N®. 14372 ftlaaiidag 31 Decembers A°. 1906. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieels Kennisgeving. Het jaar 1906. FEUILLETON. X>e oude toren. PRIJS DEZER COURANT» Vest Esldso pel week 9 Cents i pel 8 meenden 2 J I f 1.10. Balten Leiden, per locper en wear egenteD gevestigd t^jn i 1.30, Franco per post i It, 1.65. PRIJS DER ADYERTEN'TIENj Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer /0.17L Grooiere lettere naar plaatsruimte. - Kleine ftdvortentiën .tan 30 woorden 40 Oentscontant i elk tiental woorden meer 10 0ent3. - Voor hot incasseeren wordt/"0.05 berekend. Onderzoek naar de voorgeoelend- iieid van lo telingen der militie en van adspirasit-kaderreservisten. De -burgemeester der gemeente Leiden, go- elen de missivo van den Voorzitter der com missie, belast met liet onderzoek ln deze ge meente naar de geoefendheid van lotelingon der militie en van adspirant-vrywilligers voor het .Reservekader, dd. 24 December j!., bo- treffendo den dag en hot uur waarop en de plaats waar de bedoelde jongelieden voor het onderzoek aanwozig moeten z(jn; Maakt by deze bekend, dat zy, die zich aan bovenbedoeld onderzoek wonscben te onder werpen en zich daartoe ter gemeento-secro- tario alhier hebben aangemeld, op 8 Januari 1907, -'s morgens te 9 urcnJ in het gymnastiek lokaal aan den Morschsingel (achter het Militair Hospitaal) behooren tegenwoordig te zyn. Do Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. LeidoD, 81 December 1906. Burgemeester en Wethouders van Loiden, Gezien het adres van A. VAN BRUSSEL, alhier, houdende verzoek om vergunning tot het oprichten eener rookcrij en uoutenj in het perceel Heerenstraat No. 2, kad. bekend in. sectie M No. 1959; Gelet op de artt. 6 on 7 der Hinderwet; Geven bij d:ze kennis aan het publiek 'dat genoemd verzoek, met do bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Zaterdag 12 Jan. a.s., 's voo 'ddags elf uren, on het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek ia te brengen. Burgemeester en Wethuudera voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 29 December 1900. Zoo staan wy dan weor aan den vooravond van eon nieuwen jaarkring. Het oude jaar ia voorbygegaan en er komt op den oudenjaaia- avond, of wU het willen of met, ontroering over ons, als we, even rustend van de be slommeringen van eiken dag, den blik naar achteren wendon en terugzien op de 8G5 dagen, die nu weer tot het verleden bokooron. Wat la het jaar 1906 goweost voor de wereld, voor ona land on volk, voor onze stad, voor onze gezinnen en personen? Wac heeft het gegeven on.... genomen? Hoe hebben wy tegenovor den tyd gestaan? Zie daar vragen, die by elk ernstig mensch opryzen In doze laatste stonden en waarop leder onzer zyn eigen, met dat van anderen, verschillend antwoord zal gevon. Overdenk, bepeins, hot diep, o mensch en kindl met biydsckap, in droefheid en in ootmoed 't allermeest. En put uit do ervaring van hot oude, lessen voor het nieuwe jaar, die van pas zullen komen als go straks den reisstaf weder opneemt en den levenstocht woder voortzet door.... 1907. Met elk jaar dat heengaat worden wy ook •en jaar ouder, wy moeten, zal hot goed zyn, ook een jaar wyzer en beter worden. Dit is de groote waarheid, dio do oudejaars avond ons predikt. Mot dit Intieme, ieder menschenleven In het bijzonder rakend, waarby men alleen, hoogstons met de zynen komt te staan voor zyn Goweten en voor zUn God, mag de dagblaöschryver als hy zich het vervlogen jaar voor den geest roept, zich niet bezig houden. Schryvende voor het algemeen, moot hy ook de Yoorbygegane dingen in algemeeno trekken