K14373
Dinsdag 1 Januai-i.
A0. 1907.
§626 <§ourant wordt dagelijks, met uitsondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Nieuwjaarsdag.
Wat liet jaar 1007 brengen zal.
Oude Nieuwjaarswensclien.
FEUILLETON,
j X>e oude toren.
I84)
I'IIUS DEZER COURANT)
Vooi le'.óf» psi week B Osctsi pel 3 maande» 1.10.
Unite» Leiden, pel ioopet en waai agenten getestigd i^jn i 1.30.
Trance per post 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIENJ
Van 8 rejrsls fl.05. Iodora rogel meer f0.17L Groot-ere letton naar
plaatsruimte. Kleine cdvertentiên ran 30 woorden 40 OeDtscontantielk
tiental woorden meer 10 Cent3.-Voor het incasseeren wordt f 0.05 borekand.
■1 «Tassnari 1907.
ZO is nog vreemd voor on zo oogon die 7.
Die vertrouwoiyte 6 13 nu weg voorgoed, wo
waren zoo Ean baar gewend. We hebban haar
!n 't afgeloopen jaar ontelbare malen neerge-
•cbieven, overal zien staan. Wo zullen haar
altyd verbinden aan wat ons ervoer In dit
jaar. Als we 't noemen, dat jaar 'OG, roept
het by den oen veol Bmaneiyk3 wakkor, by
don ander veel goeds. Maar wat ook in dat
cijfertjo opgesloten ligt: veel leeds, of eon
heeriyk herdenken of eon jaar door onbedui
dendheid, vrU vaal, om 'c even, die 0 Is eon
vertrouwde, oen vriendin dio onze geheimen
kent.
'8 En do 7 staat daar als een nieuwelinge,
dio zich misschien als eon goede vriendin of
'een kwade gast of eon heel gewoon mensch
tal ontplooien, best mogelijk, maar dio nu irl
haar onbekendheid nog onbemind is. Wo zijn
.telfs nog schuw van haar en verschrijven
•n versprekon ons do eerste dagon nog voort
durend, we zotten nog lelkona onze oude 6
"Tieer, mot de wiek naar bovon in plaats van
de bewimpelde 7.
B Zoo vol weemoed als do oudejaarsdag mot
JUn horlnnerenden terugblik, zoo vol stem
ming als die laatste dag, dio ateifdag van 't
doorleefde jaar, zoo nuchter de nieuvro dag
Van 't nieuwe jaar, dio dag mot al zijn laag
by den grondscho druktetjes, met al zyn
banaliteiten van „veel heil on zegen".
Nieuwjaarsdag is con dag zonder verheffing
des gomoeds, oen dag zonder poötischen glans,
fc Na dion avond van emotie een ont
nuchtering.
I Op oudejaarsavond koesteren we ons in
goeds voornemens, verwarmen we ons aan
olgen devote stemming, zyn we in dien zelf
afgenomen biecht, verlicht en boreid borgen
4e verzotten.
I Dat optimisme Is op nieuwjaarsmorgen
aardig wat bekoeld; wo hooren de kinderen
'juichen by ieder mooi kaartje, dat uit de bus
komt, we zieu do menschon in een draf elkaar
met „veel heil on zogen" en „een gelukkig
|nieuwjaar" achtervolgen, we mengen ons In
'de feesteiykheld, die in huls heerscht, maar
niettegenstaande deze uiteriykhoden, niettegen
staande de algemeen vrlendelUke gezindheid,
die men ziet glimmen op de goztehten van
de alom feliciteorende menschhoid, voelen wo
oze zorgen, onzo lasten, onze verplichtingen
drukken.
"We staan weer midden in 't levon, In 't
leven dat van velen onzor zoo veel vergt,
«ooveel moed, zooveel wilskracht, zooveel In-
r.ïpanniDg, zooveel goeden wil.
En waar oudejaarsavond ons als helden
ziet slaan tegenover den levensstrijd, vindt
nieuwjaarsmorgen, nlettegonetaando we glim
lachend feliciteeren, en glimlachend felicitaties
in ontvangst nemen, ons inneriyk gebogen
onder den levenslast.
De sage vermeldt, dat Janus, de God van
't jaar, tweo aangezichten had, flén naar 't
verleden gekeerd on één de toekomst Inziend;
maar als wy hot nieuwe j&ar inzien, gaat dat
gepaard met hot Yoeien van 't wicht der af-
golegde jaren.
