Ingezonden.
Gemengd Nieuws.
go jaar tot lid der Eerste Kamer was ver
kozen, moet dio voordracht door minister
Staal zijn terugverzocht en verkregen. En
thans, binnen het jaar, is, zonder dat de
Inspecteur, van wien de ongese-ik t-ver kla
ring uitging, door een opvolger is vervan
gen, zonder dat de kolonel (sedert zijn be
noeming tot Ko.-ierlid immers noDactief)
gelegenheid heeft gehad zijn geschiktheid
alsnog tc toonen, en op voordracht van den
zelfden Minister, dio destijds het pension-
neeringsbesluit indiende cn terugnam, de
bevordering tot goneraal-majoor gevolgd.
Is dit juist, dan staat het afgekomen be-
vorderingsbesluit bloot aan een critiek,
.waarvan wij den .weerklank in een der bei
de Kamers hopen to vernomen;.
In haar nummer van heden zegt ,,D e
Nieuw© Courant" te dezer zake
nog:
Ons werd een opmerking gemaakt betref
fende onze mededeeling der feiten, die
voorafgegaan zijn aan de bevordering van
kolonel Van Lobcn Seis tot generaal-ma-
joor. Kort voordat dezo hoofdofficier tot
Jid der Eerste Kamér werd gekozen, was
yoor hem het tijdstip van bevordering aan
gebroken, doch wijl er toen geen generaals
rvacaturo bestond, was hem te kennen gege
ven, dat een aanvraag om op pensioen ge
steld te worden van hem werd ingewacht.
Hieraan vol -d de kolonel en daarop zou
eervol onslag ter zake van langdurigen
dienst (art. 39 2o. a der Bevorderingswet)
gevolgd zijn. Maar toen kwam de verkiezing
tot Eerstc-Kamer-lid, de kolonel werd van
rechtswege non-actief, verzocht zijn ontslag
aanvraag tc mogen herroepen, en aan dit
door eenigo invloedrijke personen onder
steunde verzoek werd door de'xi Minister,
die het ontwerp-besluit nog niet aan H.
M de Koningin had toegezonden, voldaan.
Tegen de ongeschiktverklaring voor be
vordering, welke van den inspecteur van
artillerie was uitgegaan, had de heer Van
Lóbcn Seis inmiddels een uitvoerige me
morie van rechtvaardiging ingediend.
Wij stellen er prijs op ook deze mede
deeling te publiceeren, wijl het ons om
een tot in alle onderacelen juisto voor
stelling der toedracht tc doen is. Overigens
doen wij opmerken, dat zij slechts een on
beduidende aanvulling bevat, aangezien
door ons niet beweerd is, dat de voor
dracht des Ministers van Oorlog tot pen-
sionnecring gegrond was op do ongese kt-
verklaring door den inspecteur.
De conclusie, die wij neerschreven, blijft
'dan ook ongewijzigd.
Tegen die conclusie is „Dc Tijd" als
volgt opgekomen
„Wij gelooven, dat do Statcn-Generaal
zich op een gevaarlijken weg begeven, in
dien zij vorderen, dat een minister, die in
laatste instantio de bekwaamheid' cn ge
schiktheid voor hoogevCn rang, zoowel in
het leger els in de ambtenaarswereld te bc-
oordcclcn heeft, telkens van zijn gevoelen
omtrent personen publiek rekenschap zal
geven.
Is dit in gewone gevallen reeds niet t©
verlangen, nog miqdcr dunkt ons
dat dit het geval kan zijn, als de minister
zich bevindt tegenover ecm Kamerlic.' voor-
of tegenstander van zijn politiek beleid en
van door hem genomen maatregelen en be
sluiten. Een minister kan in dergelijk goval
ak het vragen gelden van promotie, moei
lijk anders doen, dan zich houden aan ze
kere algemeeno regelen."
Met de „zekere algemcene regelen" die
,,D o T ij d" aanbeveelt, kan niet anders
bedoeld zijn d'an: bevordering in elk ge
val. En wij kunnen begrijpen, d'at als
regel bevord'erd worden dio officieren-Ka
merleden, omtrent wier geschiktheid geen
adviezen kunocn worden uitgebracht,
omdat zij niet in dc gelegenheid geweest
zijn die geschiktheid of het tegendeel aan
to toonen.
