feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
De Oorlogsbegrooting verworpen.
NO4408
Maand as, 11 Februari.
A0, 1907,
LEIDSCH
M6BIAB
FHIJ8 OËZEB COURANTS
Voor Leiden pei weoi 0 Oentsi pei 8 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per loope? «d waar agenten gevestigd zijn 1-30.
Franco per posti 1 1.65.
PRI.'S DKR ADVERTENTIENi
Van 18 regels 71.06. Iedere regel meer 0.17$. Qrootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oantsoontantj elk
tiental woorden meer 10 Oents.- Voor het inoasseeren wordtfO.Oö berekend.
Vooi' de Werkeloozen.
Zaterdag kwam nog bij mij in de bus van
H. 2.50 gld., een werkman 1 gulden.
Ook deze laatste gift spreekt. Waaneer
toch een werkman een gulden van zijn
•weekloon neemt, wat zou er dan naar dien
'■maatstaf over Jiet geheel niet bijeen ge
bracht kunnen worden
En er is zooveel noodig. Het blijkt, dat
ïestij.'s de inschrijving van werkeloozen
niet algemeen bekend is geweest, zoodat
het getal aanvragen r.u reeds tot vijfhon
derd is gestegen.
Aangenomen nu eens, dat hier zelfs twee-
Aond^rd afvallen, want er wordt een uauw-
keir g onderzoek naar allen ingesteld, dan
begrijpt men hoeveel er noodig is om hulp
yan eenigo beteekenis te vcrleenen.
W. PERA.
Maandag 11 Februari 1907.
Offleieele Kennisgeving.
JBirecte SelaHtingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeen© kennis, dat aan den Ontvanger
der Dir. Btiastingen is ter hand gesteld
bet kohier der belasting op bcdrijfs- en an
dere inkomsten No. 9 van den dienst 1906—
1907, executoir verklaard den 8sten Febru
ari jongstleden en herinnert voorts clcn
belanghebbenden aan hun verplichting om
den aanslag op den bij de wc' bepaalden
•voet te voldoen.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 11 Februari 1907.
Do Eersto Kamer heeft do begrooting
yoor het Departement van Oorlog verwor
pen met 27 tegen 17 stemmen.
Tegen stemden do heeren Franssen, Mcr-
ckclbach, Van Waterschoot van der
Gracht, Brouwers, Regout, Godin de Beau
fort, Bosch van Drakestein, Heerkcns, Mi-
ohiels van Kessenich, Havelaar, Van Lama-
weerde, von Fisenne, Van Löben Seis, Prin-
zen, Van Volgen, Van Houten, Thooft, Ver
meulen, Van der Does cu Willebois,
IWoltjer, Hovy, Bevers, Van Asch van Wijok,
Wan Wassenaar van Rosando, Reekers,
[Van Zinnicq Bergmann on do Voorzitter.
Voor d© heeren De JoDg, Van Beyma, Ra-
husen, Laan, Kist, Wiliingc, Brecbaart,
'Dojes, Van der Feltz, Scholten, Van Leeu
wen, Sickenga, Welter, Van Weideren Ren-
gers, Stork, Van Nierop en Vening Meinesz.
Het „Handelsblad" schrijft naar aanlei
ding daarvan:
Wij betreuren deze beslissing ten zdtrsto,
'overtuigd als wij zijn, dat de Tweede Ka
mer terecht, met con meerderheid uit vcr-
sohillendo partijen voortgekomen, den Mi
nister Staal, na zijn verdediging en toezeg
gen, haar vertrouwen had getoond.
Het is van de Eerste Kamer een hoogst
ernstige, een niet te zeggen rockelooze
daad, zich aldus tegenover dc Twccdo Ka
mer t<? stellen, zonder do vordere hande
lingen van den Minister af to wachtgi.
Het is mede hoogst bedroevend, dab al
dus een poging om eindelijk onze leger
toestanden op flink© wijzo te verbeteren,
wio weet voor hoelang, is verijdeld. En
niet minder is het te betreuren, dat het
Ministerie, dat zoo ijverig aan den arbeid
is getogen, door het votum der Eerste Ka
mer voor een uiterst moeilijke taak wordt
gesteld.
Had de Tweede Kamer do begrooting ver
worpen, dan zou door een ontbinding, door
een beröep op do kiezers een uitweg open
hebbeen gestaan. Wat baat echter een ont
binding der Eerste Kamer, als dc Provin
ciale Staten, die haar hebben afgevaardigd
en niet ontbonden kunnon worden, onver
anderd blijven?
