feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. De Oorlogsbegrooting verworpen. NO4408 Maand as, 11 Februari. A0, 1907, LEIDSCH M6BIAB FHIJ8 OËZEB COURANTS Voor Leiden pei weoi 0 Oentsi pei 8 maanden 1.10. Buiten Leiden, per loope? «d waar agenten gevestigd zijn 1-30. Franco per posti 1 1.65. PRI.'S DKR ADVERTENTIENi Van 18 regels 71.06. Iedere regel meer 0.17$. Qrootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oantsoontantj elk tiental woorden meer 10 Oents.- Voor het inoasseeren wordtfO.Oö berekend. Vooi' de Werkeloozen. Zaterdag kwam nog bij mij in de bus van H. 2.50 gld., een werkman 1 gulden. Ook deze laatste gift spreekt. Waaneer toch een werkman een gulden van zijn •weekloon neemt, wat zou er dan naar dien '■maatstaf over Jiet geheel niet bijeen ge bracht kunnen worden En er is zooveel noodig. Het blijkt, dat ïestij.'s de inschrijving van werkeloozen niet algemeen bekend is geweest, zoodat het getal aanvragen r.u reeds tot vijfhon derd is gestegen. Aangenomen nu eens, dat hier zelfs twee- Aond^rd afvallen, want er wordt een uauw- keir g onderzoek naar allen ingesteld, dan begrijpt men hoeveel er noodig is om hulp yan eenigo beteekenis te vcrleenen. W. PERA. Maandag 11 Februari 1907. Offleieele Kennisgeving. JBirecte SelaHtingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeen© kennis, dat aan den Ontvanger der Dir. Btiastingen is ter hand gesteld bet kohier der belasting op bcdrijfs- en an dere inkomsten No. 9 van den dienst 1906— 1907, executoir verklaard den 8sten Febru ari jongstleden en herinnert voorts clcn belanghebbenden aan hun verplichting om den aanslag op den bij de wc' bepaalden •voet te voldoen. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 11 Februari 1907. Do Eersto Kamer heeft do begrooting yoor het Departement van Oorlog verwor pen met 27 tegen 17 stemmen. Tegen stemden do heeren Franssen, Mcr- ckclbach, Van Waterschoot van der Gracht, Brouwers, Regout, Godin de Beau fort, Bosch van Drakestein, Heerkcns, Mi- ohiels van Kessenich, Havelaar, Van Lama- weerde, von Fisenne, Van Löben Seis, Prin- zen, Van Volgen, Van Houten, Thooft, Ver meulen, Van der Does cu Willebois, IWoltjer, Hovy, Bevers, Van Asch van Wijok, Wan Wassenaar van Rosando, Reekers, [Van Zinnicq Bergmann on do Voorzitter. Voor d© heeren De JoDg, Van Beyma, Ra- husen, Laan, Kist, Wiliingc, Brecbaart, 'Dojes, Van der Feltz, Scholten, Van Leeu wen, Sickenga, Welter, Van Weideren Ren- gers, Stork, Van Nierop en Vening Meinesz. Het „Handelsblad" schrijft naar aanlei ding daarvan: Wij betreuren deze beslissing ten zdtrsto, 'overtuigd als wij zijn, dat de Tweede Ka mer terecht, met con meerderheid uit vcr- sohillendo partijen voortgekomen, den Mi nister Staal, na zijn verdediging en toezeg gen, haar vertrouwen had getoond. Het is van de Eerste Kamer een hoogst ernstige, een niet te zeggen rockelooze daad, zich aldus tegenover dc Twccdo Ka mer t<? stellen, zonder do vordere hande lingen van den Minister af to wachtgi. Het is mede hoogst bedroevend, dab al dus een poging om eindelijk onze leger toestanden op flink© wijzo te verbeteren, wio weet voor hoelang, is verijdeld. En niet minder is het te betreuren, dat het Ministerie, dat zoo ijverig aan den arbeid is getogen, door het votum der Eerste Ka mer voor een uiterst moeilijke taak wordt gesteld. Had de Tweede Kamer do begrooting ver worpen, dan zou door een ontbinding, door een beröep op do kiezers een uitweg open hebbeen gestaan. Wat baat echter een ont binding der Eerste Kamer, als dc Provin ciale Staten, die haar hebben afgevaardigd en niet ontbonden kunnon worden, onver