K14373 Dinsdag 1 Januai-i. A0. 1907. §626 <§ourant wordt dagelijks, met uitsondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Nieuwjaarsdag. Wat liet jaar 1007 brengen zal. Oude Nieuwjaarswensclien. FEUILLETON, j X>e oude toren. I84) I'IIUS DEZER COURANT) Vooi le'.óf» psi week B Osctsi pel 3 maande» 1.10. Unite» Leiden, pel ioopet en waai agenten getestigd i^jn i 1.30. Trance per post 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIENJ Van 8 rejrsls fl.05. Iodora rogel meer f0.17L Groot-ere letton naar plaatsruimte. Kleine cdvertentiên ran 30 woorden 40 OeDtscontantielk tiental woorden meer 10 Cent3.-Voor het incasseeren wordt f 0.05 borekand. ■1 «Tassnari 1907. ZO is nog vreemd voor on zo oogon die 7. Die vertrouwoiyte 6 13 nu weg voorgoed, wo waren zoo Ean baar gewend. We hebban haar !n 't afgeloopen jaar ontelbare malen neerge- •cbieven, overal zien staan. Wo zullen haar altyd verbinden aan wat ons ervoer In dit jaar. Als we 't noemen, dat jaar 'OG, roept het by den oen veol Bmaneiyk3 wakkor, by don ander veel goeds. Maar wat ook in dat cijfertjo opgesloten ligt: veel leeds, of eon heeriyk herdenken of eon jaar door onbedui dendheid, vrU vaal, om 'c even, die 0 Is eon vertrouwde, oen vriendin dio onze geheimen kent. '8 En do 7 staat daar als een nieuwelinge, dio zich misschien als eon goede vriendin of 'een kwade gast of eon heel gewoon mensch tal ontplooien, best mogelijk, maar dio nu irl haar onbekendheid nog onbemind is. Wo zijn .telfs nog schuw van haar en verschrijven •n versprekon ons do eerste dagon nog voort durend, we zotten nog lelkona onze oude 6 "Tieer, mot de wiek naar bovon in plaats van de bewimpelde 7. B Zoo vol weemoed als do oudejaarsdag mot JUn horlnnerenden terugblik, zoo vol stem ming als die laatste dag, dio ateifdag van 't doorleefde jaar, zoo nuchter de nieuvro dag Van 't nieuwe jaar, dio dag mot al zijn laag by den grondscho druktetjes, met al zyn banaliteiten van „veel heil on zegen". Nieuwjaarsdag is con dag zonder verheffing des gomoeds, oen dag zonder poötischen glans, fc Na dion avond van emotie een ont nuchtering. I Op oudejaarsavond koesteren we ons in goeds voornemens, verwarmen we ons aan olgen devote stemming, zyn we in dien zelf afgenomen biecht, verlicht en boreid borgen 4e verzotten. I Dat optimisme Is op nieuwjaarsmorgen aardig wat bekoeld; wo hooren de kinderen 'juichen by ieder mooi kaartje, dat uit de bus komt, we zieu do menschon in een draf elkaar met „veel heil on zogen" en „een gelukkig |nieuwjaar" achtervolgen, we mengen ons In 'de feesteiykheld, die in huls heerscht, maar niettegenstaande deze uiteriykhoden, niettegen staande de algemeen vrlendelUke gezindheid, die men ziet glimmen op de goztehten van de alom feliciteorende menschhoid, voelen wo oze zorgen, onzo lasten, onze verplichtingen drukken. "We staan weer midden in 't levon, In 't leven dat van velen onzor zoo veel vergt, «ooveel moed, zooveel wilskracht, zooveel In- r.ïpanniDg, zooveel goeden wil. En waar oudejaarsavond ons als helden ziet slaan tegenover den levensstrijd, vindt nieuwjaarsmorgen, nlettegonetaando we glim lachend feliciteeren, en glimlachend felicitaties in ontvangst nemen, ons inneriyk gebogen onder den levenslast. De sage vermeldt, dat Janus, de God van 't jaar, tweo aangezichten had, flén naar 't verleden gekeerd on één de toekomst Inziend; maar als wy hot nieuwe j&ar inzien, gaat dat gepaard met hot Yoeien van 't wicht der af- golegde jaren. Een nieuw jaar is te beschouwen als eon lange weg, door ons allon af te loopen. Kinderen, die