zelfs in de moeilijkste oogenblikken van
hun hard levenslot. ,,De Eskimo's", zegt
„genieten een uitstekende gezondbeiJ
en iets van rat op criminaliteit gelijkt,
schijnt bij hen onbek-nd te zijn. Hun mo
raal komt in doorsnee geheel avereen met
de grondstellingen van het Christendom
alleen met dit verschil, dat zij bij .>1,9 vaak
slechts in theorie erkend worden, terwijl
zij aan de Smithsond practisch beoefend
worden."
Een en ander is nu juist niet heelemaal
in overeenstemming met de nog maar ai
te dikwijls gehuldigde meening, dat een
borrel zoo goed voor de kou is en zoo nou-
dig en nuttig I
Wekelijkscke Kalender.
Zondag.
Die groot wil zijn in kleinen staat',
Die krijgt het vroeg of laat te lr^aad;
Die goed wil zijn in zijnen staat,
Die vindt daarbij meest altijd baat„
maandag.
De opvoeder vormt geen lichaam en ook
geen geest, maar een mensch; lichaam en
'geest hebbon hun eischen.
Dinsdag.
Eerst als wij iets worden zien wij hoeveel
nijd er in. do wereld is.
Woensdag.
Wie na -zijn dood niemand achterlaat, die
voor zijn gedachtenis een traan over beeft of
een bloem voor zijn graf, dien ware het be
ter nooit geboren te zijn.
K- V
Donderdag.
Wij vorderen met reuzenschreden in nauw
keurig weten en helder begrijpen, ternau
wernood gaan wij vooruit in fijn en diep ge
voelen. In edel, kloek en krachtig willen vor
deren wij in onzen tijd waarschijnlijk niets..
Vrijdag.
De goeden denken slechts aan de hun be
wezen weldaden, niet aan vijandigheden; als
zij iet9 voor een ander doen, rekenen met
op vergelding.
Zaterdag.
G-een hart is veilig, dat niet vervuld i9 van
een heilige gedachte.
Beethoven en de Spin.
Reeds als knaap wekte Beethoven door
tijn muzikale gaven de hoogsto bewonde
ring. Zijn vader, die tenor aan de Keur-
vorstelijke Keulsche kapel was, leidde en
verzorgde het talent van den knaap naar
zijn beste vermogen. Reeds op achtjarigen
leeftijd was de kleine Ludwig een m?e-ter
op het klavier en de viool en in het jaar
1-78-i benoemde dc Keurvorst van K-U'cn
hem, hij was toen veertien jaar, tot hofor
ganist.
Den jongen kunstenaar werd een een
zaam dakkamertje als studecrplaats "voor
zijn viool-oefeningen aangewezen. Hier zag
liij eens hoe een groote 6pin uit haar schuil
hoek tc voorschijn kroop en, zooals Hij
meende te bemerken naar zijn spel luister
de. Zij kwam nader en nader, kroop op zijn
lessenaar en ton slotte 00 zijn arm, die
den strijkstok voerde. Dat herhaalde zich
dagelijks. Do spelende knuap zag in het
diertje een toehoórderes en gaf zich alle
moeite, om tot genoegen \an da spin altoos
1 meesterlijk te spelen
Op zekeren dag kwam zijn tante, dio de
plaat9 zijner moeder vervulde, met een
vreemden gast in 't studeervertrek van den
knaap, om de kunst van den jeugdigen vio
list te laten bewonderen. Zij zag de piu en
zonder zich te bezinnen sloeg zij die van den
arm van het kind cn trapte ze dood. De
knaap echtex viel flauw van woc7" en drift
ever den dood 2ijner kunstvriendin, die
hc-m in zijn studiën zoo had aangemoedigd
en geholpen, en treurde nog lang om haar.
STOPGOUD.
Het kind is geboren met karakter en na
tuurlijken aanleg, docb vóór ik dis kan leiden,
moet ik zo kennen. Mijn kweekeling zal ik
op zijn beurt laten spreken cn ik zal luisteren.
Montaigne.
Twisten zouden niet lang duren, als h-t on
recht slechts van céno zijde kwam.
La Rocbefaucauld.
Hot leelijkste van den Home! is Roozema-
rijn, en het söhoonsto van d'Helle is 'n padde..
Guido Gozeile.,
RECEPT.
Vischsoep.
Eeij schelvisch of twee baarzen of een
paar niooten kabeljauw worden in kond water
opgezet (ruime hoeveelheid) en met een uitje,
wat selderij, een laurierblad, peper en zout
gaar gekookt. De visch wordt nu er uit geno
men eu van do graten ontdaan. Van do helft
maakt men balletjes, door het t-o vermengen
met peper, zout, notemuskaat, wat fijne pie
terselie en een ei. Do andere helft van de
visch wordt in kleine stukjes gesneden. Nu
doet men den bouillon door een zeef, doet er
de viscbballetjes en de kleine stukjos in en
laat het nog een kwartier met elkander ko
ken; men voegt er dan nog twee flink geklop
te eierdooiers bij.
A 'ÏÏ'.T ."T!T2.T ,T»I.
