Uit de Rechtzaal
Ingezonden.
Finaneieelemededeelingen,
Rede te ütatwijk-aan-Zee.
Men schrijft ona uit Katwijk-aan-Zee:
Op uitnoodiging van de ant.-rev. kiesver,
alhier trad gisteravond in de eetzaal van
het hotel „Du Rhin" als spr. op de. Vun-
dcrink, predikant bij de Ned -Herv. Gem.
te Amctsfooit, ract het onderwerp: „Friesch
(L'hristelijk-Historischen en Anti-Revolu-
tiounairen."
De zaal was zeer slecht bezet.
De voorzitter, de heer D. Ouwehand
Azn., opent met een kort welkomstwoord,
gaat voor in het g. bed en geeft daarna het
woord aan den sprekei.
fcipr. begint met zijn blijdschap uit te
spreken, met dit onderwerp tc mogen op
treden, waar vooral in do laatste jaren
zoo velen door de Fr. Chr. theorieën zijn
medogcsleept en hij nu daartegenover de
Ant.-ltev. beginselen kan stellen.
Hij stelt zich voor eerst een kort over
zicht te geven van de beginselen der Ant.-
Rev. en daarna van die der Fr. Chr.-Hist.
De Ant.-Rcv. partij is ontstaan als een
partij van beginselen. Ze staat of vort
derhalvo met dat beginsel. Wordt het be
ginsel weggenomen, dan is het met de
Ant-Rcv partij gedaan. Het beginsel, dat
niet altijd werd verstaan of begrepen,
waarvan gevoeld werd, dat het de onder
bouw moest zijn, waarop het staatsgebouw
moest verrijzen. En dit beginsel nu is zoo
dikwerf aangevallen, door liberalen niet
alleen, maar ook door de zich noemende
Friesch Chr.-Historischen.
Do aanval van het optreden der Fi.
Chr.-Hist. is tweeërlei: lo. Heeft men er,
die uit haat en vijandschap tegen do Ge
reformeerden, tegen dr. Kuyper, tegm de
A.-R. optreden, zelf niet eens weten waar
om, tch Fr. Chr.-Hist. zijn, alleen om de
A.-R. partij afbreuk te kunnen doen.
Strijden tegen de zoodanigen, acht apr.
strijden tegen windmolens. Het zou tever
geefs zijn. In hun hart staat gcsci even:
„We willen niet samenwerken" en zij
honden daaraan vast, zoodat alle moeite
om hon tot andere gedachten te brengen,
tevergeefs zou zijn.
Maar, zegt. spr., we zijn er daaimedo
niet af. Er zijn onder den Fr. Chr.-kn zers-
bond mannen, dio met eere kunnen worden
genoemd, die strijden naar hun dtep ge
wortelde overtuiging en die bijgevolg lecht
hebben gehoord en beantwoord te worden.
In korte trekken wil spr. schetsen het
8tandpnnt van do A.-R. en daarna noemen
een 4- of 5-tal bezwaren, die door de Fr.
Chr.-Hist. daartegen worden ingebracht.
Tamelijk uitgebreid zette spr. daarop de
beginselen der A.-R. uiteen en had daarbij
gelegenheid enkele voorbeelden aan te ha-
Ion uit de uitspraken van verschillende li
berale woordvoerders, waaruit bleek, dai
do liberalen geen hooger gezag orkennen
dan dat der rede, geen Koningsschap Pij
do gratie Gods, do overheid beschouwen
als do mandalaris der gemeenschap, de
uitvoerder van den wil des volks, den
godsdienst beschouwen als een privaat
zaak, die in de binnenkamer of in de kerk
thuisbehoort, maar niet in het politieke
leven, over het huwelijk bijv heel andere
begrippen hebben dan de christelijke par
tijen, terwijl de A.-R. wel degelijk gelao-
ven, dat H. M. de Koningin bij de gratie
Gods op den tioon van Nederland zit.
Zij zten achter den troon van do vorsten
nog iets anders, nl. Gd zelf. Zij zeggen,
God is Koning en cr is geen andere Ko
ning. Hieruit vloeit voort, dat alle over
heid is Gods dienaresse. Daarom is het,
volgens spr., ook God, een klap in het
aangezicht geven, wanneer men Zijn Majes
teit niet cikcnt, en alleen met zijn gods
dienst in de binnenkamer blijft, God dient
alleen in Kerk en huis, maar niet op de
straat, niet in het publieke leven.