klein zyn, kunnen hot einde niet zien, huppelen dien op; voor hen is 't oon oneindigheid haast een zee van dagen. Jonge monschen beginnen overmoedig, ze hebben in zich illusies by hoopen, idealen voor 't grypen en dat Yeikort hun den weg. Do mensch, meer Ievecswlj6, heeft goloord veel ide&lon en illusies als in 't leven on- noodigen ballast over boord to gooien. HU loopt 't zy met lust of zonder lust: de weg Is eentonig, lykt soms wel wat dor. En naar gelang hy ouder wordt, is het of do eindpaal telkens vlugger voor hem opdoent, daar In eens da oudejaarsdag wtor voor de deur staat èn do nieuwjaarsdag: 't begin van een nieuwen weg "Wat liet Nieuwjaar voor leder onzer In zyn schoot borgt, wat die twaalf maanden ons zullen brengen, wo welon het niet. We kunnen In 't levon geen handbrood voor ons uit zien. Wat vandaag vol goluk Ia, wat ons het meest gerechtvaardigd vertrouwen inboezemt, is morgen vernietigd, weg. In den duur van 't inenschonloven ook biedt hot tengere, broze riet weerstand, waar do forscho stammen, in vollen blool op 't onverwachtst vallen. En ook weer iu dit reeds aangobroken jaar, zullen geluk en rampspoed, verdriet on zorg, zullen de sobrilste tegenstellingen wisselvallig worden rondgestrooid en goen die de wogen kent door welke 't lot wordt bestuurd. Dat het dan voor velon onzer oen gelukkig jaar mogo worden 1 Nieuwjaarsdag is de dag van do fooien. De eene helft van do menschheid geeft fooien en de andere helft krygt ze. En do huisvrouwen hebben 't zwaar te verantwoorden. Dat de bakker en de 6lager een fooi krygon is een oerreebt, dat de lantaarnopsteker en de man van Yan Gend en Loos oon fooi reclameoren gaat ook nog, maar dat do loop knecht uit den winkel waar jo nooit komt, en de werkvrouw die tien jaar geleden by u werkte, zich geroepen gevoelen u met hun zegen te komon verrijken, en als belooning voor dien zegen om een „nleuwjaartjo" solli- clteeron, dat loopt toch eigoniyk de spuigaten wel een beetje uit. Maar gewoonlijk ziot men wat door de vingers op dien eersten jaardag, 't Is in 't hartje van den winter en r1 dio zogenbeiul- glngen zyn verdekte attentmaklogen dat turf en kolen duur zyn. Dat maakt de Nieuwjaarsdag tot een dag van veel weldoen. Verder Is de Nieuwjaarsdag een officieele dag ty uitnemendheid. De inferieur gaat zyn superieur geluk wenschoD. En van hoog-offlcleele zyde worden lintjes uitgedeeldin minder oJficioele kriDgon zyn traktemontaverhoogingen aan de orde, worden bevorderingen gemaakt en worden gralificalio8 verleend. E;i al deze aangename gebeurtenissen zetten een nieuwe aantrekke lijkheid bU aan d6n' dag en maken hem tot don dag van verrassingen 1 De H. Het was Nieuwjaar 1 De snerpendo wiud joeg <lo sneeuwvlokken iu dwarreling voor zich uit cn toekende ijsbloemen op üe rui ten. In dc warme, gezetligo kuiskamor zat ccn dame. Zij zocht brieven uit op haar ontbijttafel, vergezeld van rijko bloemgo- sckenken, kostbare cadeaus; alles, wat bij den Nieuws jaarsdag vau ccn gevierde vrouw behoort. Eu tooh boog zo het fraaie hoofd on dacht: „Wat zal het uieuwo jaar mij bren gen 1 Zoo ik al niet over mijn lot heb to beschikken, bon ik toch zéér veel doen om het nuttig door to maken Iedere dag schenkt mij nieuwo gelegenheid naar art goedo cn edele to streven en te woekeren met do gaven, dio ik van God heb oat/an- gen. Zij had vel© vrienden en bekendon. Als bij heb kaartspel schudde zij do brie ven op haar tafol door elkaar ca trok cr één uit. Zij lachte, toen zij het bandschrift herkende. „Neen, neen, vriondje, jij bent ine te jong, tc