Uit de Rechtzaal Ingezonden. Finaneieelemededeelingen, Rede te ütatwijk-aan-Zee. Men schrijft ona uit Katwijk-aan-Zee: Op uitnoodiging van de ant.-rev. kiesver, alhier trad gisteravond in de eetzaal van het hotel „Du Rhin" als spr. op de. Vun- dcrink, predikant bij de Ned -Herv. Gem. te Amctsfooit, ract het onderwerp: „Friesch (L'hristelijk-Historischen en Anti-Revolu- tiounairen." De zaal was zeer slecht bezet. De voorzitter, de heer D. Ouwehand Azn., opent met een kort welkomstwoord, gaat voor in het g. bed en geeft daarna het woord aan den sprekei. fcipr. begint met zijn blijdschap uit te spreken, met dit onderwerp tc mogen op treden, waar vooral in do laatste jaren zoo velen door de Fr. Chr. theorieën zijn medogcsleept en hij nu daartegenover de Ant.-ltev. beginselen kan stellen. Hij stelt zich voor eerst een kort over zicht te geven van de beginselen der Ant.- Rev. en daarna van die der Fr. Chr.-Hist. De Ant.-Rcv. partij is ontstaan als een partij van beginselen. Ze staat of vort derhalvo met dat beginsel. Wordt het be ginsel weggenomen, dan is het met de Ant-Rcv partij gedaan. Het beginsel, dat niet altijd werd verstaan of begrepen, waarvan gevoeld werd, dat het de onder bouw moest zijn, waarop het staatsgebouw moest verrijzen. En dit beginsel nu is zoo dikwerf aangevallen, door liberalen niet alleen, maar ook door de zich noemende Friesch Chr.-Historischen. Do aanval van het optreden der Fi. Chr.-Hist. is tweeërlei: lo. Heeft men er, die uit haat en vijandschap tegen do Ge reformeerden, tegen dr. Kuyper, tegm de A.-R. optreden, zelf niet eens weten waar om, tch Fr. Chr.-Hist. zijn, alleen om de A.-R. partij afbreuk te kunnen doen. Strijden tegen de zoodanigen, acht apr. strijden tegen windmolens. Het zou tever geefs zijn. In hun hart staat gcsci even: „We willen niet samenwerken" en zij honden daaraan vast, zoodat alle moeite om hon tot andere gedachten te brengen, tevergeefs zou zijn. Maar, zegt. spr., we zijn er daaimedo niet af. Er zijn onder den Fr. Chr.-kn zers- bond mannen, dio met eere kunnen worden genoemd, die strijden naar hun dtep ge wortelde overtuiging en die bijgevolg lecht hebben gehoord en beantwoord te worden. In korte trekken wil spr. schetsen het 8tandpnnt van do A.-R. en daarna noemen een 4- of 5-tal bezwaren, die door de Fr. Chr.-Hist. daartegen worden ingebracht. Tamelijk uitgebreid zette spr. daarop de beginselen der A.-R. uiteen en had daarbij gelegenheid enkele voorbeelden aan te ha- Ion uit de uitspraken van verschillende li berale woordvoerders, waaruit bleek, dai do liberalen geen hooger gezag orkennen dan dat der rede, geen Koningsschap Pij do gratie Gods, do overheid beschouwen als do mandalaris der gemeenschap, de uitvoerder van den wil des volks, den godsdienst beschouwen als een privaat zaak, die in de binnenkamer of in de kerk thuisbehoort, maar niet in het politieke leven, over het huwelijk bijv heel andere begrippen hebben dan de christelijke par tijen, terwijl de A.