anderd blijven? Zal het geheelo Kabinet nu met den Mi nister aftreden? Op grond van de jongste gebeurtenissen is het zeer waarschijnlijk. Maar wat dan? Dan staat nog een oudere Eerste Kamer, die wellicht door do Juni- verkiezingen der Provinciale Staten zal worden gewijzigd, tegenover een jonger ge kozen Tweede Kamer I Wie van beide Kar mers vertegenwoordigt nu het meesfc de burgerij Zou daarom de oplossing niet zijn te vinden in een ontbinding der T w o o d e Kamer, opdat de kiezers thans reeds recht streeks hun gevoelen kunnen uiten Wij vertrouwen, dat deze uitweg zeer ern stig in overweging zal worden genomen. Te meer zou daarvoor aanleiding zijn té vinden, nu do stemming in de Eerste Ka mer een bijna zuivere partijstemming ge weest is. Van de aanwezige ledgn, afwezig waren van reohts do heeren Van der Bio sen, Van Berckel, Waller, Sassen en Van Hceckeren en van links de heer Bultman, hebben allo rechtsehe leden, 26, tegen, allo linkschö leden, 18, vóór gestemd, behalve do heer Van Houfcon, die ook ditmaal evenals zoo vaak, zich van de linkerzijde afgescheiden heoft, onbeducht voor moge lijke gevolgen bij zijn aanstaande perio dieke aftreding. Dit meegaan van bijna al wat liberaal is in dc Eerste Kamer steunt h©t Ministerie, dat liberaal geboren is, ten zeerste en maakt beroep op dc kiozers een te meer aannemelijk expedient ,,Het Vaderland" schrijft: Do meest democratische Minister van Oorlog, die ooit aan onze Regeering deel nam, de man, ook door tegenstrevers als de ecnige beschouwd, die do hervorming onzer weermacht zou kunnen en durven tor hand nomen ,is van do groeno tafel ver jaagd, een gewichtig onderdeel van het regceringsprogram zal Diet tot uitvoering komen. Generaal Staal is gevallen, maar zijn in de Tweede Kamer gesproken woord, dat do vaan, dio hij voert onbesmet is, blijft bewaarheid. Hij is geen stap gewekon van, geen stap gedeinsd op den weg, dien hij met volle overtuiging had gekozen en voor het beslissend votum viel, heeft hij nog schitterend geknot do kleinzielige tac tiek van hen, die zelfs zijn karakter niet ongerept wenschton te laten. Ook in deze Kamer heeft hij bewezen, dat geen enkele bewuste of onbewuste onjuistheid hem in het vuur van het debat of in de schrifte lijke beantwoording der geopperde gneven ontsnapte. Tegen tendentieuze courantenar tikels werden officieelo en onweerepreekba- rc gegevens gesteld; tegenover de interrup ties van den heer Heemskerk in de Tweede i Kamer, verklaarde1 do heer Van Leeuwen zelf, dab do voorstelling des Ministers omtrent dc met den burgemeester van Am sterdam gevoerde onderhandeling juist was. Het feit, dat andermaal do bcor De Meester zirh in dc bespreking heeft go- mengd om mee te decleu, dat heb geilede Kabinet zich den uitslag dor stemming aantrekt, wijst, meent het blad, op dc rui me mogelijkheid eener collectieve ontslag aanvrage. De regeering heeft uitteraard te rekenen met het feit, dat do stemming schier geheel links tegem rechts plaats vond en dat in de Eersto Kamer een technische bespreking van do afschaffing van het blijvend gedeel te op den achtergrond werd gedrongen door constitutioncelo on politieke beschouwin gen. Aan den andoren kant mag zij ntec uit het oog verliezen, dat in de Tweede Kamer een sterke moerderheid haar beleid op dit stuk heoft gesteund en dat bijna allo direct gekozen vCrtcgeuwoordgers des volks de kwestie van louter technisch standpunt bezien hebben. Zoo schijnt, zegt „HetVaderland" ver der, een conflict tusschen onze Eerste cn Tweedo Kamer to zijn ontstaan. De meerderheid der direct gekozen afge vaardigden heeft de zaak op zichzelf