Een nieuw jaar is te beschouwen als eon
lange weg, door ons allon af te loopen.
Kinderen, die klein zyn, kunnen hot einde
niet zien, huppelen dien op; voor hen is 't
oon oneindigheid haast een zee van dagen.
Jonge monschen beginnen overmoedig, ze
hebben in zich illusies by hoopen, idealen voor
't grypen en dat Yeikort hun den weg.
Do mensch, meer Ievecswlj6, heeft goloord
veel ide&lon en illusies als in 't leven on-
noodigen ballast over boord to gooien. HU
loopt 't zy met lust of zonder lust: de weg
Is eentonig, lykt soms wel wat dor. En naar
gelang hy ouder wordt, is het of do eindpaal
telkens vlugger voor hem opdoent, daar In
eens da oudejaarsdag wtor voor de deur staat
èn do nieuwjaarsdag: 't begin van een
nieuwen weg
"Wat liet Nieuwjaar voor leder onzer In zyn
schoot borgt, wat die twaalf maanden ons
zullen brengen, wo welon het niet.
We kunnen In 't levon geen handbrood
voor ons uit zien.
Wat vandaag vol goluk Ia, wat ons het
meest gerechtvaardigd vertrouwen inboezemt,
is morgen vernietigd, weg.
In den duur van 't inenschonloven ook
biedt hot tengere, broze riet weerstand, waar
do forscho stammen, in vollen blool op 't
onverwachtst vallen.
En ook weer iu dit reeds aangobroken jaar,
zullen geluk en rampspoed, verdriet on zorg,
zullen de sobrilste tegenstellingen wisselvallig
worden rondgestrooid en goen die de wogen
kent door welke 't lot wordt bestuurd.
Dat het dan voor velon onzer oen gelukkig
jaar mogo worden 1
Nieuwjaarsdag is de dag van do fooien. De
eene helft van do menschheid geeft fooien en
de andere helft krygt ze.
En do huisvrouwen hebben 't zwaar te
verantwoorden.
Dat de bakker en de 6lager een fooi krygon
is een oerreebt, dat de lantaarnopsteker en
de man van Yan Gend en Loos oon fooi
reclameoren gaat ook nog, maar dat do loop
knecht uit den winkel waar jo nooit komt,
en de werkvrouw die tien jaar geleden by u
werkte, zich geroepen gevoelen u met hun
zegen te komon verrijken, en als belooning
voor dien zegen om een „nleuwjaartjo" solli-
clteeron, dat loopt toch eigoniyk de spuigaten
wel een beetje uit.
Maar gewoonlijk ziot men wat door de
vingers op dien eersten jaardag, 't Is in 't
hartje van den winter en r1 dio zogenbeiul-
glngen zyn verdekte attentmaklogen dat turf
en kolen duur zyn.
Dat maakt de Nieuwjaarsdag tot een dag
van veel weldoen.
Verder Is de Nieuwjaarsdag een officieele
dag ty uitnemendheid.
De inferieur gaat zyn superieur geluk
wenschoD. En van hoog-offlcleele zyde worden
lintjes uitgedeeldin minder oJficioele kriDgon
zyn traktemontaverhoogingen aan de orde,
worden bevorderingen gemaakt en worden
gralificalio8 verleend. E;i al deze aangename
gebeurtenissen zetten een nieuwe aantrekke
lijkheid bU aan d6n' dag en maken hem tot
don dag van verrassingen 1 De H.
Het was Nieuwjaar 1 De snerpendo wiud
joeg <lo sneeuwvlokken iu dwarreling voor
zich uit cn toekende ijsbloemen op üe rui
ten.
In dc warme, gezetligo kuiskamor zat
ccn dame. Zij zocht brieven uit op haar
ontbijttafel, vergezeld van rijko bloemgo-
sckenken, kostbare cadeaus; alles, wat bij
den Nieuws jaarsdag vau ccn gevierde
vrouw behoort.
Eu tooh boog zo het fraaie hoofd on
dacht: „Wat zal het uieuwo jaar mij bren
gen 1 Zoo ik al niet over mijn lot heb to
beschikken, bon ik toch zéér veel doen om
het nuttig door to maken Iedere dag
schenkt mij nieuwo gelegenheid naar art
goedo cn edele to streven en te woekeren
met do gaven, dio ik van God heb oat/an-
gen.
Zij had vel© vrienden en bekendon.