boschouwen. En zoo terugziende kan zeker 1906 ons een gevoel yan bevrediging schenken. Hot was een goed en vruchtbaar jaar. De lange mooie zomer, die eerst ln 't late najaar afscheid nam, zal niet licht wordon vergeten. Zeldzaam mild was de natuur en dit was wol een danktoon waard. Blikkend over hot grooto woreldtooneel kunnen wy over dit afgeloopeii jaar ook te vreden zyn. Binds do vrode tusechon Rusland en Japan werd gesloten is de algomoene vrede niet meer verstoord. Wel dreigden or Boms uitbarstingen, doch het is by dreigen gebleven on zonder een angstig voorgevoel kunnen we het jaar 1907 ingaan. Wel bobben wij gehuiverd menigmaal als we lazen van den binnenlandschen kryg ln het groote Tzarenryk, doch we loerden ons or meo te verzoenen, opdat het is de worsteling van don dageraad der vrüheid en van het recht met den nacht van verdrukking en tirannie. Ook voor ons land was 1906 een rustig jaar; schokkende gebeurtouissen haddon niet plaats, de politieke hartstochten bleven zoo goed als geheel sluimeren; een gewichilgstuk wetgevende arbeid waarvan in de toekomst omtrent de verhouding tusschen werkgever en werknemer veel vrordt verwacht het Arbeidscontract kwam tot stand. Voor groote rampen bleven we gespaard al mogen we de ramp in Zeeland iftet vorgeten. Handel en nyverheid bloeiden, de landbouw ging vooruit, wat wel het duldelykst hieruit biykt dat de opbrengst der geldmiddelen van het Ryk die van vorige jaren verre oveitrof. Wol kunnon wU nog niet van ons afzetten de toloui stolling, die in de eoiste plaats ons Vorstenhuis en daarin de natlo trof, doch daarby ryst weder de hoop dat volgende jaren ons Koningspaar nog den ouderzegen kunnen doen schenken. En zoo komen we eindelijk tot do stad onzer inwoning cn we denken wel het al- lérccr&t n&Ji de gebeurtenissen, waaraan wij het te danken hebben, dat onze ge meente een monument meer telt, huldigend een harcr grootste zonen: de herdenking van Kcmbrandts SOOstcn geboortedag. Men beeft ons niet de eer gelaten alleen den mecster-schilder to herdenken; eon genie als Rembrandt komt niet enkel zijn geboortestad, komt heel do wereld too, maar nergens heeft men rijn grooto nage dachtenis waardiger gevierd dan in Leiden. Een tentoonstelling van zijn meesterwer ken en die zijner leerlingen uit allo oor den der wereld bijeengebracht, heeft we- derkeerig den vreemdeling uit verre stre ken naar ons© vestte getrokken om den tol der huklo aan den sehilders'orst to brengen. Aan het einde van het jaar brengen wij aan de mannen van het initiatief en do uitvoering, die ook financioel een schitte rend resultaat had,gaarne onze huldo. In schrille tegenstelling met difc heerlijk feest rijst voor ons op die langdurige cn bittero strijd tusschen dc gozellen cn do patroons in het timmervak, die met groote hardnekkigheid is gevoerd en helaas niet eindigde in een voor beide partijen bevre digende oplossing, waarbij men in oprecht heid clkamder do hand der verzejening kon reiken. Wij beoordeolon dezen strijd ook aan het cindo van het jaar niet, doch sproken den wcncab uit, dat, als in het niouwe jaar do bouwbedrijven weder in actie komen, alle wrok mag rijn verdwenen en aan weerskanten het verlangen sterk is om voortaan in vrode samen te werken Hiernaast valt to wijzen op veel, dat. weer nangenamo herinneringen opwekt. Einde Maart werd het vijftigjarig bestaan der Kweekschool voor Zeevaart feestelijk herdacht, van 1013 Mei hield do afdeeling Leidon van den Volksbond, vereenrging tot dranKbeetrijding", ccn zeer goed ge slaagdo Huisvlijttontoonslelling, die, naar we hopen, in Leiden wel eens weder zal