Zoo heeft bijv. de heer Van Vliimen, naar
wij meencn, het als Kamerlid van kapi
tein tot gcneraal-majoor gebracht en is
dus al dien tijd non-actief- dat is aan de
beoordeeling zijner chefs onttrokken ge
weest. Er is ook hiertegen zeker het een
en ander te zeggen, maar misschien kan
het moeilijk anders. Hoewel, gelooven wij,
ten aanzien van don heer Seret niet aldus
is gehandeld.
In het actucele geval echter betreft het
de bevoruerii j van een hoofdofficier, die
door zijn chef beslist ongeschikt voor
bevordering is verklaard. Ziedaar het
ernstige verschil, waarop wij wezen" Wij
zouden het zeer afkeuren, dat dergelijke
gevallen onder den „vasten regel" werden
gebr^ci-u. Het bekomen van een Kamerze
tel voor een officier, die zijn bevorderings
kan;- i in gevaar ziet komen, zou dan te
vens voor heL de zekere redding van die
kansen zijn een buitengewoon begeerlijk
iets dus, i redenen van louter persoon
lijk belang.
Met „D T ij d" zijn wij het eens, dat
het zeer crkcerd zou zijn, indien een Mi
nister „telkens" van rijn gevoelen omtrent
personen publiek rekenschap had te geven.
Juist het exccptionccle echter van dit ge
val, maakt thans het rekenschap geven aan
do Volksvertegenwoordiging hoogst ge-
wensoht. Niet to minder, maar te
meer, waar het een Kamerlid geldt, hij
zij voor- of tegenstander van des Ministers
politiek, of militair, beleid.
„Do Standaard" ontkent ten sterk
ste, dat do r e c h t e r z ij d o op de loer
zou liggen om het K a b i n e t te laten
kantelen.
„Zoo zijn onze manieren niet", schrijft
het orgaan der antirevolu'tionnairc partij:
„Of beter nog gezegd, wie in de Kamer
do onzen leiden, zijn mannen van te richtig
beleid, om het. op dit oogenblik op een mi
nisterieel© crisis aan te sturen.
Er is geen kwestie van, dat men onzer
zijds bij de komend© discussie op een gene-
ralcn aanval zou uitgaan. Ons is het zelf3
om het even, of dc heer Staal en do heer
C/ohen Stuart beiden aanblijven.
Al waarvoor wo opkomen is het hoog©
belaDg, dat op het spel staat
Met name kunnen wo niet gedoogen*
dat in de gevaarlijkste maanden van het
jaar de Regeering van het land niet zou
kunnen beschikken over de ifoodigo midde
len om rust en orde te handhaven, cn zoo
goed als zonder gewapende macht zou zijn.
Mits dat in orde kome cn minister Staal
aantoont,, dat hij in 1905 cn 190Q één en
dezelfde man is gebleven, gelijk men be
weert dat hij kan, zal hem onzerzijds geen
stroospier in -en .weg worden gelegd.
Het geding loopt niet over loting of nict-
loting, noch over volksleger of staand leger.
Als er straks blijkt een weg te zijn, o ta.
heel hot jaar door, zonder blijvend gedeel
te, een genoegzame legermacht op do been
te hebben, zouden we niet weten, wie voor
het blijvend gedeelte zou opkomen.
Maar als Brussel zelfs door 5000 man,
Madrid door 10,000 man gedekt is, om nu
van de hoofdsteden der groote mogendhe
den niet eens tc spreken, dan blijven, wij
het onverantwoord vinden, dat, zoolang er
geen andere troepen voor in dc plaats tre
den, het uiterst weinige, dat er dan nog is,
uit Amsterdam en Den Haag weggaat.
Neen, wo liggen niet op do loer; maar
wat we wel deden, en zullen blijven doen,
is op de zwakheid van het beengestel van
dit Kabinet wijzen.
Niet om op de heeren Ministers persoon
lijk af te geven. Dat is geen nobel werk.
