N®. 14372 ftlaaiidag 31 Decembers A°. 1906.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieels Kennisgeving.
Het jaar 1906.
FEUILLETON.
X>e oude toren.
PRIJS DEZER COURANT»
Vest Esldso pel week 9 Cents i pel 8 meenden 2 J I f 1.10.
Balten Leiden, per locper en wear egenteD gevestigd t^jn i 1.30,
Franco per post i It, 1.65.
PRIJS DER ADYERTEN'TIENj
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer /0.17L Grooiere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine ftdvortentiën .tan 30 woorden 40 Oentscontant i elk
tiental woorden meer 10 0ent3. - Voor hot incasseeren wordt/"0.05 berekend.
Onderzoek naar de voorgeoelend-
iieid van lo telingen der militie en
van adspirasit-kaderreservisten.
De -burgemeester der gemeente Leiden, go-
elen de missivo van den Voorzitter der com
missie, belast met liet onderzoek ln deze ge
meente naar de geoefendheid van lotelingon
der militie en van adspirant-vrywilligers voor
het .Reservekader, dd. 24 December j!., bo-
treffendo den dag en hot uur waarop en de
plaats waar de bedoelde jongelieden voor het
onderzoek aanwozig moeten z(jn;
Maakt by deze bekend, dat zy, die zich aan
bovenbedoeld onderzoek wonscben te onder
werpen en zich daartoe ter gemeento-secro-
tario alhier hebben aangemeld, op 8 Januari
1907, -'s morgens te 9 urcnJ in het gymnastiek
lokaal aan den Morschsingel (achter het Militair
Hospitaal) behooren tegenwoordig te zyn.
Do Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
LeidoD, 81 December 1906.
Burgemeester en Wethouders van Loiden,
Gezien het adres van A. VAN BRUSSEL,
alhier, houdende verzoek om vergunning
tot het oprichten eener rookcrij en uoutenj
in het perceel Heerenstraat No. 2, kad.
bekend in. sectie M No. 1959;
Gelet op de artt. 6 on 7 der Hinderwet;
Geven bij d:ze kennis aan het publiek
'dat genoemd verzoek, met do bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Zaterdag 12 Jan. a.s.,
's voo 'ddags elf uren, on het Raad
huis, gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen dit verzoek ia te brengen.
Burgemeester en Wethuudera voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 29 December 1900.
Zoo staan wy dan weor aan den vooravond
van eon nieuwen jaarkring. Het oude jaar ia
voorbygegaan en er komt op den oudenjaaia-
avond, of wU het willen of met, ontroering
over ons, als we, even rustend van de be
slommeringen van eiken dag, den blik naar
achteren wendon en terugzien op de 8G5
dagen, die nu weer tot het verleden bokooron.
Wat la het jaar 1906 goweost voor de
wereld, voor ona land on volk, voor onze
stad, voor onze gezinnen en personen? Wac
heeft het gegeven on.... genomen? Hoe
hebben wy tegenovor den tyd gestaan? Zie
daar vragen, die by elk ernstig mensch
opryzen In doze laatste stonden en waarop
leder onzer zyn eigen, met dat van anderen,
verschillend antwoord zal gevon.
Overdenk, bepeins, hot diep, o mensch en
kindl met biydsckap, in droefheid en in
ootmoed 't allermeest. En put uit do ervaring
van hot oude, lessen voor het nieuwe jaar,
die van pas zullen komen als go straks den
reisstaf weder opneemt en den levenstocht
woder voortzet door.... 1907.
Met elk jaar dat heengaat worden wy ook
•en jaar ouder, wy moeten, zal hot goed zyn,
ook een jaar wyzer en beter worden.
Dit is de groote waarheid, dio do oudejaars
avond ons predikt.
Mot dit Intieme, ieder menschenleven In
het bijzonder rakend, waarby men alleen,
hoogstons met de zynen komt te staan voor
zyn Goweten en voor zUn God, mag de
dagblaöschryver als hy zich het vervlogen
jaar voor den geest roept, zich niet bezig
houden.
Schryvende voor het algemeen, moot hy
ook de Yoorbygegane dingen in algemeeno
trekken boschouwen.
En zoo terugziende kan zeker 1906 ons
een gevoel yan bevrediging schenken.
Hot was een goed en vruchtbaar jaar. De
lange mooie zomer, die eerst ln 't late najaar
afscheid nam, zal niet licht wordon vergeten.
