N«. 14401 Zaterdag 2 JB'etnuiai-i. A°. 1907. Qeze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offleieele Kennisgeving. Eerste itulrulken. FEUILLETON. Dc ontle toi-eïi. LEIDSCH DAGBLAD PKIJ» UEZKK COURANTs Voov Letdso pei week 0 Oeotei per B maanden I 5 I f 1.10. BoU«d Leiden, per ioopei en waar agenteD gevestigd iyn 1 t 1.30. Franco per post J 1,65. riïl.'S DHR ADVEUTENTlENl Van 6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 70.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën rao 30 woordeD 40 Oentecontantelk tiental woorden meor 10 Gents. - Voor het inoasseeren wordt/ 0.05 beregend. Kostelooze Genees- en Heelkundige iiuij» aan onverwogenüeu* Burgemeester en Wethouders van Lei- Ücd, Gezien de artt. 1, 4 en 5 der Verordo- ning van 20 December 1900, betreffende bet verlecnen van kosieh» >ze- genees, en heel kundige hulp aan onvermogenden; BreDgon ter kennis van hen, die op grond van uuwrmogeu in aaumerkiog wenacueu te komen voor het ontvangen, zoo noodig, va koste I o oio genees- on heel kundige hulp, van 1 Mei 1907 ot 1 Mei 1 90 8, d t zij zich tor ve rijging van het daartoe strekkend bewij. van on vermogen zullen uiuet-en aanmelden ten Ra^dhuizc in het lokaal uaast de binnentrap (Trouwkamer), dat die aanmelding zooveel mogelijk zal moeten geschiedeu door het ho o f d des gozin8 of indien de belaughobbcndo on gehuwd is, door hem of haar- per soon I ij k, en dat gelegenheid daartoe zal worden gegeven gedurende de maand ij'e- bruari a. e. en yvel op Dinsdag eu Vrijdag van elke woek, van des voormiddags h a I f o I f tot des namiddags drie uren. Zij waarschuwen voorts de belangh ri llenden zich op den boven aangegeven tijd nan to melden, zullendo zij het, bij niet tij dige aanmeldinj, zichzelven to wijten heb ben, indien zij in hot verkrijgen van genecs- oi heelkundige hulp vertraging ondervin den. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER Burgemeester. VAN HEYST Secretaris. Leiden, 28 Januari 1907. MILITIE. rnnrdeiiverzorijer». Gelezen een missive van don Luitenant- Kolonel, Provincialen-Adjudant in Zuid- Holland, d. d. 1 Februari jl., houden lo mededeeling, dat op last van het Departe ment van Oorlog, van do liohting van dit jaar, o. a. uit deze gemeente, één ter vol ledige oefening bestemdo lofcling zal worden aangewezen om, na zeer korte oefening, bij den staf van het 3de Regiment Huzaren to 's-Graven hag©. op te treden als paarden y&norgor bij het R-emontcdepofc lt» M 1 1 i g o n. Noodigt do in Maart- a-a. in te lijven dienstplichtigen dezer gemeente, die zijn gewond met paarden om te gaan, kennis van hun vorzorging hebben en genegen zijn bij genoemd Depot to dienen, uit, zich vóór den 8sben Februari a.s. aan te melden of to doen opgeven tor Gemecnte- Secretario alhier, afdeeliog Militaire Za ken, kamer No. 9. De Burgemeoster van Leiden, DE RIDDER. Leiden, 2 Februari 1907. DBANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeen© kennis, dat door A. CORNELISSEN, wonende to Leiden, oen verzoekschrift is ingediend om verlof voor den verkoop van alcohol houdenden, andoren dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het voorvertrek van het perceel Ooster kerksteeg No. 8. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 2 Februari 1907. Do man, dio voor liet eerst een olijf proeft, trekt een scheef gezicht. Het eerste trekje van de eerste sigaar vindt geen heter onthaal. Als het gehemelte met "een half dozijn meer heeft kennis gemaakt e i do crisis met den zuren appel acuter dou rug ligt, wijzigt zich het oordeel. De reiziger vergeet nooit dien eersten indruk, dien het Alpenglceien of de Blauwe Zee op hem maakten, maar do berggids, alhoewel hij de schoonheden in de lengto en breedte nitmeet, is gevoelloos gewor den voor al zijn omringende Baedeker- schoons. Als men voor hot eerst in een miju af daalt, moet men zich met een huivering afvragen, hoc menschen het daar jaar ip jaar uit volhouden; dat is trouwens ook de eerste indruk geweest van den jeugdi gen mijnwerker; nu is hij er aan gewoon, denkt er niet verder over. Do eerste indmk na een droevig sterf geval is het bewustzijn nooit meer geluk kig te kunnen zijn, maar na kerter of lan ger tijd, stappen radeloozo weduwnaron in een gelukkigen tweeden echt, is de moedei* in haar diepste 'wezen geschokt door het stoiven van haar kind, toch ook weer in staat levensvreugden te smakon. De kinderen van den speculant, uit bun woelde en zorgeloosheid gestooten, in de grauwheid van liet loven en den wrangen strijd om het dagelijksch brood, kunnen zich hun lot niet anders voorstellen, dan als een bitteren kelk die, noodgedrongen, moet geledigdin do raderen van het 6a- mengewteldc en veelkleurige leven opge nomen voelen zij zich bewust .worden van een ongekenden scPat" van karakterge vormdheid, van door leed inniger, religi euzen drang, als zich do aard daartoe n-igt, en van vrede, ook met cenvouc»igo vreugden cn het eenvoudig lot. Do eerste indruk, dien men van eon lan delijk gehuchtje krijgt, van die stroo-^e- aekte daakjes en het dorpskerkje, dat zoo idyllisch ligt verscholen in het groen, is, dat in zoo'n Arcadisch oord slechts vrede en vriendschap, rust en eendracht en voor al eenvoud wonen kunnen; in waarheid tic- ren laster en bemoeizucht er niet minder, terwijl de landelijke eenvoud ook wel eens tegenvalt. En uit het station tredend, lijkt cea wereldstad één groot feest van licht cd op gcwi'kthoid wijl de grootste drama's zich er dagelijks afspeleD, en do diepste en ongekendsto ellende er in do vunze schuil hoeken ïhrijnb. De provinciaal, zoo uit Koevorden of Sluis, uit Wieringcn of Andijk, tot dusver muzikaal gevoed met het dorpsorgel van do dorpskerk, mei do verre echo van de groot-o-stadscafé-chantant-wijzen en, als het dorp met zijn tijd meegaat, met een gra mophone uit do dorpsherberg, die de klas- sieko opera-solo's over desolate weien, langs den eenzamen landweg voortepuwt, als zulk een muzikaal gevoede, maar laat one aannemen niet onmuzikale dorpeling tegenover Wagnors Tannkiiuscr wordt op gesteld, moet hij onvermijdelijk, bij don eersten indruk, zich ongemakkelijk op zijn stoel omdraaienals het koper dooreen gaat schetteren, zich afvragen, wat men met dat helsch leren voor heeft. Heeft hij do opera eenigo koeren meer gehoord, dan begint do appreciatie. Om nu al dozo voorbeelden voor zichzelf te laten spreken, wij allen zijn in meerdere of mindcro mate ontvankelijk voor een eer sten indruk cn kunnen er van op aan diea bij ieder ander to verwekken. Wij vertoonon ons, wij maken een praat je: reeds liecfb een ander zich uit uw we zen een beeld gevormd, een persoonlijkheid gedistilleerd, reeds hoort go bij een ot an dere categorie, of zit ge in een of ander vakje. De klecren, die don man maken, spelen natuurlijk oen heele rol, ofschoon een spreekwoord zegt: Men ontvangt iemand naar do jas, die hij draagt, maar men laat hem uit- naar den geest, dien hij heeft getoond." Maar aLs hot nu niet komt tot het ver- tooneu van dieu geest als hot blijft- bij een weerpraatjo, waarin de diepzinnigste geee>t, evenals de groenteboer cn de bakker wel