Als bij heb kaartspel schudde zij do brie
ven op haar tafol door elkaar ca trok cr
één uit. Zij lachte, toen zij het bandschrift
herkende.
„Neen, neen, vriondje, jij bent ine te
jong, tc lichtzinnig, te veel belust t p mijn
rijkdom en vooral niet' degelijk genoog van
beginselen.
Zij greep een anderen. Zij kleurde en
haar hart begon heftigor tc kloppen.
„Dus toch hij. Hij T'
Een gelukkige glimlach vloog ovo* haar
nog altijd mooi gezicht, als het morgen
rood van een mooicn zomcrcbig, cn zachtjes
fluisterde zij: „Mijn God, heb dank l"
Zij stond op en begaf zich naar haar
schrijftafel in het naastliggond boudoir.
Met bevendo hand schreef zij:
„Kom en breng uw beide dochtertjes me
de; wij willen den Nicuwj"aarsdag, die to-
vens mijn verjaardag is, gehcol onder ons
vieren. Uw lieve kinderen zullen in mij do
door u verlangde tweede moede* vinden."
„Moedor", prevelde zij Llijmcodig en har
telijk.
Moodcrgeluk was het eenige, wat haar
ontzegd was gebleven; than3 wilde zij ook
dat voor zich verwerven; zij wildo do beide
„moodorloozen" gelukkig makon, en ock
hem, dien zij reeds had liofgehaJ, toen zij
nog jong was.
Zij is gelukkig op haar vcertigsten ge
boortedag; zij ontvangt en zij geeft. Zij ts
do verstandige, barmhartige, gcestigo vtouw,
die alleen met het werkelijke leven reken
schap houdt.
Zij kan het idaal genoemd worden van
wat Schiller zioh voorstelde als bij van ede
le vrouwen sprak. Dc edele viouw van des
tijds is in den grond dezelfde, als do odclo
vrouw van tegenwoordig; alleen do ver
houdingen zijn ceuigszius anders.
Welk een korte spanne lijds eigenlijk
voor een vrouw, die haar besten inhoud
weet tc geven, die zaait cn oogst.
Wat dit ja-ar, altijd volgens den almauak
van madame Do Thèbes, de bekende waar
zegster brengen zal 7
Het jaar 1900 beeft zo een dwaas jaar
genoemd; 1907 zal een onsamenhangend
jaar zijn. Do verrassingen cn plotselinge
wijzigingen der toestaudcu zullen elkaar
nog sneller opvolgen dan tot nu toe.
In Frankrijk uil geen enkele gebeurtenis
langdurige gevolgen hebben en geen enke
le zaak zal ons geheel cn al in beslag no
men.
Een buitenlandscho oorlog behoeft niet
te worden gevreesd.
Toch geloof ik, zegt do waarzegster, dat
we het gevaar, dat wo reeds geloopen
hebben, nog eens zullen loopon, cn
in ieder geval, althans aan dc andere zijdo
van do zee. zul me.i hot woord aan do sol
daten moeten 'en.
Dc gewone reeks der parlementaire en fi-
nancicclo drama's zal gewichtiger zijn dan
gewoonlijk cn gekenmerkt worden door
aangrijpende verdwijningen twee vooral.
Wat een schandalen cn droefheid bin
nenshuis, wat ccn kwesties duur in 19071
Duitsohlaud zie ik hoo langer hoo meer
ongerust, verzwakt, beproefd, vorbitterd en
verbitterend cn gu«nsehclijk doortrild van
belangen- en gcwetcnsonlusten;
Do Keizer heeft de schoonste dagon van
zijn regceiïng geloefd. Hij zal zijn onerva
ren opvolger een onontwarbaron boel ach
terlaten. 1907 zal nog meer en sterker do
Duitschc zwakheid doen uitkomen.
Onvoorziene sterfgevallen bedreigen ver
scheidene Duitsche vorstclijko families; dc
hofzaken zullon vruchtbaar zijn aan opzien
barende verrassingen. Ik wed, dat do Kei
zer zijn theatertrucs, zijn indrukwekkende
reizen zal verdubbelen tot onverwacht het
oogenblik komt, dat hij zal gedwongen wor
den stil te staan.
En in Oostenrijk wat een geweld 1 De
oudo Keizer is er niet zeker van, dat hij
zijn kroon zal nalaten aan tien uitverkoren
aartshertog.