Zeldzaam mild was de natuur en dit was
wol een danktoon waard.
Blikkend over hot grooto woreldtooneel
kunnen wy over dit afgeloopeii jaar ook te
vreden zyn. Binds do vrode tusechon Rusland
en Japan werd gesloten is de algomoene vrede
niet meer verstoord. Wel dreigden or Boms
uitbarstingen, doch het is by dreigen gebleven
on zonder een angstig voorgevoel kunnen we
het jaar 1907 ingaan.
Wel bobben wij gehuiverd menigmaal als
we lazen van den binnenlandschen kryg ln
het groote Tzarenryk, doch we loerden ons
or meo te verzoenen, opdat het is de worsteling
van don dageraad der vrüheid en van het
recht met den nacht van verdrukking en
tirannie.
Ook voor ons land was 1906 een rustig
jaar; schokkende gebeurtouissen haddon niet
plaats, de politieke hartstochten bleven zoo
goed als geheel sluimeren; een gewichilgstuk
wetgevende arbeid waarvan in de toekomst
omtrent de verhouding tusschen werkgever
en werknemer veel vrordt verwacht het
Arbeidscontract kwam tot stand.
Voor groote rampen bleven we gespaard al
mogen we de ramp in Zeeland iftet vorgeten.
Handel en nyverheid bloeiden, de landbouw
ging vooruit, wat wel het duldelykst hieruit
biykt dat de opbrengst der geldmiddelen van
het Ryk die van vorige jaren verre oveitrof.
Wol kunnon wU nog niet van ons afzetten
de toloui stolling, die in de eoiste plaats ons
Vorstenhuis en daarin de natlo trof, doch
daarby ryst weder de hoop dat volgende jaren
ons Koningspaar nog den ouderzegen kunnen
doen schenken.
En zoo komen we eindelijk tot do stad
onzer inwoning cn we denken wel het al-
lérccr&t n&Ji de gebeurtenissen, waaraan
wij het te danken hebben, dat onze ge
meente een monument meer telt, huldigend
een harcr grootste zonen: de herdenking
van Kcmbrandts SOOstcn geboortedag.
Men beeft ons niet de eer gelaten alleen
den mecster-schilder to herdenken; eon
genie als Rembrandt komt niet enkel zijn
geboortestad, komt heel do wereld too,
maar nergens heeft men rijn grooto nage
dachtenis waardiger gevierd dan in
Leiden.
Een tentoonstelling van zijn meesterwer
ken en die zijner leerlingen uit allo oor
den der wereld bijeengebracht, heeft we-
derkeerig den vreemdeling uit verre stre
ken naar ons© vestte getrokken om den
tol der huklo aan den sehilders'orst to
brengen.
Aan het einde van het jaar brengen wij
aan de mannen van het initiatief en do
uitvoering, die ook financioel een schitte
rend resultaat had,gaarne onze huldo.
In schrille tegenstelling met difc heerlijk
feest rijst voor ons op die langdurige cn
bittero strijd tusschen dc gozellen cn do
patroons in het timmervak, die met groote
hardnekkigheid is gevoerd en helaas niet
eindigde in een voor beide partijen bevre
digende oplossing, waarbij men in oprecht
heid clkamder do hand der verzejening
kon reiken. Wij beoordeolon dezen strijd
ook aan het cindo van het jaar niet, doch
sproken den wcncab uit, dat, als in het
niouwe jaar do bouwbedrijven weder in
actie komen, alle wrok mag rijn verdwenen
en aan weerskanten het verlangen sterk
is om voortaan in vrode samen te werken
Hiernaast valt to wijzen op veel, dat.
weer nangenamo herinneringen opwekt.
Einde Maart werd het vijftigjarig bestaan
der Kweekschool voor Zeevaart feestelijk
herdacht, van 1013 Mei hield do afdeeling
Leidon van den Volksbond, vereenrging
tot dranKbeetrijding", ccn zeer goed ge
slaagdo Huisvlijttontoonslelling, die, naar
we hopen, in Leiden wel eens weder zal
worden gehouden; den 4dcn Juni vierde
men liet 25-jarig bestaan van do Riju-
landsolio Stoomtram; den 11 den van die
maand nam prof. Do Goeje afscheid van
zijn leerlingen on werd to dozer gelegenheid
hot De-Goojefonds gesticht ten dienste van
do studecrendo jongelingschap.