be schouwd, en zich laten overtuigen, zoo al gedeeltelijk niet van generaal Staals juist inzicht, toch van diens volle betrouwbaar heid; zij heeft der Regeering ook geen grief gemaakt van dc sociaal-politieko en economische overwegingen, welke nevens militaire haar handelwijze hebben Ic- invloed; zij versmaadde spitsvondigo tekst interpretatie als wapon in den kamp, on maakte toekomstplannen van concrete voorstellen los; de Kamer van vijftig heeft gemeend een in hoofdzaak tegengesteld standpunt te moeten innemen. En beriep zij zich herhaaldelijk op de constitutie, net verwijt van tegen de adat in o is Staats bestel te hebben gehandeld, ontgaat haar niet. Ver-strekkende gevolgon zal dit votum der Eerste Kamer wellicht na zich slopen; verder dan zelfs een aftreding van het vrijzinnig kabinet onmiddellijk doet voor zien. Do „Nieuwe Rolt. Courant" vraagt: Wat zal het gevolg van de afstemming der begrooting zijn? Zal de minister Staal alleen afttoden? En, zoo ja, wat zal dan liet richtsnoer van do Regeering moeten zijn bij do keuze van zijn opvolger? Zou doze weer alles onge daan moeten maken wat minister Staal ten aanzien van het blijvend gedeelte tot uitvoering gebracht of voorbereid had? Maar men weet, dat tegen een gedeelte van zijn maatregelen bij velen niet zooveel bezwaar bestond. Zou men con minister moeten nemen van do „oudere" richtiug, met het oog op een strooming, die zich in de Eerste Kamer vertoonde? Maar het Mi nisterie zal ten aanzien van zuik cod car- dinaal punt geen volte-faco kunnen mazen. Trouwens, het is ook nog de vraag, of de riohting-Vertnoulen in dc Eersce Kamer veel aanhangers heeft. Stel echter: de overige Ministers willen hun lot niet scheiden van dat van hun ambtgenoot van Oorlog, en het Kabinet in zijn geheel stelt do portefeuilles ter bo- i schikking van de Koningin. Daar is vrees voor, met het oog op do door den minister president gvxiano verklaring, dat do be strijding van do maatregelen ten aanzien van het blijvend gedeelte niet zuiver tech nisch was gebleven, maar ook gericht was tegen het beginsel, dat een deel van het regecringsprogram uitmaakte, cn dat met hdi oog daarop hij en ziju ambtgenootcn nauwgezet zouden overwegen, welke do po- ütieke gevolgen van dat votum zoudeu zijn. Maar als hot onverhoopt tot ontslag aanvrage van hot gcheolo Kabinet mocht komen, wat dan? Welk Ministerie zal dan moeten optreden? En mot welk een pro gram voor Oorlog? Van ontbinding zal men in dat geval ook wel weer hooren gewagen. Maar afgeschei den van hot bezwaar, ook tegen de vorige ontbinding aangevoerd, dat ontbinding een wapen is, hetwelk slechts in hoogst zeld zame, dringende geval Ion behoort te worden toegepast,, zou van ontbinding op lit oogonblik ook wel geen heil voor de voor standers van den minister Staal te wachten zijn. De bcgrooting van oorlog werd ver.vor- pen met 27 tegen 17 stemmen. De tegen stemmers waren do aanwezige loden der rechterzijde en do heer Van Houten. Thans behooren van de 50 leden vaD da Eerste Kamer 31 tot do rechter-, 19 tot do linkerzijde. Neem nu het voor het Ministerio gun stigste geval en stel dus, dat, bij ontbin ding, al de Prov. Staten, waar de libera len in de meerderheid zijn, liboralc voor standers van do plannen van den minister Staal naar do Eerste Kamer afvaardigen dq,t dus Friesland den heer Van Houtoa door een liberaal Staal-man vervangt, cn dat Overijsol in plaats van de kerkelijke leden Fransen cn Hcerkens liberale voor standers van minister Staal kiest. Dan komt men nog slechts tot 21 liberale voor standers. Maar dan de overige 29 leden, die geko zen worden in