N-.14440
Woensdag <30 Maart.
A". 1907.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Over dierenmishandeling en het
geval te Zoetermeer.
FEUILLETON.
Avonturen van een kapitein.
LEIDSCH
rUUS DEZEB COURANT?
Tan p.' wee? 9 Omt.i pt» S mumd.D 1.10.
BbIis» Leiden, pei loopet «n wan .genten gevestigd lijn J 1.30.
fr&nce pei poet 1*65.
PRUS DER AD YEUTENTIENI
Vin 18 regels 71-06. Iedere regel meer 7 0.17Qrootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine adverteutiën van 30 woorden 40 Oente contant i elk
tiental woorden meer 10 Oonts. - Voor het incasseereo wordt70.05 berekend.
Burgemeester en Wethouders brengen ter
algemeene kennis, dat op Dinsdag 26 Maart
a.s. en tot nadere aankondiging op
eiken volgenden Dinsdag, telkens des na
middags te 2 uren, in het Elisabethahof
aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden
gegeven tot kostelooze inenting van on- en
minvermogenden, wordende tevens aan
belanghebbenden herinnerd, dat zij slechts
worden toegelaten op vertoon van een be
wijs hunner geboorte-inschrijving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST Secretaris.
Leiden, 20 Maart 1907.
Burgemeester en Wethoudors van Leidon.
Gezien artikel 17 der Verordening van
den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad No. 15)
laatstelijk gewijzigd bij de Verordening van
den 6den December 1906 (Gemeenteblad
No. 34);
Brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat, te beginnen met Donderdag 4 April
e.k. geschouwd zullen worden alle wegen,
lanen, paden, straten, kaden, pleinen,
hofjea, stegen, sloppen of poorten en gan
gen, benevens de daarin gelegen of daar
toe behoorende bruggen en andere kunst
werken, voor zoover die bijzonder eigendom
zijn cn met gedoogen van de rechthebben
den voor het pub.iek verkeer openstaan,
en alle wateren en slooten en de riolen,
ter vervanging daarvan gemaakt, benevens
de daartoe behoorende sluizen, duikers,
buizen, toegangskokers en dergelijke wer
ken, voor zoover die bijzonder eigendom
zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretarie.
Leiden, 20 Maart 1907.
Wij herinneren ons nog allen den schrik
en den afschuw, die ons beving bij het
lezon van dat wereldberoemde, wereld
schokkende boek, in ieder huisgezin eveu
bekend als Robinson Crusoë, bij dat ver
haal van menschelijk lijden en menschelijke
wreedheid: De Negerhut van oom Tom.
Hoe ver, hoe oneindig ver voelen wij ons
verwijderd van dat slaventijdperk, hoe
vreemd schijnen ons die verhoudingen,
waar den eenen mcnsch absolute macht ge
geven was over den anderen, waar de eene
mensch met de wet in zijn hand den an
deren vervolgen mocht, hem mishandelen,
hem al het onrechtvaardigste leed mooht
aandoen, alvorens de eenig rechtvaardige,
de eindelijke dood, een eind maakte aan
dit bedrijf.
Ja, het verschil tusschon dien duisteren
tijd, dien ons vaderland al zooveel eeuwen
achter zich heeft liggen, en deze twintigste
eeuw, waarin wij leven, is inderdaad ont
zettend groot.
Onze wetgeving, de echo van het volks
geweten, wordt voortdurend aangevuld
met nieuwo wetten, die aan ontwaakt hu-
rpaniteitsgevocl en aan rechtvaardigheids
beginselen haar ontstaan dankten.
Er gaan stroomingen door allo kringen
van de samonlevingi die wijzen op een
hooger strevende moraliteit.
Bewegingen als: geheelonthoudersbewe-
ging, vogetarismo, kindervoeding, bonden
tot dierenbescherming, er zijn or te veel
om op te noemen, men moge het niet met
alle eens zijn, te ontkennen valt het niet,
dat hun streven zich richt naar een een
vormig doel: veredeling der menschhoid.
Rauw valt ons op het lijf, ruw worden
we dan ook wakker geschrikt, wanneer wij
in dezen tijd nog lezen van feiten, zocals
op het oogenblik er één in behandeling is
genomen bij de Haagsohe rechtbank: de
dierenmishandeling te Zoetermeer.
