N«. 14401
Zaterdag 2 JB'etnuiai-i.
A°. 1907.
Qeze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Blad.
Offleieele Kennisgeving.
Eerste itulrulken.
FEUILLETON.
Dc ontle toi-eïi.
LEIDSCH
DAGBLAD
PKIJ» UEZKK COURANTs
Voov Letdso pei week 0 Oeotei per B maanden I 5 I f 1.10.
BoU«d Leiden, per ioopei en waar agenteD gevestigd iyn 1 t 1.30.
Franco per post J 1,65.
riïl.'S DHR ADVEUTENTlENl
Van 6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 70.17$. Groolere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën rao 30 woordeD 40 Oentecontantelk
tiental woorden meor 10 Gents. - Voor het inoasseeren wordt/ 0.05 beregend.
Kostelooze Genees- en Heelkundige
iiuij» aan onverwogenüeu*
Burgemeester en Wethouders van Lei-
Ücd,
Gezien de artt. 1, 4 en 5 der Verordo-
ning van 20 December 1900, betreffende bet
verlecnen van kosieh» >ze- genees, en heel
kundige hulp aan onvermogenden;
BreDgon ter kennis van hen, die op grond
van uuwrmogeu in aaumerkiog wenacueu
te komen voor het ontvangen, zoo noodig,
va koste I o oio genees- on heel
kundige hulp, van 1 Mei 1907 ot
1 Mei 1 90 8, d t zij zich tor ve rijging
van het daartoe strekkend bewij. van on
vermogen zullen uiuet-en aanmelden ten
Ra^dhuizc in het lokaal uaast
de binnentrap (Trouwkamer),
dat die aanmelding zooveel mogelijk zal
moeten geschiedeu door het ho o f d des
gozin8 of indien de belaughobbcndo on
gehuwd is, door hem of haar- per
soon I ij k,
en dat gelegenheid daartoe zal worden
gegeven gedurende de maand ij'e-
bruari a. e. en yvel op Dinsdag eu
Vrijdag van elke woek, van des
voormiddags h a I f o I f tot des namiddags
drie uren.
Zij waarschuwen voorts de belangh ri
llenden zich op den boven aangegeven tijd
nan to melden, zullendo zij het, bij niet tij
dige aanmeldinj, zichzelven to wijten heb
ben, indien zij in hot verkrijgen van genecs-
oi heelkundige hulp vertraging ondervin
den.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER Burgemeester.
VAN HEYST Secretaris.
Leiden, 28 Januari 1907.
MILITIE.
rnnrdeiiverzorijer».
Gelezen een missive van don Luitenant-
Kolonel, Provincialen-Adjudant in Zuid-
Holland, d. d. 1 Februari jl., houden lo
mededeeling, dat op last van het Departe
ment van Oorlog, van do liohting van dit
jaar, o. a. uit deze gemeente, één ter vol
ledige oefening bestemdo lofcling zal
worden aangewezen om, na zeer korte
oefening, bij den staf van het 3de
Regiment Huzaren to 's-Graven hag©. op te
treden als paarden y&norgor bij
het R-emontcdepofc lt» M 1 1 i g o n.
Noodigt do in Maart- a-a. in te lijven
dienstplichtigen dezer gemeente, die zijn
gewond met paarden om te gaan, kennis
van hun vorzorging hebben en genegen
zijn bij genoemd Depot to dienen, uit, zich
vóór den 8sben Februari a.s. aan te
melden of to doen opgeven tor Gemecnte-
Secretario alhier, afdeeliog Militaire Za
ken, kamer No. 9.
De Burgemeoster van Leiden,
DE RIDDER.
Leiden, 2 Februari 1907.
DBANKWET.
Burgemeester en Wethouders van
Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeen© kennis, dat
door A. CORNELISSEN, wonende to
Leiden, oen verzoekschrift is ingediend
om verlof voor den verkoop van alcohol
houdenden, andoren dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop, in
het voorvertrek van het perceel Ooster
kerksteeg No. 8.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 2 Februari 1907.