lichtzinnig, te veel belust t p mijn rijkdom en vooral niet' degelijk genoog van beginselen. Zij greep een anderen. Zij kleurde en haar hart begon heftigor tc kloppen. „Dus toch hij. Hij T' Een gelukkige glimlach vloog ovo* haar nog altijd mooi gezicht, als het morgen rood van een mooicn zomcrcbig, cn zachtjes fluisterde zij: „Mijn God, heb dank l" Zij stond op en begaf zich naar haar schrijftafel in het naastliggond boudoir. Met bevendo hand schreef zij: „Kom en breng uw beide dochtertjes me de; wij willen den Nicuwj"aarsdag, die to- vens mijn verjaardag is, gehcol onder ons vieren. Uw lieve kinderen zullen in mij do door u verlangde tweede moede* vinden." „Moedor", prevelde zij Llijmcodig en har telijk. Moodcrgeluk was het eenige, wat haar ontzegd was gebleven; than3 wilde zij ook dat voor zich verwerven; zij wildo do beide „moodorloozen" gelukkig makon, en ock hem, dien zij reeds had liofgehaJ, toen zij nog jong was. Zij is gelukkig op haar vcertigsten ge boortedag; zij ontvangt en zij geeft. Zij ts do verstandige, barmhartige, gcestigo vtouw, die alleen met het werkelijke leven reken schap houdt. Zij kan het idaal genoemd worden van wat Schiller zioh voorstelde als bij van ede le vrouwen sprak. Dc edele viouw van des tijds is in den grond dezelfde, als do odclo vrouw van tegenwoordig; alleen do ver houdingen zijn ceuigszius anders. Welk een korte spanne lijds eigenlijk voor een vrouw, die haar besten inhoud weet tc geven, die zaait cn oogst. Wat dit ja-ar, altijd volgens den almauak van madame Do Thèbes, de bekende waar zegster brengen zal 7 Het jaar 1900 beeft zo een dwaas jaar genoemd; 1907 zal een onsamenhangend jaar zijn. Do verrassingen cn plotselinge wijzigingen der toestaudcu zullen elkaar nog sneller opvolgen dan tot nu toe. In Frankrijk uil geen enkele gebeurtenis langdurige gevolgen hebben en geen enke le zaak zal ons geheel cn al in beslag no men. Een buitenlandscho oorlog behoeft niet te worden gevreesd. Toch geloof ik, zegt do waarzegster, dat we het gevaar, dat wo reeds geloopen hebben, nog eens zullen loopon, cn in ieder geval, althans aan dc andere zijdo van do zee. zul me.i hot woord aan do sol daten moeten 'en. Dc gewone reeks der parlementaire en fi- nancicclo drama's zal gewichtiger zijn dan gewoonlijk cn gekenmerkt worden door aangrijpende verdwijningen twee vooral. Wat een schandalen cn droefheid bin nenshuis, wat ccn kwesties duur in 19071 Duitsohlaud zie ik hoo langer hoo meer ongerust, verzwakt, beproefd, vorbitterd en verbitterend cn gu«nsehclijk doortrild van belangen- en gcwetcnsonlusten; Do Keizer heeft de schoonste dagon van zijn regceiïng geloefd. Hij zal zijn onerva ren opvolger een onontwarbaron boel ach terlaten. 1907 zal nog meer en sterker do Duitschc zwakheid doen uitkomen. Onvoorziene sterfgevallen bedreigen ver scheidene Duitsche vorstclijko families; dc hofzaken zullon vruchtbaar zijn aan opzien barende verrassingen. Ik wed, dat do Kei zer zijn theatertrucs, zijn indrukwekkende reizen zal verdubbelen tot onverwacht het oogenblik komt, dat hij zal gedwongen wor den stil te staan. En in Oostenrijk wat een geweld 1 De oudo Keizer is er niet zeker van, dat hij zijn kroon zal nalaten aan tien uitverkoren aartshertog. In Engeland zal dc klassenstrijd verscherpt worden. Heb conflict lu6schen do lords cn het volk, do pairs cn het Lagerhuis, staat voor do deur. Toch zal do Koning dit alles nveben tot kalmte tc brengen. Maar dan in het noodig, dat hij nogmaals ontsnapt aan ouderdom cn ziekte. Heel erg gerust over do Yercenigdc Sta ten