worden gehouden; den 4dcn Juni vierde men liet 25-jarig bestaan van do Riju- landsolio Stoomtram; den 11 den van die maand nam prof. Do Goeje afscheid van zijn leerlingen on werd to dozer gelegenheid hot De-Goojefonds gesticht ten dienste van do studecrendo jongelingschap. Onze hoogeschool rag Dc Qocjc mot leedwozten uit do rij der dienstdoende hoog- lecraron treden, doch verinnigde zich, dab in zijn plaats niemand minder dan dr. Snouek Hurgronjo werd benoemd", dio ech ter nog altijd niet zijn intrede als zooda nig heeft gedaan. Met leedwezen werd door vele Leiden aars vernomen, dat prof Van der Vlugt ich om gezondheidsredenen genoodzaakt zag voor het lidmaatschap der Tweede Kamer en van den Gemeenteraad to bedanken, al verheugdo het menigeen later, toen men hoorde, dat de hoogleeraar in zooverro hersteld is, dat hij na de Kcrslvacantio weder zijn gowono collegos aan de Univer siteit zal nervafcten. Heeft mon hem alzoo als politicus verlo ren, als hoogleeraar is hij weder aan do hoogeschool teruggegeven. In do Tweede Kamer nam dr. J. Th. do Viszer zijn zetel in; dc heer Stigter volgde hem op als lid van den gemeenteraad. O Op den Oudejaarsavond herdenkt men bij voorkeur rijn dooden, die in den loop van het jaai ons ontvielen. Menig stille traan zal er ook nu weer worden geschreid door de velen, die uit hun kring een ver lies hebben te betreuren. Wij noemen alleen de enkele namen hoe kan het anders van personen, dio in de gemeente meer of minder bekend waren: prof. dr. S. Rosenstein, oud-hoogleeraar S. C. van Doesburgh en F. de Stoppelaar, bekende uitgevers, cn eindelijk ds. H. P. Schim van der Loeff, emeritus-predikant bij do Remonstrantecke Gemeente. Zij zijn der gemeente, hun werkkring cn hun familie ontvallen. Ach, mot hoovelen zijn ze niet, aan wie do lieflijkheid van het samenzijn niet te beurt valt op dezen OudejaarsavondHoe talrijk do eenzaam achtergeblevenen, door het heengaan van vroegero geitellen, wier beeld hun thans uit het verleden toewenkt met wccmoedigen groet. In ha© menig ge zin ook zijn plaatsen lceggevallen, dio men nog langen tijd bezet waande, omdat daaruit kracht en blijmoedigheid den mc- de-aanzittendcn tegenstraaldcn bij do laat ste Oudejaarsavondviering. Zullen wij ccn volgenden Oudejaarsavond ook nog kunnen vieren? Dczo vraag dringt zich onwillekeurig bij ons op, als wij den ken aan hen, die wc nu voor het eerst uit onzen kring missen. Zullen cr uit onzen kring weer andereu wegvallen in het ko- meneïo jaar? Dat is do weemoedige gedachte, die ook onder het fcestgedruiseh bijwijlen zich aan ons opdringt. Maar waar dan ons bestaan en dat on zer medemenschon zoo onzeker is, dat ieder oogenblik het uur van scheiden aan breken lean, roept daar de Oudejaarsavond ons niet toe: Tochtgenooten, reist in vrede sameti Bezorgt uzelf cn anderen .ccn zooveel mo gelijk genoeglijke rc*s» vertrouwende op Een, dio allo paden leidt. Onze samenleving beantwoordt nog op verre niet aan het ideaal van uien schen min eu van liefde, waarop wij zoo gaarne het oog* richten, vooral, als wij staan op dc grens van het oude en het nieuwe Leven, treden wij straks 1907 in met heb heilige voornomen te bcvordoren ons eigen geluk, ja, maar ook dat onzer mcdcmênsohon I Alleen, als dit voornemen in oris leeft, kunnen wij in werkelijkheid elkander een gezegend einde van den ouden en ccn blij begin in den niouwen tijdkriug toewen- cchen. Leiden, 31 December*. Aan d- Ned.