Zal het geheelo Kabinet nu met den Mi
nister aftreden? Op grond van de jongste
gebeurtenissen is het zeer waarschijnlijk.
Maar wat dan? Dan staat nog een oudere
Eerste Kamer, die wellicht door do Juni-
verkiezingen der Provinciale Staten zal
worden gewijzigd, tegenover een jonger ge
kozen Tweede Kamer I Wie van beide Kar
mers vertegenwoordigt nu het meesfc de
burgerij
Zou daarom de oplossing niet zijn te
vinden in een ontbinding der T w o o d e
Kamer, opdat de kiezers thans reeds recht
streeks hun gevoelen kunnen uiten
Wij vertrouwen, dat deze uitweg zeer ern
stig in overweging zal worden genomen.
Te meer zou daarvoor aanleiding zijn té
vinden, nu do stemming in de Eerste Ka
mer een bijna zuivere partijstemming ge
weest is. Van de aanwezige ledgn, afwezig
waren van reohts do heeren Van der Bio
sen, Van Berckel, Waller, Sassen en Van
Hceckeren en van links de heer Bultman,
hebben allo rechtsehe leden, 26, tegen, allo
linkschö leden, 18, vóór gestemd, behalve
do heer Van Houfcon, die ook ditmaal
evenals zoo vaak, zich van de linkerzijde
afgescheiden heoft, onbeducht voor moge
lijke gevolgen bij zijn aanstaande perio
dieke aftreding.
Dit meegaan van bijna al wat liberaal is
in dc Eerste Kamer steunt h©t Ministerie,
dat liberaal geboren is, ten zeerste en
maakt beroep op dc kiozers een te meer
aannemelijk expedient
,,Het Vaderland" schrijft:
Do meest democratische Minister van
Oorlog, die ooit aan onze Regeering deel
nam, de man, ook door tegenstrevers als
de ecnige beschouwd, die do hervorming
onzer weermacht zou kunnen en durven tor
hand nomen ,is van do groeno tafel ver
jaagd, een gewichtig onderdeel van het
regceringsprogram zal Diet tot uitvoering
komen. Generaal Staal is gevallen, maar
zijn in de Tweede Kamer gesproken woord,
dat do vaan, dio hij voert onbesmet is,
blijft bewaarheid. Hij is geen stap gewekon
van, geen stap gedeinsd op den weg, dien
hij met volle overtuiging had gekozen en
voor het beslissend votum viel, heeft hij
nog schitterend geknot do kleinzielige tac
tiek van hen, die zelfs zijn karakter niet
ongerept wenschton te laten. Ook in deze
Kamer heeft hij bewezen, dat geen enkele
bewuste of onbewuste onjuistheid hem in
het vuur van het debat of in de schrifte
lijke beantwoording der geopperde gneven
ontsnapte. Tegen tendentieuze courantenar
tikels werden officieelo en onweerepreekba-
rc gegevens gesteld; tegenover de interrup
ties van den heer Heemskerk in de Tweede
i Kamer, verklaarde1 do heer Van Leeuwen
zelf, dab do voorstelling des Ministers
omtrent dc met den burgemeester van Am
sterdam gevoerde onderhandeling juist
was.
Het feit, dat andermaal do bcor De
Meester zirh in dc bespreking heeft go-
mengd om mee te decleu, dat heb geilede
Kabinet zich den uitslag dor stemming
aantrekt, wijst, meent het blad, op dc rui
me mogelijkheid eener collectieve ontslag
aanvrage.
De regeering heeft uitteraard te rekenen
met het feit, dat do stemming schier geheel
links tegem rechts plaats vond en dat in
de Eersto Kamer een technische bespreking
van do afschaffing van het blijvend gedeel
te op den achtergrond werd gedrongen door
constitutioncelo on politieke beschouwin
gen. Aan den andoren kant mag zij ntec
uit het oog verliezen, dat in de Tweede
Kamer een sterke moerderheid haar beleid
op dit stuk heoft gesteund en dat bijna allo
direct gekozen vCrtcgeuwoordgers des volks
de kwestie van louter technisch standpunt
bezien hebben.
Zoo schijnt, zegt „HetVaderland" ver
der, een conflict tusschen onze Eerste cn
Tweedo Kamer to zijn ontstaan.
