•Anno f5'0. PERSOVERZICHT. No. 14331. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG tÖ NOVEMBER. TWEEDE BLAD. In „D e Volksbod e"- (Fricsoh christelijk-historisch) maakte een Inzender aanmerking op de wijze, waarop d r D e Visser'B candidatuur door do redactie is bepleit en waarop dc candidaat zelf voor de Leidsche kiezers is opgetreden. De redactie schrijft onder dat stuk o.m. Vervolgens willen we opmerken, dat wij onze nogal warme aanbeveling heboen geschreven in de veronderstelling, dat dr De Visser niet geacht mag worden een echte coalitic-succèa-man" te wezen. Wij grondden deze onze meening op uitlatingen zijnerzijds, die althans recht gaven tot een tegengestelde opvatting. Nu is h't wel waar, dat de Lcidscho verkiezing dr. De Visser, misschien meer dan hem aangenaam is, weder in het licht der coalitie heeft geplaatst. Wij zouden het dan ook voorzichtiger gevonden hebben, zoo dr. De Visser zich alleen als candidaafc der Chr.-Hist. Kiesvereeniging had aan gediend, terwijl de beide gecoaliseerde (wij drukken nogmaals op het woord bei de, evenals in ons aanbevelend artikel!) partijen zijn van Chr.—Hist, zijde gestelde candidatuur uit overwegingen van lands belang hadden kunnen steunen. Ook heeft het ons wij moeten dit ronduit zeggen wel een beetje bevreemd, dat hij zonder groote reserve de antithese-politiek op dc meetings heeft verdedigd. Doch misschien hebben de verslagen ons hierover gebrek kig ingelicht. Om billijk te kunnen oor- declcn, zou men zelf de rede hebben moeten hooren. Kalme uiteenzetting van het Chr.- Hist. beginsel ware naar onze mcening verkieslijker geweest dan felle bestrijding van een machteloos Kabinet, dat als een schip zonder roer op de politieke wateren omdobbert. Het artikel over Leiden in ,,D e No dcrla n der" was dan ook heel wat gematigder van toon en naar wij gelooven juister van stelling. Doch genoeg hierover. Wij halen dezr. dingen niet op om dr. Dc Visser iets on aangenaams te zeggen, maar enkel om blijk te geven, dat we ook waar we hebben willen toonen dat onzerzijds de toenadering eerlijk spel was geen oogenblik het onderscheiden standpunt, dat telkens bloot komt en ook bij dc Leid- scho stembus van invloed is geweest op dc aangenomen bouding van dr. De Visser, uit het oog verliezen. Onze bezwaren tegen de antithese en de op deze antithese gebouwde coalitie zijn onveranderd dezelfde gebleven. Alleen voelen wij iets dieper dan vroe ger, welke dc politieke gevolgen zijn van het optreden, van een ministerie, dat het liberale concentratie-program tot uit gangspunt gekozen heef voor het regee- ringsbeleid. Reeds daarom verheugt ons de uitslag van de Leidsche stembus on hebben we er geen spijt over onzen naam aan de candi- datuur-De Visser to hebben gegeven en, zij het in zéér bescheiden mate, tot dc verkiezing van het Chr.-Hist. Kamerlid te hebben medegewerkt. Do „H aagschc Stemmen", Chr. Weekblad voor Nederland, onder redactie van ds. C. Oranje, weet tc vertellen, dat kort na den uitslag der Leidsche stemming, het „gerucht" heeft geloo- pen, dat het Kabinet zou aftreden. Waar dat gerucht heeft geloopen, meldt het blad niet ,zegt de ,,M i d d c 1 b u r g- sche Couran t". Het heeft hoogstwaarschijnlijk alleen ge spookt in het brein der redactie van dat blad. Dezelfde „Haags oh e Stemmen" komen ons vertellen, dat dr. De Visser, na zijn verkiezing iru Leiden, „in intiemer kring".den wensch uitsprak: „De premier van 1S011905 nog eens weer naar het Torentje Ziet, zoo iets is dan toch verbijsterend, zegt „Het Vaderland". Daar is nu een candidaat gekozen van de kleinste groep der kerkelijke partijen in het district der Sleutelstad. Enkel en alleen FEUILLETON. De arme ïiielit. 