-Gustaaf-Adolf-Voreoni- ging is door een onbekendo uit Leidon ge schonken een som vau vier honderd gulden. Door het Collego van Zetters alhier, werden voor het belastingjaar 1907, be noemd tot schattors van huurwaarden, do hccren W. Kok en G. van Driel. Door liofc bestuur der Handel.sbedien- donvereeniging „Kennis is Macht" is tot concierge benoemd P. K. Jans. „Jacob Cats" heeft weer van zich doen hooren en zich ook laten zien. En mot ecre, onder, naar het ons voorkwam, nog grooler belangstelling, dan dc vorige maai in het vorige winterseizoen. De Schouwburg toch was gisteravond goed bezet. Ter zijde van heb tooncel prijkte dc met in wedstrijden behaalde medailles voorzie ne banier cn Geyps strijkorkest zorgdo voor en in do pauze voor goede muziek. Opgevoerd werd „Jan Ongeluk", klucht in drio bedrijven, door Oscar Blumonthal cn' Gustav KaJelbcrg, vrij bewerkt door Jac. de Vos. Er werd veel genoegea meo bezorgd.» Reeds het eerste bedrijf pakte bijzonder.- L.een wonder. Vooral teen werd cr een best aansluitend geheel gevormd. Maar ook in de o\ erigc bedrijven weiden er voel tcvredenheidsbctuigmgeu ontlokt. Het spel werd dan ook met aandacht ge volgd on meermalen klonk er een hartelijke, ongekunstelde lach door dc zaal. Dat was niet enkel to danken aan dc lice- rcu-dilettanben, maar ook aan het viertal dames, van wie er twee reeds den gunslig- sten naam en de hartelijkste sympatluo hebben verworven terwijl do tweo an dere, meer jonge.c op i planken, steeds duidelijk blijk gcvcu degelijke krachten der Vereoniging tc zullen worden. Een verdic. ste van het gezelschap is, dat ook voor de zoogenaamde ondergeschikte rollcu goed g ~orgd wordt. Van de aanklccding 3 .n het looucel wui cvoneena veel we k g,maakt. In liet kort kan dus verklaard worden, dab „Jacob Cats" getoond hoeft cr stccdS, nog to mogen zijn. dat de club dc eer van haar naam en banier blijft hoog houden. Naar aan lei-in an do in den O'LXV- sten bric. van een Lcidenanr voorkomen» de zinsnede over de doortrekking vau do Laat-dc-Kanters^raat als zo !o iets aan het gemeentehuis over 't hoofd moeten zijn gezien", deelt, men ons het volgondo mede: Bij do goedkeuring van het stratenplan .van den heer Mulder op 18 April 1901, ?.io Inge*:, stukken No. 8G verh. van den Raad pag. 56, is wol degelijk rekening gehouden met die wénschelijkheid. Die goedkeuring sloot in zich dat op dien grond nooit go- bornvcl mocht worden. Bij do vaststelling van het uitbreiding plan in 1903, zie Ingcz. stukken No. 113 verh. van den Raad pag., 55, word dit verbod nog eens bekrachtigd, eveneens bij het nu kort geledon 4 weken ter visie ge. geu gewijzigdo plan. Verder kon men op hot Gemeentehui-, ni gaan ronder belangrijke financicelc offers te votceren, omdat do betroffondc eigenaar geen gelang bij het maken dier straat had. Door de welwillende medewerking van den heer Mulder, zal de straat nu tot stand komen cn mot geringobijdrago van do Gcm conto; door het Gemeen tebestuur i3 geborgd, d a t do straat er Komt en dat die grond daarvoor gereser veerd bleef. 2 Januari a.s. zal het ijflig j'aiv» /ijn geleden, dat de looierij cn ledorfabrick van do firma H. A. Schmier werd opgericht. Do togenwoordigo patroon, de heer W., Schmier, is dan dien dag 25 jaar als hoofd aan do firma verbonden. Do ..nccht P. Beurso zal dan ook zoo go- lukkig zijn van do oprichting af dair werkzaam to zijn. Dc Koningin-Moeder heeft-, na een" mooicn arrc-slcd» nt, liet cl» j iuncr bij H. M* de Koningin gebruikt. Dc Prins jaaglo Zatcrdig tusschen Wasso- naar cn Leiden. H. M. do Koningin onhing Zaterdag middag den et het go ruikclijkc cercmo- 83) Gertnid rekte weer haar slanke gestalte uit; zij legde beide armen op den rug van het paard, haar hart klopte cn haar ougen Bchuterden. „Trude," zeide