Onze hoogeschool rag Dc Qocjc mot
leedwozten uit do rij der dienstdoende hoog-
lecraron treden, doch verinnigde zich, dab
in zijn plaats niemand minder dan dr.
Snouek Hurgronjo werd benoemd", dio ech
ter nog altijd niet zijn intrede als zooda
nig heeft gedaan.
Met leedwezen werd door vele Leiden aars
vernomen, dat prof Van der Vlugt ich
om gezondheidsredenen genoodzaakt zag
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
en van den Gemeenteraad to bedanken, al
verheugdo het menigeen later, toen men
hoorde, dat de hoogleeraar in zooverro
hersteld is, dat hij na de Kcrslvacantio
weder zijn gowono collegos aan de Univer
siteit zal nervafcten.
Heeft mon hem alzoo als politicus verlo
ren, als hoogleeraar is hij weder aan do
hoogeschool teruggegeven.
In do Tweede Kamer nam dr. J. Th. do
Viszer zijn zetel in; dc heer Stigter volgde
hem op als lid van den gemeenteraad.
O
Op den Oudejaarsavond herdenkt men
bij voorkeur rijn dooden, die in den loop
van het jaai ons ontvielen. Menig stille
traan zal er ook nu weer worden geschreid
door de velen, die uit hun kring een ver
lies hebben te betreuren.
Wij noemen alleen de enkele namen hoe
kan het anders van personen, dio in de
gemeente meer of minder bekend waren:
prof. dr. S. Rosenstein, oud-hoogleeraar
S. C. van Doesburgh en F. de Stoppelaar,
bekende uitgevers, cn eindelijk ds. H. P.
Schim van der Loeff, emeritus-predikant
bij do Remonstrantecke Gemeente.
Zij zijn der gemeente, hun werkkring cn
hun familie ontvallen.
Ach, mot hoovelen zijn ze niet, aan wie
do lieflijkheid van het samenzijn niet te
beurt valt op dezen OudejaarsavondHoe
talrijk do eenzaam achtergeblevenen, door
het heengaan van vroegero geitellen, wier
beeld hun thans uit het verleden toewenkt
met wccmoedigen groet. In ha© menig ge
zin ook zijn plaatsen lceggevallen, dio men
nog langen tijd bezet waande, omdat
daaruit kracht en blijmoedigheid den mc-
de-aanzittendcn tegenstraaldcn bij do laat
ste Oudejaarsavondviering.
Zullen wij ccn volgenden Oudejaarsavond
ook nog kunnen vieren? Dczo vraag dringt
zich onwillekeurig bij ons op, als wij den
ken aan hen, die wc nu voor het eerst uit
onzen kring missen. Zullen cr uit onzen
kring weer andereu wegvallen in het ko-
meneïo jaar?
Dat is do weemoedige gedachte, die ook
onder het fcestgedruiseh bijwijlen zich aan
ons opdringt.
Maar waar dan ons bestaan en dat on
zer medemenschon zoo onzeker is, dat
ieder oogenblik het uur van scheiden aan
breken lean, roept daar de Oudejaarsavond
ons niet toe:
Tochtgenooten, reist in vrede sameti
Bezorgt uzelf cn anderen .ccn zooveel mo
gelijk genoeglijke rc*s» vertrouwende op
Een, dio allo paden leidt.
Onze samenleving beantwoordt nog op
verre niet aan het ideaal van uien schen min
eu van liefde, waarop wij zoo gaarne het
oog* richten, vooral, als wij staan op dc
grens van het oude en het nieuwe Leven,
treden wij straks 1907 in met heb heilige
voornomen te bcvordoren ons eigen geluk,
ja, maar ook dat onzer mcdcmênsohon I
Alleen, als dit voornemen in oris leeft,
kunnen wij in werkelijkheid elkander een
gezegend einde van den ouden en ccn blij
begin in den niouwen tijdkriug toewen-
cchen.
Leiden, 31 December*.
Aan d- Ned.-Gustaaf-Adolf-Voreoni-
ging is door een onbekendo uit Leidon ge
schonken een som vau vier honderd
gulden.
Door het Collego van Zetters alhier,
werden voor het belastingjaar 1907, be
noemd tot schattors van huurwaarden, do
hccren W. Kok en G. van Driel.
Door liofc bestuur der Handel.sbedien-
donvereeniging „Kennis is Macht" is tot
concierge benoemd P. K. Jans.