26i Lucie beloofde mevrouw Vallier, hom al den tijd te wijden, welken zij aan „Werk hoven" kon ontnemen, en verliet haar met dc vaste overtuiging, dat zij voor deze taak hard zou werken, en verheugd ook wel wat over haar invloed. Mevrouw Opberger maakte geen opmer kingen over de drukkere bezoeken van haar nicht op „Eikenheuvel", Lucie bemerkte zelfs, dat Anua haar het uitgaan verge makkelijkte. Daartegenover stond, dat zij zij wist zcJve niet, hoe zij «.^t die op merking üwam minder tegenwoordig was bij do bezoeken van Henri van Gaasteren. Marcel was altijd bij zijn moeder, hij studeerde met grooten ijver zijn liederen in, en Lucie had den betrekkelijk vertrou welijke n toon van voorheen weder aange slagen cn dit zooveel tc meer, daar me vrouw Vallier haar dikwijls zei, dat zij zoo gelukkig was en dat zij haar heur zoon had teruggeschonken. Het meisje vergat 6oms, wat er was ge beurd, of als zij er aan dacht, dan verheug de zij zich tegelijkertijd, dat zij eenig goed had kunnen doen. Niemand op „Werkho ven" sprak haar over mevrouw Vallier of haar zoon. Zelden zag zij Henri, en daar mevrouw Opberger haar geweigerd had te Argenteau les op het orgel te gaan nemen, Lauden haar bezoeken aan mejuffrouw Van Lraaderen zoo goed als opgehouden. Bo vendien zag zij haar nooit alleen: Anna ky* en kucie begreep zeer ge- ma tks.ijk de geheime beweegreden van haar omdat rijn geestverwanten er voor bedank ten, op een candidaat der andere, zooveel sterkere groepen te stemmen. Open en bloot wordt erkend, dat zelis dr. Kuyper do pl.ru. 300 stemmen der Christelijk-Historischen niet zou hebben verkregen. En niettemin verstout zioh dr. Ds Visser hem „in intie mer kring", d.i. in dien zijner geestver wanten, terug te wenschen als premier, natuurlijk als chof der rechtsche ooaiitie, waarvan die geestverwanten, getuige bun stem in 1905, niets meer wilden .weten. Ds. Talma zei vorleden jaar: dc linker- partijen zijn vereend door haat, de recht sche door liefde. En de „Haagscho Stemmen" zeiden hem dit na. Houdt men- feiten als dc hiervoor uiteengezette voor oogen, dan kan men gaarne toegeven, dat hier een soort liefde in het spel is maar dan. apenliefde! In de kwestie D r. K uy per en do Invaliditeitsverzekering ant woordt „Do N i e u w o Courant" weer aan „D e Standaard": Als deskundigen rapporteeren, dat rij in een lijk vergif niet gevonden hebben, zal toch de rechter geen nieuwe lijkschouwing doen. (Zoo had „De Standaard" op gemerkt). Weineen, „Standaard", en dat behoeft'ook niet: want do bevindingen uit feitelijke waarnemingen geven do medici niet als d e k u n d i g e n, maar als getuigen: voor iedere qualiteit af zonderlijk leggen rij dan ook den eed af. Wel echter is het, altijd en onvoorwaar delijk, des rechters plicht de redenee ring van een deskundigo te controleeren, en die te verwerpen of haar tot de rijno to maken. En evenzoo, a 1 t ij d on o n- v o o r w a a r d e 1 ij k, is do Minister te genover de Volksvertegenwoordiging ver antwoordelijk. In caau: als een wiskundige specialiteit meent, dat de frequcntiecijfers van invaliditeit, welke dc ervaring aan geeft, „abnormaal" zijn, k a n cn mag een Regeering op een dergelijke beschou wing (die, het zij trouwens nog eens her haald, het wezen der Invaliditeitsverze kering zelve betreft) ccn ontwerp niet bouwen, zonder dien grondslag tot den haren te maken. Een minister, die die con trole verwaarloost, ontwerpen laat fabrie ken en klakkeloos overneemt wat ambtena ren of adviseurs goed prijzen, handelt in constitutioneel cn levert het bewijs, dat hij het met ijn taak niet nauw neemt. Thans schrijft weer ,Dc Standa ard": De loopgraven waron lang getrokken, maar wij zijn er nu dan toch met „De Nieuwe Couran t". Beiderzijds 6taat nu vast, dat in theorie de verantwoordelijkheid van Minister of rechter onbegrensd is; gelijk dit niet an ders kon. Maar ook