N-.14440 Woensdag <30 Maart. A". 1907. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Over dierenmishandeling en het geval te Zoetermeer. FEUILLETON. Avonturen van een kapitein. LEIDSCH rUUS DEZEB COURANT? Tan p.' wee? 9 Omt.i pt» S mumd.D 1.10. BbIis» Leiden, pei loopet «n wan .genten gevestigd lijn J 1.30. fr&nce pei poet 1*65. PRUS DER AD YEUTENTIENI Vin 18 regels 71-06. Iedere regel meer 7 0.17Qrootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine adverteutiën van 30 woorden 40 Oente contant i elk tiental woorden meer 10 Oonts. - Voor het incasseereo wordt70.05 berekend. Burgemeester en Wethouders brengen ter algemeene kennis, dat op Dinsdag 26 Maart a.s. en tot nadere aankondiging op eiken volgenden Dinsdag, telkens des na middags te 2 uren, in het Elisabethahof aan de Oude Vest, gelegenheid zal worden gegeven tot kostelooze inenting van on- en minvermogenden, wordende tevens aan belanghebbenden herinnerd, dat zij slechts worden toegelaten op vertoon van een be wijs hunner geboorte-inschrijving. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST Secretaris. Leiden, 20 Maart 1907. Burgemeester en Wethoudors van Leidon. Gezien artikel 17 der Verordening van den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad No. 15) laatstelijk gewijzigd bij de Verordening van den 6den December 1906 (Gemeenteblad No. 34); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, te beginnen met Donderdag 4 April e.k. geschouwd zullen worden alle wegen, lanen, paden, straten, kaden, pleinen, hofjea, stegen, sloppen of poorten en gan gen, benevens de daarin gelegen of daar toe behoorende bruggen en andere kunst werken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn cn met gedoogen van de rechthebben den voor het pub.iek verkeer openstaan, en alle wateren en slooten en de riolen, ter vervanging daarvan gemaakt, benevens de daartoe behoorende sluizen, duikers, buizen, toegangskokers en dergelijke wer ken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretarie. Leiden, 20 Maart 1907. Wij herinneren ons nog allen den schrik en den afschuw, die ons beving bij het lezon van dat wereldberoemde, wereld schokkende boek, in ieder huisgezin eveu bekend als Robinson Crusoë, bij dat ver haal van menschelijk lijden en menschelijke wreedheid: De Negerhut van oom Tom. Hoe ver, hoe oneindig ver voelen wij ons verwijderd van dat slaventijdperk, hoe vreemd schijnen ons die verhoudingen, waar den eenen mcnsch absolute macht ge geven was over den anderen, waar de eene mensch met de wet in zijn hand den an deren vervolgen mocht, hem mishandelen, hem al het onrechtvaardigste leed mooht aandoen, alvorens de eenig rechtvaardige, de eindelijke dood, een eind maakte aan dit bedrijf. Ja, het verschil tusschon dien duisteren tijd, dien ons vaderland al zooveel eeuwen achter zich heeft liggen, en deze twintigste eeuw, waarin wij leven, is inderdaad ont zettend groot. Onze wetgeving, de echo van het volks geweten, wordt voortdurend aangevuld met nieuwo wetten, die aan ontwaakt hu- rpaniteitsgevocl en aan rechtvaardigheids beginselen haar ontstaan dankten. Er gaan stroomingen door allo kringen van de samonlevingi die wijzen op een hooger strevende moraliteit. Bewegingen als: geheelonthoudersbewe- ging, vogetarismo, kindervoeding, bonden tot dierenbescherming, er zijn or te veel om op te noemen, men moge het niet met alle eens zijn, te ontkennen valt het niet, dat hun streven zich richt naar een een vormig doel: veredeling der menschhoid. Rauw valt ons op het lijf, ruw worden we dan ook wakker geschrikt, wanneer wij in dezen