Do man, dio voor liet eerst een olijf
proeft, trekt een scheef gezicht.
Het eerste trekje van de eerste sigaar
vindt geen heter onthaal.
Als het gehemelte met "een half dozijn
meer heeft kennis gemaakt e i do crisis
met den zuren appel acuter dou rug ligt,
wijzigt zich het oordeel.
De reiziger vergeet nooit dien eersten
indruk, dien het Alpenglceien of de Blauwe
Zee op hem maakten, maar do berggids,
alhoewel hij de schoonheden in de lengto
en breedte nitmeet, is gevoelloos gewor
den voor al zijn omringende Baedeker-
schoons.
Als men voor hot eerst in een miju af
daalt, moet men zich met een huivering
afvragen, hoc menschen het daar jaar ip
jaar uit volhouden; dat is trouwens ook
de eerste indruk geweest van den jeugdi
gen mijnwerker; nu is hij er aan gewoon,
denkt er niet verder over.
Do eerste indmk na een droevig sterf
geval is het bewustzijn nooit meer geluk
kig te kunnen zijn, maar na kerter of lan
ger tijd, stappen radeloozo weduwnaron in
een gelukkigen tweeden echt, is de moedei*
in haar diepste 'wezen geschokt door het
stoiven van haar kind, toch ook weer in
staat levensvreugden te smakon.
De kinderen van den speculant, uit bun
woelde en zorgeloosheid gestooten, in de
grauwheid van liet loven en den wrangen
strijd om het dagelijksch brood, kunnen
zich hun lot niet anders voorstellen, dan
als een bitteren kelk die, noodgedrongen,
moet geledigdin do raderen van het 6a-
mengewteldc en veelkleurige leven opge
nomen voelen zij zich bewust .worden van
een ongekenden scPat" van karakterge
vormdheid, van door leed inniger, religi
euzen drang, als zich do aard daartoe
n-igt, en van vrede, ook met cenvouc»igo
vreugden cn het eenvoudig lot.
Do eerste indruk, dien men van eon lan
delijk gehuchtje krijgt, van die stroo-^e-
aekte daakjes en het dorpskerkje, dat zoo
idyllisch ligt verscholen in het groen, is,
dat in zoo'n Arcadisch oord slechts vrede
en vriendschap, rust en eendracht en voor
al eenvoud wonen kunnen; in waarheid tic-
ren laster en bemoeizucht er niet minder,
terwijl de landelijke eenvoud ook wel eens
tegenvalt.
En uit het station tredend, lijkt cea
wereldstad één groot feest van licht cd op
gcwi'kthoid wijl de grootste drama's zich
er dagelijks afspeleD, en do diepste en
ongekendsto ellende er in do vunze schuil
hoeken ïhrijnb.
De provinciaal, zoo uit Koevorden of
Sluis, uit Wieringcn of Andijk, tot dusver
muzikaal gevoed met het dorpsorgel van
do dorpskerk, mei do verre echo van de
groot-o-stadscafé-chantant-wijzen en, als het
dorp met zijn tijd meegaat, met een gra
mophone uit do dorpsherberg, die de klas-
sieko opera-solo's over desolate weien,
langs den eenzamen landweg voortepuwt,
als zulk een muzikaal gevoede, maar laat
one aannemen niet onmuzikale dorpeling
tegenover Wagnors Tannkiiuscr wordt op
gesteld, moet hij onvermijdelijk, bij don
eersten indruk, zich ongemakkelijk op zijn
stoel omdraaienals het koper dooreen
gaat schetteren, zich afvragen, wat men
met dat helsch leren voor heeft. Heeft hij
do opera eenigo koeren meer gehoord, dan
begint do appreciatie.