-R. wel degelijk gelao- ven, dat H. M. de Koningin bij de gratie Gods op den tioon van Nederland zit. Zij zten achter den troon van do vorsten nog iets anders, nl. Gd zelf. Zij zeggen, God is Koning en cr is geen andere Ko ning. Hieruit vloeit voort, dat alle over heid is Gods dienaresse. Daarom is het, volgens spr., ook God, een klap in het aangezicht geven, wanneer men Zijn Majes teit niet cikcnt, en alleen met zijn gods dienst in de binnenkamer blijft, God dient alleen in Kerk en huis, maar niet op de straat, niet in het publieke leven. Dat bovendien de idee der vrijzinnigen Over het Koningsschap nogal bestrijding ondervindt, toont spr. aan met een uit spraak van mr. Troclstia, nl.„Gij libe rale partij, zijt dc politieke koningsmoor denaren I" Tot zoover konden, zegt spreker verder, de F. C.-H. geheel met zijn rede meegaan, maar, zeggen ze, zij hebben het ook niet zoozeer tegen de A.-R. beginselen, als wol tegen do antitheae-p o li t i ek dor A.-R dio het volk in tweo doelen, Christenen en Paganisten zou verdcelen. Spreker staat hierbij oven stil, hoo bet woord antithese, vooral van vrijzinnige zii do, wordt misbruikt, maar dat ook hier geldt: wien de schoen pa-st, trekt hem aan. Verder toont spreker aan, dat volgens artikel 4 van het program der A.-R het Btaatsgczag noch rechtstreeks noch naar de uitspraak van eenige kerk gebonden mag zijn aan het Woord van God, maar zijn oorsprong moet vindon in de oonscicntie der overheidspersonen. Do onti-rev. zijn over dit art.!:©! van F. C.-H. zijde nogal eens aangevallen. Do A.-R. zeggen: do overheid staat in rceht- 8treekecli verband met God dat medebrengt dat men een rogeering wil van christelijke mannen, terwijl de F. C.-H. het Christelijk beginsel in de Grondwet willen gelegd zien cn cr dan ruimto gelaten blijft om mannen van allerlei kleur, vogels van divers© plui mingen, aan het roer van don Staat te krijgen. Spreker toont hiervan de onmogelijkheid aan Stel, dat het zoo was, stel, dat het Christelijke beginsel in de Grondwet zou gelogd zijn, dan zou daarmee toch niet de strijd op politiek terrein zijn geëindigd, want spreker kan niet aannemen dat een eerlijk liberaal als bijvoorbeeld 'mr. Van Houten het van zich zou kunnen verkrij gen wetten uit tc vaardigen, waarvan do hoofdstrekking niet met zijn beginselen overeenkwam. Dat men bovendien toch geen waarborg zou hebben, dat het land in alles Christelijk zou geregeerd worden, be wijst de geschiedenis van do Leidscbo uni versiteit, waar het vroeger voorschrift was, dot de hoogleeraren de formulieren van eenigheid moesten onderschrijven, terwijl tex-h m do praktijk bleek, dat ze bij het dooccron over bijbelsch© zaken nogal eens vreemd uitweidden. Spreker zegt, dat het geheele groote ver schil tussohon F. C.-H. en A.-R. eigenlijk ligt in de schoolquaeetie. De A--R. zijn voorstander» van de vrije school terwijl de F. O.-H. zich ten doel stellen cien bijbel op de openbare school terug te knjgen, zooals dat vroeger geweest ia. En niet al leen op de school, maar ook op alle natio nale instellingen. Spreker vindt het mooi, maar gelooft dat het een najagen is van een onbereikbaar ideaal. Wel een oogenblik dat het zou mo gen gelukken een wet te krijgen, die hijv. den gemeenteraden het recht geeft toe te staan, dat in rechtzinnige plaatsen de bij bel op des chool wordt gebruikt, dan zou volgens spreker dit toch niet afdoende zijn, daar immers alles aankomt op den geest van het onderwijs. En een bijbel in handen van een modern onderwijzer z©u meer kwaad dan goed doen. Bovendien zou daardoor de schoolquaeetie ook nog in don gemeenteraad gebracht worden en do gemeenteraadsverkiezingen door deze quaestic worden beheeracht. Verdfer toont spreker nog aan, dat er een kerkelijk verschil tuaschen F. O.