De meerderheid der direct gekozen afge
vaardigden heeft de zaak op zichzelf be
schouwd, en zich laten overtuigen, zoo al
gedeeltelijk niet van generaal Staals juist
inzicht, toch van diens volle betrouwbaar
heid; zij heeft der Regeering ook geen
grief gemaakt van dc sociaal-politieko en
economische overwegingen, welke nevens
militaire haar handelwijze hebben Ic-
invloed; zij versmaadde spitsvondigo tekst
interpretatie als wapon in den kamp, on
maakte toekomstplannen van concrete
voorstellen los; de Kamer van vijftig heeft
gemeend een in hoofdzaak tegengesteld
standpunt te moeten innemen. En beriep
zij zich herhaaldelijk op de constitutie, net
verwijt van tegen de adat in o is Staats
bestel te hebben gehandeld, ontgaat haar
niet.
Ver-strekkende gevolgon zal dit votum der
Eerste Kamer wellicht na zich slopen;
verder dan zelfs een aftreding van het
vrijzinnig kabinet onmiddellijk doet voor
zien.
Do „Nieuwe Rolt. Courant" vraagt:
Wat zal het gevolg van de afstemming
der begrooting zijn?
Zal de minister Staal alleen afttoden?
En, zoo ja, wat zal dan liet richtsnoer van
do Regeering moeten zijn bij do keuze van
zijn opvolger? Zou doze weer alles onge
daan moeten maken wat minister Staal
ten aanzien van het blijvend gedeelte tot
uitvoering gebracht of voorbereid had?
Maar men weet, dat tegen een gedeelte
van zijn maatregelen bij velen niet zooveel
bezwaar bestond. Zou men con minister
moeten nemen van do „oudere" richtiug,
met het oog op een strooming, die zich in
de Eerste Kamer vertoonde? Maar het Mi
nisterie zal ten aanzien van zuik cod car-
dinaal punt geen volte-faco kunnen mazen.
Trouwens, het is ook nog de vraag, of de
riohting-Vertnoulen in dc Eersce Kamer
veel aanhangers heeft.
Stel echter: de overige Ministers willen
hun lot niet scheiden van dat van hun
ambtgenoot van Oorlog, en het Kabinet in
zijn geheel stelt do portefeuilles ter bo-
i schikking van de Koningin. Daar is vrees
voor, met het oog op do door den minister
president gvxiano verklaring, dat do be
strijding van do maatregelen ten aanzien
van het blijvend gedeelte niet zuiver tech
nisch was gebleven, maar ook gericht was
tegen het beginsel, dat een deel van het
regecringsprogram uitmaakte, cn dat met
hdi oog daarop hij en ziju ambtgenootcn
nauwgezet zouden overwegen, welke do po-
ütieke gevolgen van dat votum zoudeu
zijn. Maar als hot onverhoopt tot ontslag
aanvrage van hot gcheolo Kabinet mocht
komen, wat dan? Welk Ministerie zal dan
moeten optreden? En mot welk een pro
gram voor Oorlog?
Van ontbinding zal men in dat geval ook
wel weer hooren gewagen. Maar afgeschei
den van hot bezwaar, ook tegen de vorige
ontbinding aangevoerd, dat ontbinding een
wapen is, hetwelk slechts in hoogst zeld
zame, dringende geval Ion behoort te worden
toegepast,, zou van ontbinding op lit
oogonblik ook wel geen heil voor de voor
standers van den minister Staal te wachten
zijn.
De bcgrooting van oorlog werd ver.vor-
pen met 27 tegen 17 stemmen. De tegen
stemmers waren do aanwezige loden der
rechterzijde en do heer Van Houten.
Thans behooren van de 50 leden vaD da
Eerste Kamer 31 tot do rechter-, 19 tot do
linkerzijde.
Neem nu het voor het Ministerio gun
stigste geval en stel dus, dat, bij ontbin
ding, al de Prov. Staten, waar de libera
len in de meerderheid zijn, liboralc voor
standers van do plannen van den minister
Staal naar do Eerste Kamer afvaardigen
dq,t dus Friesland den heer Van Houtoa
door een liberaal Staal-man vervangt, cn
dat Overijsol in plaats van de kerkelijke
leden Fransen cn Hcerkens liberale voor
standers van minister Staal kiest. Dan
komt men nog slechts tot 21 liberale voor
standers.
Maar dan de overige 29 leden, die geko
zen worden in provincies, waar de rech
terzijde de meerderheid in de Staten heeft.