Om nu al dozo voorbeelden voor zichzelf
te laten spreken, wij allen zijn in meerdere
of mindcro mate ontvankelijk voor een eer
sten indruk cn kunnen er van op aan diea
bij ieder ander to verwekken.
Wij vertoonon ons, wij maken een praat
je: reeds liecfb een ander zich uit uw we
zen een beeld gevormd, een persoonlijkheid
gedistilleerd, reeds hoort go bij een ot an
dere categorie, of zit ge in een of ander
vakje.
De klecren, die don man maken, spelen
natuurlijk oen heele rol, ofschoon een
spreekwoord zegt: Men ontvangt iemand
naar do jas, die hij draagt, maar men laat
hem uit- naar den geest, dien hij heeft
getoond."
Maar aLs hot nu niet komt tot het ver-
tooneu van dieu geest als hot blijft- bij
een weerpraatjo, waarin de diepzinnigste
geee>t, evenals de groenteboer cn de bakker
wel eens al zijn iiii»montcei heil zoeken
moet, dan beeft de eerste» indruk al ge
recht over al de philosophic, die in het om
hulsel van oninodischo jas en ouderwetscb
schoeisel schuil ging; over den grooten
geest, die zich naar buiten vertoonde., met
ongewoncu gang, wilde lokkon, schichtige
blikken.
IVotft men met een buitengewoon
rncnsch te doen to hobbcn, dan verandert
het heclc geval, dan ziet de mensohkeid
in al die buitennissigbedeu een graadje
meer genio.
Maar do practischo Anglo-Sakscr cn do
handelsman in het algemeen, h€»t zokere
voor het onzekero nemond, soigneert zijn
uiterlijk, legt er vollen nadruk op.
Een gebied, waar con eerste indruk alles
in de molk te brokkelen heeft, is dat, waar,
krachtens zoo'n eerste kennismaking, een
of ander brovet wordt uitgereikt, een of
andero carrière begint.
Er zijn menschen, wier grondige kennis
en begaafdheid, hun den meest vasten
grond onder do voctCu geven.
Maar er zijn ook van dio gelukkigen,
zonder deze volstrekte gegevens, die op
een examen komen en met b: hulp van hun
koelbloedigheid, brutaliteit cn eigen dunk
kunnen zeggen: vcni, vidi, vici, terwijl do
lotgenoot examinandus, wiens brein voor-
zicD is van dezelfde waren in dezelfde
qualitoit ,al zijn arme geleerdheid te voor
schijn stottert, met scheutjes cn rukjes, al6
een meepot, die niet schenkt.
Een zclfdo onfortuinlijkheid wacht den
jongen predikant, die zijn stem nog niet
overziet, het ecno oogenblik ccn geluid
ontwikkelt, dat de stille dorpsstraat er van
weergalmt, het ander oogenblik zich uit
sluitend tot den voorzanger cn do voorste
bank bepaalt.
Zoo gaat het ook den sollicitant, dio de
gemeenteraadsleden afloopt, in zijn ner
veuze onhandigheid zaken te tardo brengt,
dio beter waren verzwogcu, in een mini
mum van tijd zijn snor opstrijkt, ziju neus
snuit-, zijn schoenpunten beziet, zijn hoed
laat vallen, allerlei zwaarwichligo ondor-
werpen entameert cn om zijn goeden indruk
nog te versterken, bij hot heengaan over
allo vloermatUm struikelt.
Ondcrtusschcn mag niet verkoold, dat
een eerste indruk muar al to vaak do waro
is, dat men bij intuïtie voelt, met wicn men
to doen heeft.
Vandaar, dat sommigen onvoorwaardelijk
heid verbinden aan hun eersten indruk, on
voorzichtig en kortzichtig genoeg dikwijls,
daar cxcepticte bij do vleet tegenover do
gevallen staan, waarin men juist zag.