-H. sn A.-R. niet bestaat, zooals dikwijls wordt beweerd. De A.-R., zegt men, zijn de Afgescheide nen en do F. C.-H. de Hervormden. Sprekers eigen optreden als verdediger der A.-R. beginselen beAvijst het tegendeel. Hij is als Ncd.-Herv. predikant zeer ge hecht aan den Ned.-Herv, godsdienst en aan zijn Kerk, maar heeft na nauwkeurige studio bevonden, dat do A.-R. beginselen het best omlijnd waren en. bovendien de oudste brieven hadden. De redo werd met belangstelling gevolgd on aan het einde werd spreker een warm applaus gebracht. Do voorzitter deelt nog mee, dat gelegen heid tot debat zon worden gegeven of tot hot stellen van vragen. Alleen gaf zich op do heer 8. Hoekstra, die met den spreker in enkoio principieel o zaken van gevoelen verschilde. Nogal uit voerig critiseerde hij sprekers rede, Jïe ten slotte hem ook niet minder uitvoerig beantwoordde. Op verzoek van den voorzitter eindigde da. Vunderink met dankzegging. Vragen en Aniwoorden. V r a a g. Zoudt IJ my Gunmen inlich ten, hoe hier het gebruik ia ten opzichte van de kennismaking van do buren? Van welken kant worden daartoe de eer ste stappen gedaan, van dien der oude be woners of dient dc nieuwe bewoner zich het eerst aan te melden? Antwoord. Het gebruik brengt me de, dat do ouao bewoners, indien deze kennismaking met de nieuwe buren wen- schen, dezen liet eerst een visite maken, welke dan later wordt beantwoord. V raag. Heeft een onderwijzer of leer- aar het recht om voorwerpen van leerlin gen af te nemen, en deze niet terug te ge ven, ook niet na cenigen tijd? Is dit wederrechtelijk toceigenen of niet? Antwoord. Zonder nu maar dadelijk te beslissen hoo het bedoelde feit zou moe ten worden gequalïficcerd, staat het toch vast, dat do onderwijzer evenmin als een ander persoon zoodanig recht heeft. Er zullen wei rogelen daaromtrent bij de instelling bestaan, die de wegneming, bijv. in het belang der goede ordo veroorloven, maar dat latere teruggave aan den leer ling of diens wettelijken vertegenwoord'ger, moet plaats hebben, is in ieder geval bui ten kijf. V raag. Kan ik thans nog inzage van een testament krijgen, dat bostaan moet hebben in een boedel, welke reeds in 1888 is uitgekeerd en waaromtrent mij thans stukken in handen kwamen, dio mij aan de juistheid der verdeeling doen twijfelen Antwoord. Zeker is dat mogelijk wanneer men maar onmiddellijk belang hebbende is en to weten kan kom^n voor welken notaris dat testament verleden ia. Uit do ons gegeven toelichting blijkt ons, dat U als onmiddellijk belanghebbende na het overlijden uwer ouders moet worden beschouwd. Iu de destijds ingeleverde suo- cessie-memorie staan bijzonderheden om trent dat testament vermeld. Vraag. Als ik dat testament vind en de zaak blijkt niet in ordo te zijn, wat de verdeel ing der gelden betreft kan ik dan nu nog een advocaat nomen, die do zaak verder uitzoekt? A n t w oord. Zeker, er kan bedrog, -beDadecling of gronddwaling hebben plaats gehad en dan is het niet onmogelijk, dat dio zaak alsnog in het reine komt; als or maar wat te halen valt. Vraag. A1r de persoon die indertijd «curator was, thans overleden is, kan iX van zijn orfgenamen bet mogelijk ontbre kende bedrag dan nog eischen? A niwoor d. Volgons uw toelichting