. i. - (N. R. 0.)
Vereenlglng Oud-Leiden.
ALGEMEENE LEDEN-VERGADE
RING op Dinsdag; 9 April te S"1/^
uur, ln „Inden Vergulden Turk "(boven).
4204 7 HET BESTUUR.
Leeraar voor Piano.
0428 8
Bet liedendaagsche
is erkend
voortreffelijkst.
Beslist onschadelijk.
Onder Contrdle van
Dr. VAN HAMEL RJOS EN HARMENS.
te Amsterdam.
Handwerken, JBaatkmip-
pen en naaien van Kostuums
en Ondergoed.
Aanvang van den nieuwen Cursus
in het Maatknippen 15 April a. s.
J. DE NIE,
4812 11 Heerengrncht 112.
Met 1 Mei
gevraagd, te Leiden, niet beneden
de 22 jaren. Loon ƒ110 met jaarl.
verhooging, Waschgeld f 86, Muts
dragen vereischt, goede getuigen. Br.
onder lett. O aan YAN ZWICHT'S
Algemeen Advertentie Bureau, Bree-
straat 126, Leiden. 437Ö10
DEK
Directeur: de Heer C. VAN DE PUTTE Wz
op Dinsdag 9 April, des avonds te 8 uren,
in de LUTHERSCHE KERK,
mot welwillende medewerking yan den lieer H. J. VAN LEEUWEN
441(3 38 Organist der Oosterberk.
Programma'., tevens BewUe van Toegang, 85 Cents verkrijgbaar
bö den Boekh. J. DU PON, Haarlemmerstraat, aan het Wykgebouw,
,Pni61", Middel.tegracht, en de. avond. a.n bet Kerkgebouw.
8480 28
is te Leiden steeds versch verkrijg
baar by
Hoogstraat. 1906 8
Speciaal Verzendhuis.
124 Woordeinde
(even voorbij het Paleis.)
Vraagt gr ai it Brochurs:
„Fotografeoren kan iederoon."
Dameskapster 2337 9
beveelt zich beleefd aan.
Ruim 1st© klasse Damessalon.
Uitnemend adres voor Haarwerken^
DE
gz roro
^pisO
NCT°Ï
ou
t*
Gebruikt do ROYAX WINDSOR, dieaau de
grUze haren de natuurlijke kleur en schoonheid
aor Joagd weder teruggeeft ZO gaat den val
der haren tegen en doei de roof vordwOnen.
ZO iade EhNIGK HAARHEU3TELLEK welke
bekroond le. Onverwachte uitkomsten Steeds
bloeiender verkoop. Op de flacons do woor
den ROYAL WINDSOR eisohen Bevindt zich
bfl do Kapper3-Reukv*ikoopor6 in heole en
halve flacons. Entrepót 23, ruscFEnghicn, Farys
franco toozending op aanvraag van het Pros
pectus, bLJaondorneden en getuigachriUen be
vattende. 6181 29
Verkrijgbaar bfl de Firma KNAAP. A H. C.
VAN HOORN, Opvolger, Breestraat 118, Lelden.
Logies met ontbot 1.25.
Zalen disponibel voor vergaderingen
en part|1«n. Centrum der etad. Han
del in Wijnen en Gedistilleerd.
Bestellingen worden aan huis bezorgd.
Beleefd aanbevelend.
2381 14
VEHHURIMG wan Brandkastjes ter bewaring
wan Geüdswaarden.
Incasseert op Binnen- en Buitenband. 4090 26
Opent rekening-courant met rentewergoeding.
rutki^ieeds
Ceres "desc/iuit
<§cÓTO>ffifrt>
^^arand^rd^iüver
is, behalwe in Bussen, thans ook verkrijgbaar ini
5145 58
In den beginne was alles woest en ledig.