„Jacob Cats" heeft weer van zich doen
hooren en zich ook laten zien. En mot ecre,
onder, naar het ons voorkwam, nog grooler
belangstelling, dan dc vorige maai in het
vorige winterseizoen. De Schouwburg toch
was gisteravond goed bezet.
Ter zijde van heb tooncel prijkte dc met
in wedstrijden behaalde medailles voorzie
ne banier cn Geyps strijkorkest zorgdo
voor en in do pauze voor goede muziek.
Opgevoerd werd „Jan Ongeluk", klucht in
drio bedrijven, door Oscar Blumonthal cn'
Gustav KaJelbcrg, vrij bewerkt door Jac.
de Vos.
Er werd veel genoegea meo bezorgd.»
Reeds het eerste bedrijf pakte bijzonder.-
L.een wonder. Vooral teen werd cr een best
aansluitend geheel gevormd.
Maar ook in de o\ erigc bedrijven weiden
er voel tcvredenheidsbctuigmgeu ontlokt.
Het spel werd dan ook met aandacht ge
volgd on meermalen klonk er een hartelijke,
ongekunstelde lach door dc zaal.
Dat was niet enkel to danken aan dc lice-
rcu-dilettanben, maar ook aan het viertal
dames, van wie er twee reeds den gunslig-
sten naam en de hartelijkste sympatluo
hebben verworven terwijl do tweo an
dere, meer jonge.c op i planken, steeds
duidelijk blijk gcvcu degelijke krachten der
Vereoniging tc zullen worden.
Een verdic. ste van het gezelschap is, dat
ook voor de zoogenaamde ondergeschikte
rollcu goed g ~orgd wordt.
Van de aanklccding 3 .n het looucel wui
cvoneena veel we k g,maakt.
In liet kort kan dus verklaard worden,
dab „Jacob Cats" getoond hoeft cr stccdS,
nog to mogen zijn. dat de club dc eer van
haar naam en banier blijft hoog houden.
Naar aan lei-in an do in den O'LXV-
sten bric. van een Lcidenanr voorkomen»
de zinsnede over de doortrekking vau do
Laat-dc-Kanters^raat als zo !o iets aan
het gemeentehuis over 't hoofd moeten zijn
gezien", deelt, men ons het volgondo mede:
Bij do goedkeuring van het stratenplan
.van den heer Mulder op 18 April 1901, ?.io
Inge*:, stukken No. 8G verh. van den Raad
pag. 56, is wol degelijk rekening gehouden
met die wénschelijkheid. Die goedkeuring
sloot in zich dat op dien grond nooit go-
bornvcl mocht worden. Bij do vaststelling
van het uitbreiding plan in 1903, zie Ingcz.
stukken No. 113 verh. van den Raad pag.,
55, word dit verbod nog eens bekrachtigd,
eveneens bij het nu kort geledon 4 weken
ter visie ge. geu gewijzigdo plan.
Verder kon men op hot Gemeentehui-, ni
gaan ronder belangrijke financicelc offers
te votceren, omdat do betroffondc eigenaar
geen gelang bij het maken dier straat had.
Door de welwillende medewerking van
den heer Mulder, zal de straat nu tot stand
komen cn mot geringobijdrago
van do Gcm conto; door het Gemeen
tebestuur i3 geborgd, d a t do straat er
Komt en dat die grond daarvoor gereser
veerd bleef.
2 Januari a.s. zal het ijflig j'aiv» /ijn
geleden, dat de looierij cn ledorfabrick van
do firma H. A. Schmier werd opgericht.
Do togenwoordigo patroon, de heer W.,
Schmier, is dan dien dag 25 jaar als hoofd
aan do firma verbonden.
Do ..nccht P. Beurso zal dan ook zoo go-
lukkig zijn van do oprichting af dair
werkzaam to zijn.
Dc Koningin-Moeder heeft-, na een"
mooicn arrc-slcd» nt, liet cl» j iuncr bij H. M*
de Koningin gebruikt.
Dc Prins jaaglo Zatcrdig tusschen Wasso-
naar cn Leiden.
H. M. do Koningin onhing Zaterdag
middag den et het go ruikclijkc cercmo-
83)
Gertnid rekte weer haar slanke gestalte
uit; zij legde beide armen op den rug van
het paard, haar hart klopte cn haar ougen
Bchuterden.
„Trude," zeide Frauko, die in een licht
morgenjaponnetje met do handen op don rug
op de zandstcencn balustrade van de
Btoep tegen den muur leuudo en op het
wegrijden van don wagen .wachtte. „Let
eens goed op, Trudc, welke gezichten al do
hoeren in den „Monuikshof" zetten, al9 zij
jou zien".