Frauko, die in een licht morgenjaponnetje met do handen op don rug op de zandstcencn balustrade van de Btoep tegen den muur leuudo en op het wegrijden van don wagen .wachtte. „Let eens goed op, Trudc, welke gezichten al do hoeren in den „Monuikshof" zetten, al9 zij jou zien". „Wat bedoelt gij?" vroeg Gcrtrud cn keek droomerig over de paarden heen naar den grijzen toren, die boven do dennen uit stak. „Doe niet zool Ik zou vre-esolijk graag meegereden hebben, maar ten eerste rijdt die Uhristiaan Möller meo, en ik heb hem gezworen, dat ik nooib met bom op het zelfde rijtuig wil zitten en ten tweede zou geen mensch naar mij kijken, ofschoon ik mijn nieuwen hoed zou opzetten. Zij zette een onzeker gezicht, sprong van haar stee- nen troon af en vlijde zich dicht tegen Gortrud aan. „Het is mal cn dwaas I" „Wat?" „Dat ik jaloersch ben. Maar weet go wat» ik wou?" Zij duwde haar lichte lokken gen Gertruds schouder aan. „Dat gij spoe dig een kranigen galant opdeed t, een vree- selijk deftigen en trotschen evenwel, nog trotschcr dan gij zijti" Gertrud drus.LO haar gelaat tegen de zach te lokken en antwoordde met zachte, lachende stem: „Ik zou er wel een willen hebben, maar slechts een, dien ik nog niet gezien heb, die nog moet komen; gij zijt cr echter beter aan toe, gij hebt reeds een vrijer. Wilt go wildzang 1" Zij trachtte tevergeefs den krui- lckop, die vast op haar arm lag, weg cc duwen; „oom, kijk uw ongemanierd kind toch eens, zij heeft waarlijk haar scherpo tanden op mijn arm geprobeerd." De heer von Knee, die een weinig voor- uitgeloopcn was, wijl Christiaan zich nog niet liet zien, scheen over deze handelwijze van zijn dochter niet verrast te zijn; hij zei- do op zijn vriendelijke, zachte manier over zijn 6choudcr heen: „Waarom laat gij je ook met haar in, Trudo?" Frauko begaf zich -weer, met do har.do: op den rug naar haar verhevenheid. Nu ze Christiaan juist, met de zweep in do hand. uit de oprijpoorb zag komen, vond zij het gepast weer een hooger standpunt in te ne men. Christiaan verontschuldigde zicb, dat hij nu pas van het veld was teruggekomen, iiij had daar iets noodzakelijks tc doen gehad De heer von Kncc en Gertrud stegen in het open gemakkelijke jachtwagontio. Chris, tiaan greep de teugels, keek evenwel nog altijd naar de lichte gedaante, die zoo friseh en allerliefst tegen den grijzen muur leunde. „Rozestruik aan den muur I" zeido hij zacht- „Donk om uw paarden. zeide zij luid en trotseh, en een vlammende blik vloog nuar den bok. Christiaan knikte haar vriendelijk toe. „Wat voert Hinz© uit?" vroeg de heer von Knee. Christiaan beerde zich eerbiedig om. „Do rentmeester is onmiddellijk na zijn aankomst den polder ingereden, is gister avond niet teruggekomen c:i ook vandaag nog niet verschenen." „Zonder een woord te zeggen?!" Dc heer von Knce zeide dat met groote verbitte ring. „Hinze weet dus niet, dat ik naar do stad rijd?" „Do rentmeester heeft daarvan geen ver moeden. Hij weet trouwens ook niet, dab u dc kamer heeft verlaten. Do arbeiders ver telden mij, dat zij het hem niet hadden wil len zeggen." De invalide knikte; daarop wendde hij zich naar zijn nicht. „Wat dunk je»," zeide hij, „liet is zulk mooi weer, ik merk, dat het mij goed zal doenlaten wij eens om de schuren heen rijden en een omweg over Westdorf maken, dan komen wij door de geheelo bezitting." Christiaan Möller wierp Gertrud een blik toe, dien Frauke natuurlijk opmerkte cn cvenzoo natuurlijk verkeerd uitlegde. Gertrud stemde vroolijk toe: „Prachtig, com Frauko leunde, boos kijkend, tegen dca muur. Zij merkte wel, dat Curistiaan Móllcr nog ©en langen, 