ZONDAG5BIAD+ LEID5CH DAGBIAD Ni 14419. 28 Februari 1907. 2*1 22ÊW& niT; i7: iTt-®*TT; i?T iTï iTï •e^w^ I J I 1 4 1 1 1 S 1 I J VAM HET 'v Derde Blad. ill t t i i t t t i l t l I lil De Souperdans. „Beta, hoe hangt mijn rokt" „Keurig, Manetjel Hoe zit mijn haar?" „Alsof je gekapt bent I Dolly, jo bloemen Terlies jo aanstonds nog; die zitten niet ?ast genoog." Dolly vloog naar den spiegel en böves fcigde het bouquetje lelietjes beter op haar rose japon. „Lastig, dat Heleentje ons nu niet kan bclpon", zei ze; „waarom moet dat kina cocb mee?" „Ze is haast zeventien", antwoordde Ma rie, terwijl ze het blonde haar Dog eens op kamde en het lichtblauwe japonnetje glad streek. „Ze is je Asschepocs niet", voegde Totsy er bij. „Zoo meen ik het niet," hernam Dolly; „ze is zoo handig en kan ons zoo heerlijk helpen. Maar daar blijf ik bij: ze is veel to jong om mee naar het bal te gaan Zoo'n kind I Met halflange rokken en lo6hangend haar I" „WijsneusI" plaagde Marie; „zeg, juffer- tje, jij bent ook pas negentien, heb maar zoo'n praats niet. Maar a propos, meisjes: zou De Ronde vanavond op het bal zijn?" Betsy bloosde. Dolly bloosde en Mario bloosde zelf oveneens; maar ze wilden voor elkaar niet weten, dat die knappe jonge man op haar allen zoo'n goeden indruk gemaakt had. Betsy bukte zich, om te zian of haar schoenen wel goed zaten Maria holde naar de kast en zocht naar haar waaier; terwijl Dolly geloofde, dat mama riep en haar hoofd buiten de deur stak om te luisteren. Betsy was de eerste, die het gesprek durfde voortzetten en zei: „Ik ben benieuwd met wie hij soupeereo zal." ..Wel", begon Dolly verlegen; „jullie ^moeten nu niet denken, dat het pedanterie van me is; maar., maar ik geloof wel, dat hij bet mij vragen zal, want gisteravond bij tante Lize vroeg hij of ik mijn souperdans aJ had." „Dat zegt niets, als hij je toch niet ge vraagd heeft". antwoordde Betsy; „mij vroeg hij wat voor kleur van japon ik aan deed en toen ik zei: een lichtgioene, toen zei hij... zei hij „Nu wat zei hij dan?" vroeg Dolly on geduldig. ..Toen zei hij: wat een hoopvolle kleur, juffrouw Geve, de mooiste kleur, die ik ken „Dat zegt ook niets, als hij jou ook niet voor den souperdans vroeg". zei Mnrie; '„dan zou ik het nog veeleer kurnen den ken, mij maakte hij een complimentje over mijzelf Hij zei tearen me: Wat hebt u toch prachtig haar. juffrouw Marie: weet u wel, dat dat een van de zeven schoonheden ifl, blond ha&T en bruine oogen?" „Hij is vreeselijk complimenteus", zei Dolly nu, ,„maar met dat alles beeft hij >et jc net zoo min kjevrragd els ons." „En toch... Wat ia er, Heleentje?" „De rijtuigen zijn er," antwoordde do jongste juffrouw Geve. een aardig bakvisoh- je van zestien jaar, dat haar mooie jonge zusters bewonderend opnam en vroeg, hoe lij cr in haar witte jurk wel uitzag. „Heel aardigi" vond Betsy. „Snoezig", antwoordde Marie. „Hm I" zei Dolly Dat kleine ding zag er naar haar meening veel te aardig uit. „Komen jullie nu eindelijk?" riep do heer Geve van onder aan de trap; „wij ko men nog te laat en jullie krijgen geen dan sen I" Dat hielp I Het gaa werd uitgedraaid en do vier meisjes daalden do trap af Mevrouw Geve keek met trots naar haar viertal, veranderde oog even wat aan He leentjes haarlint, aan Dolly's bloemen, toen stapte men in. „Hoe deftig, twee rijtuigen 1' lachte Betsy. „Wou je ons met ons zessen in één rijtuig stoppen?" antwoordde Dolly, terwijl ze naast haar oudste zustor plaats nam. „Dolly, Dolly, wat snauw je weer 1" ver maande haar moeder; „dat moet je afleereu, kind I" Do heer Geve was in zijn schik over de plaatsing Op één na zijn oudste en Heleen tje. dat waren zijn lievelingen. Betsv had het steeds zoo druk met haar verschillende bezigheden, dat ze nooit tijd vooj papa over had; en Dolly? Altijd even vinnig, zoodat de goede man er soms hoofd