w a 8 do persoon, dio het gold uitkeerde geen curator. In iedor geval blijkt dat uit de succcssicmemorie. De erfgenamen dio den boedel van dien curator aanvaaid hebben, blijven aansprakelijk. Omtrent dio memorie kunnen wij u nog opmerken, dat de betaling van 340 gulden successie- on overgangsrecm, van de door u genoemde som, zeer goed mogelijk is. Vraag. Een weduwe heeft ua een boe delscheiding baar onroerende goederen bij testament vermaakt volgens de taxatio voor de successie, waaronder eenigo lande rijen aan eenige harer kinderen. Kun nen nu dc andere erfgenamen, waaronder ook minderjarigen, dat testament vernieti gen omreden dat het land bij verkoop meur zou opbrengen Antwoord. De vraag is maar »a hoeverre sommige kinderen boven andera zijn bevoordeeld. Die bovoordoeling kan wel zóó groot wezen, dat zij aan het wett3- tój»k erffdeel van dc andero kinderen te kort doet. Er is dan een gift of schenkiog. di© verminderd kan worden op vordering van hen aan wie de wet een wettelijk erf doel toekent. Taxatie voor de success io is anders in den regel een vrij goede maat staf. V raag. Mag een mede-erfgenaam van den overledene in diens nalatenschap op treden, ook al is hij door den erflater als zoodanig benoemd, en zoo ja mag hy tl ad naar willekeur voor zijn diensten honorari um eischen? Antwoord. Een mede-erfgenaam kan tot executeur worden' benoemd. Is hem bij zijn benoeming geen bepaald loon toegelegd, dan mag hij rekenen twee en een half percent van de ontvangsten en een en een half percent van de uitgaven. Vraag. Als er geen executeur ia, wie is dan rechtens de aangewezen persoon om den wil in het testament vervat, ten uit voer te brengen? Antwoord. Dat moeten de erfgenar men onderling doen, met gemeen overleg V raag. Kunnen er ook gezalle-j van terf-lating voorkomen, waarin geen testa mentaire uitvoerder noodig is, zoo ja welke? Antwoord. Wij zouden zeggende zeer eenvoudige boedels. ImmerB, do taak van den executeur is vooral: het uitkeeren der gemaakte legaten het op zich nemen van de voorbereidende maatregelen voor in ventaris en scheiding, het inneD van vorde ringen, het betalen van schulden, eDz. komt dat alles niet voor of zijn de werk zaamheden weinig ingewikkeld, dan be staat er iweinig aanleiding tot de benoe ming. Haagsch Gerechtshof. Een belastingstrafzaak, Donderdag voor het Hof behandeld, betrof C. v. d. B., ar beider te Oegstgeest, door de recht bank te 's-Gravenhago ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van vervoer van gedistilleerd, ongedekt door geldige docu menten, in grooter hoeveelheid dan 1 litor. Bekl. had 8 kistjes met gedistilleerd, nL Hacajo-elixer, elk inhoudende minder dan 1 liter in opdracht van een slijter te Oogstr geesfc op een handkar vervoerd naar het postkantoor, ter verzending naar ^erschil- londe adressen. Tweeërlei verwees- was nu door zijn raadsmrtn gevoerd: lo. dat, waar ieder kistje minder inhield dan 1 liter gedistilleerd, de wet niet eischte, dat deze van dekkingsdocumcnton voorzien waren; 2o. dat bekl. niet voor zichzelf, maar voor een slijter had vervoerd, en dus in den zin der Strafwet ais een willoos werktuig was te beschouwen. De eerste bewering was door de rechtbank verworpen, doch met het tweede verweer bad zij zich vereenigd. Rijksadvocaat jhr. mr E. N. do Brauw achtte dit verweer