6tralendcn blik op haar wierp, en hoe hij mot hoofd cn zweep groette. Plotseling sprong zij op haar wijze van de balustrade af en vloog op de trede, om haar vader met onstuimige teederheid te kussen; Gertrud kreeg een vluchtig knikjo, gepaard met een onzekeron blik, daarop keerde het rijtuig bm, en zij reden de oprij poort in. Eu nu I Steeds dieper zx>nk het grijze hoofd van den man uaast Gertrud op zijn borst. Wat moesten zijn oogon aansciiou- wen 1 Deze verwaarloozing van dc geixmweu, deze jammerlijk© staat yan het landbouwge reedschap, dat hier en daar wanordelijk in het rond stond, dezo groote binnenplaats vol onkruid, mest- cn zandnoopen. Nu beklemde met een vrccselijk gevoel van angst do gedachte zijn ge moed, dat bij, do laatste van ziju geslacht, een schuld op zich had geladen, zóó groot, ^.at hij die uict weer kou anosse-, al ging bij ook met frisscho kraoht cn met moed aan net werk. En hij was een gebroken grijsaard! Hij liet dc in do haar scharnieren hangende, half verga ne staldeuren door zijn zwijgende, verbaasde ondergeschikten openen en reed cr door liecn, door drio lange, hooge schuren; over- jal armzalig gelapt houtwerk, verroeste ploeg, i, do hooizolder met wormstekerige planken veel te ver -neen belegd, do lee- men declen Binds jaren niet vernieuwd. Het rijtuig verliet dc senuren cn sloeg op den slechten weg, in welks gaten het voer tuig, neen en weer wankelde, den veldweg in, welke naar Westdorf leidde. Bij de eerste haag recht3 stond de oude Voss aan tui naar beneden gevallen dwars balk van. een hek te timmeren. Toen hij het rijtuig uit do schuurdeur zag komen, gingen zijn wenkbrauwen geheel in de hoogte. „Nu,"' zeid0 hij zacht, ,,nu zal cr een onweer losbarsten, na al dio droge tijden. Als dat maar niet tc laat komt" Op von Knccs gelaat verscheen een blos van schaamte, toen hij zijn ouden knecht herkende. Iu hot onbestemde gevoel, zijn afschuw voor zulk een beheer onder -v/oorden tc moeten brengen, zeide hij, ach te run wij-» zend: „Wat zegl gij cr van, Voss l" „Een zwijnenbocl, mijnheer, dat heb ik altijd gezegd!" Dat woord trof. „Dat ho!> ik altijd gezegd!"' Het grijze hoofd zonk nog dieper cn dc oogen staarden onzeker voor zich uit. D.3 oude Voss scheen to ver-, mooden, wat -er in do ziel van zijn heer om ging, want hij legde zijn gree hand op die van den invalide, wcllce lovend op do wagendeken lag, cn zeide: „Als het uw schuld was, mijnheer 1 Maar u was zie... Zij reden nu over een Langen veldweg, cn rechts lagen, nchter vervallen, scheef hangende hekken, de Knecsclio landerijen,, eerst slecht© grond op de helling der dui nen voor aardappelen cn dunne rogge, dan een lagere glooiing van veenachtige, don« kero aarde, welko goed© rogge levert ca itelfs donkere, krachtige haver ala cr tem minste met- den mest niet spaarzaam wordü omgegaan. Dan kwam vlak, laag land, het gebied eener beek, welko in tweo groo* tc, mooie bogen hot lag© gedeelte door sneed. Hier lagen de zestig hectaren vet weiland, gedeeltelijk voor grazen gcsciu;:t,. gedoeltclijk, wegens de* vochtigen bodem,; beter voor maaien geschapen. Zij verlieten den Wcstdorfer weg cn re den op ccn smalle houten brug over de beek, waarvan het donkergroene water langzaam naar zee stroomde; daarop reden zij stapvoets cl© hoogte ran d n onderen kant op, links on rccht3 nog alt|d land van do Knees, kleiachtig, goed bouwland, zwaar genoeg voor hot gedijen van do tar-j we. Dit was het land, waarop Thorbockon zijn hand had gelegd, wijl hij zich van liet rcolifc van naasting had verzekerd. (Wordt votvolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1