tijd nog lezen van feiten, zocals op het oogenblik er één in behandeling is genomen bij de Haagsohe rechtbank: de dierenmishandeling te Zoetermeer. Niet minder dan zes personen toch heb ben zich schuldig gemaakt aan het „op beestachtige wij zo mishandelen van een paardhetwelk dan ook kort na deze tuchtiging overleed. Wij willen niet in details treden; niet den nadruk leggen op uitdrukkingen als: „Slaat hem maar dood" of wat de eene held zeide tegen den anderen, doelende op het slaan van dezen: „Kun je niet neer". Het is ons vrij onverschillig te weten, wie met een paar schaatsen of met een &tuk hout het dier heeft mishandeld en wie daartoe een paal van een hek heeft ter hand genomen. Wij staan eenvoudig stil bij hot rapport vau den veearts, waaruit blijkt, dat van het arme paard ribben waren stukgeslagen, dat er kneuzingen aan bevonden werden, en dat bet niet lang na deze mishande ling is gestorven. Wij staan ook stil bij het feit, dat het weerlooze dier kreunend en bloedend ein delijk aan de handen zijner onzen le zers laten wij over een betiteling te bezi genontkomen, in zijn stal is neergeze gen om kort daarna te becwijken, En naast de gruwzaamheid van dit feit rijst een ander op, cenigen tijd geleden «n den Haarlemmermeer gepleegd van oen man, die zijn hond, welke hem gediend had tot hij niet meer kon, levend wilde begraven en toen het dier in drang naar leven zich oprichtte, het met de hooivork doorstak om zijn arbeid van het levend begraven wat te vergemakkelijken. Dan komen de slaventijden ineens in herinnering. De mensch weerloos aan den mensch overgeleverd. Het dier, het stomme dier, zooals de volks mond zoo terecht zegt, weerloos aan den mensch overgeleverd. Het ligt voor dc hand, dat slechts bij uitzondering gevallen van dierenmishande ling bekend worden. Een toevalligheid, een ooggetuige, die niet zwijgen wil en een tip van don sluier, die zooveel dierenleed dekt, is opgeheven. Er wordt aan dieren binnenshuis, in stal of schuur, op eigen erf heel was misdaan, wanneer wrp*»dhcid in het hart van den bezitter schuilt. Die kan, zooala eenige jaren gele den gebeurde, zijn hond de ooren afsnijden bijwijze van straf, omdat hij niet verder wilde loopen. Al dat leed is meestal begraven. De mensch kan een natuurgenoot hebben, die het voor hem opneemt hem steunt, het dier is stom, wreedo neigingen kunnen zich ongestraft aan hem uiten. Zijn lange trouwe diensten geven hem geen vrijbrief van con marteldood. Het dior is in menschenhandcn vrijwel weerloos. Slechts één, die het eene een enkeleD keer voor hem kan opnemen: de wet. Zij kan de menschelijke wreedheid niet keeren, zij vermag toch den menscholij- ken aard, de zeden te leiden. Zij kan aan wreedaards, die zich aan het weerlooze vergrijpen, een straf opleg gen, die hen wakker schudt, die zij op hun beurt aan den lijve voelen. Zij kan de goode richting der heerschen- de publieke opinie, die zich hoe langer hoe meer tegen dierenmishandeling ver zet, door een voorbeeldige straf in dit geval, stijven. Zij zal ook, hopen wij, den geest vol gend van een wetgeving, die ons do kin derwetten schonk, don geest ook volgend van een tot meegevoel ontwaakt en tot afkeurend© oritiek waardig volksgeweten, haar zwaar b fc e straf opleggen aan d© beklaagden van de dierenmishandeling te Zoetermeer. Leiden, 20 Maart. Als amendement heeft de heor Fokker voorgesteld in de verordening op den handel in en den vorkoop van melk, Art. 15 te lezen als volgt: Het is aaD mclkverkoopers, buiten d© ge meente gevestigd, verboden, binnen de ge meente melk, weLke niet gepasteuriseerd of