Maar wol om telkens weer te doen uitko
men het gevaar voor de zuiverheid van het
constitutioneel© Staatsleven, als een Ka
binetsformatie wordt toegelaten, die niet
steunt op, een meerderheid, zoo min in de
Tweede, als in de Eerste Kamer.
Nog een» Rijnsbnrg.
Zeer nieuwsgierig begonnen wij 11. Za
terdagavond op de eerste kolom van het
eerste blad van uw Blad te lezen, in de
verwachting, veel nieuws en vooral goed
nieuws van onze gemeente to vernemen.
Maar hierin werden wij zeer teleurgesteld.
Reeds dadelijk bemerkte ik» dat de
schrijver geen of althans geen echte Rijn*-
burger is, enkel en wel in do eerste plaats
in de vele vreemde woorden, welke nij ge
bruikte, om de toeetandein van hier te
schetsen.
Verreweg het meerendeel onzer inwo-
"ners kan zulke taal niet verstaan, en der
gelijke stukken interesseeren toch in hoofd
zaak hen, over wie men schrijft; waarbij
nog komt, dat onze taal woorden genoeg
bevat, om zijn gedachten weer te kunnen
geven.
En dan, de schrijver begint te bewe
ren, dat het rondom ons dorp in den tijd
van de aool zoo schilderachtig en zoo mooi
is, maar wij, Rijnsburgers, kunnen dit niet
vinden.
Nu ja, zal misschien menigeen zeggen,
dat komt, omdat jullie dat gewoon bent,
en daarom ziet ge dat niet meer, maar dan
zeg ik, schilderachtig en mooi is het rond
om Rijnsburg w e 1 in het voorjaar, in den
bollen tijd, wa neer er duizenJen en nog
eens duizenden naar Sassenheim, Lisso,
Ilillegora, enz., enz., trekken om daar de
bloemonvelden t© bezien, en dan juist
wordt onze gemeente door zeer wei
nig o d bezocht, ten minste voor het doel
om bollonvelvlen to bezien, alhoewel hier
veel meer echoons tc genieten is voor den
liefhebber, daar wij hier prachtige verge
zichten hebben, z-oodat den wandelaars
niot, zooals zulks daar het geval is, het
gezicht wordt benomen door hageD, bos-
schcn, enz., enz.
Dat het bezoek des Zondags hier minder
is dan in die dorpen laat zich hierdoor
het best verklaren, dat hier dos morgens
van 9 tot 12 en des namiddags van 5 tot 8
uren niet één café is geopend, om wat te
rusten of om zijn dorst te lessehen,
waaraan vel o wandolaara
toch wol behoofto hebben.
Wanneer men evenwel in dien tijd, dat
het Rijnlands Koffiehuis geopend is, komt,
dus des Zondags alleen des namiddags van
12 tot 5 uren en dos avonds na 8 uren,
krijgt iedere bezoeker, die zulks verlangt,
een paar bouquetjos tulpen of narcissen
mede.
Door velen is dit jaar reeds van die guuat
gebruik gemaakt, en we hopen, dat zulks
in 1907 zal vermenigvuldigen.
Ook vele kweekers zijn bereid, wanneer
ze op hun velden werkzaam zijn, aan hen,
die zulks vragen, wat bloemen te verschaf
fen, veel liever, dan dat hun gewassen door
balddadige handen der Leidsche jeugd en
zelfs van ouderen worden vernield, on s< in
tijds d© bol, waarop hot voor ons juist
aankomt, wordt uitgetrokken door de
haast medegenomen en een eind verder
weggeworpen.
Maar, mijn vriend, zal misschien menig
een zoggen, die niet met Rijnsburg en zijn
cultuur op de hoogte is; u schrijft precies
of er niet anders zijn dan tulpen en narcis
sen, en als ik het stu^. van de vorige week
lees, is er niets anders dan kool, kool en nog
eens kool.
Welnu, geachte lezer, er is nog veel
meer by ons tc vinden, dan kool en bloem
bollen, wat u hieronder nog wel duidelijk
zal worden.