ben ik niet. Vuur on ook water, over- Etroomingen bedreigen Amerika; zelfde ram pen voor Zuid-Amorika. Bijna in allo Staten zal dc politiek haar verwoestingen aanrich ten on ernstigo conflicten, benevens niïn schcn-vorwisseliugeu veroorzaken. In Spanje is do Koning aan do giootat> gevaren van zijn Regeering ontsnapt, tn wanneer 1907 of 1908 hem ongedeerd of zoo wat ongedeerd laten, kan hij cr zeker van zijn, ccn koninklijk, origiucel, bewogen en voorspoedig levcu tc leiden. Italic is in volle herleving; overigcus zio ik de Latijnscbc rass-en, meer dan ooit, be stemd om de wereld te tegccren; het rijk der armoedige zegepraal van het iudustria- lisme loopt ten ciude. Daar de Latijnschc menschheid weer hoe langer zoo meer leidende collectiviteit wordt, kau do godsdienst, dio haar do innerlijk heid 6chonk, welko huar kracht uitmaakt, slechts tot bloei komcu ua de aanpassings- omwerkingen, do vervorming te bobben ondergaan, welke de rustplaatsen des tijds 6teeds met zich brecjen. Ik geloof, dat de macht van het Valicaan zich zal uibreiden, dat zijn moreel gezag go- sterkt zul worden door do ^.aca der be dreigde Regceringon, door dc ontketen 'o begeerten der door materialisme tot wan hoop gebrachte volkeren. Voor België geloof ik den lij l van socialo transformaties en do hoKKcn, welke dezo meebrengen, zeer na. Wat Rusland aangaat, is het mij onmoge lijk iets helders cn zckcis to onderscheiden* Alios is tegenspraak. Echter schijnen mij, de aanwijzingen van particuliere rampen cn individueelo ongelukken dit jaar zeldzamer. Daar staat tegenover, dat eenige soldrn tenhanden mij hebben doen vermoeden, d.ii binnen korten tijd het Russische leger nog een buitenlandscho rol zal hebben tc spc- lon. Ods land prijkt niet op het lijstje, waar over wc ons maar moeten troosten met do overweging, dat de hanJen-jidfrouw het misschien wel mis kun hebben... Do Nicuwjaurswenaelicii althans die, welke met ccn fooi beantwoord worden, - - hebben in menig geval tooverkrncht. Zoo is het eens gebeurd, dat een aantal van do nobelste Rotterdammers doo«- hït uitblijven van een N ieuw j aars wen sclt lce- lijk werden gedupeerd. Het baantje van brugwachter in Rotter dam was in dio dagen maar slecht bezol' L.igd: men rekendo op dc emolumenten, ali as fooieD. En menig flinke Nieuwjaars fooi wisten de brugwaeliters van toen zich te verzekeren door bij hooecn waterstand do bewoners dor haven tc waarschuwen cn bij do mecsten dc vlocdplankcn to zetton. Zo deden dit immer zoo goed, vaak zelfs als het water op geen stukken na do huizen bereikte dat nicn in bun waak zaamheid een onbegrensd vertrouwen etcldo. Zoolang in Rotterdam het haantjo van brugwachter bestond, kwam liet water mis- sohien aan, maar nooit of tc nimmer in do huizen. Althans :iiet in dio dor grootc-fooi« on-gevenden. Maar wat geschiedde! Rotterdam ging vooruit en in plaats van ccn baantje was het brugwachterschap op zekeren morgen een ambt gewordencn dc brugwachter gemeente-ambtenaar met al den a-anklovo van dien. Onbereikbaar cn ongevoelig dus voor fooien. Maar evenmin als het ccn gemeente-amb tenaar gepermitteerd is fooien aan te pak ken, mag hij vloedplanken zetten en zoo kwam het dus, dat bij den eersten den bes ten hoogen vloed ua deze omwenteling in do Boven op de hoogte hield het rijtuig stil. ,Ohristiaan keerde zich half om; hij hoopte, dat het tot een gesprek over do velden cn 'pver het koren zou komen, maar do heer yon Knee was zoo in zijn droevige gedach- ten verzonken, dat hij ternauwernood i>©- 3 merkte, dat de paarden stilstonden. Ly' Gertrud. echter gaf den wensch te ken- nen daar een ..ogenblik te verboevon, om een blik in hot rond te werpen. Rechtop n in het rijtuig staande, keek zij met ge- R lukkigo oogen over bet vaderland van I haar geslacht, .'