Niet minder dan zes personen toch heb
ben zich schuldig gemaakt aan het „op
beestachtige wij zo mishandelen van een
paardhetwelk dan ook kort na deze
tuchtiging overleed.
Wij willen niet in details treden; niet
den nadruk leggen op uitdrukkingen als:
„Slaat hem maar dood" of wat de eene
held zeide tegen den anderen, doelende op
het slaan van dezen: „Kun je niet neer".
Het is ons vrij onverschillig te weten, wie
met een paar schaatsen of met een &tuk
hout het dier heeft mishandeld en wie
daartoe een paal van een hek heeft ter
hand genomen.
Wij staan eenvoudig stil bij hot rapport
vau den veearts, waaruit blijkt, dat van
het arme paard ribben waren stukgeslagen,
dat er kneuzingen aan bevonden werden,
en dat bet niet lang na deze mishande
ling is gestorven.
Wij staan ook stil bij het feit, dat het
weerlooze dier kreunend en bloedend ein
delijk aan de handen zijner onzen le
zers laten wij over een betiteling te bezi
genontkomen, in zijn stal is neergeze
gen om kort daarna te becwijken,
En naast de gruwzaamheid van dit feit
rijst een ander op, cenigen tijd geleden «n
den Haarlemmermeer gepleegd van oen
man, die zijn hond, welke hem gediend
had tot hij niet meer kon, levend wilde
begraven en toen het dier in drang naar
leven zich oprichtte, het met de hooivork
doorstak om zijn arbeid van het levend
begraven wat te vergemakkelijken.
Dan komen de slaventijden ineens in
herinnering.
De mensch weerloos aan den mensch
overgeleverd.
Het dier, het stomme dier, zooals de volks
mond zoo terecht zegt, weerloos aan den
mensch overgeleverd.
Het ligt voor dc hand, dat slechts bij
uitzondering gevallen van dierenmishande
ling bekend worden. Een toevalligheid, een
ooggetuige, die niet zwijgen wil en een tip
van don sluier, die zooveel dierenleed
dekt, is opgeheven.
Er wordt aan dieren binnenshuis, in stal
of schuur, op eigen erf heel was misdaan,
wanneer wrp*»dhcid in het hart van den
bezitter schuilt.
Die kan, zooala eenige jaren gele
den gebeurde, zijn hond de ooren afsnijden
bijwijze van straf, omdat hij niet verder
wilde loopen.
Al dat leed is meestal begraven. De
mensch kan een natuurgenoot hebben, die
het voor hem opneemt hem steunt, het
dier is stom, wreedo neigingen kunnen
zich ongestraft aan hem uiten. Zijn lange
trouwe diensten geven hem geen vrijbrief
van con marteldood.
Het dior is in menschenhandcn vrijwel
weerloos.
Slechts één, die het eene een enkeleD
keer voor hem kan opnemen: de wet.
Zij kan de menschelijke wreedheid niet
keeren, zij vermag toch den menscholij-
ken aard, de zeden te leiden.
Zij kan aan wreedaards, die zich aan
het weerlooze vergrijpen, een straf opleg
gen, die hen wakker schudt, die zij op
hun beurt aan den lijve voelen.
Zij kan de goode richting der heerschen-
de publieke opinie, die zich hoe langer
hoe meer tegen dierenmishandeling ver
zet, door een voorbeeldige straf in dit
geval, stijven.
Zij zal ook, hopen wij, den geest vol
gend van een wetgeving, die ons do kin
derwetten schonk, don geest ook volgend
van een tot meegevoel ontwaakt en tot
afkeurend© oritiek waardig volksgeweten,
haar zwaar b fc e straf opleggen aan d©
beklaagden van de dierenmishandeling
te Zoetermeer.
Leiden, 20 Maart.
Als amendement heeft de heor Fokker
voorgesteld in de verordening op den
handel in en den vorkoop van melk, Art.
15 te lezen als volgt:
Het is aaD mclkverkoopers, buiten d© ge
meente gevestigd, verboden, binnen de ge
meente melk, weLke niet gepasteuriseerd
of gesteriliseerd is, in hoeveelheden kleiner
dan 10 liter af te leveren, ten verkoop voor
handen te hebben, rond te brengen, rond te
i"v,pnten of t© vervoeren, indien eij niet
voorzien zijn van een vergunning, afgege
ven door Burg. en Weths.