Maar als men niet good' in Rijnsburg bo-
kend is, hoe zal men dan een juisto voor
stelling daarvan geven
Kool, kool en nog eens kool.
Hiervan is de schrijvor vol, hij zag niet
anders dan kool, mannen met bootjes roo-
de kool zooals Edammertjes, wagens met
savoyc- cn bloemkool, en verder stapels
witte kool.
Van de witte kool vertelt hij, dat deze uit
den Langcnd'ijk komt, nu dat is waar. Do
bloemkool groeit, evenals de savoyekool
in onzo gemeente meest op het naland der
tulpen on somtijds ook op dat der
vroege aardappelen, maar do roodc kool
komt bijna alle, welke gij, geachte schrij
ver, gezien hebt, van uit andere plaatsen
naar hier, om door onze groentcnhandela-
rea te worden verkocht ia Leiden, Den
Haag, Cnz., en niet, ten minste -verreweg
het grootste deel niet, gaat naar het bui
tenland, zooals u beweert.
Wat do schrijver voorts zegt over het
groepje huizen, hetwelk zich vertrouwend
om onzen ouden cn verweerden toren
schaart, zou ons, Rijnsburgers, bijna grie
ven.
Hij is gepaald iemand uit eon wereld
stad, dat hij plaatsen, zooals de onze,
welke tamelijk zijn uitgebreid, wat hun
ligging aangaat, bijna 3000 inwoners telt,
en waar verschrikkelijk veel landbouw en
veeteelt is, een verschrikkelijke handels
geest op leeft, enz., enz., als eon gehucht
gaat voorstellen, want hoe noemt men in
dc wandeling een groepje huizen anders
Vele, ja, zeer vele nieuwe huizen zijn
er in de laatste jaren hier bijgebouwd,
zoodat er nu vele straten namen hebben
ontvangen, één zelfs die vah Nieuw-dorp,
dus dat is al een groepje op zichzelf.
Verder zegt de schrijver, dat onze stra
ten gegarneerd zijn met roodc- en witte-
kools-bladeren, nu, dat is ook wel wat
erg overdreven, ja op enkele plaatsen,
waar men bloemkool-inmakerijCn lieefb, en
deze langs de straten worden gesneden, ja,
daar kan het er wel eens morsig en smerig
uitzion, en te wenschen was het dan ook,
dat hier een verordening bestond, waarbij
zulks was verboden. Wel wordt hier door
velen een gebruik gemaakt van den wal
in ons dorp, waardoor andere inwoners
veel last hebben, en daarom zou het ook
hier niet ondienstig en overbodig zijn, als
hier evenals in het naburige Katwijk van
iederen vierkanten meter, welke werd in
beslag genomen, per meter en per dag
moeet worden betaald; dan konden fc©n
minst© van dat geld do lantaarns in dezen
tijd tot des morgens halfzeven branden op
hoeken van straten, bruggen, steigers, enz.,
want dat gaat zeker op grond van bezui
niging, dat zulks nu niet geschiedt, zeer
ten ongerieve van hen, die des nachts naar
Den Haag vertrekken met hun groentenkar-
ren, en van heli, die dee morgens vroeg
naar hun arbeid moeten in stallen, enz.
Voorts zegt de schrijver, dat het in alle
huisjes, alsof er geen huizen zijn, naai*
kool en nog eens kool ruikt Maar
mijnheer, heoft u nu werkelijk
nergens soep of karbonade geroken!
Want het is juist slachtmaand en wij hou
den van meer dan alleen van kool, zelfs
ook wel van aardappelen.
O ja, daar schrijf ik in gedachten over
aardappelen, en waar gij, geachte schrijver,
nu heeft beweerd, dat waar het in hoofd
zaak vóqr Rijnsburg op aankomt, kool is,
is voor mij een bewijs, dat u niet goed zijt
ingelicht. En waar gij spreekt over de
DuitBohe invoerrechten op de zuurkool on
zegt: „Arme Michel, je Sauerkraut mit
Sohweinonfleisch", zou ik willen zeggen:
„Arme De H., Was haben Sie ganz sahlechte
Referenzen iiber die Culturen in Rijnsburg
bekommen, und weskalb haben Sie das gc-
sohriebene nicht liebcr in der Feder ge-
halton!"