provincies, waar de rech terzijde de meerderheid in de Staten heeft. Denkt men, als men let op de bestaande verhoudingen en stroomingen, dat ódn van deze 29 niet weer afgevaardigd zou wor den? Wio geen vreemdeling in Jeruzalem is, zal niet aarzelen die vraag ontkennend to beantwoorden. Intuflschen willen wij wel zeggen, dat wij hot sterk zouden betreuren, indien hot Mi nisterie zich genoodzaakt mocht achten zijn ontslag te nemen. Hot heeft getoond oen verdraagzaam, bekwaam en werkzaam Mi nisterie te zijn, dat reeds verschillen de bolangrijko wetsontwerpen heoft ingediend, welker totstandkoming door zijn ontslag in do waagschaal zou worden gesteld. Mot mier dan gewono belangstelling zien wij de verdere ontwikkeling der crisis te gomoot. „De Nieuwe Courant" schrijft: Van de mogelijkheid eonor Kamcr-ont- binding spreken wij niet. Ontbinding van do Eerste Kamer toch ware, ook naar ons inzien, volm-vaLt nutteloos. Ontbinding van dc Tweedo Kamer vinden wij, tot onze verbazing, in het „Handelsblad" min of meer aanbevolen. Deze mnatretrel zou ech ter stellig ongerechtvaardigd zijn: lo. om dat cr geen enkelo reden is om aan te no men, dat de Tweedo Kamer zooals zij thans is samengesteld, do opinio dor kiezers niot meer weergeeft; 2o. omdat or van een con flict tusschen do beide Kamers geen sprake is. Wat het „Handelsblad" wil, zou ceu verholen referendum zijn. In dc Tweede Kamer heeft de Regeoring gezegd, dat zij de beteekenis van een on gunstig votum zorgvuldig zou ovor- wogen. Die woorden werden Zaterdag middag niet herhaald waarom niet is ons onbekond. Zeker is, dat er voor zooda nige overweging ten aanzien van het Eer- ste-Kamcr-bosluit allo reden is. Doet do Regeering dat, dan zal haar uit elke rede voering waarin haar tegenstanders Zater dag hun stom motiveerden, do besliste verzekering te gemoet springen: dat met het votum niets anders bodoeld is dan ver zet togen het in de bcgrooting uitgedrukte Oorlogsbeleid on in gconon dool0 oen daad van vijandsohap of opzeggiDg van vortrou- vr*en togen het ministerie. Bedenkt zij daarbij, dat do oruBtigo wensoh om con kabinetscrisis te voorko men, in de 1 wecdo Kamer zóó sterk aan den dag is getreden, dat zij ccn aantal leden van beide helften der Kamer bewogen hoeft met do uiterste krachtsin spanning con brug to slaan waarovor toe nadering mogelijk was; on dat in do Eer sto Kamer zeventien liberalen haar op do meest sprekendo wijzo tor wille zijn ge weest, terwijl do rechterzijde zich van allo politieke bijbodooliug vrijpleitte dan moet zij toch wel tot de slotsom komen: lo. dat het gevallen votum zelfs niot do geringste aanduiding bovat, als zou do Eersto Kamer aan de Regcering de uitvoo- ring van het program onmogolijk willen maken, on 2o. dat de overgroot© 'meerder heid der Staten-Gonoraal, in de bestaando omstandigheden, do bestendiging van het kabiuct-Do Meester wenscht. Wij weten zeer goed dat in kritieke da gen als deze, door welke raadgevers ook, geen vaste lijnen zijn te trokken, waaraan een verantwoordelijk ministerie zich te houden heeft op straffo van blaam wegons onwettige of onrechtmatige daad. Maar do aanwijzingen, die in hot beloop dozcr Oor logsgeschiedenis zoo gemakkelijk te vindon zijn, ja, zoo sterk naar den voorgrond treden, zullen toch ongetwijfeld een ovor- gToot deel der publieke mecning met onzo overtuiging doen samenvallen, dat ccn ka binetscrisis ten gevolge van het heden gebeurde niet gerechl aardigd zou zijn. Men moldt ons uit Den Haag: Na Zaterdag hoeft hot Mlnistorie nog niets beslist. Hedennamiddag is or bijitongewono Ministerraad na aQoop van de zitting der Eerste