Deze vergunning wordt niet afgegovon
tenzij Burg. en Woths. uit een inge
wonnen bericht van de Gezondheidscom
missie binnen welker ressore do woon
plaats van den betrokken© ligt is geble
ken, dat do lokalon waarin melk wordt
afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehou
den, bewaard, behandeld of bewerkt, ten
genoegen van dat College zijn ii gericht en
dat het in die lokalen of de daarbij behoo
rende erven tzich bevindende middel van
watervoorziening in staat is deugdelijk
water in voldoendo mate te leveren.
Deze vergunning wordt ingetrokken in
dien Burg. cn Weths. uit een bericht van
de Gezondheidscommissie, binnen welker
ressort de woonplaats van den betrokkene
ligt, is gebleken, dat de lokalen, waarin
melk wordt afgeleverd, ten verkoop voor
handen gehouden, bewaard, behanden- o!
bewerkt, niet langer teD genoegen van dat
College zijn ingericht en dat het in die lo
kalen of op de daarbij behoorende erven
zich bevindend© middel van watervoorzie
ning niet in staat is deugdelijk water in
voldoend© mat© te leveren.
Trots storm- ©n regenvlagen .waren
gisteravond velen opgekomen naar het
wijkgebouw aan het Levendaal alhier, om
er bij te wonen de derde Winterbijeen-
komst van de Chr. Jongelings-vereeniging
„Dient den Heer" (afd. Van het Neder-
land&ch Jongelingsverbond).
De samenkomst werd met gemeenschap
pelijk gezang, met gebed door den heer J.
Kok en met een inleidend woord van de
zen, die do leiding der vergadering had,
geopend. Daarna werd aangevangen met
de afwerking van het niet t© overladen
programma, in twee deelen door een rust
tijd voor de uitvoerenden gescheiden, in
welke pauze werd gezongen en gecollec
teerd.
In do eerst© plaats zij hier melding ge
maakt van dc wolwillendc medewerking
van do Chr. zangverecniging „Zingt den
Heer", die een ganeche reeks van jaren
al menigmaal zeer velen genoegen heeft
verschaft en nog steeds voortgaat dat te
doendie ook gisteravond met haar bij
zonder goed uitgevoerde, eenvoudige en
tevens schoono liederen getoond heeft te
verdienen den steun en do waardeering
van allen, die een gezonde opv_tting heb
ben van wijkarbeid in zijn geheelen om
vang; die het inderdaad wèl meencn met
dien arbeid in zijn vele vertakkingen.
Dan mag gezegd v -. Jen, dat gocdo mu
ziek (viool en orgel, viool on piano) ten
gehoore werd gebracht on dat ornstig© en
grappige voordrachten als gewoonlijk met
aandacht werden gevolgd.
Den heer Kok restt© do taak al Ion me
dewerkers te danken: den directeur, dcu
leden en den accompagnateur der zang-
vereeLiging; den heer^n en de dame, die
de muzieknummers hadden uitgevoerd;
hun, di© voordraci.tc haddon gehouden,
o.w. oud-loden, omdat hot vijftien jaren
geleden was, dat de ecrBto wintorbijeen-
komst had plaats gehad. Hij eindigde met
dankgebed.
De laatste Winterlezing alhier in dit
seizooii zal niet Donderdag-, maar Vrijdag
avond plaate hebben. Spreker is niet dr.
F. J. Los, van Koudokerk; maar dr. F.
van Gheel Gildemeestor, van Den Haag.
Bij Koninklijk besluit is herbenoemd
tot kantonrechter-plaatsvervanger in het
kanton Leiden mr. O. W. Sipkes.
Pensioen verleend aan F. Wittenaar,
wed. F. L. T. Dee, eerder wed. M. H. Ver
hulst, meesterknecht van do smederij in
d© militaire sfcrafgovangenia t© Leiden,
230 gulden.
Tot assessor II collegii van het Leid-
soho studontenkorps is verkozen de heer M.
O. van der Minno.
Gistorovond hield de Leidscho Bo-
stuurdersbond in samenwerking met d©
afdeeling Loiden van den Algemeenen Bond
voor Winkel- en Pakhuisbedienden oen
openbare vergadering, ter bespreking van
het vraagstuk, dat door hot adres van
„Leidcns Belang" aanhangig is gemaakt in
don Leidschon gemeenteraad, dio er zich
morgon over zal hebben uit to spreken,
hot vraagstuk dor vervroegde winkelslui
ting.