Want juist de invoerrechten op de
vroege aardappelen, welke vrucht hior zeer
zeker nummer twee staat, wat aangaat onztf
teelt alhier, is met 50 pfennig per baal van
50 K.G. belast geworden. Dit ia voor ous
zeer zeker een ramp, doch de invoerrechteu
op de kool sokaden ons niet zooveel.
Zoo bemerkt men, dat, waar het hier iu
hoofdzaak op aankomt, tulpen zijn, dan
aardappelen en bloemkool en voort.' sa
voyc- roodc1 cn witte kool. Verder allerhan
de soorten van groenten, maar ook in snij
bloemen wordt hier zeer veel verdiond. Zeer
velen, die ook van dit bedrijf het gansche
jaar eten moeten.
Voort© zijn er twee groote groentcninma-
kerijen, wat zeer zeker ons dorp ton goede
komt.
Ook zal er het volgend jakr do eerst©
exportzaak van bloembollen worden opge
richt.
Wat de stoomtram aangelat, ook deeo
zagen wij zeer gaarne plaats maken voor
een locaal-spoor, opdat ook onze producten
zonder overladen konden verzonden wor
den, wat vele voordeelen voor onze gemeen
te af zou werpen.
Dat do schrijvetr niet één woord heeft
gerept over de tulpen veilingen;, verwon
dert mij, te meer waar hij van een grooton
stads-handelsgeest gewaagt.
Er zijn hier niet minder dan 7 groene en
5 droge veilingen gehouden, welke pl.m.
70,000 hebben besomd naar mijn gissing.
Ook zijn er nog 12 avond-veilingen van
bloembollen gehouden. Een voorrecht is
het zeker voor de meeste kweekers van tul-
peD, dat zich hier onkelo personen hebben
bezig gehouden met den in- en verkoop
van leverbare tulpen.
Hierdoor wordt voorkomen, dat enkelen
voor hun bollen prijzen ontvangen, verre
beneden do handelswaarde, wat voor en
kele jaren nog dikwijls plaats vond.
Door de teelt en den vooruitgang der
cultuur van de tulpen gaat ons dorp hard
vooruit; zoowel baas als knecht vaart daar
wel bij.
Moest vc>or een tiental jaren een be
kwaam werkman 1.20 gulden daags in
de kool werken, wat dikwijls zoo veel zeg
gen wil als in het water, daar kool bijna
altijd door en door nat is, tegenwoordig
verdient zoo iemand 1.75 gulden k 2 gulden
daags in het bollen vak, wat bij het werk
in do kool vergeleken, heerenwerk is.
Uit een en ander, hier vermeld, kan do
aandachtige lezer dus wel zien, dat er hier
meer te zien en t© ruiken is dan kool en
ons dorp zeer zeker een bezoek waardig
ia'; maar ik raad u: Kjomt dan in het
voorjaar of in don zomer, daar thans de
wegen om het dorp heen, voor mensch
noch beest begaanbaar zijn. Zou onze ge
meenteraad hier geen einde aan kunnen
maken! Wij zouden heb zoo gaarne zienl
Een Rijnsburger.
22 November 1906.
Naar aanleiding van hel bovenstaande:
Het zou mij spijten, als ik nog meer in
woners van Rijnsburg had gegriefd met
het schrijven yan mijn artikel, hoe Rijns
burg o p het oogenblik zooals ik
schreef, er uitziet.
Er is en dit is het éénigc punt, waar
ik het met den heer „Rijnsburger" over
eens ben, heel wat meer van Rijnsburg
te vertellen. Als de Redactie het mij ver
gunt, hoop ik in den bollentijd over de bol
len to praten, zooals ik in den kocltijri
schreef over de kool.
Want de grootst© grief laten we zc
nummeren grief I echijnt te zijn, dat ik
het in den kooltijd niet over bloemen en
aardappekta had.
Grief II is: dat ik de kool heb geroken
in plaats van de karbonade.
Grief III is: dat ik Rijnsburg ook in
het najaar mooi vind.