Dat bovendien de idee der vrijzinnigen
Over het Koningsschap nogal bestrijding
ondervindt, toont spr. aan met een uit
spraak van mr. Troclstia, nl.„Gij libe
rale partij, zijt dc politieke koningsmoor
denaren I"
Tot zoover konden, zegt spreker verder,
de F. C.-H. geheel met zijn rede meegaan,
maar, zeggen ze, zij hebben het ook niet
zoozeer tegen de A.-R. beginselen, als wol
tegen do antitheae-p o li t i ek dor A.-R
dio het volk in tweo doelen, Christenen en
Paganisten zou verdcelen.
Spreker staat hierbij oven stil, hoo bet
woord antithese, vooral van vrijzinnige zii
do, wordt misbruikt, maar dat ook hier
geldt: wien de schoen pa-st, trekt hem aan.
Verder toont spreker aan, dat volgens
artikel 4 van het program der A.-R het
Btaatsgczag noch rechtstreeks noch naar
de uitspraak van eenige kerk gebonden mag
zijn aan het Woord van God, maar zijn
oorsprong moet vindon in de oonscicntie
der overheidspersonen.
Do onti-rev. zijn over dit art.!:©! van
F. C.-H. zijde nogal eens aangevallen. Do
A.-R. zeggen: do overheid staat in rceht-
8treekecli verband met God dat medebrengt
dat men een rogeering wil van christelijke
mannen, terwijl de F. C.-H. het Christelijk
beginsel in de Grondwet willen gelegd zien
cn cr dan ruimto gelaten blijft om mannen
van allerlei kleur, vogels van divers© plui
mingen, aan het roer van don Staat te
krijgen.
Spreker toont hiervan de onmogelijkheid
aan Stel, dat het zoo was, stel, dat het
Christelijke beginsel in de Grondwet zou
gelogd zijn, dan zou daarmee toch niet de
strijd op politiek terrein zijn geëindigd,
want spreker kan niet aannemen dat een
eerlijk liberaal als bijvoorbeeld 'mr. Van
Houten het van zich zou kunnen verkrij
gen wetten uit tc vaardigen, waarvan do
hoofdstrekking niet met zijn beginselen
overeenkwam. Dat men bovendien toch
geen waarborg zou hebben, dat het land in
alles Christelijk zou geregeerd worden, be
wijst de geschiedenis van do Leidscbo uni
versiteit, waar het vroeger voorschrift was,
dot de hoogleeraren de formulieren van
eenigheid moesten onderschrijven, terwijl
tex-h m do praktijk bleek, dat ze bij het
dooccron over bijbelsch© zaken nogal eens
vreemd uitweidden.
Spreker zegt, dat het geheele groote ver
schil tussohon F. C.-H. en A.-R. eigenlijk
ligt in de schoolquaeetie. De A--R. zijn
voorstander» van de vrije school terwijl
de F. O.-H. zich ten doel stellen cien bijbel
op de openbare school terug te knjgen,
zooals dat vroeger geweest ia. En niet al
leen op de school, maar ook op alle natio
nale instellingen.
Spreker vindt het mooi, maar gelooft dat
het een najagen is van een onbereikbaar
ideaal. Wel een oogenblik dat het zou mo
gen gelukken een wet te krijgen, die hijv.
den gemeenteraden het recht geeft toe te
staan, dat in rechtzinnige plaatsen de bij
bel op des chool wordt gebruikt, dan zou
volgens spreker dit toch niet afdoende
zijn, daar immers alles aankomt op den
geest van het onderwijs. En een bijbel in
handen van een modern onderwijzer z©u
meer kwaad dan goed doen. Bovendien
zou daardoor de schoolquaeetie ook nog in
don gemeenteraad gebracht worden en do
gemeenteraadsverkiezingen door deze
quaestic worden beheeracht.
Verdfer toont spreker nog aan, dat er
een kerkelijk verschil tuaschen F. O.-H. sn
A.-R. niet bestaat, zooals dikwijls wordt
beweerd.