En ledig zooals ln den beginne was nog
de woestijn; spookachtig ledig, ontzettena
en vreeselijk in hoor aanblik, onveranderd,
als op den eersten scheppingsdag van het
Bijbelverhaal. Duizelingwekkend hooge,
scherp gokante steenrotsen, waarvan de
hellingen bezaaid zijn met puin en steenen
en grootore en kleinere rotsblokken. De
dalen zijn eveneens met puin bedekt;- al
leen vindt men daartusBcben hier en daar
een bosje door de zon verbrand en ver
droogd steppengras, overigens geen boom,
geen blad^ geen waterplas; geen geluid van
een vogel,' en geen menschelijke stem en
geen windgesuia, geen wolkje aan den vaal-
blauwen hemel, altijd slechts die ééne, de
koningin van alles het leven en te gelijk
do dood van de wildernis de gloeiende
zon der Sahara daar boven loodrecht stra
lende ln volle middaghoogte. Tusschen
haar en de verdordo aarde brandde en
flikkerde de lucht als onzichtbaar vuur.
Do atmosfeer trilde zoodat berg en rots en
dal schenen moe te bewegen. In de doo-
delijke stilte was het alsof do steenen
kreunden, en het stof scheen door het
vlammende zwijgen eentonig en onver
moeid ern plechtig te zlngon.
In den bcginno was alles woest en ledig.
Dit is de wereld, niet datgene, wat gij
mensahen kent en bewoont neon, dit
hier, hot niets, waaruit gij geboren wordt.
waartoe gij terugkeert; het niets, dat al
tijd was en wezen zal; do wieg en het
graf van alle dingen van eeuwigheid tot
eeuwigheid.
En wanneer men daar alleen stond, te
yiidden dezer eenzaamheid, en naar de
woestijn staarde, rees onwillekeurig de
vraag; Heer, waarom hebt gij dit gescha
pen?
En de woestijn scheen don men ach aan is
zien en uit de onmetelijke zandvlakte scheen
de vraag te weerklinken; En waarom hebt
gij mij geschapen? Waarom die rotsblok
ken, waarom die strijd naar licht, dat
verlaaigon naar de zon, wanneer de zon
spreekt: Wien ik liefheb, dien verbrand ik.
Waar de hartstocht spreekt: Het hart dat
mij toebehoort, wordt door mij tot asch.
En onder do heete, verschroeiende vlammen
blijft niets over dan een woestijn, de woes
tijn daar buiten en, nog veel erger, een
woestijn in het menschelijk hart; gestorven,
wat eens bloeide, zooals het gras in de
woestijn j vervlogen de schoone verwaebbin-
gen, zooals de bronnen uitdrogen tus3chen
do rotsen. Niets overgebleven dan de her
innering. En die herinnering heet: berouw,
berouw, berouw".
De man, die zoo dacht, en die het eenige
menschelijke wezen in een omtrek van velo
uren was en tegen de helling van een
eeuwenoude, reusachtige rots leunde ?n
strak voor zich uitstaarde; ontwaakte lang
zamerhand uit zijn sombere mijmerij.
Hij bukte zich over don last, dien bij
reods een grooten afstand, uren lang< op
de schouders gedragen bad, over een steen
achtig, ongelijk pad, tusschen reusachtige
rotsblokken, dio soms op het punt schenen
te kantelen en op hem neer te storten.
Het was eon zeldzaam voorkomend wild
in Zuid-Tunis, een jong schaap met lajige
manen.
Het schieten van een ,,Arui" was door
de Fransohe regeering verboden. Dat wibt,
de jager ook wel. Het was waar, dc arm
der wet reikte nauwelijks tot in deze een
zame streken van het zuiden, geen oor had
den knal van het buksschot gehoord, geen
oog mensch en dier te zamen gezien.
En zelfs wanneer dat geschied^ was, hier
waa men vrij> en waren de beido doods
vijanden, Europeaan en Arabier, aan elkaar
gelijk. En toch poogde de jager onwille
keurig zich te verbergen tusschen de rot
sen, terwijl hij met zijn buit op den rug
bergafwaarts ging. i
Op een afstand van eenige honderden
passen stak zijri gestalte bijna niet meer
af tegen den grauwen achtergrond van
zand en steonen. Zijn verweerde, geellede-
ren slobkousen, do verschoten rijbroek van
vaal fluweel, en de verbleekte katoenen jas
pasten evenzoo in deze wildernis als zijn
gezicht. Dat was donkerbruin, door de
zon verbrand, en de oogen schitterden
daarin met een zekere onrust. En van de
zelfde donkere kleur waren de handen.