Grief IV is: gedistilleerd uit mijn woor
den, waar ik Rijnsburg beschreef van uit
de verte, als een groepje huizen, dat zich
om den ouden, verweerden toren schaart,
terwijl RijnsL..rg toch werkelijk haast 3000
inwon ore telt.
Wel is waar heb ik nu ook nog een te
rechtwijzing te duchten van het Seminari
um te Katv. .j, wijl ik schreef van het to
rentje, dat zoo aardig uit de boomen
kijkt, wijl die toren, ja, laat ik eens gis
sen, misschien wel 30 M. hoog is.
Grief V is: dat ik vreemde woorden ge
bruik; maar neen, Mijnheer d© Rijnsbur
ger, nu neemt u een loopje met me do
vier vorige, daar zal ik niets van zeggen,
die zijn vol logica, maar dezel u, die
me daar zoo'n heelen Duitschen volzin in
elkaar* zet, zij het danniet onberispelijk,
u zou zoo'n paar vreemde woorden niet
begrijpen 1
Neen, nu fopt u rao, dan is dat Duitsoh
ook niet van u.
Grief VI is aan het gemeentebestuur, dut
voor wegen zorgt, voor mensch noch beest
begaanbaar.
Grief VII, dat is een lange. Die is voor
de café's bestemd.
Grief VIII richt zich tot de balddadig-
heid der Leidsche jeugd èn volwassenen.
Grief IX, o neen, dat is een pluimpje
voor het loopje, dat ik met de tram nam.
Dan vind ik nog de toezegging van een
bouquet je bloemen, als wij Rijnsburg in
den bloementijd bezoeken. Nu, die belofte
wil ik graag uit naam van alle medelczers,
durf ik wel zeggen, onder voorloopigo
dankbetuiging in ontvangst nemen.
Maar nu heb ik van mijn kant een for
meel© grief. W ij s t u me de p 1 a a ts
eens aan, waar ik moet bewe
ren, dat roode kool tot export
dient!
Mag ik u verder, Mijnheer do Rijnsbur-
gcr, in overweging geven, alvorens een ver
nietigende critiek te willen schrijven, te
bedenken, dat; velen zijn geroepen, wei
nigen uitverkoren. Waarlijk, uw stuk, dat
met zoo'n ophef begint en zoo weinig om
het lijf heeft, is maar zoozoo.
En nu om te besluitenU hebt niet
aangetoond, dat ook maar iets onjuist
was in mijn beschrijving.
Ik handhaaf volkomen de betrouw
baarheid van wat ik schreef. De H.
In desn strijd voor den vre
de. Terwijl het pas verschenen maand
blad van den. Bond „Vrede door Recht'
een oproep tot ouders richt om toch voor
al den kinderen geen geweertjes, sabels,
kanonnen, enz. voor speelgoed te koopen,
omdat ook spelende kinderen niet zoo n
indruk van oorlog moeten krijgen, vond
men hedenavond voor het uitstalraam Tan
een groot magazijn te 's^Gravenhage te
middeni van uesdoeld speelgoed een bord
met het opschrift: „Ouders, denkt aan do
toekomstige officieren 1'
Uit Delft meldt men aan de
„N. R. O.":
De politie alhier heeft een jongen een
signaalfluit afgenomen, waarmede hij in
de nabijheid van het station van de H.
IJ.-S.-M. floot als een trein tot vertrek
gereed stond. Do bengel had succes ook.
Meer dan eenmaal is het voorgekomen,
dat de trein zich, op u ij n fluitje in bewe
ging zette, als de portieren ten deele nog
gesloten moesten worden.
Door iemand te Rotterdam
is een klacht ingediend bij den directeur
der Staatsloterij te 's-Gravenhage tegen
een collecteur te Rotterdam, die weigerde
hem 2/20 in de Staatsloterij te verkoopen,
bewerende er slechts één in voorraad te
hebben. Later bleek echter dat hij wel
voorraad had, doordien hij nog briefjes
aan anderen verkocht. De namen van de-
zo koopers zijn in de klacht opgegeven.