De A.-R., zegt men, zijn de Afgescheide
nen en do F. C.-H. de Hervormden.
Sprekers eigen optreden als verdediger
der A.-R. beginselen beAvijst het tegendeel.
Hij is als Ncd.-Herv. predikant zeer ge
hecht aan den Ned.-Herv, godsdienst en aan
zijn Kerk, maar heeft na nauwkeurige
studio bevonden, dat do A.-R. beginselen
het best omlijnd waren en. bovendien de
oudste brieven hadden.
De redo werd met belangstelling gevolgd
on aan het einde werd spreker een warm
applaus gebracht.
Do voorzitter deelt nog mee, dat gelegen
heid tot debat zon worden gegeven of tot
hot stellen van vragen.
Alleen gaf zich op do heer 8. Hoekstra,
die met den spreker in enkoio principieel o
zaken van gevoelen verschilde. Nogal uit
voerig critiseerde hij sprekers rede, Jïe
ten slotte hem ook niet minder uitvoerig
beantwoordde.
Op verzoek van den voorzitter eindigde
da. Vunderink met dankzegging.
Vragen en Aniwoorden.
V r a a g. Zoudt IJ my Gunmen inlich
ten, hoe hier het gebruik ia ten opzichte
van de kennismaking van do buren?
Van welken kant worden daartoe de eer
ste stappen gedaan, van dien der oude be
woners of dient dc nieuwe bewoner zich
het eerst aan te melden?
Antwoord. Het gebruik brengt me
de, dat do ouao bewoners, indien deze
kennismaking met de nieuwe buren wen-
schen, dezen liet eerst een visite maken,
welke dan later wordt beantwoord.
V raag. Heeft een onderwijzer of leer-
aar het recht om voorwerpen van leerlin
gen af te nemen, en deze niet terug te ge
ven, ook niet na cenigen tijd?
Is dit wederrechtelijk toceigenen of niet?
Antwoord. Zonder nu maar dadelijk
te beslissen hoo het bedoelde feit zou moe
ten worden gequalïficcerd, staat het toch
vast, dat do onderwijzer evenmin als een
ander persoon zoodanig recht heeft.
Er zullen wei rogelen daaromtrent bij de
instelling bestaan, die de wegneming, bijv.
in het belang der goede ordo veroorloven,
maar dat latere teruggave aan den leer
ling of diens wettelijken vertegenwoord'ger,
moet plaats hebben, is in ieder geval bui
ten kijf.
V raag. Kan ik thans nog inzage van
een testament krijgen, dat bostaan moet
hebben in een boedel, welke reeds in 1888
is uitgekeerd en waaromtrent mij thans
stukken in handen kwamen, dio mij aan
de juistheid der verdeeling doen twijfelen
Antwoord. Zeker is dat mogelijk
wanneer men maar onmiddellijk belang
hebbende is en to weten kan kom^n voor
welken notaris dat testament verleden ia.
Uit do ons gegeven toelichting blijkt ons,
dat U als onmiddellijk belanghebbende na
het overlijden uwer ouders moet worden
beschouwd. Iu de destijds ingeleverde suo-
cessie-memorie staan bijzonderheden om
trent dat testament vermeld.
Vraag. Als ik dat testament vind en
de zaak blijkt niet in ordo te zijn, wat de
verdeel ing der gelden betreft kan ik dan
nu nog een advocaat nomen, die do zaak
verder uitzoekt?
A n t w oord. Zeker, er kan bedrog,
-beDadecling of gronddwaling hebben
plaats gehad en dan is het niet onmogelijk,
dat dio zaak alsnog in het reine komt;
als or maar wat te halen valt.
Vraag. A1r de persoon die indertijd
«curator was, thans overleden is, kan iX
van zijn orfgenamen bet mogelijk ontbre
kende bedrag dan nog eischen?
A niwoor d. Volgons uw toelichting
w a 8 do persoon, dio het gold uitkeerde
geen curator. In iedor geval blijkt dat uit
de succcssicmemorie. De erfgenamen dio
den boedel van dien curator aanvaaid
hebben, blijven aansprakelijk.