gesteriliseerd is, in hoeveelheden kleiner dan 10 liter af te leveren, ten verkoop voor handen te hebben, rond te brengen, rond te i"v,pnten of t© vervoeren, indien eij niet voorzien zijn van een vergunning, afgege ven door Burg. en Weths. Deze vergunning wordt niet afgegovon tenzij Burg. en Woths. uit een inge wonnen bericht van de Gezondheidscom missie binnen welker ressore do woon plaats van den betrokken© ligt is geble ken, dat do lokalon waarin melk wordt afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehou den, bewaard, behandeld of bewerkt, ten genoegen van dat College zijn ii gericht en dat het in die lokalen of de daarbij behoo rende erven tzich bevindende middel van watervoorziening in staat is deugdelijk water in voldoendo mate te leveren. Deze vergunning wordt ingetrokken in dien Burg. cn Weths. uit een bericht van de Gezondheidscommissie, binnen welker ressort de woonplaats van den betrokkene ligt, is gebleken, dat de lokalen, waarin melk wordt afgeleverd, ten verkoop voor handen gehouden, bewaard, behanden- o! bewerkt, niet langer teD genoegen van dat College zijn ingericht en dat het in die lo kalen of op de daarbij behoorende erven zich bevindend© middel van watervoorzie ning niet in staat is deugdelijk water in voldoend© mat© te leveren. Trots storm- ©n regenvlagen .waren gisteravond velen opgekomen naar het wijkgebouw aan het Levendaal alhier, om er bij te wonen de derde Winterbijeen- komst van de Chr. Jongelings-vereeniging „Dient den Heer" (afd. Van het Neder- land&ch Jongelingsverbond). De samenkomst werd met gemeenschap pelijk gezang, met gebed door den heer J. Kok en met een inleidend woord van de zen, die do leiding der vergadering had, geopend. Daarna werd aangevangen met de afwerking van het niet t© overladen programma, in twee deelen door een rust tijd voor de uitvoerenden gescheiden, in welke pauze werd gezongen en gecollec teerd. In do eerst© plaats zij hier melding ge maakt van dc wolwillendc medewerking van do Chr. zangverecniging „Zingt den Heer", die een ganeche reeks van jaren al menigmaal zeer velen genoegen heeft verschaft en nog steeds voortgaat dat te doendie ook gisteravond met haar bij zonder goed uitgevoerde, eenvoudige en tevens schoono liederen getoond heeft te verdienen den steun en do waardeering van allen, die een gezonde opv_tting heb ben van wijkarbeid in zijn geheelen om vang; die het inderdaad wèl meencn met dien arbeid in zijn vele vertakkingen. Dan mag gezegd v -. Jen, dat gocdo mu ziek (viool en orgel, viool on piano) ten gehoore werd gebracht on dat ornstig© en grappige voordrachten als gewoonlijk met aandacht werden gevolgd. Den heer Kok restt© do taak al Ion me dewerkers te danken: den directeur, dcu leden en den accompagnateur der zang- vereeLiging; den heer^n en de dame, die de muzieknummers hadden uitgevoerd; hun, di© voordraci.tc haddon gehouden, o.w. oud-loden, omdat hot vijftien jaren geleden was, dat de ecrBto wintorbijeen- komst had plaats gehad. Hij eindigde met dankgebed. De laatste Winterlezing alhier in dit seizooii zal niet Donderdag-, maar Vrijdag avond plaate hebben. Spreker is niet dr. F. J. Los, van Koudokerk; maar dr. F. van Gheel Gildemeestor, van Den Haag. Bij Koninklijk besluit is herbenoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Leiden mr. O. W. Sipkes. Pensioen verleend aan F. Wittenaar, wed. F. L. T. Dee, eerder wed. M. H. Ver hulst, meesterknecht van do smederij in d© militaire sfcrafgovangenia t© Leiden, 230 gulden. Tot assessor II collegii van het Leid- soho studontenkorps is verkozen de heer M. O. van der