intusschen ongegrond. Van een „willoos werktuig" kan men slechts spreken bij een ontoerekenbaar krankzinnig persoon. Zelfs als men een vasten knecht heeft, wien men een opdracht geeft^ kan daarvan wed het gevolg zijn, dat men. zelf óók atrofi-cchtelijk aansprake lijk wordt, maar dit maakt den knecht zelf nooit tot een willoos werktuig. Voorts weerlegde pleiter bij voorbaat eenige for meel© gronden waarop, naai hij vernomen had, door beklaagdes raadsman de ontvan kelijkheid van dit appèl zou worden bestre den. Dat in deze zaak niet ook do slijter ïs vervolgd, vindt zijn reden in het feit: lo. dat de bekl niet stond in" vasten dienst van den slijter; 2o. dat niet kon worden aangetoond, dat bedoelde slijter stond in vaste betrekking tot do administratie. Het requisitoir strekte mitsdien tot ver nietiging van het vonnis en veroordeeling van bekl. wegens het bedoelde feit tot 25.85 gulden boete, invorderbaar bij lijfs dwang, met verbeurdverklaring van het in beslag genomen gedistilleerd; alsmede van de handkar bij n iet-betaling der boete. De verdediger, mr. P. F. L. Verschoor, advocaat te 's-Gravenbage, hield op ver schillende gronden vol, dat dit appèl niot- ontvankelijk is. Wat de hoofdzaak betroft, meende nleiter, dat op grond van art. 231 der Algemene Wet, hetgeen do bediende doet is d© daad van den meester, waarbij pl. zch b'flriep op do arresten van den Hoogen Raad van 28 Maart 1900, W. 8385, en van 7 October 1872, W. 3518. Dat artikel 231 zou eischen, dat do be diende moet zijn in vasten dienst, kon pl. niet in dat artikel lezen En ©venmin, dat do meester in een vaste betrekking moet zijn tot de administratie. Voldoende is, dat men met do administratie .in aanraking komt, in casu door een bekeuring In elk geval moet do dader van het strafbaar feit ge straft worden Dio dader is de vervoerder. En de wezenlijke vervoerder is hier riet beklaagde, maar do slijter. Hier waren voorts pakjes gegeven aan versohilloQdo adressen, met verschillende bestemming. Mag men nu den inhoud van al die pakjes bij elkaar optellen? Hier is niet één hoe veelheid, maar hier zijn verschillende hoe- veolheden. Men kan dus niet beweren, dat dit één vervoer is. Waar nu dc pakje», die méér dan 1 Liter inhielden, door een ge leibiljet gedokt waren, is hier geen straf baar feit gepleegd. Eindelijk stelde pleiter de vraag of hier wel vaststaat de identiteit van do fleechjes, die zijn aangehaald en van de floschjcs^ clic op sterkte zijn onderzocht. Adv.-gen. mr. Reitsma vorderde, dat be klaagde bij niet-betaling der boete, tot 5 dagen hechtenis zou worden veroordeeld, en concludeerde overigens tot toewijzing van den eisch dar administratie. Uitspraak heden over veertien dagen. Mynheer de Rtdactewl In het nummer van 19 Maart van uw oourant vind ik een ingezonden stuk onder teekend door ,,een sterk voorstander der volksgezondheid", 't Is jammer, dat deze gazondheidsvriend niet met zijn naam heeft onderteekend; de Leidscbo burgerij heeft er, dunkt mij, recht op te weten wie zich zoo ernstig bezighoudt met het behar tigen harer gezondheidsbelangen. En ik zou het ook liever hebben gezien, omdat dan het beantwoorden een aangenamer taak zou zijn. Gaarn© zou ik het dan ook onbeant woord laten wat niet ondergeteekende in gezonden stukken van dergelijke strekking eigenlijk altoos verdienen