In Engeland zal dc klassenstrijd verscherpt
worden. Heb conflict lu6schen do lords cn
het volk, do pairs cn het Lagerhuis, staat
voor do deur. Toch zal do Koning dit alles
nveben tot kalmte tc brengen. Maar dan in
het noodig, dat hij nogmaals ontsnapt aan
ouderdom cn ziekte.
Heel erg gerust over do Yercenigdc Sta
ten ben ik niet. Vuur on ook water, over-
Etroomingen bedreigen Amerika; zelfde ram
pen voor Zuid-Amorika. Bijna in allo Staten
zal dc politiek haar verwoestingen aanrich
ten on ernstigo conflicten, benevens niïn
schcn-vorwisseliugeu veroorzaken.
In Spanje is do Koning aan do giootat>
gevaren van zijn Regeering ontsnapt, tn
wanneer 1907 of 1908 hem ongedeerd of zoo
wat ongedeerd laten, kan hij cr zeker van
zijn, ccn koninklijk, origiucel, bewogen en
voorspoedig levcu tc leiden.
Italic is in volle herleving; overigcus zio
ik de Latijnscbc rass-en, meer dan ooit, be
stemd om de wereld te tegccren; het rijk
der armoedige zegepraal van het iudustria-
lisme loopt ten ciude.
Daar de Latijnschc menschheid weer hoe
langer zoo meer leidende collectiviteit wordt,
kau do godsdienst, dio haar do innerlijk
heid 6chonk, welko huar kracht uitmaakt,
slechts tot bloei komcu ua de aanpassings-
omwerkingen, do vervorming te bobben
ondergaan, welke de rustplaatsen des tijds
6teeds met zich brecjen.
Ik geloof, dat de macht van het Valicaan
zich zal uibreiden, dat zijn moreel gezag go-
sterkt zul worden door do ^.aca der be
dreigde Regceringon, door dc ontketen 'o
begeerten der door materialisme tot wan
hoop gebrachte volkeren.
Voor België geloof ik den lij l van socialo
transformaties en do hoKKcn, welke dezo
meebrengen, zeer na.
Wat Rusland aangaat, is het mij onmoge
lijk iets helders cn zckcis to onderscheiden*
Alios is tegenspraak. Echter schijnen mij,
de aanwijzingen van particuliere rampen cn
individueelo ongelukken dit jaar zeldzamer.
Daar staat tegenover, dat eenige soldrn
tenhanden mij hebben doen vermoeden, d.ii
binnen korten tijd het Russische leger nog
een buitenlandscho rol zal hebben tc spc-
lon.
Ods land prijkt niet op het lijstje, waar
over wc ons maar moeten troosten met do
overweging, dat de hanJen-jidfrouw het
misschien wel mis kun hebben...
Do Nicuwjaurswenaelicii althans die,
welke met ccn fooi beantwoord worden, - -
hebben in menig geval tooverkrncht.
Zoo is het eens gebeurd, dat een aantal
van do nobelste Rotterdammers doo«- hït
uitblijven van een N ieuw j aars wen sclt lce-
lijk werden gedupeerd.
Het baantje van brugwachter in Rotter
dam was in dio dagen maar slecht bezol'
L.igd: men rekendo op dc emolumenten, ali
as fooieD. En menig flinke Nieuwjaars
fooi wisten de brugwaeliters van toen zich
te verzekeren door bij hooecn waterstand
do bewoners dor haven tc waarschuwen cn
bij do mecsten dc vlocdplankcn to zetton.
Zo deden dit immer zoo goed, vaak
zelfs als het water op geen stukken na do
huizen bereikte dat nicn in bun waak
zaamheid een onbegrensd vertrouwen etcldo.
Zoolang in Rotterdam het haantjo van
brugwachter bestond, kwam liet water mis-
sohien aan, maar nooit of tc nimmer in do
huizen. Althans :iiet in dio dor grootc-fooi«
on-gevenden.
Maar wat geschiedde! Rotterdam ging
vooruit en in plaats van ccn baantje was
het brugwachterschap op zekeren morgen
een ambt gewordencn dc brugwachter
gemeente-ambtenaar met al den a-anklovo
van dien. Onbereikbaar cn ongevoelig dus
voor fooien.
Maar evenmin als het ccn gemeente-amb
tenaar gepermitteerd is fooien aan te pak
ken, mag hij vloedplanken zetten en zoo
kwam het dus, dat bij den eersten den bes
ten hoogen vloed ua deze omwenteling in do
Boven op de hoogte hield het rijtuig stil.