anderzijds, dat én Mi nister èn rechter saam op gegevens moeten beslissen, die ze niet persoonlijk verifieeron kunnen. „Do Nieuwe Courant" dorst het dan toch niet aan, te zeggen, dat een rech ter verplicht is do lijkschouwing zelf over te doen, cn zo bleef natuurlijk in gebreke, gelijk wel moest, om ook maar één rechter te noemen, die in contra geoordeeld had. Blijft nu de vraag, in welke ge-vallen de rechter wel, in welke hij niet zelf contro leert: maar het dispuut daarover laten wo rusten. Immers, dit dispuut is voor geen algemeene behandeling vatbaar. Rest intusschen nog altoos het journalis- tisch niet zeer verheffende feit, dat een eer baar blad ondernam do grofst donkbarc beschuldiging tegen een afgetreden bewinds man uit te brengen, en het amende ho norable hierover in dc pen hield. Al wat ze introk was het opzet. Ecno dan aan Prof Kluyver, die zelf uit der hoek kwam, en zich aan allo verant woordelijkheid voor den czolschop te gen een overwonnen tegen stander onttrok. Door deze driestar van „Dc Stand aard" in haar geheel af te drukken, maakt „D e Nieuwe Couran t", naar rij zegt, voortzetting der discussie harerzijds overbodig. nicht, die blijkbaar tegenover haar ccd ja- loezie koesterdie, welke maar slecht vcr- borgcD kon blijven. XII. De winter ging voorbij, de maand Maart kwam met haar afwisselenden wind cn zon neschijn, de knoppen aan de boomen zwol len, de krokus stak zijn bleek zwak kopjo op cn de viooltjes begonnen reeds tusschen het gras hun kleuigeschitter. „Gij zult zien," zeide -•largaretha tegen Lucie, „hoe zacht en heerlijk do lente is. Weldra zal de zon warmer, en zullen do wegen niet zoo vochtig rijn. Henri zal dan wel een eind aan mijn gevangenschap ma ken, en dan zal ik u heerlijke punten laten zien, prachtige paadjes. Ik zal wel maken, dat je onze streek mooi vindt." Lucio spande zich in, vroolijk op al die plannen te antwoorden, doch haar hart vervulde zich met angst, als zij haar armo nicht aanzag. De hoest vermeerderde wel is waar niet, het blocd-opgeven scheen op gehouden, maar toch kwamen do krachten niet terug en het was gemakkelijk te be grijpen, dat do geringst© schok, het minste ongeluk, dit zwakke schepsel zou breken. „Werkhoven was, sedert de winter ver dwenen was, nog onaangenamer dan ooit Al dio werkzame monschen, die in do open lucht gehard waren, verwarmden zich door arbeid en begonnen reeds over dc hitte van kachel en haard tc klagen en te verlangen naar een voortdurende luchting der ka mers. Zoodra de zon zich maar even vertoon- I cc, opondc men de vensters. De afwisse ling van temperatuur werd voor de zwakke en lijdende Margaretha zeer pijnlijk en ou- Het punt, waar het op aankomt, en dat „De Standaar d" vroeger door mid del eener van onwetendheid getuigende vergelijking met des rechters verantwoor delijkheid zocht te ontgaan, wordt ook hier weder handig weggewerkt-. Het is dit; dat het klakkeloos overne men van redeneeringen en conclusies redeneeringen en conclusies, dio het wezen dor invaliditeitsverzekering zelve, ddo de draagkracht en uitvoerbaarheid van het ontwerp betreffen door een Minister, in strijd is met den eersten eisch van nauwgezetheid en verantwoordelijkheids besef. Wat de grofheid van den „ezelschop" betöeft....do arme „overwonnen te genstander" geeft aanhoudend blijken al lerminst op een storvenden leeuw te ge lijken. Zoolang hij zich zóó blij ft roeren, als wij nog steeds van hem gewoon rijn, kunnen ezels hem niet aanmaar roept hij zelf om welgemikte (slagen van betere hoedanigheid. In do H. igscho correspondentie in de „Zutphenscho Courant" wor den over het ingediendo wetsontwerp tot wijziging der wet op de vereen i- gingen eenige opmerkingen gemaakt. Do correspondent zegt, dat hot to be zien zal ©taan of 'e Ministers stelsel, waar uit