was het niet, dat het stukje een kwaadaardig karakter draagt, waar het den heer Van Gruting aanvalt, in diens kwaliteit van veeartsenij- kundig adviseur van de Leidsche melkinrichting „De Landbouw". De „voorstander der volksgezondheid" is blijkbaar de vraagbaak van zijn omgeving Vaak wordt hem dan ook gevraagd hoe de contróle door den heer Van Gruting wel geschiedt. En dan moet hij altijd antwoor den het niet te weten. Gezondheidsvoorstan der zegt dan verdor wel te weten hoe de heer Van Gruting eigenlijk behoort te oontroleoren, wil zijn oontróle meer beteeko- nen dan reclame. En daar zit m nu juist het kwaadaardige. Do heer Van Gruting zou iederen morgen om drie uren moeten opstaan om naAr liet melken te gaan zien, terwijl ook de» avonds het melken onder diens toezicht zou moeten geschieden. Gezondheidsvoorstander zegt het niet, maar weet natuurlijk dat de heei Van Gruting dat niet doet. De oontróle door den heer Van Gruting uitgeoefend zou dus volgens het inzicht van gezondheids- vriend, niet meer beteekencn dan reclame. Doel van mijn schrijven ia in het kort uiteen te zetten op welke wijze het vee- artsenijkundig toezicht aan „De Land bouw" is geregeld. Natuurlijk gaat de vee- artsenijkundigo adviseur er niet 's morgens om drie uren op uit om te constateoren of het veo gezond is. Dat zou ook niot kunnen, want „De Landbouw" betrekt haar melk van verschillende veehouders uit verschillende om Leiden gelegen gemeenten. De veehouders, die aan „De Landbouw" bun melk leveren, ziin echter contractueel gebonden: a om slechts van gezond vee de melk te leveren; b. om de directie onmid dellijk kennis to geven van eventueel onder hun vee voorkomende ziekte. Gewordt de directie zoodanige mededeeling, dan waarschuwt zij den veeartseniikundigen ad viseur, welke alsdan zich naar de betrokken boerderij begeeft ten einde den aard der ziekte te leeren kennen. Daarvan hangt het dan af of de melk al dan niet buiten con sumptie wordt gebracht. Buiten en behalve dit worden door den vecartsenijkundigen adviseur de veestapels der contracteeren de veehouders op ongezette tijden onderzocht. Hot ig hier niet de plaats om uitvoeriger op do zaak in te gaan. Deze korte mededeeling zal echter vol doende zijn om den lezers van dit blad de overtuiging te schenken, dat het veeartse- nijkundig tocricht aan de Leidsche melkin richting „Dc Landbouw" meer beteekent dan een eenvoudige reclame voor die inrich ting. Met dank, Mijnheer de Redhcteur, voor de plaatsing, teeken ik: J. NOORDAM, Commissaris van de Leidsche Melkinrich ting „De Landbouw." Den Haag, 20 Maart 1907. Geachte Redactiol In de laatstgehouden Algemeene Verga dering van den Zuid-Hollandschen Boeren bond werd onderstaand rapport uitge bracht ovor de afschaffing van d© 2 pOt. korting op de kaas ten laste van den pro ducent. Het Hoofdbestuur kreeg opdracht in alle richtingen daarvoor propaganda te malton, vooral ook door middel van de- maohtigo pers. Zoudt U daarom in het be lang van de goedo zaak zoo vriendelijk willen zijn het rapport der Commissie in Uw veelgelezen bla.» te willen opnemen, op dat het aldus onder de oogen kome van allo belanghebbenden? Bij voorbaat brengen wij U onzen harte- lijksten dank voor Uw gastvrijheid. Namens hot Hoofdbestuur van den Pro vincialen Zuidholland8chen Boerenbond, Th. H. SARABER. 