De politie te Velsen heeft
to Amsterdam opgespoord den man, dia op
de Volser-markt van den landbouwer Ap
peldoorn, te Heilo, twee koeien kocht, dio
niet betaalde' en dadelijk weer verkocht
met „verlies". Het is een wagenvoercfer van
do tram to Amsterdam, die reeds 15 jaar in
dienst der gemeente was. De man was door
ziekte aan lager wal geraakt en had -iu op
deze wijze getracht aan geld te komen.
Eenrochorchcur, to Am.-, to r-
dam, belast met den vreemdelingenrliciso,
heeft daar ter stede aangehouden twee
jeugdige" Duitschers, die in het bezit waren
van een ruim bedrag aan geld. Bij inlor
matio in Duitschland bleek, dat zij zich to
Bielefeld aan verschillende inbraken heb
ben schuldig gemaakt.
Aan do stoo m-r ij s t p e 1 1 c r ij
„Dc Phcnix" van do firma C. Kamphuys
to Zaandam had gisteren een der werklie
den, Jan do Graaf, terwijl hij een hijsch-
touw wilde grijpen, liet ongeluk het even
wicht te verliezen, waardoor hij vao do
derde verdieping viel en terecht kwam iu
het ruim van een schip. Zwaar inwendig
gekneusd werd hij naar het ziekenhuis 1c
Amsterdam overgebracht. Men vreest voer
zijn leven.
Uit VI hardingen meldt men
aan de „N. R. Cfc.":
Gisteravond is alhier binnengekomen de
stoomlogger „VL 164 Java", van do Hol-
landscho Zeovissoherij, aan boord waarvan
zich bevond de bemanning van den stoom
logger „VL 38 Zuid-Holland", van hier,
van do reederij der firma Do Zeeuw eif
Van Kaalt, welke heden op zee gezonken is4
Het 5-jarig dochtertje vanL,
uit de Zwaansbeeg te Utrecht, dat dezer
dagen brandwonden kreCg door het spelen
met lucifers, is Donderdag in bet Aa-
dreasgesticht overleden.
Do kooien van Prins Hen
drik. Nader meldt men aan de „N. ft.
C." nog uit Apeldoorn, dat er aanvanke-
lijk tostemming was gegeven om vijftien
koeien in Duitschland in te voeren met
bestemming voor het landgoed Dobbin van
Z K. H. Prins Hendrik.
Nadat nu deze koeien te Leeuwarden
waren aangekocht, bleek, dat men aan dó
Duitsfche grenzw geen bevelen omtrent
toelating had ontvangen.
Toen aan do Duitsch© regeering hulp
werd gevraagd, om mogelijk te maken, dat
vao de toegestane permissie werd gebruik
gemaakt, werd, om redenen, welke niet
bekend zijn, de Verleende toestemming
ploteeling weder ingetrokken.
B ij Niouwoschane, Gronin^
gen, is een tienjarig zoontje van den heer
W., te Molenwarf, onder een zwaargeladen
wagen geraakt. Onmiddellijk was het kind
dood.
Men sohrijft uit Winschoten:
De heer Engels, deurwaarder bij de •ut.-
rechtbank, moest iemand wegens huur
schuld uit een woning zetten.
Toen allo huismeubels op straat waren
geplaatst, bleven drie kindertjes in de
woning achter, omdat het echtpaar de
plaat had gepoetst. Ze zijn heden alle dn©
in het armenhuis opgenomen.
Eenjachtopzienerte Schoor
(N.-H.) bemerkte Dinsdagmorgen ccii
zeldzaam grooten vogel. Het bleek een"
adelaar te zijn, »_ie in deze streken ver*
dwaald was.
Wdjl de jachtopziener ongewapend was,
kon hij het roofdier niet onschadelijk ma
ken. Toen in den namiddag het vijftien
jarig dochtertje van den heer B., te Koe
dijk, uit Alkmaar huiswaarts Keerde, zag
zij den adelaar achter zich aankomen. Het
dier kwam steeds dichterbij, en zij begon
herig verschrikt om hulp te roepan. Het
krijs^hende beest kwam zóó dicht bij haar,
dat zij zich met een tascbje, dat zij bij zich
droeg, tegen zijn aanvallen moest verdedi
gen. Eenig brood was uit het tascbje ge
slingerd, en toen nu een paar landlieden,
die in de nabijheid werkzaam waren, den
adelaar met stokken verjoegen, maakte hi)
zich van het brood meester cn verslond dit
op het land.