,,Wou je nu nog volhouden, dat je aan
staande gisteravond niet bjj je in de keuken
is geweest, toen wij uit waren?"
„Ja, mevrouw."
,,Maar, Botje, hoe lrun je mi toch zoo im
pertinent jokken? Mijn zuster kwam net
voorbij, teen jo hem inliet."
„Ik jok niet, mevrouw; hij heeft geen voet
in de keuken gehad; wij hebben den gehee-
len avond in de voorkamer op de canapé
gezeten.1"
Bandiotenlist. Onlangs werd eeö
haveloos gekleed individu voor den rechter
gebracht, verdacht van diefstal van een dames-
beurs.
De aangehoudene verdedigde zich met een
listigheid, een advocaat en een betere zaak
waardig
Ik stal die beurs niet, edelachtbare, merk.
to de man op. Do dame liet 't ding op den
grond vullen."
Zag jij de beur? toen vallen?"
„Ja."
„En waarom gaf je zo toen niet aan do
rechthebbende V'
Omdat ik niet wist, wie do rechthebbende
was. Zeker, do dame verloor tie beurs, maar
dat feit had toch met den eigendom van de
beurs als zoodanig niets uitstaande
„Wat bedoel je?"
„W©1, edelachtbare, als u aanneemt-, dat
ik de beurs liet vallen, zou dat feit alléén u
dan de overtuiging hebben gegeven, dat ik ook
de eigenaar was?"
„Neen, zeker niet 1"
,,Nu, juist. Dat is precies mijn idee, edel
achtbare. En tldérom meende ik hier - te
moeten ingrijpen, en niets te moeten terug
geven.
Huwelijksadvertentie. Een
geleerde, die geen tijd heeft, zich om het
schoone geslacht te bekpmmeren# zoekt een
levensgezellin.
Mevrouw: „Als dat 200 voortgaat,
Maric, 2al ik een ander dienstmeisje ne
men."
Marie: „Doe u dat, mevrouw, er is
hier werk genoeg voóV twee."
Broertje: „Ma, u hoeft zich niet be
zorgd te maken over zus en dien mjjnheer
Poverinau. Ze geeft niet zooveel om hem."
Moeder (opgelucht): „Hoe heb je dat
ontdekt?"
Broertje: „,Als ze in het salon
samen zijü, dan mag hij nog niet eens
eeD stoel alleen hebben."
IN GEZONDEN.
Geachte Redacteur!
Naar aanleiding van het stukje in het
Zondagsblad van j.l. Zaterdag wenschte
ook ik iet9 bij te dragen.
Ik wil U wel dadelijk zeggen: het is uit
eigen levenservaring geput.
Ik heb ervaren, dat door een krachtiger»
wil, vastberadenheid en veel volhardings
vermogen, dc mcnsch zich een toestand
schept, die alle bevatting te bov^p gaat
dat is heel gewoon niet in wooideri t<^ zeg
gen. Dat weet ik alleen, dat de mensch, d;e
zegt; Ik wil, zich een weg baant, alle
moeite en tegenkanting trotseerende, die
hem nader brengt tot zijn God, ja, tot God
alleen moet hij gaan. Hij wordt gehol
pen.
A. LICHTSTEIN.
Voor de LeTexisreis.
Veel menschen zijü zoo zenuwachtig.
En ach 1 zoo prikkelbaar van aard.
Gevoelen ziöh, helaas, niet krachtig,
Niets is hun meer dc moeite waard.
Ik bid u, wil het eens pro bee ren.
Grijp toch uzelf eens krachtig aan.
Do tijd zal u dan spoedig leeien,
Dat ge pal moet blijven staan.
Het recept, dat wil ik u wel geven;
Maar een weinig je gezond verstand.
En heb genoeg om van te leven.
En 't geluk ligt voor de hand.
Zelfkennis is zeer noodig.
Daarbij een sterke, vaste geest.
Geduld is ook niet overbodig,
Doch wees vooral niet to bevreesd*
Eind'lijk moet u nu nog weten:
Vertrouw steeds op een hooger macht.
Komaan 1 Uw krachten dan gemeten
Daarin ligt eene bron van kracht.
CORRESPONDENTIE.. F. J. F. L.l
Dc volgende week.
VRAGEN.
Waar kan men te Leiden goed terecht
voor g e m a avk te reformjapon
nen?
De inzendster vroog of wij deze vraag
in ons Zondagsblad wilden opnemen. Zeer
zeker. En zelfs willen wij er bijvoegen,
dat wij allen, dio er op willen antwoorden,
gaarne in de gelc_ nheid stellen dit te doen
in do rubriek Advertentiën.
Iemand vraagt een afdoend middel om
p e t r o 1 e u m-v 1 e k k 6 n uit een karpet
te verwijderen.
[Antwoorden s. v. p. in het begin der
week aan ons Bureel onder motto: P e-
t r o 1 c u m-v lekken.]
N.B. Wij hebben tijdig geen enkel ant
woord ontvangen op de Vraag verwijde
ring van schrijf inkt vlekken uit een gespij
kerd kleed.
I