Omtrent dio memorie kunnen wij u nog
opmerken, dat de betaling van 340 gulden
successie- on overgangsrecm, van de door
u genoemde som, zeer goed mogelijk is.
Vraag. Een weduwe heeft ua een boe
delscheiding baar onroerende goederen bij
testament vermaakt volgens de taxatio
voor de successie, waaronder eenigo lande
rijen aan eenige harer kinderen. Kun
nen nu dc andere erfgenamen, waaronder
ook minderjarigen, dat testament vernieti
gen omreden dat het land bij verkoop meur
zou opbrengen
Antwoord. De vraag is maar »a
hoeverre sommige kinderen boven andera
zijn bevoordeeld. Die bovoordoeling kan
wel zóó groot wezen, dat zij aan het wett3-
tój»k erffdeel van dc andero kinderen te
kort doet. Er is dan een gift of schenkiog.
di© verminderd kan worden op vordering
van hen aan wie de wet een wettelijk erf
doel toekent. Taxatie voor de success io is
anders in den regel een vrij goede maat
staf.
V raag. Mag een mede-erfgenaam van
den overledene in diens nalatenschap op
treden, ook al is hij door den erflater als
zoodanig benoemd, en zoo ja mag hy tl ad
naar willekeur voor zijn diensten honorari
um eischen?
Antwoord. Een mede-erfgenaam
kan tot executeur worden' benoemd. Is
hem bij zijn benoeming geen bepaald loon
toegelegd, dan mag hij rekenen twee en
een half percent van de ontvangsten en een
en een half percent van de uitgaven.
Vraag. Als er geen executeur ia, wie
is dan rechtens de aangewezen persoon om
den wil in het testament vervat, ten uit
voer te brengen?
Antwoord. Dat moeten de erfgenar
men onderling doen, met gemeen overleg
V raag. Kunnen er ook gezalle-j van
terf-lating voorkomen, waarin geen testa
mentaire uitvoerder noodig is, zoo ja
welke?
Antwoord. Wij zouden zeggende
zeer eenvoudige boedels. ImmerB, do taak
van den executeur is vooral: het uitkeeren
der gemaakte legaten het op zich nemen
van de voorbereidende maatregelen voor in
ventaris en scheiding, het inneD van vorde
ringen, het betalen van schulden, eDz.
komt dat alles niet voor of zijn de werk
zaamheden weinig ingewikkeld, dan be
staat er iweinig aanleiding tot de benoe
ming.
Haagsch Gerechtshof.
Een belastingstrafzaak, Donderdag voor
het Hof behandeld, betrof C. v. d. B., ar
beider te Oegstgeest, door de recht
bank te 's-Gravenhago ontslagen van alle
rechtsvervolging ter zake van vervoer van
gedistilleerd, ongedekt door geldige docu
menten, in grooter hoeveelheid dan 1 litor.
Bekl. had 8 kistjes met gedistilleerd, nL
Hacajo-elixer, elk inhoudende minder dan
1 liter in opdracht van een slijter te Oogstr
geesfc op een handkar vervoerd naar het
postkantoor, ter verzending naar ^erschil-
londe adressen. Tweeërlei verwees- was nu
door zijn raadsmrtn gevoerd: lo. dat, waar
ieder kistje minder inhield dan 1 liter
gedistilleerd, de wet niet eischte, dat deze
van dekkingsdocumcnton voorzien waren;
2o. dat bekl. niet voor zichzelf, maar voor
een slijter had vervoerd, en dus in den zin
der Strafwet ais een willoos werktuig was
te beschouwen. De eerste bewering was door
de rechtbank verworpen, doch met het
tweede verweer bad zij zich vereenigd.
Rijksadvocaat jhr. mr E. N. do Brauw
achtte dit verweer intusschen ongegrond.