Kamer, dio dus goenorlel mododeellng kan ontvaDgen. Vermoedelijk is deze morgon In de Twoede Kamer to verwachten. Leiden, II Februari. Donderdag 14 dozcr zal in de Stads- zaal hot vcrgelijkond examen plaats neb ben voor hoofd der jongensschool 1ste kl., waarvoor zich 93 sollicitanten hebben aan gemeld, waaronder slechte één uit Leiden zelf, namelijk dc heer P. A. Hibma, hoofd der school 3de klasso aan heb Plantsoen. Vrijdag d. a. v. wordt het vergelijkend onderzoek gehouden voor do benoeming van FEUILLETON. I>e oude toi-en. 80) „Een kostelijk leven in het heerenhuis? 'Alle dagen feest?" „Dat is het geval niet", zeide Christiaan bedaard- „De heer von Knee is geen rijk raaD, zoools u weet. En de rijke man in het Evangelie deugde niet. Zooals u weet. Van zijn gold bouwde hij schuren eu juist toen zijn schuren klaar waren, verlo li zijn -iel. Daarom staat or, dat hdj een dwaas was." „Achl" Hij maakte etn onbeholpen be weging met zijn arm over do taiel. De wijn uit zijn glas stortte over het tafel laken. ,,Zcg niet, dat dronken ben." „Ik heb dat met geen woord aangeduid." „Ik zie het echter aan uw oogen I Breng taij een flescb wijn.*' „Dat is mijn jaak niet; ik ben zelf gast, 'de gast van uw zoon!" „A-hal" Een tijdlnog zweeg hij. „Dc toren is nu toch vr.a de aarde verdwenen". 'dood zi c k"6 rtrUC* ^nee is gewond eu „Zool Weet gij, wat gaat mij die vrouws persoon aan?" „O, zeide Christiaan, en hij voelde boe •Let als het ware als een ruk door zijn gemoed ging; hij moest zeggen, wat hij nu met fonkelendo oogen uitstiet: „Deze Gertrud Knee wordt, geloof ik, de yrouw van uw zoon I Dat wordt zij." - Ku stond Thorbeeken tuimelend op zpo- dat zijn stoel met veel geraas omviel: „Is dat waar'? Dan is alles tevergeefs. Alles 1 Een Knee en mijn zoon Ik moet haar zien, altijd, altijd. Is dat het eind?" In dit oogonbLik riep een heldere stem: „Wij zijn met ons dertienen aan tafel, dat beteokent ODgeluk I" „Welk soort van ongeluk?" „Dat cr iemand in deDzelfden nacht sterft". „Dio iemand stortte in den afgrond.' Het laatste had Thorbeeken uitgestooten hij staarde iu het doodsbleeko gelaat van zijn zoon, vervolgens in de oogen van den rechtsgeleerde, welke met diepon, weemoe digen ernst op hem waren gericht. Toen lachte hij luidkeels en ging met wankelende schreden naar de deur. Toen do huisknecht hem buiten tegen den muur zag staan leunen, trok hij het jachtwagentje uit den stal en spande de paarden cr voor Do onrustige dieren schuurden met de hoeven over de steenon en hadden het schuin op de gebitten. Toen de gedaante tegen den muur zich bewoog, staken zij hun koppen op. Het was omstreeks elf uren. De sikkel der maan stond helder en klaar aan den hemel; zware, donkere wolken dreven van uit zee schuin over den horizon; af en toe 6treek een koude windvlaag dof ruischend over de groot©, verlaten binnenplaats. De huisknecht greep zonder een ,woord te zeggen, Thorbeeken bij den arm en hielp hem in het rijtuig. „De halsters liggen voor in de voerkist", zeide hij. „Halsters?" vroeg Thorbeeken-als in een droom, „wat moet ik daarmee?" >>De rentmeester heeft mij opgedragen a die mee te geven." Thorbeeken sprong van de bank op. „Ik wil ze niet hebben", schreeuwde hij. De knecht stapte hoofdschuddend op het rijtuig, sloeg het deksel van de voerkist op en haalde de halsters voor den dag: „De rentmeester zeide, dat zij morgen gebruikt moesten worden". Thorbeeken staarde op do halsters, die in het witte licht van de maan glinsterden. „Ik heb geen halsters noodig", mompelde hij; toen schreeuwde hij: „Ik wil ze niet meehebben l" Hij sloeg, nog staande, woest op do