de Koninklijke goed searing is geban nen, het aantal rechtspersoonlijkheid ver gende lichamen zal verminderen. Hij vindt dit echter geen nadeel en begrijpt niet waarom de Regeering er ccn aanbeveling voor üaar wetsontwerp in riet. En dan vervolgt de correspondent aldus: Het wetsontwerp geeft niet meteen aan elke nieuw opgerichte verceniging rechts persoonlijkheid, maar biedt de gelegenheid die langs gemakkei ijken weg te verkrijgen en wél enkel door de voldoening aan wet telijke vereischten. Do statuten moeten ten overstaan van een notaris worden verleden; zij vermel den den naam, den zetel, het doel; de middelen om dit te bereiken, en den duur dor verceniging; zij houden voorts bepalin gen in omtrent haar wijziging, het verwer ven en ophouden van het lidmaatschap ca het bestuur. Na ter griffie van het kan tongerecht te zijn gedeponeerd, worden ze in do „S t a a t s o o u r a d t" en een tor plaatse of in do provincie verschijnend nieuwsblad openbaar gemaakt en daarmeo is do rechtspersoonlijkheid beklonken. Het is dezelfde eenvoudige regeling, als wij voor de vennootschap onder firma in het Wetboek van Koophandel cn voor de co- operatiove vcreenigingen in do wet van '76 aantreffen, doch dio hier haar eigen aardige nadeolen bezit. In de eerste plaats lijkt do notarieelo tusschcnkomt ons .een bezwaar Wel wor den hot depot ter griffio cd dc plaatsing in do „Staatscourant" kosteloos toogestaan, maar de notaris kost geld. In het websonfrvverp op de arbeidsover eenkomst heeft men nauwlettend gewaakt tegen alle mogelijke kosten van contraeten en aktenmen heeft ze vrij van zegel en registratie verklaard en ziet, hier zal dc vakvereeniging, cn er bestaan cr met slecht voorziene kassen, dio daarom niet minder nuttig werk doen alvorens do voor het sluiten van een colloctief contract onmisbare rechtspersoonlijkheid te erlan gen, haar 10, 15 o meer gulden naar den notaris moeten brengen. Tusschenkomst van een en-aren man bij het opmaken der statuten is wenschelijk, maar verdiende het wellicht aanbeveling een ander dan den notaris met dit preven tieve toezicht te belasten? Trouwens cn in do tweede plaats de rechtsgeleerdheid, die men door den notaris wil vorkrijgen en dio in het oude stelsel zonder notaris bestaat, wordt door het nieuwe niet gewaarborgd. Dc wet van 55 maakt een verceniging rechtspersoon, zonder dat iemand, lid of derde, haar later ooit deze qualiteit zal kun nen betwisten; het regeeringsontwerp laat „eigen hulp" toe en Btelt elke verceniging bloot aan de bewering van niet-lcden, dat de gepubliceerde statuten niet aan de wet telijke vereischten beantwoorden en dat mitsdien de rechtspersoonlijkheid niet ver kregen werd. aangenaam. De wind had toegang tot alle hoeken, en de bescheiden opmerkingen van Lucie werden mot gelach ontvangen en beant woord, doch het ongelukkigste was, dat Margaretha ccn ernstige koude vatte. In het eerst verontrustte alleen Lucio zich. Mevrouw Opberger vatte de zaak licht op en meende, dat haar grocjcs haar alles verhelpond middel zouden zegevieren over een zoo omstige kwaal. Met die verblindheid, zoo gewoon bij men schcn, die nooit ziekte gekend hebben, weigerde rij in te zien, dat do sluipende koorts, terwijl die haar dochter geheel en al ondermijnde, aan haar gelaat een be drieglijke kleur gaf. Lucie, die zeer ernstig ongerust werd, besloot, omdat Henri sedert verscheidene dagen al niet op „Werkhoven" was ge - weest, in het geheim te schrijven aan me juffrouw Yan Gaasteren. Hij kwam nog denzelfden avond en werd ontvangen met een vroolijkheid, welke be wees, hoe weinig nllen op „Werkhoven" zich van i.et gevaar bewust waren. Hij moest ze gchtor verontrusten, om to verkrijgen, dat er meer zorg besteed werd en betere voorzorgsmaatregelen werden ge nomen. Toen Lucie haar