Mr. Z. van den Bergh, lid van don ge
meenteraad te Amsterdam, die in dit Col
lege hetzelfde voorstel deed en met klem
verdedigde, zou blijkens aankondiging op
treden. Het was zeker een groot© teleur
stelling voor de bovengenoemde besturen,
eren vóór do opening dor bijeenkomst het
bericht te moeten ontvangen, dat de heer
Van den Bergh door familie-omstandighe
den was verhinderd op to treden.
D0 heer W. Havers, voorzitter van dou
Bond van Winkel- en Pakhuisbedienden to
's-Gravcnhage^ werd toen nog gevraagd en
verscheen te ruim negen uren in do zaal,
welke ook toen nog niet erg bezet was.
Onder de aanwezigen bcvondon zich drie
Raadsleden.
Nadat do voorzitter, do heer L. Chris-
pijn, do bijeenkomst met een kort woord
bod geopend, gaf hij hot woord aan den
heer Havers, die in eon vlotte improvisatie
in de eerst© plaat© d© noodzakelijkheid be
toogde van verkorting van arbeidsduur
voor personen bij het winkel- en handelsbe
drijf betrokken, dit betoog ophelderend
met cijfers, die don arbeidsduur uitdrukken,
om in do tweede plaats nan te toonen, dab
een wettig voorgeschreven vcrvrocgdo slui
ting van winkels cn magazijnen tegen don
overmatig langen dag het beste middel
was.
Het verzot daartegen schreef spreker al
leen tot aan conservatisme, omdat er door
invoering geen enkol economisch belang
meo in den knel komt.
Hij hoopt©< dat do Leidscho Raad in do
zen in Nederland het voorbeeld zon gevon
on dat uit leiden do victorie der vervroeg
de winkelsluiting zou boginnon.
Dc rede werd warm toegejuicht cn de
bat van beteckenis had niet plaats.
In do hedennnmiddag gehouden alge
meene vergadering van aandeelhouders der
Teidschc Broodfabriek werd hot dividend
over bot afgoloopon jaar vastgesteld op 1
17 percent.
Tweetal voor prcd bij do Gorcf. Gom.
t© Soest: M M. Horjus, to Brouwersha
ven, en H. Kajan, to Woubruggo.
Naar „Het Vad." verneemt, is het nog
niet beslist, of in de Commissie voor do
middcnstands-onquót© 5 dan wel 0 leden
zullen zitting nemen. Minister Vecgcna
wenscht eon commissie van 9; de commis
sie zou den gesplitst worden in drio sub-
coinmissiönocd voor het Noordon, ccn
voor het Centrum en een voor het Zuiden
Naar aanleiding van desbetreffend©
onjuiste berichtoD uit Apeldoorn verzoekt
men meo t© deelen, dat de datum van ver
trek van H. M. de Koningin on Z. K. H,
don Prins der Nedorlandon van Den Haag
naar Ilct. Loo op dit oogonblik nog niot is
vastgesteld.
Hot plan bestaat den geboortedag
van den grootcn Zwcedschon geleerde Liu-
uaous (23 Mei 1707) ook in Nederland
feestelijk t© herdenken. Een comité heeft
zich daartoe gevormd uit verschillende
verecnigingen op N'atuur-bistorisch gebied
hier te lande op initiatief van dc Natuur
historische Vorecniging. Dit comité stelt
zich o.a voor, van 18—25 Mei a.s. een
tentoonstelling van Linnoeana te houden
te Haarlem in het koloniaal Museum; heb
houden van ecu gedachtenisrede op 23 Mei
as., uit te spreken door dr. J. P. Lotsy,
directeur van 's Rijks orbarium te Bei
den het uitgeven van een fecstgeschrift;
het aanbrengen van eon gedenkteekeu op
liet buitengoed Hartccamp, welks toenma-
ligo eigenaar Linnaou.n bij den aanvang
van zijn wetenschappelijke loopbaan heeft
4)
„Weet u, mijnheer Silva, de meeste zeelui
die zich in Callao ophouden, zijo reeds van
meet af misdadigers. Daar behoeven zij
immers niet bang t© zijn van uitgeleverd
te worden. Gij kunt u dus voorsteilen welk
een bonde ik aan boord heb."