Lieden, met do beste bedoelingen legens
het mensohdom bezield, heeft do natuur
met- een afstootond uiterlijk bodeold, ter
wijl do misdadige zich lang boven water
Kan houden met oneerlijke praktijken door
een paar eerlijke, blauwe oogon.
Wij komen dus tot het besluit, dab eer
ste indrukken theoretisch niet te verdedi
gen zijn, maar in de practijk veel, soms
alle gewicht in do schaal leggen
En om moraliseerend to eindigen, ccn
goed werk bevorderend, dat we voor zoo
ver wo gemeenteraadsleden zijn, dien sol
licitant een vertrouwelijk kndkje gunneu,
dio, in de gang do wonderlijkste capriolen
maakt; dat we dat knechtje engagceren
met het- onaangenaamst gezicht, dat zij, die
den jongen leeraar in zijn proefpreek heb
ben te beoordeelcn, hem nemen, dio net
virtuoselijkst hakkelt, on dat de examina
toren hun alvermogondo vleugels spreiden
over den examinandus, die, werkend in
het zweet zijns aanschijns zit te broddelen
als een kind aan een eerste kouB alleen
om dien ongelnkkigen stervelingen, die
blijkbaar niet berekend zijn tot het uiakeu
van een eersten indruk, in gunsfcigou zin
en overal hun neus te plotter stooten, ook
eens een kansje, een enkel kansjo te
gunnen. jj0
LeócSen, 2 Februari.
In aansluiting met ccn vorig bericht,
deelt men ons mede, dat de gemengde
Zangvoreonigiqg, onder leiding vaa mej.
Weys, thans zal blijven voortbestaan ou
der den naam van „Sureura Corda" on dat
als directeur zal optreden de heer J. Henri
Berkcljon.
Tovens zal" de vorecniging heticlfda doel
voor oogeu houden, hetwelk mej. Weys
steeds beoogd heeft met haar koor, nl.
het goven van uitvoeringen ten bate van
liefdadige instellingon.
Mi. H. L. Druckor, lid der Tweede
Kamer, heeft con huis gekocht op het Nas-
sauplein te 's-Gravcnhngo. Ovrr cenigo
maanden zal hij hot betrekken.
Aan het postkantoor to Lcidou cn do
daaronder ree-soi teerendo hulpkantoren
werd gedurende de maand Januari 1907 in
gelegd 94,513.551 cn terugbetaald 79,281.28.
Het laatste door dat kantoor uiig govon
bockjc^draagt het nummer 27620.
BU de Loidscho Spaarbank is in de maand
Jan. ingelegd f 84,3lT>.746 on terugbetaald
f 82,041.24s, terwfjl z(Jn afgegeven 108 nieuwe
•n geboel afgelost 26 boekjes.
Het gezamenlijk tegoed dor 11,881 inleggers
bedroeg einde Jan. f 2,245,997.97*, waarby
nog komt de renie over 1 >06.
Wegens het eindigen der workzaam-
heden is do commissie voor do herziening
der grondbolasting van do gebouw ie
eigendommen in het district Leiden, be
staande uit de hoeren P. O. van Vrijber-
gho do Coningh to Lisso, G. van dor Valk
Bouman, te Leiderdorp eu W. A. vau
Libh to Leiden, door den Minister van Fi
nanciën mtbonden.
Do lste luitenant C. C. Pels Rij-
oken, van liot 2de reg. vcld-art. te Leiden,
zal van af 16 Mei een cursus volgen bij de
rij- on hocfsrnidschool tc Amersfoort.
-- Lijst van de brieven en briefkaarten,
aan bet postkantoor alhier on do daaron
der lu'hoorende hulpkantoren tei posi »o-
zorgd in do tweede helft der maand Jan.,
welke wegens ouhrkendheid vau de geadres
seerden ni t zijn kunnen worden uitgereikt:
Brieven: Postbox 32, Amersfoort;
mevr Boelliouwor, J. v. d. Mark, Amster
dam; G. do Jong, Boskoop; A. 0. Buyl,
Delft; L. Sloots, P. M. C. lo Nobel, Obrccn.