Die handen bogen nu voorzichtig een
paar takken uit elkaar van het eenige
boschje in deze omgeving, dat groeide in
de schaduw van een klein vooruitstekend
rotsblok. Achter het gebladerte grijnsde een
diepe duisternis hem tegen; een vunzige
grondlucht stroomde hem te gemoct. Het
kwam uit een spleet, zoo laag, dat men
zich kruipen do slechts een weg dioardoor
kon banen. Wie daar binnen ging, was
veilig voor vriend en vijand. Do inboor
lingen vermeden angstig deze kloven, dio
als uitgangen van onderaardsche holen
leidden naar het geheimzinnige binnenste
der bergwereld. Zij waren bevreesd voor
de geesten van El Mansur. Slechts in
vroegere dagen de roovers, en nu de scha
pendieven en zoutsmokkelaar8, waagden
zich in dit labyrint en huisden daarin als
in een veilig toevluchtsoord, en van tijd
tot tijd verborg ook een jager hier het
wild, dat hij goede reden had, niet in het
openbaar te vertooneu.
Ook nu had de jager dat gedaan. Toen
hij weder te voorschijn kroop en opstond,
verblindde hem de witte zonnegloed aan
den blauwen woestijnhemel in die mate,
dat hij een poosje met halfgesloten oogeu
zijn weg tusschen de steenmassa's vervolgde
met groote voorzichtigheid, om niet met
de hand den gloeienden buitenkant der
steenen aan te raken. Eindelijk was hij
gekomen aan het einde der rotsgevaarten,
van waar uit hij een vrijen blik had oVer
de steppe.
Yer, ver strekte die steppe zich uit, in
het midden waarvan het onmetelijke zout
meer lag.
Een poosje keek dc man van de rots naar
het welbekende beeld, zich met de hand
de oogen beschermend tegen den grimmi-
gen vuurbal aan den hemel, die reeds, bij
den aanvang van den namiddig, zijn baan
naar het westen begon te beschrijven. Toen
voelde hij nog eenmaal of de halsdoek, de
bescherming tegen zonnesteek en hersen
ontsteking, vast genoeg zat en de huid
voldoende bedekte, en steeg door de tril
lende lucht in het dal af.
Daar had hest in het voorjaar, tijdens do
wolkbreuken, geregend. Nu nog waren r'e
halmen van het rietgras iets langer, iets
groener dan in de steppe.
Een enkel paard weidde daar en deed na
en dan een paar onzekere sprongen. Maai
het dier kon zich niet vor van deze plaati
verwijderen, waar zijn meester het gedu
rende den naoht had achtergelaten. Wan|
zijn voorpooten waren gekluisterd. Eq
dicht daarbij, tusschen gloeiende klippen
verborgen, lagen ook zadel en toornen, di^
do jager nu te voorschijn haalde en
het dier legde. Hij was toch blij, zijit
getrouwen metgezel ongedeerd terug te vin-,
den en klopte hot dier bij het opstijgen!
vriendschappelijk op den nek.
Man en paard trokken toen de doir*
woestijn in. Niets bewoog zich. Geen mensch^
'geen dier, niet eens een valk, een woestijn-
hagedis aan don kant van den weg of een
paar rennende korhoenders, die anders cM
wildernis bevolkten, waren zichtbaar. Wat
bloed in zich had, verborg zioh angstig
in een veilige schuilplaats, tot dc zon we
der haar verzengende dagtaak volbracht
had en troostend, mild stergeflonker aan
den avondhemel was verschenen.
De ruiter reed toe op een der overal ih
de vlakte verspreide Romeinsche bolwer-1
ken, waarin misschien eeng vijftien eeuwert
geleden een dei eroote heeren van het ]an<|
met vrouw cn kind en slaven gewoond had*
Niemand wist daar iets van; niemand had
joor deze ruines een naam. Daarlangs üepj
het pad naar het Zuiden.
(Wordt ?etvolgd.)|