„Dat moeten vreesebjke dagen voor u
zijn geweest".
„Nu, glacé handschoenen heb ik niet in
nen aantrekken van het oogenblik af,
waarin ik met dezen rozentuin in zee
ging, en bij de meests menschen in mijn
plaat© zou zeker elke gedachte aan poëzie
vergaan zijn. Bij mij is dat eohter In
geenen deel© het geval Gij zult het niet
willen gelooven, mijnheer Silva, maar een
paar maa.1, toen de gehcele horde tegen
mij losstormde, voelde ik mij bepaald ge
lukkig. En daarna, zooclra ik wat rust bad,
nam ik pen en papier ter hand en schreef
een paar zulke allerliefste sonnetten, als
ik ze nog zelden gedrukt heb gezien. Als
het u interesseert, mijnheer Silva, lees ik
ze u voor, vóór gij weer in uw boot
stapt."
„Ik dank u, kapitein, maar voor het
oogenblik moet ik mij van dat genot spe
nen De tijd vergaat en donna Clotilde
vracht op mij. Wat moet ik haar zeggen
Natuurlijk, dat haar bevelen uitge-
yoerd worden."
,,Arm© vriend", zeide Silva in een plot-
■elingo opwelling vaa medelijden. „Gij of
fert u geheel nutteloos op. Wat kunt gij
met uw klein zeilschip en uw geweren te
gen zulk een uitstekend gewapend schip
als de „Cancelario" uitvoeren?"
„Wat het schieten betreft, niet veel, dat
is zeker," anbwoordde Kettle vroolijk.
„Met de ammunitie heeft namelijk de
agent ook ons beet genomen. Er zijn een
menigte vaten aan boord, waar „patro
nen" op staat. Toen ik echter een paar
daarvan openbrak, om wat ammunitie tot
oefeningsdoeleinden uit te geven, bleek
het, dat zij met kruit gevuld zijn. En daar
bij is het nog niet eens buskruit, om meo
te echieten, maar kruit, zooals tot het
doen springen der mijnen wordt gebruikt."
Silva wrong de bajiden.
„Kapitein," riep haj, „gij moogfc deze
gewaagde ejpoditie in geen geval or> rne-
men. Gij begaat letterlijk een zelfmoord,
als gij in zulk een toestand den „Cance-
lario" aanvalt."
„Daar zullen wij later over spreken",
antwoordde kapitein Kettle. „Voor het
oogenblik moet ik de bevelen van mejuf
frouw La Touche uitvoeren en mijn twaalf
pond per maand verdienen. Maar als gij
mijn vriend zijt, mijnheer Silva, kunt gij
mij een genoegen doen, door er bij gele
genheid ee>na op te zinspelen, dat, als alles
goed gaat en ik voor de senora het bevsl
over den „Cancelario" voer, een verhoo
ging van mijn salaris op vijftien pond mij
zeer welkom zou zijn."
In den helderen maneschijn lagen de
omtrekken der bocht van Tampique.
Zeewaarts strekte #ich een lange^ zilvi-
ren streep over de golvende watervlakte
uit. De groene bark lag voor in de bocht.
Op den achtergrond voor de stad verhief
zich een modern oorlogsschip, dat als een
donkere vlek scherp afstak tegen den door
de maan verlichten, nachtelijken hemel
Een blauw gekleurde naphthabarkas gleed
over hot water cn stevende op de bark
aan.
Kapitein Kettle kwam uit do kajuit op
het dek en sloeg het kleine vaartuig wtt
de grootste opmerkzaamheid gade.
Hij had zijn plan om den „Cancelario"
te nemen beraamd en zijn toebereidselen
getroffen. En nu kwam hem hier iets in
den weg, hetwelk nog in het laatste oogen
blik alles omverwerpen, zijn gcbeele bere
kening te schande maken kon.
De geheele bemanning had nu reeds dc
naderende barkas opgemerkt Nieuwsgie
rige gezichten drongen zich aan de ver
schansing to zamen. Allen verdiepten zich
in gissingen, wie wel do lieden konden
zijn, die hun zoo vol vertrouwen to ge-
moet stoomden.