Van een „willoos werktuig" kan men
slechts spreken bij een ontoerekenbaar
krankzinnig persoon. Zelfs als men een
vasten knecht heeft, wien men een opdracht
geeft^ kan daarvan wed het gevolg zijn,
dat men. zelf óók atrofi-cchtelijk aansprake
lijk wordt, maar dit maakt den knecht zelf
nooit tot een willoos werktuig. Voorts
weerlegde pleiter bij voorbaat eenige for
meel© gronden waarop, naai hij vernomen
had, door beklaagdes raadsman de ontvan
kelijkheid van dit appèl zou worden bestre
den. Dat in deze zaak niet ook do slijter
ïs vervolgd, vindt zijn reden in het feit:
lo. dat de bekl niet stond in" vasten dienst
van den slijter; 2o. dat niet kon worden
aangetoond, dat bedoelde slijter stond in
vaste betrekking tot do administratie.
Het requisitoir strekte mitsdien tot ver
nietiging van het vonnis en veroordeeling
van bekl. wegens het bedoelde feit tot
25.85 gulden boete, invorderbaar bij lijfs
dwang, met verbeurdverklaring van het in
beslag genomen gedistilleerd; alsmede van
de handkar bij n iet-betaling der boete.
De verdediger, mr. P. F. L. Verschoor,
advocaat te 's-Gravenbage, hield op ver
schillende gronden vol, dat dit appèl niot-
ontvankelijk is.
Wat de hoofdzaak betroft, meende nleiter,
dat op grond van art. 231 der Algemene
Wet, hetgeen do bediende doet is d© daad
van den meester, waarbij pl. zch b'flriep op
do arresten van den Hoogen Raad van 28
Maart 1900, W. 8385, en van 7 October 1872,
W. 3518.
Dat artikel 231 zou eischen, dat do be
diende moet zijn in vasten dienst, kon pl.
niet in dat artikel lezen En ©venmin, dat
do meester in een vaste betrekking moet zijn
tot de administratie. Voldoende is, dat men
met do administratie .in aanraking komt,
in casu door een bekeuring In elk geval
moet do dader van het strafbaar feit ge
straft worden Dio dader is de vervoerder.
En de wezenlijke vervoerder is hier riet
beklaagde, maar do slijter. Hier waren
voorts pakjes gegeven aan versohilloQdo
adressen, met verschillende bestemming.
Mag men nu den inhoud van al die pakjes
bij elkaar optellen? Hier is niet één hoe
veelheid, maar hier zijn verschillende hoe-
veolheden. Men kan dus niet beweren, dat
dit één vervoer is. Waar nu dc pakje», die
méér dan 1 Liter inhielden, door een ge
leibiljet gedokt waren, is hier geen straf
baar feit gepleegd. Eindelijk stelde pleiter
de vraag of hier wel vaststaat de identiteit
van do fleechjes, die zijn aangehaald en van
de floschjcs^ clic op sterkte zijn onderzocht.
Adv.-gen. mr. Reitsma vorderde, dat be
klaagde bij niet-betaling der boete, tot 5
dagen hechtenis zou worden veroordeeld, en
concludeerde overigens tot toewijzing van
den eisch dar administratie.
Uitspraak heden over veertien dagen.
Mynheer de Rtdactewl
In het nummer van 19 Maart van uw
oourant vind ik een ingezonden stuk onder
teekend door ,,een sterk voorstander der
volksgezondheid", 't Is jammer, dat deze
gazondheidsvriend niet met zijn naam
heeft onderteekend; de Leidscbo burgerij
heeft er, dunkt mij, recht op te weten wie
zich zoo ernstig bezighoudt met het behar
tigen harer gezondheidsbelangen. En ik zou
het ook liever hebben gezien, omdat dan het
beantwoorden een aangenamer taak zou
zijn. Gaarn© zou ik het dan ook onbeant
woord laten wat niet ondergeteekende in
gezonden stukken van dergelijke strekking
eigenlijk altoos verdienen was het niet,
dat het stukje een kwaadaardig karakter
draagt, waar het den heer Van Gruting
aanvalt, in diens kwaliteit van veeartsenij-
kundig adviseur van de Leidsche
melkinrichting „De Landbouw".
De „voorstander der volksgezondheid" is
blijkbaar de vraagbaak van zijn omgeving
Vaak wordt hem dan ook gevraagd hoe de
contróle door den heer Van Gruting wel
geschiedt. En dan moet hij altijd antwoor
den het niet te weten. Gezondheidsvoorstan
der zegt dan verdor wel te weten hoe de
heer Van Gruting eigenlijk behoort te
oontroleoren, wil zijn oontróle meer beteeko-
nen dan reclame. En daar zit m nu juist
het kwaadaardige.