eens al zijn iiii»montcei heil zoeken moet, dan beeft de eerste» indruk al ge recht over al de philosophic, die in het om hulsel van oninodischo jas en ouderwetscb schoeisel schuil ging; over den grooten geest, die zich naar buiten vertoonde., met ongewoncu gang, wilde lokkon, schichtige blikken. IVotft men met een buitengewoon rncnsch te doen to hobbcn, dan verandert het heclc geval, dan ziet de mensohkeid in al die buitennissigbedeu een graadje meer genio. Maar do practischo Anglo-Sakscr cn do handelsman in het algemeen, h€»t zokere voor het onzekero nemond, soigneert zijn uiterlijk, legt er vollen nadruk op. Een gebied, waar con eerste indruk alles in de molk te brokkelen heeft, is dat, waar, krachtens zoo'n eerste kennismaking, een of ander brovet wordt uitgereikt, een of andero carrière begint. Er zijn menschen, wier grondige kennis en begaafdheid, hun den meest vasten grond onder do voctCu geven. Maar er zijn ook van dio gelukkigen, zonder deze volstrekte gegevens, die op een examen komen en met b: hulp van hun koelbloedigheid, brutaliteit cn eigen dunk kunnen zeggen: vcni, vidi, vici, terwijl do lotgenoot examinandus, wiens brein voor- zicD is van dezelfde waren in dezelfde qualitoit ,al zijn arme geleerdheid te voor schijn stottert, met scheutjes cn rukjes, al6 een meepot, die niet schenkt. Een zclfdo onfortuinlijkheid wacht den jongen predikant, die zijn stem nog niet overziet, het ecno oogenblik ccn geluid ontwikkelt, dat de stille dorpsstraat er van weergalmt, het ander oogenblik zich uit sluitend tot den voorzanger cn do voorste bank bepaalt. Zoo gaat het ook den sollicitant, dio de gemeenteraadsleden afloopt, in zijn ner veuze onhandigheid zaken te tardo brengt, dio beter waren verzwogcu, in een mini mum van tijd zijn snor opstrijkt, ziju neus snuit-, zijn schoenpunten beziet, zijn hoed laat vallen, allerlei zwaarwichligo ondor- werpen entameert cn om zijn goeden indruk nog te versterken, bij hot heengaan over allo vloermatUm struikelt. Ondcrtusschcn mag niet verkoold, dat een eerste indruk muar al to vaak do waro is, dat men bij intuïtie voelt, met wicn men to doen heeft. Vandaar, dat sommigen onvoorwaardelijk heid verbinden aan hun eersten indruk, on voorzichtig en kortzichtig genoeg dikwijls, daar cxcepticte bij do vleet tegenover do gevallen staan, waarin men juist zag. Lieden, met do beste bedoelingen legens het mensohdom bezield, heeft do natuur met- een afstootond uiterlijk bodeold, ter wijl do misdadige zich lang boven water Kan houden met oneerlijke praktijken door een paar eerlijke, blauwe oogon. Wij komen dus tot het besluit, dab eer ste indrukken theoretisch niet te verdedi gen zijn, maar in de practijk veel, soms alle gewicht in do schaal leggen En om moraliseerend to eindigen, ccn goed werk bevorderend, dat we voor zoo ver wo gemeenteraadsleden zijn, dien sol licitant een vertrouwelijk kndkje gunneu, dio, in de gang do wonderlijkste capriolen maakt; dat we dat knechtje engagceren met het- onaangenaamst gezicht, dat zij, die den jongen leeraar in zijn proefpreek heb ben te beoordeelcn, hem nemen, dio net virtuoselijkst hakkelt, on dat de examina toren hun alvermogondo vleugels spreiden over den examinandus, die, werkend in het zweet zijns aanschijns zit te broddelen als een kind aan een eerste kouB alleen om dien ongelnkkigen stervelingen, die blijkbaar niet berekend zijn tot het uiakeu van een eersten indruk, in gunsfcigou zin en overal hun neus te plotter stooten, ook eens een kansje, een enkel kansjo te gunnen. jj0 LeócSen, 2 Februari. In