tan to een halfuur later zag, werd zij getroffen door de ver andering, die in haar had plaats gegrepen. Zij hield zich goed en haar trekken leken bij den eersten oogopslag gewoon en kalm; voor wie haar kenden, was er in haar oog duidelijk iets onrustwekkends leesbaar en haar lippen beefden. „Lucie," zeide rij, terwijl zij haar stem krachtig wilde doen schijnen, „gij zult uw kamer wel aan Margaretha willen afstaan; Wel beroept de Minister zioh reeds bij voorbaat tegen deze grieve op de practijk der coöperatieve vercenigingen, van woiko sedert 1676 slechte drie als zoodanig door eigen leden niet werden erkend, doch liij vergeet, dat do gewone verceniging tegen over derden in een geheel verschillende ver houding staat. Bij de coöperatieve blijven do loden aan sprakelijk; bij de verceniging niet. Bij gene hebben derden geen enkel belang het ka rakter der vereeniging to bestrijdenbij de- zo kunnen zich omstandigheden voordoen bijv. (een leege vereenigingskas cn rijke le den), die daartoe een tastbaar interesse doen ontstaan. Door de betwisting en do rechtspersoonlijkheid slechts aan derden toe te staan, wordt het gevaar dor onzeker heid geenszins opgeheven. Immers juist bij de vereenigingen, wclko dit wetsontwerp moet beheerschen, zullen wel nooit do leden een poging doen om zelf, in eigen beurzo, voor de handelingen van het zede lijk lichaam aansprakelijk to worden, het geen van ontkenning der rechtspersoonlijk heid het gevolg zoude zijn Mag dus do aanschaffing der koninklijko goedkeuring als een voordeel van het wets voorstel worden beschouwd de inmen ging van den notaris, do zeker niet denk beeldige rechtsonzekerheid staan als nadeo len daar tegenover. Yalt een regeling, ge lijkend op die voor verwante materio op hot eerste gericht in den smaak, de versohillcn, die ondanks dc maagschap tuaschen gewone en coöperatieve vcreenigingen bestaan, ma ken dien eonvoud bij nadere beschouwing min wenschelijk. En misschien ware liet daarom raadzaam dit wetsontwerp van zeer beperkte strekking te doen wachten totdat een pricipieelo vaststelling van het vereeni- gingsreoht on van d^n aard der rechtsper soonlijkheid aan do orde komt. In ,,D c Militaire Gids" schrijft „Een pelotonscommandant" over den m i- 1 i c i c n-c a v a 1 o ri s t „Inderdaad I do tijden zijn veranderd de miliciens zijn waarschijnlijk in beter conditie gekomen, doch de vrijwilligers dio hen vroeger geheel overvleugelden, zoowel door getalsterkte als door bruikbaarheid, zijn in beiderlei opzicht sterk gedaald. Trouwens óók de ideeen zijn veranderd; óók de vrijwilligers, het rudiment der oude, staande legers, zijn uit den tijd. In getalsterkte wegen zij nog tegen do militie op, doch in bruikbaarheid zijn rij beslist in do minderheid. Laten wij, cavaleristen, zoo dikwijls be schuldigd, en niot geheel onverdiend van te groote gehechtheid aan traditio eu sleur, toch bijtijds do bakens verzetten, nu het gotij is vcrloopen. LateD wij toch gul erkennen, dat wij het evengoed, ja veel en veel beter, met militie kunnen stellen cn do vrijwilli gers, dio ons dikwijls niets dan teleurstel ling, last cn ellende bozorgen, best kun nen missen. Do raag is maar, hoe hier to© te komen, want afbreken is goed en wel, doch op bouwen sta cr tegenover. Wij hebben daarom getracht onze denk beelden in do navolgende voorstellen te belichamen. lo. De cavalerie bestaat in beginsel alleen ut m li ie; vrij illigern worden bij dit wapen alleen toegelaten onder nader te bepalen voorwaarden, ten einde in de behoefte aan berocpsonderofficieren to voorzien. 2o Do eerstc-oofcntijd der militie duurt 18 maandenhaar opkomst heeft telken jaro op den IstcD October plaats. 3o. Do militieplichtighc-id duurt 6 jaar, do eerste oefentijd inbegrepen. In het 4de jaar, op een telkenmalo nader te bepalen datum, komt de militie gedurondo 6 weken voor herhalingsoefeningen onder do wa penen. 