2d© Secretaris. Rapport der Oommissie. Van oudsher schijnt het gewoonte ge weest. te zijn, om bij den verkoop van pro ducten altijd iets toe te moeten geven, of wat hetzelfde is, zicii korting te moeten laten welgevallen. Langzamerhand ia Hierin verandering gekomen, getuige de verkoop van melk. Vroeger immers moest men op de 100 liter nog 5 L. toegeven. Men is daar vereenigd tegen opgekomen en do toemaat is er af gegaan zonder dat het de prijs drukt. Ook op het stroo zijn do telbossen er af. Wolf den ze hier en daar nog gegeven, dan ge schiedt het om het gewicht aan te vullen. Evenzoo is het met den lijnkoek. Do 40 koeken op de 1000 beeft men in de meeste gevallen hard noodig om het noodige go- wicht te bereiken. Nu zegt men wel van de kaas, dat do 2 pCt. korting voor contante betaling is. Maar wanneer een boor 10, ja zelfs 100 koeien koopt, die hij contant betaalt, dan krijgt hij nog geen kwartje reductie. Daarom zijn de leden der Commissie en ook de afdeelingen Zoeterwoudo Alphen en Alkemade van den N;-derlandschen Boerenbond van meening, dat de bewuste 2 pCt. korting op de kaas niots is dan een era do gewoonte of sleur, waarvoor heel©- maal niets te zeggen valt. En nu er veel vraag naar kaas, ja zelfs gebrek aan kaas is, achten wij den tijd gekomen maa-rege len te nemen. Op de vraag of do kaasmaker danrvan direct voordeel zal hebben, meent dc com missie te moeten antwoorden: neen! Maar na verloop van eenige jaren zal hij onge twijfeld een even hoogen prijs bekomen zonder korting, als nu met korting. Daar enboven het onbillijke alleen doet ons er naar streven, daarvan bevrijd te worden. Redenen waarom de commissie aan heb bestuur van den Provincialen Z -H. Boe renbond in overweging geeft, om zooveel mogelijk in samenwerking met den Noord- ,H oil and sc hen en Utrechtse hen Boeren bond, propaganda te maken en maatrege len te treffen ten einde op een door de vergadering te bepalen tijdstip te beginnen kaas zonder korting te verkoopen. Wanneer alle boeren solidair zijn, twijfelt de commissie er niet aan of de zaak moet slagen. Te meer nog, daar het geen strijd is tegen den groothandel. Want de kaas- koopers, die op het buitenland handelen, zouden ook niets liever willen, dan dat de korting er af wa*. Immers moeten ook zij korting govcn aan den buitenlander en bovendien nog korting van hun winst. En nu, M. H., steunend op deze gron den, vertrouwen wij de onderneming gerust aan Uw handen toe, overtuigd als w© zijn, dat onze belangen dan veilig zijn, terwijl wij on9 intusschen met den besteu uitslag vleien. De Commissio: J. VERKLEI, te Alphen, J VERWEY, te Alkemade, M. KOMPIER, te Zoeterwoude.i WARMOND. Uit het verslag over 1900 van de coöperatieve spaar- en voorschot bank voor land- en tuinbouw te Warmond blijkt o.a. het volgende: Door den dood verloor de bank den voorzitter van den Raad van Toeoicht O. J. Viernagel en de leden J. van Grieken en Th. L. de Haas. Op 31 December 1906 was het LJentaJ 60. In het Dagboek werden gedurende het jaar geboekt 615 posten". Totaal der ont vangsten op 31 December 123,120.91; to taal der uitgaven op 31 Dec. ƒ120,667.86 j kassaldo op 31 Dec. 2403.05. Uitgegeven waren op 31 Deo. 110 boek jes, nog in omloop op 31 Dec. 91 boekjes. Hot totaal bedrag, gestort op 31 Doo. 1905 bedroeg 16,353.92; bijgestort in 1900 41,100.96, samen 