pijn van kreeg „Heb je balkoorts, Marietje?" vroeg hij. „Neen, pa; waarom „Je bent zoo stil Misschien in afwach ting van een aangenaam soupem, kindje?" plaagde hij. Gelukkig, dat het donker in het rijtuig was. waDt Maric bloosde en was blij, dat papa en Heleentje het niet zagen Ook in het andere rijtuig kwam de duis ternis te pas Dolly kneep Bptsy eensklaps hevig in den aim en toen de laatste met een „au, au", verschrikt opkpek, zag zo Do Ronde in de verlichte vpstibule staan, waarvoor ze ein delijk stilhielden Ook mama merkte niets; noch van de stralende blikken der jonge meisjes. noch van haar hooerood gekleurde gezichtjes. Toen de familie Geve de vestibule betrad en men De Ronde passeerde, maakte deze een hoffelijke buiging. Betsy was er zeker van, dat hij naar haar „groentje" keek. Marie zag duidelijk, dat zijn oog dadelijk op haar „mooi blond baar" was gevallen en Dolly beweerde in zichzelf, dat hij haar vriendelijker toegeknikt had dan de zusjes. De balzaal was schitterend verlicht en prachtig versierd. Tn dc vier hoeken waren allerliefste prieeltjes aangebracht van dun, groen latwerk waarlangs zich fijne tanken klimop slingerden en waar talrijke bloemen tusschen gestoken waren De wan den waren mot dikke Smyrnaeche tapijten bekleed, welke op smaakvolle wijze met waaiers en schilderijen behangen waren. Betsy, Marie en Dolly Geve stonden ia een hoekje bij elkaar. Marie was geheel uit haar humeur en tuut de onafgebroken met een ontevreden gezicht in haar balboekje. „Hoe komt die Baen er toe, om me voor het souper te vragen?" pruilde ze; „ik ken hem amper We waren warempel nauwelijks binnen of daar kwam hij al aanzetten; had hij nog niet even kunnen wachteu Te leurgesteld keek zc naar De Rondo, die met haar vader stond te praten. Betsy en Dolly werden steeds nieuws gieriger wie van haar beiden nu wel do uitverkorene zou zijn. „Betsy, Betsy, kijk eens, daar komt De Koning op ons af 1" riep Dolly eensklaps, terwijl zij haar zuster een duwtje met den el- loboog gaf Bctsy diaaide zich met een ruk om en begon een opgewonden gesprek met haar moeder, terwijl zij zich achter Dol ly verborg- De Koning was bij deze aangeland on vroeg haar den tweeden dans. Dolly zuchtte van rprlichting, en toen het jonge mensch, ondanks het verstopper tje-spelen, Betsy opduikelde on haar ora den souperdans verzocht, klopte haar hart •hoorbaar van blijdschap. Waarom kwam hij nu niet? Pa vertelde zeker weer zoo'n uitgebreid verhaal over een van zijn reizen; dat werd lomand twee- of driemaal voorgekauwd en jo moest err maar belang in stellen of je wilde of niet. Dolly stampte even ongeduldig op den grond cn beet zich zenuwachtig op de lip pen. Ongeduldig tuurde zij de zaal in. „Juffrouw Geve, mag ik u om den souper dans verzoeken?" klonk het eensklaps naast haar. Dolly sprong verschrikt op. He Rondo? Neen, het was een andei Een aardig jong luitenantje stond vóór haar Dolly anti woordde niet en keek in haar balboekje. „Hebt ge reeds met een ander afgespro- ken?" „Janeen; ja toch e... e...", stamelde Dolly. „Neen, eigenlijk niet." „Zoo half en half beloofd?" vroeg het jonge officiertje glimlachend. Dolly schudde van neen. „Heusch niet? Ik zou er een ander niet van willen berooven, hoewel ik graag de eer zou willen hebben, u aan tafel te mogen geleiden," voegde hij er bij. „Neen: ik heb het nog nietl" hernam Dolly met een boogroode kleur, „en dus...M' „Dus mae ik het genoegen hebben?" Dolly knikte en gaf hem haar balboekje, waarin de luitenant zijn naam schieef, waarna hij met eeD beleefde buiging ver dween. Dollv frommelde het bal6?ï&kje ineen en liet het in haar zak glijden. Allemaal de schuld vaD papa; waarom moest hij De Ronde zoo ophoudennatuur lijk kreeg ze dan haar souperdans evenals de zusjes, en... en...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 11