A. v. d. Laar, J. L. Lorotte, 's-Gravenha
goH. v. Poelgeest, A. D. H. Baavolanr,
Leiden, Minkin, in de Meer; G. Jonker,
2 stuks, OcgstJ. Kohlbclk, Rotterdam;
A. L-ramer Freher, Utrecht; No. 925, niet
vermeldW. v. d. Wijde, Oegstgecst.
Briefkaarten; M. Braam, M.
Gorzon, Amsterdam; N. v. d. Holst, C. v.
d. Holst, M. E. Mulder, VGravonhagc
J. P. v. d. Kamp, Haarlem; .T. Ponning
NiouwlancV, LeidenC. Matthijs, Rotter
damC. cn B. dc Groot, niet vermoltL
Uit het Buitenland terug ontvangou,
Brief: movr. v. Lawick v. Pabst
Schmitt, Berlin.
Briefkaart: Lily Cooper, London.
OübcsteLbaro Indischo brief aan Paddon
burg, Leiden.
Prins Ebcrwciti van Bontlicim-Stein-
furt, dio na zijn huwelijk mot mej. Lilly
Langcfcld zijn ontslag nam als officier van
het Duitscho legor, komt zich mot zijn
oebtgenooto to Wassenaar vestigen cn zat
het onder die gemeento gelegen kasteel
Oud-Wassenaar" aan don Leidschon
8tiaatwcg gaan bewonen, dat hij daartoe
van de tegenwoordige cigonaren gehuurd
hoeft.
Haio Majesteiten do Koninginnen cn
Z. K. H. de Prins woonden gisteren in
,,Diligentia" to 's-Gravenhage den liederen-
avond van Tilly Koenen bij.
Do hoofdcommissaris van politio in
Don Haag, do heer Versteeg, is benoemd
tot officier in do Kroonorde van Italië.
H. M. de Koningin heeft den concier-
go bij de hoofdiidministratio van hot
kroondomein F. H'. Lijesen bij het verlaten
van zijn dienst de ecrcmcdai.le toegekend
in zilvei van de Huisorde van Oranjo.
H. M. de Koningin-Moeder heeft 40
gulden geschonken aan de Ncd.-Hcrv. Go
mcente te Kleef.
Do Commissie van het Museum vaji
Kunstnijverheid tc Haarlem heeft, de-* hoer
H. J. M. Walenkamp, architect te Am-
70)
Gertrud had het document ten einde ge
lezen. Zij stnj :t met haar hand over het
vóorboold; nu vocit zij, dat iets warms
en voclitiga vau haar slapo~ ne rloeit. Zij
kijkt met onverscmllige, wezenlooze oogeu
Haar haar roode baud.
„Ik bloed", zegt zij tot zichzelve-
Achter liaar nooit zij haastige schreien,
•en kreet van schrik,
Gbristiaan knielt naast haar; hij bindt
«ijn zakdoek om haar voorhoof 1 Cn- om het
van bloco doortrokken haar.
„Licvë Gertrud! Leun op mijn arm I"
Zij schudt echter het hoofd.
„Lees", zegt zij zaebt.
Eerst weigert hij, dan, door haar sta
rende oogen, waarin wanhoop staat, be
dwongen, leest hij met steeds grootere be
langstelling, met toenemenden angst.
,,Er is bedrog gepleegd," 6tameit hdj oin-
delijk.
,,En Thorbceken weet er van af. En
rijn zoon 1"
„Gertrud!"
,,lk geloof, dat de vader het weet; zij a
gedrag jegens u geeft dat te kennen Maar
H-ns?
„Hij heeft het ook. goweteo. Ik weet
het."
Nu dringt eeu man haastig coor de
Annen. Do kleinzoon van den ouden Thor-
beeken staat voor do kicUHÜochter van graaf
Hans.