Minno. Gistorovond hield de Leidscho Bo- stuurdersbond in samenwerking met d© afdeeling Loiden van den Algemeenen Bond voor Winkel- en Pakhuisbedienden oen openbare vergadering, ter bespreking van het vraagstuk, dat door hot adres van „Leidcns Belang" aanhangig is gemaakt in don Leidschon gemeenteraad, dio er zich morgon over zal hebben uit to spreken, hot vraagstuk dor vervroegde winkelslui ting. Mr. Z. van den Bergh, lid van don ge meenteraad te Amsterdam, die in dit Col lege hetzelfde voorstel deed en met klem verdedigde, zou blijkens aankondiging op treden. Het was zeker een groot© teleur stelling voor de bovengenoemde besturen, eren vóór do opening dor bijeenkomst het bericht te moeten ontvangen, dat de heer Van den Bergh door familie-omstandighe den was verhinderd op to treden. D0 heer W. Havers, voorzitter van dou Bond van Winkel- en Pakhuisbedienden to 's-Gravcnhage^ werd toen nog gevraagd en verscheen te ruim negen uren in do zaal, welke ook toen nog niet erg bezet was. Onder de aanwezigen bcvondon zich drie Raadsleden. Nadat do voorzitter, do heer L. Chris- pijn, do bijeenkomst met een kort woord bod geopend, gaf hij hot woord aan den heer Havers, die in eon vlotte improvisatie in de eerst© plaat© d© noodzakelijkheid be toogde van verkorting van arbeidsduur voor personen bij het winkel- en handelsbe drijf betrokken, dit betoog ophelderend met cijfers, die don arbeidsduur uitdrukken, om in do tweede plaats nan te toonen, dab een wettig voorgeschreven vcrvrocgdo slui ting van winkels cn magazijnen tegen don overmatig langen dag het beste middel was. Het verzot daartegen schreef spreker al leen tot aan conservatisme, omdat er door invoering geen enkol economisch belang meo in den knel komt. Hij hoopt©< dat do Leidscho Raad in do zen in Nederland het voorbeeld zon gevon on dat uit leiden do victorie der vervroeg de winkelsluiting zou boginnon. Dc rede werd warm toegejuicht cn de bat van beteckenis had niet plaats. In do hedennnmiddag gehouden alge meene vergadering van aandeelhouders der Teidschc Broodfabriek werd hot dividend over bot afgoloopon jaar vastgesteld op 1 17 percent. Tweetal voor prcd bij do Gorcf. Gom. t© Soest: M M. Horjus, to Brouwersha ven, en H. Kajan, to Woubruggo. Naar „Het Vad." verneemt, is het nog niet beslist, of in de Commissie voor do middcnstands-onquót© 5 dan wel 0 leden zullen zitting nemen. Minister Vecgcna wenscht eon commissie van 9; de commis sie zou den gesplitst worden in drio sub- coinmissiönocd voor het Noordon, ccn voor het Centrum en een voor het Zuiden Naar aanleiding van desbetreffend© onjuiste berichtoD uit Apeldoorn verzoekt men meo t© deelen, dat de datum van ver trek van H. M. de Koningin on Z. K. H, don Prins der Nedorlandon van Den Haag naar Ilct. Loo op dit oogonblik nog niot is vastgesteld. Hot plan bestaat den geboortedag van den grootcn Zwcedschon geleerde Liu- uaous (23 Mei 1707) ook in Nederland feestelijk t© herdenken. Een comité heeft zich daartoe gevormd uit verschillende verecnigingen op N'atuur-bistorisch gebied hier te lande op initiatief van dc Natuur historische Vorecniging. Dit comité stelt zich o.a voor, van 18—25 Mei a.s. een tentoonstelling van Linnoeana te houden te Haarlem in het koloniaal Museum; heb houden van ecu gedachtenisrede op 23 Mei as., uit te spreken door dr. J. P. Lotsy, directeur van 's Rijks orbarium te Bei den het uitgeven van een fecstgeschrift; het aanbrengen van eon gedenkteekeu op liet buitengoed Hartccamp, welks toenma- ligo eigenaar Linnaou.n bij den aanvang van zijn wetenschappelijke loopbaan heeft 4) „Weet u, mijnheer