Denkt men, als men let op de bestaande
verhoudingen en stroomingen, dat ódn van
deze 29 niet weer afgevaardigd zou wor
den? Wio geen vreemdeling in Jeruzalem
is, zal niet aarzelen die vraag ontkennend
to beantwoorden.
Intuflschen willen wij wel zeggen, dat wij
hot sterk zouden betreuren, indien hot Mi
nisterie zich genoodzaakt mocht achten zijn
ontslag te nemen. Hot heeft getoond oen
verdraagzaam, bekwaam en werkzaam Mi
nisterie te zijn, dat reeds verschillen de
bolangrijko wetsontwerpen heoft ingediend,
welker totstandkoming door zijn ontslag
in do waagschaal zou worden gesteld.
Mot mier dan gewono belangstelling zien
wij de verdere ontwikkeling der crisis te
gomoot.
„De Nieuwe Courant" schrijft:
Van de mogelijkheid eonor Kamcr-ont-
binding spreken wij niet. Ontbinding van
do Eerste Kamer toch ware, ook naar ons
inzien, volm-vaLt nutteloos. Ontbinding van
dc Tweedo Kamer vinden wij, tot onze
verbazing, in het „Handelsblad" min of
meer aanbevolen. Deze mnatretrel zou ech
ter stellig ongerechtvaardigd zijn: lo. om
dat cr geen enkelo reden is om aan te no
men, dat de Tweedo Kamer zooals zij thans
is samengesteld, do opinio dor kiezers niot
meer weergeeft; 2o. omdat or van een con
flict tusschen do beide Kamers geen sprake
is. Wat het „Handelsblad" wil, zou ceu
verholen referendum zijn.
In dc Tweede Kamer heeft de Regeoring
gezegd, dat zij de beteekenis van een on
gunstig votum zorgvuldig zou ovor-
wogen. Die woorden werden Zaterdag
middag niet herhaald waarom niet is
ons onbekond. Zeker is, dat er voor zooda
nige overweging ten aanzien van het Eer-
ste-Kamcr-bosluit allo reden is. Doet do
Regeering dat, dan zal haar uit elke rede
voering waarin haar tegenstanders Zater
dag hun stom motiveerden, do besliste
verzekering te gemoet springen: dat met
het votum niets anders bodoeld is dan ver
zet togen het in de bcgrooting uitgedrukte
Oorlogsbeleid on in gconon dool0 oen daad
van vijandsohap of opzeggiDg van vortrou-
vr*en togen het ministerie.
Bedenkt zij daarbij, dat do oruBtigo
wensoh om con kabinetscrisis te voorko
men, in de 1 wecdo Kamer zóó sterk aan
den dag is getreden, dat zij ccn aantal
leden van beide helften der Kamer
bewogen hoeft met do uiterste krachtsin
spanning con brug to slaan waarovor toe
nadering mogelijk was; on dat in do Eer
sto Kamer zeventien liberalen haar op do
meest sprekendo wijzo tor wille zijn ge
weest, terwijl do rechterzijde zich van allo
politieke bijbodooliug vrijpleitte dan
moet zij toch wel tot de slotsom komen:
lo. dat het gevallen votum zelfs niot do
geringste aanduiding bovat, als zou do
Eersto Kamer aan de Regcering de uitvoo-
ring van het program onmogolijk willen
maken, on 2o. dat de overgroot© 'meerder
heid der Staten-Gonoraal, in de bestaando
omstandigheden, do bestendiging van het
kabiuct-Do Meester wenscht.
Wij weten zeer goed dat in kritieke da
gen als deze, door welke raadgevers ook,
geen vaste lijnen zijn te trokken, waaraan
een verantwoordelijk ministerie zich te
houden heeft op straffo van blaam wegons
onwettige of onrechtmatige daad. Maar do
aanwijzingen, die in hot beloop dozcr Oor
logsgeschiedenis zoo gemakkelijk te vindon
zijn, ja, zoo sterk naar den voorgrond
treden, zullen toch ongetwijfeld een ovor-
gToot deel der publieke mecning met onzo
overtuiging doen samenvallen, dat ccn ka
binetscrisis ten gevolge van het heden
gebeurde niet gerechl aardigd zou zijn.
Men moldt ons uit Den Haag:
Na Zaterdag hoeft hot Mlnistorie nog niets
beslist. Hedennamiddag is or bijitongewono
Ministerraad na aQoop van de zitting der
Eerste Kamer, dio dus goenorlel mododeellng
kan ontvaDgen. Vermoedelijk is deze morgon
In de Twoede Kamer to verwachten.