aansluiting met ccn vorig bericht, deelt men ons mede, dat de gemengde Zangvoreonigiqg, onder leiding vaa mej. Weys, thans zal blijven voortbestaan ou der den naam van „Sureura Corda" on dat als directeur zal optreden de heer J. Henri Berkcljon. Tovens zal" de vorecniging heticlfda doel voor oogeu houden, hetwelk mej. Weys steeds beoogd heeft met haar koor, nl. het goven van uitvoeringen ten bate van liefdadige instellingon. Mi. H. L. Druckor, lid der Tweede Kamer, heeft con huis gekocht op het Nas- sauplein te 's-Gravcnhngo. Ovrr cenigo maanden zal hij hot betrekken. Aan het postkantoor to Lcidou cn do daaronder ree-soi teerendo hulpkantoren werd gedurende de maand Januari 1907 in gelegd 94,513.551 cn terugbetaald 79,281.28. Het laatste door dat kantoor uiig govon bockjc^draagt het nummer 27620. BU de Loidscho Spaarbank is in de maand Jan. ingelegd f 84,3lT>.746 on terugbetaald f 82,041.24s, terwfjl z(Jn afgegeven 108 nieuwe •n geboel afgelost 26 boekjes. Het gezamenlijk tegoed dor 11,881 inleggers bedroeg einde Jan. f 2,245,997.97*, waarby nog komt de renie over 1 >06. Wegens het eindigen der workzaam- heden is do commissie voor do herziening der grondbolasting van do gebouw ie eigendommen in het district Leiden, be staande uit de hoeren P. O. van Vrijber- gho do Coningh to Lisso, G. van dor Valk Bouman, te Leiderdorp eu W. A. vau Libh to Leiden, door den Minister van Fi nanciën mtbonden. Do lste luitenant C. C. Pels Rij- oken, van liot 2de reg. vcld-art. te Leiden, zal van af 16 Mei een cursus volgen bij de rij- on hocfsrnidschool tc Amersfoort. -- Lijst van de brieven en briefkaarten, aan bet postkantoor alhier on do daaron der lu'hoorende hulpkantoren tei posi »o- zorgd in do tweede helft der maand Jan., welke wegens ouhrkendheid vau de geadres seerden ni t zijn kunnen worden uitgereikt: Brieven: Postbox 32, Amersfoort; mevr Boelliouwor, J. v. d. Mark, Amster dam; G. do Jong, Boskoop; A. 0. Buyl, Delft; L. Sloots, P. M. C. lo Nobel, Obrccn. A. v. d. Laar, J. L. Lorotte, 's-Gravenha goH. v. Poelgeest, A. D. H. Baavolanr, Leiden, Minkin, in de Meer; G. Jonker, 2 stuks, OcgstJ. Kohlbclk, Rotterdam; A. L-ramer Freher, Utrecht; No. 925, niet vermeldW. v. d. Wijde, Oegstgecst. Briefkaarten; M. Braam, M. Gorzon, Amsterdam; N. v. d. Holst, C. v. d. Holst, M. E. Mulder, VGravonhagc J. P. v. d. Kamp, Haarlem; .T. Ponning NiouwlancV, LeidenC. Matthijs, Rotter damC. cn B. dc Groot, niet vermoltL Uit het Buitenland terug ontvangou, Brief: movr. v. Lawick v. Pabst Schmitt, Berlin. Briefkaart: Lily Cooper, London. OübcsteLbaro Indischo brief aan Paddon burg, Leiden. Prins Ebcrwciti van Bontlicim-Stein- furt, dio na zijn huwelijk mot mej. Lilly Langcfcld zijn ontslag nam als officier van het Duitscho legor, komt zich mot zijn oebtgenooto to Wassenaar vestigen cn zat het onder die gemeento gelegen kasteel Oud-Wassenaar" aan don Leidschon 8tiaatwcg gaan bewonen, dat hij daartoe van de tegenwoordige cigonaren gehuurd hoeft. Haio Majesteiten do Koninginnen cn Z. K. H. de Prins woonden gisteren in ,,Diligentia" to 's-Gravenhage den liederen- avond van Tilly Koenen bij. Do hoofdcommissaris van politio in Don Haag, do heer Versteeg, is benoemd tot officier in do Kroonorde van Italië. H. M. de Koningin heeft den concier- go bij de hoofdiidministratio van hot kroondomein F. H'. Lijesen bij het verlaten van zijn dienst de ecrcmcdai.le toegekend in zilvei van de Huisorde van Oranjo. H. M. de Koningin-Moeder heeft 40 gulden geschonken aan de Ncd.