„Wat bedoelt gij?" vroeg Gcrtrud cn
keek droomerig over de paarden heen naar
den grijzen toren, die boven do dennen uit
stak.
„Doe niet zool Ik zou vre-esolijk graag
meegereden hebben, maar ten eerste rijdt
die Uhristiaan Möller meo, en ik heb hem
gezworen, dat ik nooib met bom op het
zelfde rijtuig wil zitten en ten tweede zou
geen mensch naar mij kijken, ofschoon ik
mijn nieuwen hoed zou opzetten. Zij zette
een onzeker gezicht, sprong van haar stee-
nen troon af en vlijde zich dicht tegen
Gortrud aan. „Het is mal cn dwaas I"
„Wat?"
„Dat ik jaloersch ben. Maar weet go wat»
ik wou?" Zij duwde haar lichte lokken
gen Gertruds schouder aan. „Dat gij spoe
dig een kranigen galant opdeed t, een vree-
selijk deftigen en trotschen evenwel, nog
trotschcr dan gij zijti"
Gertrud drus.LO haar gelaat tegen de zach
te lokken en antwoordde met zachte,
lachende stem:
„Ik zou er wel een willen hebben, maar
slechts een, dien ik nog niet gezien heb, die
nog moet komen; gij zijt cr echter beter
aan toe, gij hebt reeds een vrijer. Wilt go
wildzang 1" Zij trachtte tevergeefs den krui-
lckop, die vast op haar arm lag, weg cc
duwen; „oom, kijk uw ongemanierd kind
toch eens, zij heeft waarlijk haar scherpo
tanden op mijn arm geprobeerd."
De heer von Knee, die een weinig voor-
uitgeloopcn was, wijl Christiaan zich nog
niet liet zien, scheen over deze handelwijze
van zijn dochter niet verrast te zijn; hij zei-
do op zijn vriendelijke, zachte manier over
zijn 6choudcr heen:
„Waarom laat gij je ook met haar in,
Trudo?"
Frauko begaf zich -weer, met do har.do:
op den rug naar haar verhevenheid. Nu ze
Christiaan juist, met de zweep in do hand.
uit de oprijpoorb zag komen, vond zij het
gepast weer een hooger standpunt in te ne
men.
Christiaan verontschuldigde zicb, dat hij
nu pas van het veld was teruggekomen, iiij
had daar iets noodzakelijks tc doen gehad
De heer von Kncc en Gertrud stegen in het
open gemakkelijke jachtwagontio. Chris,
tiaan greep de teugels, keek evenwel nog
altijd naar de lichte gedaante, die zoo
friseh en allerliefst tegen den grijzen muur
leunde.
„Rozestruik aan den muur I" zeido hij
zacht-
„Donk om uw paarden. zeide zij luid en
trotseh, en een vlammende blik vloog nuar
den bok.
Christiaan knikte haar vriendelijk toe.
„Wat voert Hinz© uit?" vroeg de heer
von Knee.
Christiaan beerde zich eerbiedig om.
„Do rentmeester is onmiddellijk na zijn
aankomst den polder ingereden, is gister
avond niet teruggekomen c:i ook vandaag
nog niet verschenen."
„Zonder een woord te zeggen?!" Dc heer
von Knce zeide dat met groote verbitte
ring. „Hinze weet dus niet, dat ik naar do
stad rijd?"
„Do rentmeester heeft daarvan geen ver
moeden. Hij weet trouwens ook niet, dab u
dc kamer heeft verlaten. Do arbeiders ver
telden mij, dat zij het hem niet hadden wil
len zeggen."
De invalide knikte; daarop wendde hij
zich naar zijn nicht.
„Wat dunk je»," zeide hij, „liet is zulk
mooi weer, ik merk, dat het mij goed zal
doenlaten wij eens om de schuren heen
rijden en een omweg over Westdorf maken,
dan komen wij door de geheelo bezitting."
Christiaan Möller wierp Gertrud een blik
toe, dien Frauke natuurlijk opmerkte cn
cvenzoo natuurlijk verkeerd uitlegde.
Gertrud stemde vroolijk toe: „Prachtig,
com
Frauko leunde, boos kijkend, tegen dca
muur. Zij merkte wel, dat Curistiaan
Móllcr nog ©en langen, 6tralendcn blik op
haar wierp, en hoe hij mot hoofd cn zweep
groette.
