ZONDAG5BIAD
IÉID5CH DAGBIAD
Derde Blad.
Roberts Siefde.
N£. 14423.
2 Maart 1907.
•I#
Q Jrn V» - - «v#
k« •*^fóMiipi?ïé;iyTï>tii?liii»:ïiiiiTliiiiiiif»<:s
t- VAN HET
HA fi»«s6ö®®öseö»ê©e lil
Mejuffrouw Louise Goosens heeft alles,
wat H-a-A-r hartje begeert. Zij is twintig
jaar oud, een lieve verschijning, en de
eenige dochter van haar ouders, die haar
bij haar huwelijk nog een mooi sommetje
zullen meegeven. Papa Gooeen9 is gepen-
6icnneerd ambtenaar en bovendien niet
onbemiddeld. Hij woont op een kleine villa
even buiten Leiden en zijn tuin is zijn
lust en zijn leven. De bloemperken staan
prachtig, dank zdj den goeden zorgen van
den gopensionneerde zelf, die het grootste
deel van den dag met tuinieren doorbrengt.
Het geluk van Louise is ten toppunt
gestegen, toen zij ten huwelijk werd ge
vraagd door Robert van Dieren, een knap
jongmensch, wien zij blozend en schuchter
haar jawoord heeft gegeven.
Robert is commies aan een der mini sto
ries in Den Haag, een mooie positie met
goede vooruitzichten. Wel is waar is hij
onbemiddeld, maar dat doet er niet toe:
Louise heeft toch haar bruidsschat.
Sedert een paar dagen echter staan de
rozen in den tuin te verdorren onder de
verzengende stralen der zon, maar toch
'blijft de gieter van papa Goosens onaange-
rcerd liggeD in de schuur, terwijl de anders
zoo trouwe verzorger van den tuin nu
woedend in zijn kamer heen en weer loopt.
Een groote ramp heeft hem getroffen.
Tot dusverre had hij zijn vermogen in
solide papieren belegd, die een matige,
doch veilige rente afwierpen; maar het
ongeluk heeft gewild, dat hij in aanraking
kwam met een beursman met gladde tong,
en Goosens heeft gespeculeerd. 01 eerst
maar een bagatel, een duizend gulden, voor
de aardigheid; zijn middelen veroorloofden
Jbem wel die te wagen Won hij, dan was
'het meegenomen; verloor hij, dan zou hij
er noe niet aan dood gaan.
En hij won.
Hij speculeerde weer, won nogmaals en
dit herhaalde zich eenige malen, altijd
slechts met geringe bedragen, totdat zijn
makelaar bij hem kwam met een schitte
rende zaak; Ameri'-aan-che >ti>oreni die
een winst van millioenen beloofden.
Goosens liet zich overhalen, hij verkocht
zijn solide papieren en kocht daarvoor een
bundel Amerikaansche* Spoorwegaaaclce-
len, maar sinds een week loopen zij terug
en de koers is zóó laag, dat nu zelfs aan
geen verkoopen meer te denken valt. Zoo
goed als al zijn geld is naar de maan eD
toen hij zijn makelaar wilde opzoeken, was
deze verdwenen, naar het buitenland ge
vlucht.
Louise heeft veel geweend.
Ook haar bruidsschat is verzwolgen en
zij vreest, dat er van haar huwelijk niets
zal komen. Tevergeefs tracht mevrouw
Goosens haar te troostenRobert heeft
haar toch lief, hij zal toch wel met haar
rouwen, al brengt zij niets meer mee;
i <aar het leven is in de Residentie duur,
wanneer men een stand moet ophouden, en
Louise wanhoopt aan de tot-stand-
komiQg van haar huwelijk.
Papa Goosens is naar den ouden heer
Van Dieren geweest en heeft hem alles
eerlijk verteld. Robert was voor een paar
dagen de stad uit, hij moest zelf beslissen,
zijn vader wilde daarop geen invloed uit
oefenen.
Als hij weer in de stad kwam, zou de
familie Goosens zijn besluit vernemen.
,,Hij komt met terug," jammerde Louise.
Maar Robert kwam wèl terug.
Na zijD thuiskomst was zijn eerste tocht
naar zijn verloofdoalles bleef bij het oude,
bij had Louise lief om haarzelf. Het onge
luk, dat haar vader had getroffen, bracht
daar niet de minste wijziging in.
U, wat was Louise g lu^kig en trotsch,
toen haar aanstaande zoo sprak. Hoe
dankbaar was zij hem. Zij zou bijna t*e-
neigd zijn het verlies van haar bruidsschat
als een geluk te beschouwen, want nu wist
zij zeker, dat zij bemind werd, oprecht be
mind.