4o Bij elk vold-eskadron worden jaar lijks pl m. 50 militiepliehtigen ing<xieeld; van dit getal kunnen 8 manschappen voor den graad van korporaal cn 4 man voor dien van wachtmeester worden opgeleid. Tevens bestaat gelegenheid per eskadron een milicien, dio aan een bepaald examen cn aan nader vast te stellen cischen van rijkunstigo bekwaamheid en raaatsohappo- de hare heeft geen schoorsteen, cn Henri wil, dat er vuur aan is, dag en nacht. Wilt gij haar helpen, om haar zaken over tc brengen?" „Ja zeker, tante. En als gij eens goed vondt dat ik bij haar bleef slapen Ik slaap zeer licht on ik zou haar dan allc3 kunnen geven, wat ze nooclig heeft.," „Neen, dank je; men zal voor mij eco bed gereed maken in dc kamer daarnaast." Alles was veranderd op „Werkhoven". Mevrouw scheen van haar persoonlijke in zichten afstand te hebben gedaan cn bracht zonder eenigo tegenspraak allo verbeterin gen aan en nam alle voorzorgen, dio Hcnri aanried. Er hingen nu wollen gordijnen voor Margaretha's venstors en voor de slecht sluitende deuren hingen eveneens gordij nen. Dc goraaemakendb stemmen waren veirstomd, de zware cn haastige stappen werden niet meer gehoord en iedereen wen de er zich aan van het toevluchtsoord van het zieke meisje het middelpunt to maken van zijn gedachten en oplettendheden. Henri bracht boekenAnna zorgde voor vroege bloemen; George plukte in de laan primula's en viooltjes, Paula bracht icdo- ren dag de gehcelc familie katten binnen om goeden dag te zeggen. Mijnheer kwam, met dc bedoeling, Margaretha te verstrooi en, haar tersluiks een bladzijdje van zijn manuscripten voorlezen, en zijn vrouw be reidde zelve een oneindige verscheidenheid van heerlijke schoteltjes, welke moesten dienen om den verdwijnenden eetlust van de armo kleine op te wekken. Deze ontving vol dankbare verwarring die bewijzen van liefdeal die ongewone betuigingen van een genegenheid, welke cr nooit aan gedacht had, zich naar buiten lijko positie voldoet, tot militie-luit. bij do cavalerio op tc leiden. Zijn eerste- oefentijd duurt 18 Liaanden achtereen. Hij komt in het 4de jaar zijner militicplichtig- lieid, op een telkenmalo nader to bepalen datum, voor den tijd van 8 weken voor herhalingsoefeningen onder de wapenen. 6o. De instelling van het reservekader bij dc cavalerie wordt opgehovcn. 6o. Ingevolge het in de slotalinea van artikel 1 bepaalde, kunnen zich jaarlijks op 1 October vrijwilligers voor den tijd van 3 tot 6 jaren bij de cavalerio verbin den. De eiscüen cenerrijds en do voordoo ien anderzijds, aan deze vrijwilligers resp. te 6tellen of toe te kennen, zullen nader worden bepaald.*' Van do vrijwillige» zegt de schrijver onder andere: „Onmiskenbaar voortgekomen uit do heffd des volks, velen hunner bepald on gunstig van uiterlijk, do moesten zich als onwillig, althans ouversehillig gevend aan den arbeid, door hen zeiven zoogenaamd vrijwillig, doch inderdaad onder don scher pen prikkel van honger en armoede op zich genomen En iets verder: rf,Welk een ongelukkigo racnschen eener- zijds: verdorven, in de slechte omgeving, waarin zij opgroeiden en die haar stempel diep in hun karakter drukte; jongens dik wijls, yan 12 ambachten en 13 ongelukken, voor niets deugend, voor alles te lui, ver lokt door 's Rijks handgeld cn geloosd door ouders of familie, dio hou maar «sol daat lieten worden. Zelfs reeds in de eer- te periode der africhting onttrekken z ch deie lieden aan het onderricht door zich ziek te melden, soms slechts simulccrend, doch soms ook, omdat zij het werk mot kunnen volhouden als gevolg cenor ver waarloosde jeugd. In vcol gevallen looppa zij weg (mankecrcn), komen na dagen lang omzwerven in allerlei spelonken, terug, hetzij