Do heer Van Gruting zou iederen morgen
om drie uren moeten opstaan om naAr liet
melken te gaan zien, terwijl ook de» avonds
het melken onder diens toezicht zou moeten
geschieden. Gezondheidsvoorstander zegt
het niet, maar weet natuurlijk dat de heei
Van Gruting dat niet doet. De oontróle
door den heer Van Gruting uitgeoefend zou
dus volgens het inzicht van gezondheids-
vriend, niet meer beteekencn dan reclame.
Doel van mijn schrijven ia in het kort
uiteen te zetten op welke wijze het vee-
artsenijkundig toezicht aan „De Land
bouw" is geregeld. Natuurlijk gaat de vee-
artsenijkundigo adviseur er niet 's morgens
om drie uren op uit om te constateoren
of het veo gezond is. Dat zou ook niot
kunnen, want „De Landbouw" betrekt
haar melk van verschillende veehouders uit
verschillende om Leiden gelegen gemeenten.
De veehouders, die aan „De Landbouw"
bun melk leveren, ziin echter contractueel
gebonden: a om slechts van gezond vee de
melk te leveren; b. om de directie onmid
dellijk kennis to geven van eventueel onder
hun vee voorkomende ziekte. Gewordt de
directie zoodanige mededeeling, dan
waarschuwt zij den veeartseniikundigen ad
viseur, welke alsdan zich naar de betrokken
boerderij begeeft ten einde den aard der
ziekte te leeren kennen. Daarvan hangt het
dan af of de melk al dan niet buiten con
sumptie wordt gebracht. Buiten en behalve
dit worden door den vecartsenijkundigen
adviseur de veestapels der contracteeren de
veehouders op ongezette tijden onderzocht.
Hot ig hier niet de plaats om uitvoeriger
op do zaak in te gaan.
Deze korte mededeeling zal echter vol
doende zijn om den lezers van dit blad de
overtuiging te schenken, dat het veeartse-
nijkundig tocricht aan de Leidsche melkin
richting „Dc Landbouw" meer beteekent
dan een eenvoudige reclame voor die inrich
ting.
Met dank, Mijnheer de Redhcteur, voor
de plaatsing, teeken ik:
J. NOORDAM,
Commissaris van de Leidsche Melkinrich
ting „De Landbouw."
Den Haag, 20 Maart 1907.
Geachte Redactiol
In de laatstgehouden Algemeene Verga
dering van den Zuid-Hollandschen Boeren
bond werd onderstaand rapport uitge
bracht ovor de afschaffing van d© 2 pOt.
korting op de kaas ten laste van den pro
ducent. Het Hoofdbestuur kreeg opdracht
in alle richtingen daarvoor propaganda te
malton, vooral ook door middel van de-
maohtigo pers. Zoudt U daarom in het be
lang van de goedo zaak zoo vriendelijk
willen zijn het rapport der Commissie in
Uw veelgelezen bla.» te willen opnemen, op
dat het aldus onder de oogen kome van
allo belanghebbenden?
Bij voorbaat brengen wij U onzen harte-
lijksten dank voor Uw gastvrijheid.
Namens hot Hoofdbestuur van den Pro
vincialen Zuidholland8chen Boerenbond,
Th. H. SARABER.
2d© Secretaris.
Rapport der Oommissie.
Van oudsher schijnt het gewoonte ge
weest. te zijn, om bij den verkoop van pro
ducten altijd iets toe te moeten geven, of
wat hetzelfde is, zicii korting te moeten
laten welgevallen.
Langzamerhand ia Hierin verandering
gekomen, getuige de verkoop van melk.
Vroeger immers moest men op de 100 liter
nog 5 L. toegeven. Men is daar vereenigd
tegen opgekomen en do toemaat is er af
gegaan zonder dat het de prijs drukt. Ook
op het stroo zijn do telbossen er af. Wolf
den ze hier en daar nog gegeven, dan ge
schiedt het om het gewicht aan te vullen.