,Ohristiaan keerde zich half om; hij hoopte,
dat het tot een gesprek over do velden cn
'pver het koren zou komen, maar do heer
yon Knee was zoo in zijn droevige gedach-
ten verzonken, dat hij ternauwernood i>©-
3 merkte, dat de paarden stilstonden.
Ly' Gertrud. echter gaf den wensch te ken-
nen daar een ..ogenblik te verboevon, om
een blik in hot rond te werpen. Rechtop
n in het rijtuig staande, keek zij met ge-
R lukkigo oogen over bet vaderland van
I haar geslacht, .'«.fc in den warmen zonnc-
schijn rondom haar lag. Recht voor hen
r «hit zagen zij in do verte den Dom der
Htad, in welk.- so-idnw de „Monnikshof"
lag. Do warmo lucht van den mooien *."0-
mor dag lag als een lichte, glanzende ne-
iVel om do kleine opeengedrongen schare
.huizen, cn om het Godshuis tot aan do
spits van zijn toren. Op zijdo naar het
Westen zag men het oude boerenhuis, in
'den voorgron do sierlijko paden van het
Waar ZÜ ^eP inkeken; vlak daar
achter, op do holling van bet oudo land,
j6r j1®?. zlck °P do duin do toren, welke
duidelijk en scherp tegen do heldere,
blauw© lucht afstak.
Christiaan wees haar do kerken aan,
arelie in een ha von cirkel den grooten
Toor haar liggenden inham der wc nmga-
Ten; de mee. a lagen in het vette groen
Tan den vruchtbaren polder, do verst a£-
gelcgcnon schenen met hun fijne torens
nog uit zee omhoog te steken, alsof zij al
leen do plaatsen wilden aangeven, waar
verdwenen geslachten zich om ccn Gods
huis hadden geschaard, waar, onder do
g\olven, weggezonken d'prpen lagen. Hij
wees naar het hunncbed, dat raidden in
een gr.ot, ^Avcnd haverveld lag, hetwelk
rijp waa om to oogsten.
Naar het Oosten w.es bij op groote
beu keu- cn dennenbosscnou, die als donke
re zoomen don houvclacbtigea horizon be
grensden, noemdo dc dorpen, welko in
dien omtrek lagen, en beduidde haar do
richting van den ouden straatweg, die,
lang3 het heerenhuis, zich als een fijn,
licht lint tusschen de heuvelen van hot
oude land slingert, in den zoom van het
boscb een opening maakt en dan links af
slaand naar den oudon dom ko. :s zet, het
middelpunt van het geheole landschap en
bet middelpunt van zijn geschiedenis.
Christiain Möller wees dit alles aan en
verklaarde alles met den ijver en don
eerbied van een j'ongen man, die blij is,
een door hem hoog geachte jongo dame
een dienst to kunnen bewijzen, en met de
gemoedelijkheid van iemand, die allo we
gen on paden kent cn zich verheugt, dat
een ander zooveel belang in zijn geboorte
grond stelt. Gertrud luisterde aandachtig
naar notgcen hij zoo verstandig verklaar
de on gaf hem door levendige vragen to
kennen, dat het haar voornemen was in
het vaderland van haar geslacht niet lan
ger een vreemdo to zijn.
Het opgewekte praten klonk den in
zichzelven gekeorden man in do ooren als
hot onverstaanbaar gesprek van verre,
vreemde mcnschen. Wat ging hem dezo
onschuldige vroolijkhcid, dit welgevallen
iu kleino dingen aan'! Een leeuwerik
steeg uit do korenstoppels omhoog! en
vloog naar het firmament, totdat hij ein
delijk, als gedragen, in dc lucht stond;
het scheen, alsof hij ccn blik in hot rond
wierpzoo steeg ook zijn ziel omhoog over
de gesehicdenia van rijn geslacht, over bet
verloop van zijn eigen loven, en keek om
zich heen. Een treurig, troostelooe rond
zien Hij zag zijn trotscbe jeugd, zijn
overmoedige luitenantsjaren, rijn kort,
onuitsprekelijk kjosfcclijk huwelijksgeluk.