En dat geluk kwam niet alleen.
Den volgenden dag ontving papa Goo
sens een brief van een notaris te Wagenin-
gen, die hem meldde, dat daar een verre
neef van zijn vrouw gestorven was.
De overledene was vrijgezel en had zijn
geheele vermogen, ongeveer 50,000 gld., na
gelaten aan zijn nichtje Louise
Met van vreugde stralend gezicht deelde
Goosens dit aau de jung lui mede, en, ter
wijl hij zijn aanstaanden schoonzoon op
den schouder klopte, zeide hij:
,,Zoo ziet ge, mijn jongen, dat uw on
baatzuchtigheid toch nog beloond is."
„Ik verheug mij er alleen in, papa," ant
woordde de jonge man, omdat ik nu
spoedig met Louise zal kunnen trouwen,
want zonder dit fortuintje had ons huwelijk
nog een paar jaar uitgesteld moeten wor
den."
En in de volgende maand trouwden zij.
Na een heerlijk huwelijksreisjo langs den
Rijn had het jonge paar een keurige wo
ning in Den Haag betrokken, niet ver van
hit ministerie, waar Robert werkte.
Robert is naar zijn bureau en Louise is
voor bet eerst alleen iD het huis, waar zij
nu meesteres is.
Zij heeft eeD dienstbode, maar de amor
van haar man wil zij zelf schoonhouden
daar mag niemand aan komen en z;| 19
dan ook met plumeau en stofdoek druk in
dj weer geweest.
Daarna opende zij de kleerkast om te
zien of er niets aan zijn kleederen ont-
biak, of misschien ook ergens een knoop
ai of een torn in was.
Eensfclapa ztert zij uit den binnenzak vaa
eeD overjas een brief sresen.
Nieuwsgierig neemt zij dien brief er uit
ei' leest het gedrukte hoofd: notaris
te Wageningen
De notaris van neef J
Wat kon dio notaris aan haar man te
schrijven gehad hebben
Deze brief maakt de belangstelling der
jongo vrouw gaande en verontrust haar
tevens.
Zou zij hem lezen 1
Haar hart klopt snel en het papier beeft
ia haar hand. Maar do verzoeking is haar
te sterk. Het is slecht, wat zij doet, dat
veelt zij wel, maar zij kan aan haar zucnt
om te weten, niet langer weerstand biedeu
Eén zin uit dezen brief brandt haar in
de oogen en treft haar in het hart:
„Uw inlichtingen zijn juist: wijlen do
heer Leeman heeft inderdaad zijn geheelo
vermogen, dat na aftrek van alle kosten
ruim 50,000 gld. zal bedragen, vermaakt
aan mej Louise Goosens
Dus, Robert is pas teruggekomen, toeu
hij wist, dat zij toch nog een bruidsschat
kreeg.
Deze ontgoocheling deed tranen opwellen
in de oogen van mevrouw Louise.
Haar verdriet week echter spoedig. Zij
schikte zich id het onvermijdelijke.
Op het. schrijfbureau van haar man stond
eeD doosje lucifers, zij streek cr een aan
ei: weldra bleef er van den ongeluksbricf
niets over dan een hoopje asch, dat ze op
veegde en uit het venster wierp.
Toen glimlachte zij weer en voelde ziel
getroost.
Haar echtgenoot was allerliefst, vol voos*
komendheid tegenover haar.
Zich met moedwil ongelukkig te masea,
zou niet verstandig zijn en, mevrou*
Louise is verstandig.
Zij weet, dat men in het leven niet veel
eischend mag zijn, dat men het geluk moe',
nemen zooals het is en neemt zich va
voor, nimmer weor brieven van haar mar
te lezen.
Een bedelpartij.
Bijna alle middagen kon men hen voorbij
zien komen, die twee oudjes, druk redenee-
rend en iedereen vriendelijk goeden-dag
knikkende, in de hoop, dat er een kleinig
heidje op overschieten zou.
Zeker twee zusters, of buurvrouwen mis
schien.
Arm in arm liepen zij te lachen alsof ze
nog kinderen waren.
In haar vuile plunje, steeds gewapend met
een parapluie en een versleten karbioa,
hadden zij wel iets van een paar fcoovcriuk-
st?n.
Waar hadden zaj bet altijd zoo druk toch
over 1
Zeker over de theaters eD circussen, waar
zij in betere dageD figuranten waren en
waar zij het beste van haar jeugd haddbu
doorgebracht.
Een roman moest er achter haar liegen t
Een leven vol afwisseling en genot, '~ng-
zamerhand afgedaald tot do diepste ellen *0
door den dood reeds aangegrijnsd en toe
gewenkt.
Een treurig beeld van diep-gezonKen»
heid 1