-Hcrv. Go mcente te Kleef. Do Commissie van het Museum vaji Kunstnijverheid tc Haarlem heeft, de-* hoer H. J. M. Walenkamp, architect te Am- 70) Gertrud had het document ten einde ge lezen. Zij stnj :t met haar hand over het vóorboold; nu vocit zij, dat iets warms en voclitiga vau haar slapo~ ne rloeit. Zij kijkt met onverscmllige, wezenlooze oogeu Haar haar roode baud. „Ik bloed", zegt zij tot zichzelve- Achter liaar nooit zij haastige schreien, •en kreet van schrik, Gbristiaan knielt naast haar; hij bindt «ijn zakdoek om haar voorhoof 1 Cn- om het van bloco doortrokken haar. „Licvë Gertrud! Leun op mijn arm I" Zij schudt echter het hoofd. „Lees", zegt zij zaebt. Eerst weigert hij, dan, door haar sta rende oogen, waarin wanhoop staat, be dwongen, leest hij met steeds grootere be langstelling, met toenemenden angst. ,,Er is bedrog gepleegd," 6tameit hdj oin- delijk. ,,En Thorbceken weet er van af. En rijn zoon 1" „Gertrud!" ,,lk geloof, dat de vader het weet; zij a gedrag jegens u geeft dat te kennen Maar H-ns? „Hij heeft het ook. goweteo. Ik weet het." Nu dringt eeu man haastig coor de Annen. Do kleinzoon van den ouden Thor- beeken staat voor do kicUHÜochter van graaf Hans. Gbristiaan vouwt het papier dicht cn gaat heen. Achter hem verliezen de woor den zien in h-- geraas an den storm. Als hij omkijkt, houdt Hans Thorbeeken bet jongo meisje in zijn arm. Een knecht van diens vader verschijnt halverwege de duin to paard, terwijl hij een ander paard aan den teugel leidt'; deze kijkt verbaasd op de groep neer en rijdt weg, den polder in. C'hiistiaan ochtor schudt somber en be zorgd rijn hoofd. Gertrud hersteld-ï zich haastig van haar zwakheid. ,,Laat mij," zeido zij toonloos, „de zon de staat tusschen onsl Mijn grootvader beeft mij gewaarschuwd 1 Ga Hij begreep haar niet; hij scheen tc mcb nen. dat zij wartaal 6prak, en wilac zijn arm om haar heenlcggen. „Neen," riep zij luide cn drukte haar lichaam tegen deu berk. „Geen Thorbeeken mag een Kncc aanra ken. Alles, wat gij hebt, is gcstolcD.. cu gij. 6Ü w*eet dat! Ik zie het aan je gozicht. Ziët ge well En gij zoidet het niet!" „Het was mijn vader „En ik wa-9 de bedrogenel" „Ik wilde je weer in aanzien brengen, gij moest mij a vro.iw worden. De liefde deed mij alles vergeten." „En zoo kondet ge mijn geld met eec schijn van recht behouden?" „Groote goedheid I Daaraan dacht ik niet! Ik heb je liefl Trudo Groode, dat weet ge!" „Kan men een Thorbeeken gel >orcii? Neon. Nooit! Dat hebben twee g-rlaun- graaf Hans en zijn moeder en beiden zijn daar 6lecht bij gevaren." „Trude, jo hoofd is in dc war; gij zijt erntig gewond. Kijk eens, hoe gij bljpdt'" „Ja," zoiao zij zaoht en liet haar hoof a bogen den stam lounen. „Ik ben. ia do war; ik weet niet wat men mij geWain ueeit. Ik waa van het oogenblik uat ik jo zag, de geluKkagsto vrouw op dc wereld. Zioo wilde ik bouund wordenik w is op Kerstavond zoo rem, zoo zang, als engeum ouctwr een homclachen ücuiie»XK>m. Z.00 rein straalden do lmnten. loon trof slag op slag nnja ziel cn nu ben ik Truae Grooue in den allergrootsten uood-en nie mand h&pit mij". „Gertrud, i*ovo Gertrud, wij zullen el kaar vindon. Aiiee zul good worden'- „Aunt gij do sonuid uit de Wereld ma ken! JJe zondoo van yo vaderen jegens do mijnen i" ,,ik heb er geen deel aan." ,,/jij worden beaocht aan do kinderen tot in het derdo cn vierde geslacht l" Hij Kormdo zacht: „Gij hebt gelijk, „ja, ik heb geiykl na, Haas.' Uat Hot is uitl" Hij sloeg met de hand tegen zijn voor hoofd: „Zioo mogo een barmhartige God er in voorzien en helpen! Ik ben ten ein de raad En bij snelde het