Leiden, II Februari.
Donderdag 14 dozcr zal in de Stads-
zaal hot vcrgelijkond examen plaats neb
ben voor hoofd der jongensschool 1ste kl.,
waarvoor zich 93 sollicitanten hebben aan
gemeld, waaronder slechte één uit Leiden
zelf, namelijk dc heer P. A. Hibma, hoofd
der school 3de klasso aan heb Plantsoen.
Vrijdag d. a. v. wordt het vergelijkend
onderzoek gehouden voor do benoeming van
FEUILLETON.
I>e oude toi-en.
80)
„Een kostelijk leven in het heerenhuis?
'Alle dagen feest?"
„Dat is het geval niet", zeide Christiaan
bedaard- „De heer von Knee is geen rijk
raaD, zoools u weet. En de rijke man in het
Evangelie deugde niet. Zooals u
weet. Van zijn gold bouwde hij
schuren eu juist toen zijn schuren klaar
waren, verlo li zijn -iel. Daarom staat
or, dat hdj een dwaas was."
„Achl" Hij maakte etn onbeholpen be
weging met zijn arm over do taiel. De
wijn uit zijn glas stortte over het tafel
laken.
,,Zcg niet, dat dronken ben."
„Ik heb dat met geen woord aangeduid."
„Ik zie het echter aan uw oogen I Breng
taij een flescb wijn.*'
„Dat is mijn jaak niet; ik ben zelf gast,
'de gast van uw zoon!"
„A-hal" Een tijdlnog zweeg hij. „Dc
toren is nu toch vr.a de aarde verdwenen".
'dood zi c k"6 rtrUC* ^nee is gewond eu
„Zool Weet gij, wat gaat mij die vrouws
persoon aan?"
„O, zeide Christiaan, en hij voelde boe
•Let als het ware als een ruk door zijn
gemoed ging; hij moest zeggen, wat hij nu
met fonkelendo oogen uitstiet:
„Deze Gertrud Knee wordt, geloof ik, de
yrouw van uw zoon I Dat wordt zij."
- Ku stond Thorbeeken tuimelend op zpo-
dat zijn stoel met veel geraas omviel: „Is
dat waar'? Dan is alles tevergeefs. Alles 1
Een Knee en mijn zoon Ik moet haar
zien, altijd, altijd. Is dat het eind?"
In dit oogonbLik riep een heldere stem:
„Wij zijn met ons dertienen aan tafel,
dat beteokent ODgeluk I"
„Welk soort van ongeluk?"
„Dat cr iemand in deDzelfden nacht
sterft".
„Dio iemand stortte in den afgrond.'
Het laatste had Thorbeeken uitgestooten
hij staarde iu het doodsbleeko gelaat van
zijn zoon, vervolgens in de oogen van den
rechtsgeleerde, welke met diepon, weemoe
digen ernst op hem waren gericht. Toen
lachte hij luidkeels en ging met wankelende
schreden naar de deur.
Toen do huisknecht hem buiten tegen
den muur zag staan leunen, trok hij het
jachtwagentje uit den stal en spande de
paarden cr voor Do onrustige dieren
schuurden met de hoeven over de steenon
en hadden het schuin op de gebitten. Toen
de gedaante tegen den muur zich bewoog,
staken zij hun koppen op.
Het was omstreeks elf uren. De sikkel
der maan stond helder en klaar aan den
hemel; zware, donkere wolken dreven van
uit zee schuin over den horizon; af en toe
6treek een koude windvlaag dof ruischend
over de groot©, verlaten binnenplaats.
De huisknecht greep zonder een ,woord
te zeggen, Thorbeeken bij den arm en hielp
hem in het rijtuig.
„De halsters liggen voor in de voerkist",
zeide hij.
„Halsters?" vroeg Thorbeeken-als in een
droom, „wat moet ik daarmee?"
>>De rentmeester heeft mij opgedragen a
die mee te geven."
Thorbeeken sprong van de bank op. „Ik
wil ze niet hebben", schreeuwde hij.
De knecht stapte hoofdschuddend op het
rijtuig, sloeg het deksel van de voerkist op
en haalde de halsters voor den dag: „De
rentmeester zeide, dat zij morgen gebruikt
moesten worden".
Thorbeeken staarde op do halsters, die in
het witte licht van de maan glinsterden.