Hij herinnerde zich bij liet aanschouwen
van dozo verwaarloosde velden met wreo-
do duidelijkheid, welke grootscbo plannen
hij indertijd, toen hij een buitenman was
geworden, mede in het bcerenhuiB had gc-
braoht, cn hij Deken do zichzelven eerlijk,
dat heb niet alleen do ziekt© was ge
weest, welko hem aan de kamer had ge
boeid, welke hem <le leugens van valse he
mcnschen had doen gelooven. Zou het an
ders het verstandige meisje gelukt rijn,
hem binnen enkel© dagon uit. rijn droome-
rig gesocs te rukken cn hem weer tot een
man te maken? Hij kwam zichzelven voor,
als iemand, dio wakker wordt; als iemand,
die allerlei vreemds droomde, en, door een
schudden aan rijn schoudore ontwaakt,
zich tegenover do werkelijkheid bevindt;
ach, een naakte, leelijko werkelijkheid: te
genover bedrog en armoede.
En hier bleven zijn gedachten steken.
Hij moest rich met geweld beheerschen,
om rijn leed niet luido uit tc gillen. Deze
man, wien hij eon tehuis had gegeven, in
wien hij een onbegrensd vertrouwen had
gesteld, bad van dit vertrouwen n^oDriuk
gemaakt om rijn weldoebedriegen
en in het verderf t© storten. En een an
dere man, op wiens geslacht het volk bc-
dort negentig jaren een blaam wierp,
dien hij zijn vriend had genoemd, dio
sinds jaren zijn eengo raadsman geweest
was, hij was een dronkaard, ccn man zon
der ridderlijkheid on zeker ook zonder
eer En hij, Fricdrich von Knce, eens eon
j'onge officior met do grootste verwachtin
gen, dien rij.i oude, grijze overste, dion
rij bij Gravelott© hadden begraven, meer
dan eens had geprezen, di© op het heuvel-
achtig terrein van Mars la Tour heb ijze
ren kruis had veroverd, hij had dat alhts
over zich laten heengaan als ccn miadcr-
j'arig kind.
En al riepen ook duizend stemmen ep
den medolijderfdentrouwliartigen toon
van den ouden Voss: „Gij waart immois
riekriekziekzij zouden in
dat uur allen overstemd worden door dio
andere: „Gij hadt je kunnen aangorden,
als gij gewild hadt."
Menige von Kneo had hier zeker op do
hoogte gestaan, hetzij te paard, to voet,
of per rijtuig, om een blik over dit mooie
gedeelte van Gods aarde te werpen, maar
geen van allen had zeker met zulko droof-
geestige oogen over do landerijen hcengo-
rien.
„Rijd doorl"
Chri8tiaan Möller keef do zich naar zijn
paarden en kweet zich van rijn ambt.
Het drietal in bet rijtuig waa eri1 óyWOr'
den. Een goed uur late» meiden zij voor
het huis van d*"® rechter stil.
Chriri;«.»n werd opgedragen, in' don
„Mouuikshof" uit te spannen, waarheen
do aohterblijvcndcn hem over een uur zou-
den jvolgon.
Do heer von Kneo steeg, op den ami
van zijn nicht geleund, met .cuit© do
z-andsteencn treden op, welke naar do ver
trekken van zijn ouden vriend leidden.
Do magere heer, met het fijn besneden,
verstandige gelaat, het steil omhoog
staande, witte i.aar en met zijn kaars
recht© houding, trari op beiden too mot
een uitdrukking van verwondering, ovot
het bezoek van zijn voormaligen cliënt-, dia
naar het scheen, in een toestand verkeer
de, welko hoop op een volkomen genezing
gaf. Hij had in het eerst op een zakelijke,
droge wijze gesproken; toen hij echter
met zijn grijzo, scherpe oogen den diepen
lijdensteek op heb stille gelaat van den
invalido ontdekte, werden rijn woorden
zachter cn rijn bewegingen vriendelijker.
De oude jurist hield zich in zijn lcdigo
uren met het bcetudeeren van zijn land
bezig. Zelf een kind van het landschap,
met goede historische Kennis toegerust cn
niet wonder fantasie, was hij van plau, do
geschiedenis van het landschap to beschrij
ven, als hem i j, den arbeid zijüs levens,
waaraan bij het volgende jaar ecu eind
dacht to maken, een vrij lange rustavoD'
overbleef.
Toen de oude heer d<n nap»** ycrtrud
hoorde, kwam er een l* uitdruk
king op ri..i hij stak haar met
worm"- eC"rh»-J rijn hand toe cn leidde
naar naar een stoel. In een beleefde hou
ding, uoch met d,o vrijheid, welke een
grijsaard veroorloofd is, beschouwde hij
slanke, mooio meisje.
(Wordt vervolgd).