steigerende paarden. De knecht sprong vlug van het rijtuig. „Die komt ook spoedig voor het laatst over het markt plein", beredeneerde hij bij zichzelven en bedacht tegelijkertijd, dat het een groot gevolg zou worden. „Wij moeten voor minstens honderd twintig paarden ruimte hebben", zeide hij luid- Hij bleef nog een tijdlang staan en luis terde naar het harde, springende rollen van hot rijtuig. „Hij rijdt over de Geest. Het is een ge vaarlijke plaats, waar men bij den witten Knee in den polder afdaalt. Men beweert, dat zijn paarden steeds naar den anderen kant gaan en op de bepaalde plek blijven stilstaan." Hij wierp eon blik over de groote, 'door de maan beschenen plaats: „Daar loopt nog iemand", dacht hij. Een slanke, lenige gestalte naderde den „Monnikshof." ,,Het schijnt Hinze te zijn. Die .wil zeker nog met Dora Thorbeeken spreken. Nu, ik zal niot storen." Huiverend van koude begaf hij zich wéér naar den stal. Hinze stond buiten onder de ramen van den „Monnikshof". Hij wilde Dora Thorbeeken niet spreken; hij wilde haar slechte nog eenmaal zien, voordat hij de wijde wereld inging. Gertrud Knee had dien namiddag weinig of in hot geheel niet geslopen; Frauke was niet van haar bo. geweken. Tegen tien uren 's avonds wilde zij volstrekt opstaan. Daar de kamer voldoende verwarmd was, meende de kleine, onervaren verpleegster, dat het zeker niet hinderen zou, als de zieke een oogenblik het bed verliet. Met heeto, brandende wangen, onrustige oogen en over al liaar leden bevend, zat zij bij het raam. Een wollen dekeji over de knieën; met droge lippen mompelde zij af en toe on samenhangende woorden. Frauke begaf zich, door innerlijke onrust gedreven, naar haar Yader; zij vond ltfcm in zijn courant verdiept; do oude Voss stopte zijn pijp. Het was lokker warm in de kamer; behaaglijkheid en nctüeid heerschten in het geheel© ouderwetecue vertrek. Hoe had het or hier vóór een balf jaar uitgezien l Frauke knikte den ouden knecht vriende lijk toe, verzocht hem zacht de zorg voor haar vader op zich te nemen en overlegde met Eem, dat rer dadelijk den volgenden morgen iemand naar den dokter zou ge zonden worden; dien nacht -wilde "Voss echter op blijven cn, als de zieke sliep, boven komen en met Frauke waken. Ook moest een der knechts dien nacht in de kleeren bl%ven, om, als het noodig mocht blijken, gereed te zijn om den dokter to halen. Daarop ging zij naar haar vader, le^de den arm om zijn schouders en strcek_ met haar rechterhand over zijn grijs haar.i Hij keek vriendelijk tot haar op. Dat Hans in het geheel niet komt", zeide hij een weinig ongeduldig. ,,Hij zal morgen komen", zeïdo zij vol vertrouwen. „Hij heeft hot druk". „Hebt gij hem gesproken?" „Dat niet, maar Christiaan zeide het mij." „Wat hebt ge toch altijd met dien jouw gen te pratcnY' Zijn oogen lachten. Zij kreeg een kleur en drukte haar hand voor het gelaat, maar haar mond glim* lachte en, voor haar vader op de knieën^ vallende, zooals zij gewoon was te doenr vroeg zij, zonder op to zien: „Mag u hem gaarne lijden?" „Ja, zeer gaarne 1" ,Wat wenscht u hem voor ccn vrouw toe „De allerbeste i" ,,En wie is do allerbeste?" „Trude?" „O, papal" Hij glimlachte: „Frauke?" Zij knikte: „Wie wenscht u hom dus lof vrouw?" „Frauke Knee", zeide hij, terwijl hij haaf hoofd achterover boog en haar in de glin* storende oogen keek, „cn zij zal gelukkig worden, gelukkiger dan haar lieve moe* der." „Mama was ook gelukkig", zeide zij erf keek vol liefde tot hem op. „Heel geluk* kig 1" Hij streek haar over het blonde haarj „En onzo Trude?" (Wordt yervolgd.)"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1