Silva, de meeste zeelui die zich in Callao ophouden, zijo reeds van meet af misdadigers. Daar behoeven zij immers niet bang t© zijn van uitgeleverd te worden. Gij kunt u dus voorsteilen welk een bonde ik aan boord heb." „Dat moeten vreesebjke dagen voor u zijn geweest". „Nu, glacé handschoenen heb ik niet in nen aantrekken van het oogenblik af, waarin ik met dezen rozentuin in zee ging, en bij de meests menschen in mijn plaat© zou zeker elke gedachte aan poëzie vergaan zijn. Bij mij is dat eohter In geenen deel© het geval Gij zult het niet willen gelooven, mijnheer Silva, maar een paar maa.1, toen de gehcele horde tegen mij losstormde, voelde ik mij bepaald ge lukkig. En daarna, zooclra ik wat rust bad, nam ik pen en papier ter hand en schreef een paar zulke allerliefste sonnetten, als ik ze nog zelden gedrukt heb gezien. Als het u interesseert, mijnheer Silva, lees ik ze u voor, vóór gij weer in uw boot stapt." „Ik dank u, kapitein, maar voor het oogenblik moet ik mij van dat genot spe nen De tijd vergaat en donna Clotilde vracht op mij. Wat moet ik haar zeggen Natuurlijk, dat haar bevelen uitge- yoerd worden." ,,Arm© vriend", zeide Silva in een plot- ■elingo opwelling vaa medelijden. „Gij of fert u geheel nutteloos op. Wat kunt gij met uw klein zeilschip en uw geweren te gen zulk een uitstekend gewapend schip als de „Cancelario" uitvoeren?" „Wat het schieten betreft, niet veel, dat is zeker," anbwoordde Kettle vroolijk. „Met de ammunitie heeft namelijk de agent ook ons beet genomen. Er zijn een menigte vaten aan boord, waar „patro nen" op staat. Toen ik echter een paar daarvan openbrak, om wat ammunitie tot oefeningsdoeleinden uit te geven, bleek het, dat zij met kruit gevuld zijn. En daar bij is het nog niet eens buskruit, om meo te echieten, maar kruit, zooals tot het doen springen der mijnen wordt gebruikt." Silva wrong de bajiden. „Kapitein," riep haj, „gij moogfc deze gewaagde ejpoditie in geen geval or> rne- men. Gij begaat letterlijk een zelfmoord, als gij in zulk een toestand den „Cance- lario" aanvalt." „Daar zullen wij later over spreken", antwoordde kapitein Kettle. „Voor het oogenblik moet ik de bevelen van mejuf frouw La Touche uitvoeren en mijn twaalf pond per maand verdienen. Maar als gij mijn vriend zijt, mijnheer Silva, kunt gij mij een genoegen doen, door er bij gele genheid ee>na op te zinspelen, dat, als alles goed gaat en ik voor de senora het bevsl over den „Cancelario" voer, een verhoo ging van mijn salaris op vijftien pond mij zeer welkom zou zijn." In den helderen maneschijn lagen de omtrekken der bocht van Tampique. Zeewaarts strekte #ich een lange^ zilvi- ren streep over de golvende watervlakte uit. De groene bark lag voor in de bocht. Op den achtergrond voor de stad verhief zich een modern oorlogsschip, dat als een donkere vlek scherp afstak tegen den door de maan verlichten, nachtelijken hemel Een blauw gekleurde naphthabarkas gleed over hot water cn stevende op de bark aan. Kapitein Kettle kwam uit do kajuit op het dek en sloeg het kleine vaartuig wtt de grootste opmerkzaamheid gade. Hij had zijn plan om den „Cancelario" te nemen beraamd en zijn toebereidselen getroffen. En nu kwam hem hier iets in den weg, hetwelk nog in het laatste oogen blik alles omverwerpen, zijn gcbeele bere kening te schande maken kon. De geheele bemanning had nu reeds dc naderende barkas opgemerkt Nieuwsgie rige gezichten drongen zich aan de ver schansing to zamen. Allen verdiepten zich in gissingen, wie wel do lieden konden zijn, die hun zoo vol vertrouwen to ge- moet stoomden. Een valreep werd