«.fc in den warmen zonnc- schijn rondom haar lag. Recht voor hen r «hit zagen zij in do verte den Dom der Htad, in welk.- so-idnw de „Monnikshof" lag. Do warmo lucht van den mooien *."0- mor dag lag als een lichte, glanzende ne- iVel om do kleine opeengedrongen schare .huizen, cn om het Godshuis tot aan do spits van zijn toren. Op zijdo naar het Westen zag men het oude boerenhuis, in 'den voorgron do sierlijko paden van het Waar ZÜ ^eP inkeken; vlak daar achter, op do holling van bet oudo land, j6r j1®?. zlck °P do duin do toren, welke duidelijk en scherp tegen do heldere, blauw© lucht afstak. Christiaan wees haar do kerken aan, arelie in een ha von cirkel den grooten Toor haar liggenden inham der wc nmga- Ten; de mee. a lagen in het vette groen Tan den vruchtbaren polder, do verst a£- gelcgcnon schenen met hun fijne torens nog uit zee omhoog te steken, alsof zij al leen do plaatsen wilden aangeven, waar verdwenen geslachten zich om ccn Gods huis hadden geschaard, waar, onder do g\olven, weggezonken d'prpen lagen. Hij wees naar het hunncbed, dat raidden in een gr.ot, ^Avcnd haverveld lag, hetwelk rijp waa om to oogsten. Naar het Oosten w.es bij op groote beu keu- cn dennenbosscnou, die als donke re zoomen don houvclacbtigea horizon be grensden, noemdo dc dorpen, welko in dien omtrek lagen, en beduidde haar do richting van den ouden straatweg, die, lang3 het heerenhuis, zich als een fijn, licht lint tusschen de heuvelen van hot oude land slingert, in den zoom van het boscb een opening maakt en dan links af slaand naar den oudon dom ko. :s zet, het middelpunt van het geheole landschap en bet middelpunt van zijn geschiedenis. Christiain Möller wees dit alles aan en verklaarde alles met den ijver en don eerbied van een j'ongen man, die blij is, een door hem hoog geachte jongo dame een dienst to kunnen bewijzen, en met de gemoedelijkheid van iemand, die allo we gen on paden kent cn zich verheugt, dat een ander zooveel belang in zijn geboorte grond stelt. Gertrud luisterde aandachtig naar notgcen hij zoo verstandig verklaar de on gaf hem door levendige vragen to kennen, dat het haar voornemen was in het vaderland van haar geslacht niet lan ger een vreemdo to zijn. Het opgewekte praten klonk den in zichzelven gekeorden man in do ooren als hot onverstaanbaar gesprek van verre, vreemde mcnschen. Wat ging hem dezo onschuldige vroolijkhcid, dit welgevallen iu kleino dingen aan'! Een leeuwerik steeg uit do korenstoppels omhoog! en vloog naar het firmament, totdat hij ein delijk, als gedragen, in dc lucht stond; het scheen, alsof hij ccn blik in hot rond wierpzoo steeg ook zijn ziel omhoog over de gesehicdenia van rijn geslacht, over bet verloop van zijn eigen loven, en keek om zich heen. Een treurig, troostelooe rond zien Hij zag zijn trotscbe jeugd, zijn overmoedige luitenantsjaren, rijn kort, onuitsprekelijk kjosfcclijk huwelijksgeluk. Hij herinnerde zich bij liet aanschouwen van dozo verwaarloosde velden met wreo- do duidelijkheid, welke grootscbo plannen hij indertijd, toen hij een buitenman was geworden, mede in het bcerenhuiB had gc- braoht, cn hij Deken do zichzelven eerlijk, dat heb niet alleen do ziekt© was ge weest, welko hem aan de kamer had ge boeid, welke hem <le leugens van valse he mcnschen had doen gelooven. Zou het an ders het verstandige meisje