vrijwillig of door de politie opge bracht, cn bcloopen dan natuurlijk zware straffen, een en ander zeer ten nadcolo van den geregclden gang van het onder wijs. Ook plegen zij dikwijls diefstal (het) bekende kistje sigaren), ten einde uit den dienst gejaagd te worden. En dat alles, omdat het Rijk waar vraagt voor zijn geld, arbeid dus van con soort lieden, wie«i het Iccglpopon cn zwerven, kortom, con ongpbonden levenswijze, tot tweede natuur is geworden." En dan nog: „Geeft het niot tc denken, dat men zich genoodzaakt ziet do milicicus recruten op de chambrée afzonderlijk to plaatson? Na tuurlijk verbergt men do ware reden hier voor onder allerlei voorwendsels om de vrijwilligers niet to grieven, doch het komt cr toch maar op neer, dat sommige offi cieren dien maatregel nemen, om te voor komen, dat zij gebrutaliseerd en bestolen wordon door hun nieuwe kameraden de heoren vrij wil ligers. Doch dit 13 niet het grootste gevaar. Volgt men het stelsel, om met eiken jon gen man een oudcro te belasten, dio hem al» mentor op do hoogte mout brengen van all© zaken, den inwendigen dienst betref fend, dan dreigt nog grootcr gevaar. Is het hun, dje dit willen, dan volmaakt onverschillig, of de jongo milicien van den aanvang af wordt bedorven, als hij maar spoedig teugdwijs wordt gemaakt? Weet ge wat dit z.g. teugelwijs-makon door zulk een „slaapje" (man, dio naast hem op do kamer slaapt) beteckent? Wij laten nu maar dc meest immoreelo zijde van zulk een regeling rusten en herinneren or slechts aan, dat dit teugel wijs-maken in do soldatentaal bctcekent: hem den stand leeren, d. i do manier, om rich aan alles zooveel mogelijk to onttrokken, aan de lijn te trekken, d. w. z te luibakken ten kosto van anderen of van de paar den, ten koste althans van den goeden gan^ van den dienst. Zij leeren bovendien den officieren vooral geen vertrouwen tp Bohen- ken, al bewijzen dezo ook nog zoo vaak, hart voor hun manschappen en het goed© met hon voor to hebben. Daar de officie ren echter uittcraard voor do belangen van den dienst, voor den goeden gang van zaken mocfon waken, zien deze bravo men tors in dion per sc natuurlijke vijanden, to uiten. Zij ontving met tranen in dc oogen dio zichtbare liefde cn geide dikwijls, dat zij zich zoo gelukkig gevooMe, bemind te worden. Al dio zoigcn genazen haar evenwel niet Zij hoestte maar kldoor, en was ontroost baar, clat „dio leclijko hoest" dc anderen hinderde. Zij had geen pijn, maar Icofdo zoo onmerkbaar weg. Van week tot weck maakte dc kwaal vorderingen. In het eerst ging zij nog naar beneden in de huiska mer, daarna vermoeide haar de trap cn Hen ri verbood die verandering van tempera tuur haar kamer werd weldra de verza melplaats der familie. Zij was vroolijk, ge lukkig, hen daar allen te zien, en slelde, meer dan zij het ooit had gedaan, belang in hun werkzaamheden. Vervolgens worden •Je uron, dat zij in een grooten leunstoel op. zat, hoe langer zoo zeldzamer. Zij stond nog wel op, maar haar becncn waren zoo zwak, dat George haar moest dreven. En van week tot weck werd rij minder, zwak ker on blocker, ja, zo scheen Lucie toe als een albasten omhulsel, waardoor do naar vrijheid dorstende ziel naar builen uitscheen cn uitstraalde. Lucio zag nu ook, dat zij nuttig was. Margaretha betoonde aan allen een groot© liefde en dankbaarheid, maar zij wilde toch, dat haar moeder en haar nicht steeds bij* haar bleven. Lucie las haar voor uit haar geliefde schrijvers, als Margaretha's hoofd en oogen te vermoeid waren. Eerst kwamen, dc dichters aan de beurt; toen de schrijvers, wier werken een godsdienstig karakter had den cn haar kalme cn zachte trekken na men een hemelsche uitdrukking aan, als zy over de Hemel hoorde voorlezen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5