Evenzoo is het met den lijnkoek. Do 40
koeken op de 1000 beeft men in de meeste
gevallen hard noodig om het noodige go-
wicht te bereiken.
Nu zegt men wel van de kaas, dat do
2 pCt. korting voor contante betaling is.
Maar wanneer een boor 10, ja zelfs 100
koeien koopt, die hij contant betaalt, dan
krijgt hij nog geen kwartje reductie.
Daarom zijn de leden der Commissie en
ook de afdeelingen Zoeterwoudo Alphen
en Alkemade van den N;-derlandschen
Boerenbond van meening, dat de bewuste
2 pCt. korting op de kaas niots is dan een
era do gewoonte of sleur, waarvoor heel©-
maal niets te zeggen valt. En nu er veel
vraag naar kaas, ja zelfs gebrek aan kaas
is, achten wij den tijd gekomen maa-rege
len te nemen.
Op de vraag of do kaasmaker danrvan
direct voordeel zal hebben, meent dc com
missie te moeten antwoorden: neen! Maar
na verloop van eenige jaren zal hij onge
twijfeld een even hoogen prijs bekomen
zonder korting, als nu met korting. Daar
enboven het onbillijke alleen doet ons er
naar streven, daarvan bevrijd te worden.
Redenen waarom de commissie aan heb
bestuur van den Provincialen Z -H. Boe
renbond in overweging geeft, om zooveel
mogelijk in samenwerking met den Noord-
,H oil and sc hen en Utrechtse hen Boeren
bond, propaganda te maken en maatrege
len te treffen ten einde op een door de
vergadering te bepalen tijdstip te beginnen
kaas zonder korting te verkoopen.
Wanneer alle boeren solidair zijn, twijfelt
de commissie er niet aan of de zaak moet
slagen. Te meer nog, daar het geen strijd
is tegen den groothandel. Want de kaas-
koopers, die op het buitenland handelen,
zouden ook niets liever willen, dan dat
de korting er af wa*. Immers moeten ook
zij korting govcn aan den buitenlander en
bovendien nog korting van hun winst.
En nu, M. H., steunend op deze gron
den, vertrouwen wij de onderneming gerust
aan Uw handen toe, overtuigd als w© zijn,
dat onze belangen dan veilig zijn, terwijl
wij on9 intusschen met den besteu uitslag
vleien.
De Commissio:
J. VERKLEI, te Alphen,
J VERWEY, te Alkemade,
M. KOMPIER, te Zoeterwoude.i
WARMOND. Uit het verslag over 1900
van de coöperatieve spaar- en voorschot
bank voor land- en tuinbouw te Warmond
blijkt o.a. het volgende:
Door den dood verloor de bank den
voorzitter van den Raad van Toeoicht O.
J. Viernagel en de leden J. van Grieken
en Th. L. de Haas.
Op 31 December 1906 was het LJentaJ
60.
In het Dagboek werden gedurende het
jaar geboekt 615 posten". Totaal der ont
vangsten op 31 December 123,120.91; to
taal der uitgaven op 31 Dec. ƒ120,667.86 j
kassaldo op 31 Dec. 2403.05.
Uitgegeven waren op 31 Deo. 110 boek
jes, nog in omloop op 31 Dec. 91 boekjes.
Hot totaal bedrag, gestort op 31 Doo.
1905 bedroeg 16,353.92; bijgestort in 1900
41,100.96, samen 57,454 88.; terugbe
taald in 1900 31,697.0*; totaal spaai gel
den op 31 Deo. 1906 25,757.82.
Aan rent© werd bijgeschreven 037.04
en uitbetaald 16.88.
Op 31 Deo. waren uitstaande 24 voor-
eohotten met 32 persoonlijke of zakelijke
borgstellingen.
Heb aanbal oontracten op 31 Dec. be
droeg 21, met 30 persoonlijke of zakelijke
borgstellingen.
Het reservefonds bedroeg op 1 Januari
1906 432.69; do winst over 1906 bedroeg
227.01; totaal van het reservefonds
f 659.70.
Op de gisteravond gehouden vergadering
was verder aan de orde de verkiezing van
2 leden van het bestuur; aan do beurt
van aftreding waren de heeren Brecdijk on
F. Machen, die beiden werden herkozen.
In plaats van den heer Frijlinck, die be
dankt had als lid van den Road van Toe-
zicht, werd gekozen de heer W. H. Heems
kerk.