gelukt rijn, hem binnen enkel© dagon uit. rijn droome- rig gesocs te rukken cn hem weer tot een man te maken? Hij kwam zichzelven voor, als iemand, dio wakker wordt; als iemand, die allerlei vreemds droomde, en, door een schudden aan rijn schoudore ontwaakt, zich tegenover do werkelijkheid bevindt; ach, een naakte, leelijko werkelijkheid: te genover bedrog en armoede. En hier bleven zijn gedachten steken. Hij moest rich met geweld beheerschen, om rijn leed niet luido uit tc gillen. Deze man, wien hij eon tehuis had gegeven, in wien hij een onbegrensd vertrouwen had gesteld, bad van dit vertrouwen n^oDriuk gemaakt om rijn weldoebedriegen en in het verderf t© storten. En een an dere man, op wiens geslacht het volk bc- dort negentig jaren een blaam wierp, dien hij zijn vriend had genoemd, dio sinds jaren zijn eengo raadsman geweest was, hij was een dronkaard, ccn man zon der ridderlijkheid on zeker ook zonder eer En hij, Fricdrich von Knce, eens eon j'onge officior met do grootste verwachtin gen, dien rij.i oude, grijze overste, dion rij bij Gravelott© hadden begraven, meer dan eens had geprezen, di© op het heuvel- achtig terrein van Mars la Tour heb ijze ren kruis had veroverd, hij had dat alhts over zich laten heengaan als ccn miadcr- j'arig kind. En al riepen ook duizend stemmen ep den medolijderfdentrouwliartigen toon van den ouden Voss: „Gij waart immois riekriekziekzij zouden in dat uur allen overstemd worden door dio andere: „Gij hadt je kunnen aangorden, als gij gewild hadt." Menige von Kneo had hier zeker op do hoogte gestaan, hetzij te paard, to voet, of per rijtuig, om een blik over dit mooie gedeelte van Gods aarde te werpen, maar geen van allen had zeker met zulko droof- geestige oogen over do landerijen hcengo- rien. „Rijd doorl" Chri8tiaan Möller keef do zich naar zijn paarden en kweet zich van rijn ambt. Het drietal in bet rijtuig waa eri1 óyWOr' den. Een goed uur late» meiden zij voor het huis van d*"® rechter stil. Chriri;«.»n werd opgedragen, in' don „Mouuikshof" uit te spannen, waarheen do aohterblijvcndcn hem over een uur zou- den jvolgon. Do heer von Kneo steeg, op den ami van zijn nicht geleund, met .cuit© do z-andsteencn treden op, welke naar do ver trekken van zijn ouden vriend leidden. Do magere heer, met het fijn besneden, verstandige gelaat, het steil omhoog staande, witte i.aar en met zijn kaars recht© houding, trari op beiden too mot een uitdrukking van verwondering, ovot het bezoek van zijn voormaligen cliënt-, dia naar het scheen, in een toestand verkeer de, welko hoop op een volkomen genezing gaf. Hij had in het eerst op een zakelijke, droge wijze gesproken; toen hij echter met zijn grijzo, scherpe oogen den diepen lijdensteek op heb stille gelaat van den invalido ontdekte, werden rijn woorden zachter cn rijn bewegingen vriendelijker. De oude jurist hield zich in zijn lcdigo uren met het bcetudeeren van zijn land bezig. Zelf een kind van het landschap, met goede historische Kennis toegerust cn niet wonder fantasie, was hij van plau, do geschiedenis van het landschap to beschrij ven, als hem i j, den arbeid zijüs levens, waaraan bij het volgende jaar ecu eind dacht to maken, een vrij lange rustavoD' overbleef. Toen de oude heer d<n nap»** ycrtrud hoorde, kwam er een l* uitdruk king op ri..i hij stak haar met worm"- eC"rh»-J rijn hand toe cn leidde naar naar een stoel. In een beleefde hou ding, uoch met d,o vrijheid, welke een grijsaard veroorloofd is, beschouwde hij slanke, mooio meisje. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1