Een valreep werd neergelaten. De blauw-
gevtrfde barkas kwam langs-zij eu daaruit
stapte een dame. Kettle ontstelde, doch
het volgende oogenblik snelde hij naar hot
middendek, om haar te begroeten. Een mi
nuut later was hij het nog steeds niet met
zichzelven eens of hij droomde dan dat hij
werkelijk op het dek van zijn vaartuig met
donna Clotilde op en neer wandelde. In-
tusschen vervolgde de bark gestadig haar
koers.
Het gesprek tusschen hen beiden duurde
niet lang.
„Ik moet u dringend verzoeken, mejuf
frouw" zeido Kettle, „weer daarheen terug
te gaan, van waar gij gekomen zijt. Gij
moet deze aangelegenheid ook zonder uw op
pertoezicht aan mij toevertrouwen."
„Is uw methode zeer gevaarlijk?" vroeg
3PJ-
„Ik zou die een verzekeringsmaatschappij
niet juist kunnen aanbevolen", merkt©
Kottle met bedenkelijk gelaat op.
„Zet mij uw plan eens uiteon."
De kapitein deed dat in weinige woorden
Hij sprak zeer vastberaden, maar donna
Clotilde bleef doodbedaard. Zonder van
kleur te verschieten luisterde zij naar hem
,,A", zeide zij, „ik geloof, dat het u zal
gelukken."
„Of mijn plan gelukt of niet, mejuf
frouw, dat zal in den loop der eerstvolgen
de uren blijken. Maar uw barkas mag niet
in de buurt blijven Zooals ik u meede-lde,
heb ik al mijn sloepen onbruikbaar ge
maakt. Als nu uw klein vaartuig binnen
ons bereik bleef liggen, zou zelfs de vrees
voor do haaien mijn manschappen niot
weerhouden over boord te springen cn ik
zou dat niet kunnen verhinderen. Als de
kerels een uitweg zien, maken zij daarvan
gebruikvoor den „Canoclario" hebben zij
een ontzettendeü angst."
„U heeft voi.-omen gelijk, kapitein; mijn
sloep moet vertrekken. Maar zij stoomt
zonder mij terug. Ik moet hier zoolang uw
gast blijven, totdat gij mij aan boord van
den „Cancelario" hebt gebracht."
Kapitein Kettle fronste het voorhoofd.
„Wat ong te wachten staat, mejuffrouw,
behoort een vrouw niet bij te wonen."
„Dat moet gij aan mijn eigen oordeel
overlaten, want zie, kapitein, onze meenin
gen omtrent hetgeen eeD vrouw doen of la
ten mag, zijn zeer verschillend. U vindt,
dat een vrouw geen president van een Re
publiek mag worden; u houdt het voor een
onmogelijkheid, dat een vrouw aan een ge
vecht zou kunnen deelnemen. Ik zal u toe
non, dat een vrouw het ecno evengoed kan
als het andere."
Zij boog zich over de verschansing heen on
riep do naphthabarkas eenigo bevelen toe.,
Dc man in den boeg wierp terstond d ,.x ta
kel los wonde zijn roer en bracht do machine
in beweging. Onhoorbaar als ccn slanke,
grijze watergeest, verdween do barkas in do
duisternis.
„Zooals gij ziet", wendde do donna zich
tnomfeerend tot den kapitciu, „moet ik nu
wel bij u blijven."
En zij wierp hem een verzengenden blik'
too.
„Gij zijt mijn lastgeofsfer, mejuffrouw"
antwoordde Kettle koel, „cn dus staat het
u vrij te doen, wat u goeddunkt. Hot ligf
niet op mijn weg, u ©r attent op te manon,
dat gij zeer dwaas handelt. Begrijp ik u
goed, als ik veronderstel, dat gij nu nog
wenscht, dat ik mijn plan, hetwelk ik u zoo
juist heb uiteengezet, ten uitvoer breng?"
„Ja," was Let korte antwoord.
„Zeer goed, senora; dan zullen wij iu
minder dan een kwartier aan boord van
dat oorlogsschip zijn.
Hij gaf zijn tweedeta stuurman bevel,
zijn manschappen op het achterdek te ver
zamelen. In plaats echter van do koinsf)
dor kerels af to wachten, wierp hij een'!
onderzoek end en blik op de zeilen der
bark, daarna een over zijn schouder hceri
op het kielwater, staarde naar de drijvend
do wolken aan het uitspansel en dook vei»
volgen:-, de cnmpagno verlatend, naar om»j
laag. i
(Wordt vervolgd.)