Plotseling sprong zij op haar wijze van
de balustrade af en vloog op de trede, om
haar vader met onstuimige teederheid te
kussen; Gertrud kreeg een vluchtig knikjo,
gepaard met een onzekeron blik, daarop
keerde het rijtuig bm, en zij reden de oprij
poort in.
Eu nu I Steeds dieper zx>nk het grijze
hoofd van den man uaast Gertrud op zijn
borst. Wat moesten zijn oogon aansciiou-
wen 1 Deze verwaarloozing van dc geixmweu,
deze jammerlijk© staat yan het landbouwge
reedschap, dat hier en daar wanordelijk in
het rond stond, dezo groote binnenplaats
vol onkruid, mest- cn zandnoopen.
Nu beklemde met een vrccselijk gevoel
van angst do gedachte zijn ge
moed, dat bij, do laatste van ziju
geslacht, een schuld op zich had
geladen, zóó groot, ^.at hij die uict weer
kou anosse-, al ging bij ook met frisscho
kraoht cn met moed aan net werk. En hij
was een gebroken grijsaard! Hij liet dc in
do haar scharnieren hangende, half verga
ne staldeuren door zijn zwijgende, verbaasde
ondergeschikten openen en reed cr door
liecn, door drio lange, hooge schuren; over-
jal armzalig gelapt houtwerk, verroeste
ploeg, i, do hooizolder met wormstekerige
planken veel te ver -neen belegd, do lee-
men declen Binds jaren niet vernieuwd.
Het rijtuig verliet dc senuren cn sloeg op
den slechten weg, in welks gaten het voer
tuig, neen en weer wankelde, den veldweg
in, welke naar Westdorf leidde.
Bij de eerste haag recht3 stond de oude
Voss aan tui naar beneden gevallen dwars
balk van. een hek te timmeren.
Toen hij het rijtuig uit do schuurdeur zag
komen, gingen zijn wenkbrauwen geheel in
de hoogte. „Nu,"' zeid0 hij zacht, ,,nu zal
cr een onweer losbarsten, na al dio droge
tijden. Als dat maar niet tc laat komt"
Op von Knccs gelaat verscheen een blos
van schaamte, toen hij zijn ouden knecht
herkende. Iu hot onbestemde gevoel, zijn
afschuw voor zulk een beheer onder -v/oorden
tc moeten brengen, zeide hij, ach te run wij-»
zend: „Wat zegl gij cr van, Voss l"
„Een zwijnenbocl, mijnheer, dat heb ik
altijd gezegd!" Dat woord trof. „Dat ho!>
ik altijd gezegd!"' Het grijze hoofd zonk
nog dieper cn dc oogen staarden onzeker
voor zich uit. D.3 oude Voss scheen to ver-,
mooden, wat -er in do ziel van zijn heer om
ging, want hij legde zijn gree hand op
die van den invalide, wcllce lovend op do
wagendeken lag, cn zeide: „Als het uw
schuld was, mijnheer 1 Maar u was zie...
Zij reden nu over een Langen veldweg,
cn rechts lagen, nchter vervallen, scheef
hangende hekken, de Knecsclio landerijen,,
eerst slecht© grond op de helling der dui
nen voor aardappelen cn dunne rogge, dan
een lagere glooiing van veenachtige, don«
kero aarde, welko goed© rogge levert ca
itelfs donkere, krachtige haver ala cr tem
minste met- den mest niet spaarzaam wordü
omgegaan. Dan kwam vlak, laag land,
het gebied eener beek, welko in tweo groo*
tc, mooie bogen hot lag© gedeelte door
sneed. Hier lagen de zestig hectaren vet
weiland, gedeeltelijk voor grazen gcsciu;:t,.
gedoeltclijk, wegens de* vochtigen bodem,;
beter voor maaien geschapen.
Zij verlieten den Wcstdorfer weg cn re
den op ccn smalle houten brug over de
beek, waarvan het donkergroene water
langzaam naar zee stroomde; daarop reden
zij stapvoets cl© hoogte ran d n onderen
kant op, links on rccht3 nog alt|d land
van do Knees, kleiachtig, goed bouwland,
zwaar genoeg voor hot gedijen van do tar-j
we. Dit was het land, waarop Thorbockon
zijn hand had gelegd, wijl hij zich van liet
rcolifc van naasting had verzekerd.
(Wordt votvolgd).