Toen. hot meisje haar weg ongeveer tien
minuten vervolgd had, bedreigde de vogel
haar opnieuw. Op haar angstgeschreeuw
kwam een werkman toesnellen, waarop
het dier do vlucht nam.
Gelukkig heeft het arme kind geen licha
melijk letsej gekreg: doch haar zenuwge
stel was zóó geschokt, dat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen.
(„N. v. d. D.'
Men schrijft uit Breda aan
„Do N. Crt.":
De* gebroeders Alberts, van <ïe rioscope,.
hebben do gewoonte om zich voor hun aan
kondigingen te bedienen van dc Fransche
taal en noemen zich immer Alberrs frè-
res".
Dit heeft dezer dagen tot een grappige
vergissing aanleiding gegeven. De heeren
Alberts hadden het plan om in hun bios
cope ook een voorstelling te geven va het
gebeurde te Köpenick, waartoe zij het oog
hadden laten vallen op een dorp bij Breda-
Zij verzochten den burgemeester dier ge
meente toestemming voor het doen der op
neming, maar kregen het volgende ant
woord
„Meneer Frères het spijt mo wel, maar
ik kan uw verzoek niet toeetaan; ik kan et
niet aan medewerken om een Duitsch col-*
lega belachelijk tcf maken. Ik doe het niet,
meneer Frères."
Meneer Frères, het spijt mo wel, maar
de plotselinge naamsverandering, zijn toon
naar een ander dorp gegaan, waar do bur
gemeester een minder sterk ontwikkeld col-
Icgialiteitsgevoel bleek te bezitten.
Uit Tiel wordt gemeld, dat»
aan boord van de „Katwijk" alios door
het gerecht verzegeld is, en dat de beman
ning onder strenge bewaking staat en geen
gemeenschap met den wal raag hebben.
Het bericht van de verzen
ding van een 15-tal Friese he 1 oeicn naar
het landgoed Dobbin van Prins Hendrik,
is gebleken niet geheel juist te zijn geweest.
Wel waren de koeien voor dit doel aan
gekocht, doch men had niet gedacht aan
het verbod van invoer van Nederlandsch'
vee in Duitschland. De koeien waren even
wel gekocht en nu zijn zc na* 's Prinsen
stallen op Het Loo- verzonden, op één koe
na, die inmiddels ziek was geworucn en,
na afmaking, in den grond is gestopt.
Winter. In Zuid-Duitsch»
land en Tirol is reeds veel sneeuw gevallen.,
D c „K 1 n i s ch e Z t g meldt,
dat het stedelijk bestuur van Hamburg het
plan bestudeert van een tunnel onder de
Elbe, welke de groote havenstad zal ver*
binden met dc voorstad Bt.-Pauli. Da
tunnel zou moeten kunnen worden ge
bruikt door voetgangers en voertuigen.
Het bericht, dat nog in dit
jaar do zaak van den „kapitein van Kö
penick" voor do Berlijnsche rechtbank zal
worden behandeld, heeft aanleiding gege
ven tot een bestorming van dc grift'© om
toegangskaarten. Uit alle deel311 vaii
Duitschland en zelfs uit het buitenland ko
men dagelijks kil van verzoeken om een toe
gangsbewijs. Natuurlijk zullen de Litest©
der belangstellenden worden tcleurp.esleid,
want de ruimte in de rechtzaal is te kleio
om zelfs slechts het kleinste gedeelte <'efl
toegangvragers een plaatsje te verschafr
fen.
I-n Metz h e c rscht eeo pof-
kCn-epidemie. Uit één straat werden i>ie$
minder dan 30 patiënten naar bet hosr.'caaf
gebracht. Ook in het weeshuis heerscht d©j
ziekte, die echter over het algemeen graf
kwaadaardig karakter schijnt i e hebben.