Tevens werden cr nog eenige zaken be
handeld van meer huishoudelijken aard,
welke op verzoek van het bestuur, hier on
vermeld blijven.
Niets meer aan de ordo zijndo en wegen»
het vergevorderde uur, word dc vergade
ring door den president gesloten.
HAZER3W0UDE. Ho vallen: M. C.
Hngh geb. Verkleij D. D LaDgbout geb. Van
Leeuwen Z. F. dsn Hooglander geb. Cimee 7u
Overleden: G. van -ier Velde 2 w. Ir,
Louwors, wedn van 11. Ho iwreel, 88 j.
NIKUWVEKN B era II en- A. v. d. Kr.t Brast
geb- De Horn D.
Overleden: J. in 't Velt, wed. van J. Kootj,
72 j. F. W. Bruné, echtg. ran A. v. d. Mey, 63 J.
Volgens het Weekblad van de Oom-
mlsslebank te Amsterdam zijn in dd
week, geëindigd 19 Maart, door tufischen-
komst dier Bank verhandeld de navol»
gsnde minder courante Fondseu:
pCt. Schuldbr. StlchUche Credlutoank,,...98 pO^
Aand. Uatasf.cbu HypotbcukL»nk (23 pCt. geoU-rt) H5
m Natlonalo Uypoib«o»baok.328
Pretoria liypolheek-Muitschappl) (30 pCt.
Kt «lort)104—106
M««ticb»pplj U«UoAfooa106
ï.-vbat-M»»i»ch»ppy ïUmboooB200
6-pCt. Obli?. Cu\luar-MMti«h*ppy TJepper..„86
A»nd. UUlilon-UMticliftppU Ttfstdo BubrUk... F 2660
Bcnto Pref. atnd. Ooit-Uorn«o.U*tUch*ppU175
A*nd. ExploratU en M()nboair-&fi>atich»ppO
„Sumitrft" 5erl« A.20
Leydichu Veem...60
L»ld»che Dokoofebrtek.10^j'
0-pOt. Obllg. Stoom»plnn«ry«n «n Wer»rU«n r/h
S. J. Sptojatrd.m...102
A«nd. MauUebappU do Katholloko IUuslrutlo40
StoomTaitrl-kliaUchappU Triton28
Anulordamiclio ll^tulg-MaaUchuppO 100
Prof. anDd, Modo«ra 3tooinlraiu-M»«Ueh»ppü30
Aantl. hoUoosil Oromlboili (30 pOt. ge»lort)
Benta Sorle326
a Anutcl Uotol-Maatgch-ippl).104
JLnuterdamiohe Ze e- an B rand-Awuran lie-
liaatachappl).196
VoriaLcrtog-MaaUohappU Morcurlm (10 pOt.
Gebouw roar Kuoiten an Wetanichappan 85
Opr. aaud. Jaraicha Cultuur-tfaaUchappUp 65
Baw. t. Darlg. r. Nedorlaodicb-Iodltche Laudbonw-
MaaUchappUF 4848 60
Sorlpa N«d«rlandioba C autraal Spoorweg-ktaauch. 36 a
Dow. T, x>«olg«r. Voroaolgdo ..merlkaaniobo
foodion Karkhoren 9d« Sorla,... F 46
lSejrichten over Rijnlnnfr.s hoezo..
gedurende de week van 10 16 Maart 1907.
Stand van den boezem te Leiden.
Idem te Oudewatoring.
Werking der stoomgemalen
Waterloozing langs natuurlijk, wog.
Waterinlatiag
Regenval in Mm
10 Mrt. 11 Mrt. 12 Mrt. 18 Mrt. 14 Mrt. 15 Mrt 16 Mrt.
49 52 58 61 53 50 66 om.—A.P.
46 58 58 56 51 48 49 em.—A.P.
Spaamdam u., Halfweg 75J u., Gouda 100J u., Katwijk n.
Spasradam 5 o., Halfweg u., Goods 9 o., Katwijk 881 Q-
Door de slais te Goads a.
10.4