Gbristiaan vouwt het papier dicht cn
gaat heen. Achter hem verliezen de woor
den zien in h-- geraas an den storm. Als
hij omkijkt, houdt Hans Thorbeeken bet
jongo meisje in zijn arm. Een knecht van
diens vader verschijnt halverwege de duin
to paard, terwijl hij een ander paard aan
den teugel leidt'; deze kijkt verbaasd op de
groep neer en rijdt weg, den polder in.
C'hiistiaan ochtor schudt somber en be
zorgd rijn hoofd.
Gertrud hersteld-ï zich haastig van haar
zwakheid.
,,Laat mij," zeido zij toonloos, „de zon
de staat tusschen onsl Mijn grootvader
beeft mij gewaarschuwd 1 Ga
Hij begreep haar niet; hij scheen tc mcb
nen. dat zij wartaal 6prak, en wilac zijn
arm om haar heenlcggen.
„Neen," riep zij luide cn drukte haar
lichaam tegen deu berk.
„Geen Thorbeeken mag een Kncc aanra
ken. Alles, wat gij hebt, is gcstolcD.. cu
gij. 6Ü w*eet dat! Ik zie het aan je gozicht.
Ziët ge well En gij zoidet het niet!"
„Het was mijn vader
„En ik wa-9 de bedrogenel"
„Ik wilde je weer in aanzien brengen,
gij moest mij a vro.iw worden. De liefde
deed mij alles vergeten."
„En zoo kondet ge mijn geld met eec
schijn van recht behouden?"
„Groote goedheid I Daaraan dacht ik
niet! Ik heb je liefl Trudo Groode, dat
weet ge!"
„Kan men een Thorbeeken gel >orcii?
Neon. Nooit! Dat hebben twee g-rlaun-
graaf Hans en zijn moeder en beiden zijn
daar 6lecht bij gevaren."
„Trude, jo hoofd is in dc war; gij zijt
erntig gewond. Kijk eens, hoe gij bljpdt'"
„Ja," zoiao zij zaoht en liet haar hoof a
bogen den stam lounen. „Ik ben. ia do
war; ik weet niet wat men mij geWain
ueeit. Ik waa van het oogenblik uat ik
jo zag, de geluKkagsto vrouw op dc wereld.
Zioo wilde ik bouund wordenik w is op
Kerstavond zoo rem, zoo zang, als engeum
ouctwr een homclachen ücuiie»XK>m. Z.00
rein straalden do lmnten. loon trof slag
op slag nnja ziel cn nu ben ik Truae
Grooue in den allergrootsten uood-en nie
mand h&pit mij".
„Gertrud, i*ovo Gertrud, wij zullen el
kaar vindon. Aiiee zul good worden'-
„Aunt gij do sonuid uit de Wereld ma
ken! JJe zondoo van yo vaderen jegens do
mijnen i"
,,ik heb er geen deel aan."
,,/jij worden beaocht aan do kinderen tot
in het derdo cn vierde geslacht l"
Hij Kormdo zacht: „Gij hebt gelijk,
„ja, ik heb geiykl na, Haas.' Uat Hot
is uitl"
Hij sloeg met de hand tegen zijn voor
hoofd: „Zioo mogo een barmhartige God
er in voorzien en helpen! Ik ben ten ein
de raad
En bij snelde het pad af, maakte met
ruwe hand de teugels van het steigerend
paard los en reed naar huis. De wind
streek in hevigo, lango vlagen over het
land.
Thorbeeken was door zijn zoon in huis ge
zonden; hij was gcsfciculcerend en met zich
zelven sprekend naar zijn kamer gegaan.
Daar zat hij een tijdlang stil cn in zichzel
ven gekeerd in d£m grooten leuningstoel,
die voor dc 6ohriöftafol stond. Er kwam een
gevoel van welbehagen over hem, dat bij
hier in hot warme vertrek kon zitten, tor-
wijl dc anderen buiten in wind en weer
stonden. Het ruischen echter van dc nab'j-
zijndc het huilen van den wind maak
ten hem weer onrustig.