„Ik heb geen halsters noodig", mompelde
hij; toen schreeuwde hij: „Ik wil ze niet
meehebben l" Hij sloeg, nog staande, woest
op do steigerende paarden. De knecht
sprong vlug van het rijtuig. „Die komt ook
spoedig voor het laatst over het markt
plein", beredeneerde hij bij zichzelven en
bedacht tegelijkertijd, dat het een groot
gevolg zou worden.
„Wij moeten voor minstens honderd
twintig paarden ruimte hebben", zeide hij
luid-
Hij bleef nog een tijdlang staan en luis
terde naar het harde, springende rollen
van hot rijtuig.
„Hij rijdt over de Geest. Het is een ge
vaarlijke plaats, waar men bij den witten
Knee in den polder afdaalt. Men beweert,
dat zijn paarden steeds naar den anderen
kant gaan en op de bepaalde plek blijven
stilstaan."
Hij wierp eon blik over de groote, 'door
de maan beschenen plaats: „Daar loopt
nog iemand", dacht hij. Een slanke, lenige
gestalte naderde den „Monnikshof." ,,Het
schijnt Hinze te zijn. Die .wil zeker nog met
Dora Thorbeeken spreken. Nu, ik zal niot
storen."
Huiverend van koude begaf hij zich wéér
naar den stal. Hinze stond buiten onder de
ramen van den „Monnikshof". Hij wilde
Dora Thorbeeken niet spreken; hij wilde
haar slechte nog eenmaal zien, voordat hij
de wijde wereld inging.
Gertrud Knee had dien namiddag weinig
of in hot geheel niet geslopen; Frauke was
niet van haar bo. geweken. Tegen tien
uren 's avonds wilde zij volstrekt opstaan.
Daar de kamer voldoende verwarmd was,
meende de kleine, onervaren verpleegster,
dat het zeker niet hinderen zou, als de zieke
een oogenblik het bed verliet.
Met heeto, brandende wangen, onrustige
oogen en over al liaar leden bevend, zat
zij bij het raam.
Een wollen dekeji over de knieën; met
droge lippen mompelde zij af en toe on
samenhangende woorden.
Frauke begaf zich, door innerlijke onrust
gedreven, naar haar Yader; zij vond ltfcm
in zijn courant verdiept; do oude Voss
stopte zijn pijp. Het was lokker warm in
de kamer; behaaglijkheid en nctüeid
heerschten in het geheel© ouderwetecue
vertrek. Hoe had het or hier vóór een balf
jaar uitgezien l
Frauke knikte den ouden knecht vriende
lijk toe, verzocht hem zacht de zorg voor
haar vader op zich te nemen en overlegde
met Eem, dat rer dadelijk den volgenden
morgen iemand naar den dokter zou ge
zonden worden; dien nacht -wilde "Voss
echter op blijven cn, als de zieke sliep,
boven komen en met Frauke waken. Ook
moest een der knechts dien nacht in de
kleeren bl%ven, om, als het noodig mocht
blijken, gereed te zijn om den dokter to
halen. Daarop ging zij naar haar vader,
le^de den arm om zijn schouders en strcek_
met haar rechterhand over zijn grijs haar.i
Hij keek vriendelijk tot haar op.
Dat Hans in het geheel niet komt",
zeide hij een weinig ongeduldig.
,,Hij zal morgen komen", zeïdo zij vol
vertrouwen. „Hij heeft hot druk".
„Hebt gij hem gesproken?"
„Dat niet, maar Christiaan zeide het
mij."
„Wat hebt ge toch altijd met dien jouw
gen te pratcnY' Zijn oogen lachten.
Zij kreeg een kleur en drukte haar hand
voor het gelaat, maar haar mond glim*
lachte en, voor haar vader op de knieën^
vallende, zooals zij gewoon was te doenr
vroeg zij, zonder op to zien: „Mag u hem
gaarne lijden?"
„Ja, zeer gaarne 1"
,Wat wenscht u hem voor ccn vrouw toe
„De allerbeste i"
,,En wie is do allerbeste?"
„Trude?"
„O, papal"
Hij glimlachte: „Frauke?"
Zij knikte: „Wie wenscht u hom dus lof
vrouw?"
„Frauke Knee", zeide hij, terwijl hij haaf
hoofd achterover boog en haar in de glin*
storende oogen keek, „cn zij zal gelukkig
worden, gelukkiger dan haar lieve moe*
der."
„Mama was ook gelukkig", zeide zij erf
keek vol liefde tot hem op. „Heel geluk*
kig 1"
Hij streek haar over het blonde haarj
„En onzo Trude?"
(Wordt yervolgd.)"