neergelaten. De blauw- gevtrfde barkas kwam langs-zij eu daaruit stapte een dame. Kettle ontstelde, doch het volgende oogenblik snelde hij naar hot middendek, om haar te begroeten. Een mi nuut later was hij het nog steeds niet met zichzelven eens of hij droomde dan dat hij werkelijk op het dek van zijn vaartuig met donna Clotilde op en neer wandelde. In- tusschen vervolgde de bark gestadig haar koers. Het gesprek tusschen hen beiden duurde niet lang. „Ik moet u dringend verzoeken, mejuf frouw" zeido Kettle, „weer daarheen terug te gaan, van waar gij gekomen zijt. Gij moet deze aangelegenheid ook zonder uw op pertoezicht aan mij toevertrouwen." „Is uw methode zeer gevaarlijk?" vroeg 3PJ- „Ik zou die een verzekeringsmaatschappij niet juist kunnen aanbevolen", merkt© Kottle met bedenkelijk gelaat op. „Zet mij uw plan eens uiteon." De kapitein deed dat in weinige woorden Hij sprak zeer vastberaden, maar donna Clotilde bleef doodbedaard. Zonder van kleur te verschieten luisterde zij naar hem ,,A", zeide zij, „ik geloof, dat het u zal gelukken." „Of mijn plan gelukt of niet, mejuf frouw, dat zal in den loop der eerstvolgen de uren blijken. Maar uw barkas mag niet in de buurt blijven Zooals ik u meede-lde, heb ik al mijn sloepen onbruikbaar ge maakt. Als nu uw klein vaartuig binnen ons bereik bleef liggen, zou zelfs de vrees voor do haaien mijn manschappen niot weerhouden over boord te springen cn ik zou dat niet kunnen verhinderen. Als de kerels een uitweg zien, maken zij daarvan gebruikvoor den „Canoclario" hebben zij een ontzettendeü angst." „U heeft voi.-omen gelijk, kapitein; mijn sloep moet vertrekken. Maar zij stoomt zonder mij terug. Ik moet hier zoolang uw gast blijven, totdat gij mij aan boord van den „Cancelario" hebt gebracht." Kapitein Kettle fronste het voorhoofd. „Wat ong te wachten staat, mejuffrouw, behoort een vrouw niet bij te wonen." „Dat moet gij aan mijn eigen oordeel overlaten, want zie, kapitein, onze meenin gen omtrent hetgeen eeD vrouw doen of la ten mag, zijn zeer verschillend. U vindt, dat een vrouw geen president van een Re publiek mag worden; u houdt het voor een onmogelijkheid, dat een vrouw aan een ge vecht zou kunnen deelnemen. Ik zal u toe non, dat een vrouw het ecno evengoed kan als het andere." Zij boog zich over de verschansing heen on riep do naphthabarkas eenigo bevelen toe., Dc man in den boeg wierp terstond d ,.x ta kel los wonde zijn roer en bracht do machine in beweging. Onhoorbaar als ccn slanke, grijze watergeest, verdween do barkas in do duisternis. „Zooals gij ziet", wendde do donna zich tnomfeerend tot den kapitciu, „moet ik nu wel bij u blijven." En zij wierp hem een verzengenden blik' too. „Gij zijt mijn lastgeofsfer, mejuffrouw" antwoordde Kettle koel, „cn dus staat het u vrij te doen, wat u goeddunkt. Hot ligf niet op mijn weg, u ©r attent op te manon, dat gij zeer dwaas handelt. Begrijp ik u goed, als ik veronderstel, dat gij nu nog wenscht, dat ik mijn plan, hetwelk ik u zoo juist heb uiteengezet, ten uitvoer breng?" „Ja," was Let korte antwoord. „Zeer goed, senora; dan zullen wij iu minder dan een kwartier aan boord van dat oorlogsschip zijn. Hij gaf zijn tweedeta stuurman bevel, zijn manschappen op het achterdek te ver zamelen. In plaats echter van do koinsf) dor kerels af to wachten, wierp hij een'! onderzoek end en blik op de zeilen der bark, daarna een over zijn schouder hceri op het kielwater, staarde naar de drijvend do wolken aan het uitspansel en dook vei» volgen:-, de cnmpagno verlatend, naar om»j laag. i (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1