57,454 88.; terugbe taald in 1900 31,697.0*; totaal spaai gel den op 31 Deo. 1906 25,757.82. Aan rent© werd bijgeschreven 037.04 en uitbetaald 16.88. Op 31 Deo. waren uitstaande 24 voor- eohotten met 32 persoonlijke of zakelijke borgstellingen. Heb aanbal oontracten op 31 Dec. be droeg 21, met 30 persoonlijke of zakelijke borgstellingen. Het reservefonds bedroeg op 1 Januari 1906 432.69; do winst over 1906 bedroeg 227.01; totaal van het reservefonds f 659.70. Op de gisteravond gehouden vergadering was verder aan de orde de verkiezing van 2 leden van het bestuur; aan do beurt van aftreding waren de heeren Brecdijk on F. Machen, die beiden werden herkozen. In plaats van den heer Frijlinck, die be dankt had als lid van den Road van Toe- zicht, werd gekozen de heer W. H. Heems kerk. Tevens werden cr nog eenige zaken be handeld van meer huishoudelijken aard, welke op verzoek van het bestuur, hier on vermeld blijven. Niets meer aan de ordo zijndo en wegen» het vergevorderde uur, word dc vergade ring door den president gesloten. HAZER3W0UDE. Ho vallen: M. C. Hngh geb. Verkleij D. D LaDgbout geb. Van Leeuwen Z. F. dsn Hooglander geb. Cimee 7u Overleden: G. van -ier Velde 2 w. Ir, Louwors, wedn van 11. Ho iwreel, 88 j. NIKUWVEKN B era II en- A. v. d. Kr.t Brast geb- De Horn D. Overleden: J. in 't Velt, wed. van J. Kootj, 72 j. F. W. Bruné, echtg. ran A. v. d. Mey, 63 J. Volgens het Weekblad van de Oom- mlsslebank te Amsterdam zijn in dd week, geëindigd 19 Maart, door tufischen- komst dier Bank verhandeld de navol» gsnde minder courante Fondseu: pCt. Schuldbr. StlchUche Credlutoank,,...98 pO^ Aand. Uatasf.cbu HypotbcukL»nk (23 pCt. geoU-rt) H5 m Natlonalo Uypoib«o»baok.328 Pretoria liypolheek-Muitschappl) (30 pCt. Kt «lort)104—106 M««ticb»pplj U«UoAfooa106 ï.-vbat-M»»i»ch»ppy ïUmboooB200 6-pCt. Obli?. Cu\luar-MMti«h*ppy TJepper..„86 A»nd. UUlilon-UMticliftppU Ttfstdo BubrUk... F 2660 Bcnto Pref. atnd. Ooit-Uorn«o.U*tUch*ppU175 A*nd. ExploratU en M()nboair-&fi>atich»ppO „Sumitrft" 5erl« A.20 Leydichu Veem...60 L»ld»che Dokoofebrtek.10^j' 0-pOt. Obllg. Stoom»plnn«ry«n «n Wer»rU«n r/h S. J. Sptojatrd.m...102 A«nd. MauUebappU do Katholloko IUuslrutlo40 StoomTaitrl-kliaUchappU Triton28 Anulordamiclio ll^tulg-MaaUchuppO 100 Prof. anDd, Modo«ra 3tooinlraiu-M»«Ueh»ppü30 Aantl. hoUoosil Oromlboili (30 pOt. ge»lort) Benta Sorle326 a Anutcl Uotol-Maatgch-ippl).104 JLnuterdamiohe Ze e- an B rand-Awuran lie- liaatachappl).196 VoriaLcrtog-MaaUohappU Morcurlm (10 pOt. Gebouw roar Kuoiten an Wetanichappan 85 Opr. aaud. Jaraicha Cultuur-tfaaUchappUp 65 Baw. t. Darlg. r. Nedorlaodicb-Iodltche Laudbonw- MaaUchappUF 4848 60 Sorlpa N«d«rlandioba C autraal Spoorweg-ktaauch. 36 a Dow. T, x>«olg«r. Voroaolgdo ..merlkaaniobo foodion Karkhoren 9d« Sorla,... F 46 lSejrichten over Rijnlnnfr.s hoezo.. gedurende de week van 10 16 Maart 1907. Stand van den boezem te Leiden. Idem te Oudewatoring. Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, wog. Waterinlatiag Regenval in Mm 10 Mrt. 11 Mrt. 12 Mrt. 18 Mrt. 14 Mrt. 15 Mrt 16 Mrt. 49 52 58 61 53 50 66 om.—A.P. 46 58 58 56 51 48 49 em.—A.P. Spaamdam u., Halfweg 75J u., Gouda 100J u., Katwijk n. Spasradam 5 o., Halfweg u., Goods 9 o., Katwijk 881 Q- Door de slais te Goads a. 10.4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 6