pad af, maakte met ruwe hand de teugels van het steigerend paard los en reed naar huis. De wind streek in hevigo, lango vlagen over het land. Thorbeeken was door zijn zoon in huis ge zonden; hij was gcsfciculcerend en met zich zelven sprekend naar zijn kamer gegaan. Daar zat hij een tijdlang stil cn in zichzel ven gekeerd in d£m grooten leuningstoel, die voor dc 6ohriöftafol stond. Er kwam een gevoel van welbehagen over hem, dat bij hier in hot warme vertrek kon zitten, tor- wijl dc anderen buiten in wind en weer stonden. Het ruischen echter van dc nab'j- zijndc het huilen van den wind maak ten hem weer onrustig. „Hot klinkt als een koor van. geesten mompelde hij. „Alsof reuzen kormen, zich willen losrukken van touwen, waarmee zij goboeid zijn I mag mooi zijn in do hel, hoo heet het „gehuil"? Dat is cr cn klapper tanden, dus koud Nu, dat is niet org, klap pertanden? I" Hij legde ziju vinger teg.-n t voorüooiu. Het kan ook aDgst boteokenen, vreeselijkc angst, zooals ik dien onlangs had, in dien aanval, onderweg op don straatweg, toen ï-. hem meende tc zien en de zweep tegen hem ophief I Do zweep is weg cu mijn vrienuen zijn weg cn Hinzo is weg cn mijn zoon l Ik zal ze allemaal eens opnoemen, die weg zijn: mijn moeder, mijn broeder, mijn... er is er toch nog con weg? Ik kan het immers van harte '/.eggen. Ilij greep naar de flosch, deed ccn flinken teug en zeido diep ademhalend: „Hij is ook weg, mijn vader!" Weer liep bij op en neer, 6teeds op üq neer; hij plaatste zich voor het raam, keek naai* de schuren en deed alsof bij be lang stelde in hetgeen hij zag; hij liep door de kamer cn zette een geziohrt, als iemand, die zoo recht kalm Cn tovreden is; hij trad op dc schrijftafel too, en toen hij ontdekte, dat er geen inkt in den inkt pot was, vuldo hij dan zorgvuldig cn be daard. Maar hij wist wel, dat zijn ziel nog altijd op dezelfde plaats stond en op hcTu wachtte, totdat hij terugkwam. „Wat moei» ik toch?" riep hij ongeduldig cn het kwAm hem voor, alsof iemand zeide: „Over je vador spreken!" En hij dood het Ls iemana, die het gaarne doet, dio gaarno iemand een gonoegon verschaft. Inwendig echter werd zijn ziel veraoneu.d. ,Ja, mijn vador, d i e is de schuld vaa alles. Hij had rnij niet moeten zeggen, d-it do gehcck: bezitting den Knees toebehoorde. Waarom hield hij zijn geheim niet voor zioM Wat moet ik met die oado. geschiede nissen? V, as het niot zijn zaak, terug i* ge ven wat hij gestolen bad? Moest ik dat doen; ik, dio meende, het kind van ccn rijken man to zijn? Hetgeen ik deed, was begrijpelijk, weet gel" Hij logde zijn vinger weer togen het voorhooul, zooals iemand doet, die ccn an der iets, dat moeilijk tc begrijpen is, dui delijk maakt „Nu, cn liet andere, het andere; doch daarover spreekt men niet, dat weet geen monscliDat, toen hij stierf I Dat ik den knecht op den lammen bruine naar liet gerechtsgebouw zond eu dat met den, met den dru; pel I Groote Hemel, wat dreunt» het daar in do verte I Wat komt hot over de zee aansuizen Hoe huilt en steent het over don dijk! Hij keek met starende oogen op dc bin nenplaats. Do lucht drukt hem zwaar r.p de borat. Gen splinteivn cn kraken, en toen 1 j het '■uiten op dc binnenplaats; massa's stroo vlogen voorbij bet nam, zoodat het donker werd, brekende dakspar ren sloegen krakend op het plaveisel, ra men sprongen in stukken; de gedachte schoot hem door het hoofd: „Evenals wan neer een raensch van een hoogte neerstort, do ledematen breScn en men dc gespleten beenderen ziet." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1