„Hot klinkt als een koor van. geesten
mompelde hij. „Alsof reuzen kormen, zich
willen losrukken van touwen, waarmee zij
goboeid zijn I mag mooi zijn in do hel,
hoo heet het „gehuil"? Dat is cr cn klapper
tanden, dus koud Nu, dat is niet org, klap
pertanden? I" Hij legde ziju vinger teg.-n t
voorüooiu. Het kan ook aDgst boteokenen,
vreeselijkc angst, zooals ik dien onlangs
had, in dien aanval, onderweg op don
straatweg, toen ï-. hem meende tc zien en
de zweep tegen hem ophief I Do zweep is
weg cu mijn vrienuen zijn weg cn Hinzo
is weg cn mijn zoon l Ik zal ze allemaal eens
opnoemen, die weg zijn: mijn moeder, mijn
broeder, mijn... er is er toch nog con weg?
Ik kan het immers van harte '/.eggen. Ilij
greep naar de flosch, deed ccn flinken teug
en zeido diep ademhalend: „Hij is ook weg,
mijn vader!"
Weer liep bij op en neer, 6teeds op üq
neer; hij plaatste zich voor het raam,
keek naai* de schuren en deed alsof bij be
lang stelde in hetgeen hij zag; hij liep door
de kamer cn zette een geziohrt, als
iemand, die zoo recht kalm Cn tovreden
is; hij trad op dc schrijftafel too, en toen
hij ontdekte, dat er geen inkt in den inkt
pot was, vuldo hij dan zorgvuldig cn be
daard. Maar hij wist wel, dat zijn ziel nog
altijd op dezelfde plaats stond en op hcTu
wachtte, totdat hij terugkwam. „Wat moei»
ik toch?" riep hij ongeduldig cn het kwAm
hem voor, alsof iemand zeide: „Over je
vador spreken!" En hij dood het Ls iemana,
die het gaarne doet, dio gaarno iemand een
gonoegon verschaft. Inwendig echter werd
zijn ziel veraoneu.d.
,Ja, mijn vador, d i e is de schuld vaa
alles. Hij had rnij niet moeten zeggen, d-it
do gehcck: bezitting den Knees toebehoorde.
Waarom hield hij zijn geheim niet voor
zioM Wat moet ik met die oado. geschiede
nissen? V, as het niot zijn zaak, terug i* ge
ven wat hij gestolen bad? Moest ik dat
doen; ik, dio meende, het kind van ccn
rijken man to zijn? Hetgeen ik deed, was
begrijpelijk, weet gel"
Hij logde zijn vinger weer togen het
voorhooul, zooals iemand doet, die ccn an
der iets, dat moeilijk tc begrijpen is, dui
delijk maakt
„Nu, cn liet andere, het andere; doch
daarover spreekt men niet, dat weet geen
monscliDat, toen hij stierf I Dat ik den
knecht op den lammen bruine naar liet
gerechtsgebouw zond eu dat met den, met
den dru; pel I Groote Hemel, wat dreunt»
het daar in do verte I Wat komt hot over
de zee aansuizen Hoe huilt en steent het
over don dijk!
Hij keek met starende oogen op dc bin
nenplaats. Do lucht drukt hem zwaar r.p
de borat. Gen splinteivn cn kraken, en
toen 1 j het '■uiten op dc binnenplaats;
massa's stroo vlogen voorbij bet nam,
zoodat het donker werd, brekende dakspar
ren sloegen krakend op het plaveisel, ra
men sprongen in stukken; de gedachte
schoot hem door het hoofd: „Evenals wan
neer een raensch van een hoogte neerstort,
do ledematen breScn en men dc gespleten
beenderen ziet."
(Wordt vervolgd.)