LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG <0 NOVEMBER. VIERDE BLAD.
Brieven van een Leidenaar.
FEUILLETON.
De arme niclit.
No. 14331.
Anno I50G.
OLVIII.
Het onderwijs kost de gemeente jaar
lijks een groot bedrag en deze post toont
voortdurend neiging tot uitzetting. Do be
volking neemt ge-stadig toe en zoo staat
men voor do noodzakelijkheid telkens, na
verloop van ecnigo jaren, over te gaan
tot het stichten van een nieuwe volks
school.
Daaraan is uu eenmaal niet te ontkomen.
Voor zoover cr niet door particulieren of
vereenigingen in wordt voorzien, heeft de
gemeentelijke overheid er voor te zorgen,
dat de gelegenheid voor lager onderwijs
op voldoende wijze wordt gegeven.
Al mocht de wet het niet voorschrijven,
dan zo t er, geloof ik, nog niemand zijn,
dio het niet zou willen cn zou wenschen,
dat men het aankomend geslacht in on
wetendheid liet opgroeien.
Tegen dit onderwijs zelf is dan ook in
onz-en gemeenteraad nog nooit geageerd.
Zelfs in den tijd, dat het subsidie-stelsel
voor het bijzonder onderwijs nog niet be
stond, hebben ook zelfs de voorstanders
van het bijzonder onderwijs en dat
strekt hun tot eer in onzen gemeente
raad steeds op royale en onpartijdigo wijze
do belangen van het openbaar onderwijs
in onzo gemeente mede behartigd. In on
zen gemeenteraad is, zooals in vele andore
dan ook nooit do schoolstrijd gevoerd.
Wei zijn er af en toe pogingen aange
wend om tot bezuiniging in do onderwijs
uitgaven to komen, doch deze gingen dan
zoowel uit van hen, die men voorstanders,
als van hen, die men tegenstanders van
het openbaar onderwijs pleegt te noemen.
Men wilde het onderwijs op zichzelf geen
kwaad doen, doch meende, dat men met
minder uitgaven hetzelfde of ongeveer het-
zelfdo resultaat kon bereiken.
Ook oij de behandeling van de begroo
ting van het jaar 1907 in de laatste Raads
zitting is daarvan weer sprake geweest.
Daar is in de eerste plaats doch niet
voor het eerst een aanval gedaan op de
ï'eisjes HoogereBurgcrschool, dio vlak
weg een luxe-inrichting werd genoemd. Dc
meening werd uitgesproken, dat dc leer-
linen, dio deze school bezoeken, evengoed,
zoo niet beter, naar de Hoogere Burger
school voor Jongens konden gaan.
Deo gemeente ontvangt voor deze onder
wijsinrichting geen subsidie van het Rijk,
zooals voor het Gymnasium, Jongens Bur
gerschool en voor het lager enderwijs. Zij
moet dus aIIcb zelf betalen.
Doch dit behoeft nog geen reden te zijn
om do school op te heffen.
Do vraag is maar of zij aan een behoef
te voldoet en of do vruchten, van dit on
derwijs verkregen, dc kosten, er aan be
steed, waard zijn
En nu kan ik al dadelijk vaststellen,
dat do opleiding, dio daar wordt verkre
gen, niet gelijl. kun gesteld worden met
dio der Joagms Burgerschool. Om dus te
zeggen; laten de meisjes, dio deze school
bezoeken, na*>r Je Jongens H. B.-S. gaan,
heeft geen zin.
Evonmin kan do op'cidmg gelijk gesteld
worden of zelfs vergeleken met een Kweek
schoolopleiding of met die van een andere»
to Leiden bestiande inrichting van onder
wijs. Zij heeft in het geheel van onze on-
derwijs-instelliugen een eigen beteekenis.
Do s^uool wordt gemiddeld door een hon
derdtal leerlingen bezocht, een bewijs, dat
er behoefte bestaat, speciaal voor dit on
derwijs. Neemt men de school weg, dan
zal er een leemte komen in het onderwijs
systeem in Leiden, dio olders bevrediging
moet zoekc.,.
Leiden zal d door do opheffing een
aantrekkelijkheid vc-nr een aantal men
sehen en daaronder niet de minst gegoe
den moeten missen.
Ouders die dit soort onderwijs laat het
dan luxe-onderwijs geheeten worden
voor hun kinderen begeeren, zouden Lei
den hierom niet metterwoon kiezen, of
misschien nis zij er woonden, kunnen ver
laten om het elders te zoeken.
Uit dit oogpunt alleen zou het reeds
ernstige overweging verdienen, zich tien
maal te beraden vóór men tot de opheffing
26)
Bij stilzwijgende overeenkomst werd het
woord gevaar'' of „ongerustheid" uit huis
verbannen; zelfs als zij aan tafel vereenigd
waren, buiten 'do kamer van Margaretha,
spraken zij over alledaagsehe -dingen, welke
geheel vreemd waren aan hun eigen gedach
ten, cn verklaarden om strijd, dat het mooie
-weer do zieko zou genezen.
Lucic zou weinig tijd geleden nooit ge
loofd hebben, 'dat het mogelijk was, ceu
dergelijke schijnbaar kalme rol to spelen,
maar zij deed nu als de anderen, toonde
aan haar nicht nooit anders dan een op
gewekt gezicht en vond den moed om in de
tegenwoordigheid van dit kind, dat zij
reeds als verloren beschouwd©, te praten
over gewone zaken en te lachen, ofschoon
haar hart brak.
De boomen der laan waren oud en hot
sap steeg maar langzaam op, maar tusschen
hun knobbelige troT ken waren reeds de
struiken en heesters geheel groen. De kas
tanjes ontbladerden reeds hun knoppen, het
gras was zoo mooi lichtgroen en de lucht
was zóó zacht-, dat men voor Margaretha
dikwijls de vensters opende, om haar do
natuur in feestkleed te laten zien. Zij was
vroolijk cn opgeruimd en lachte zoo 'druk
met de anderen mede, dat Lucid er van over
tuigd was, dat zij zelve den ernst van den
toestand niet kende.
Maar eens op een Zondag bevond Lucie
ficu toevallig alleen in do ziekckamer, toen
overging. Leidon heeft eenmaal den naam
een stad van het onderwijs te zijn, die men
vooral om de goede en goedkoope oplei
ding zijner kinderen, als woonplaats kiest
cn niet om wat anders. Aan het onderwijs
to tornen, komt mij daarom reeds gevaar
lijk voor.
Doch afgescheiden van deze overweging
zou men onbillijk worden tegenover de vele
vaders en verzorgers, die het onderwijs aan
de Meisjes H. B.-S. voor hun kinderen
nuttig en noodig oordeelen. En zij rijn
toch ook burgers van Leiden, dragen ook
bij in do lasten en in doorsneo genomen
zeker niet het minst.
Maar laat deze menschen dan den kos-
tenden prijs betalen, is er gezegd. Waar
om deze alleen en wie van andere onder-
wijs-inrichtingen profiteeren nietl zou ik
willen vragen.
Dat zou al bijzonder onbillijk zijn, dunkt
mij cn bovendien zou men de inrichting er
mee vermoorden.
Het best zal men doen dc school to laten
bestaan, zooals ze thans reilt cn zeilt, wao
natuurlijk niet uitsluit, dat het onderwijs
zoo mogelijk nog tot hoogere volkomen
heid wordt gebracht.
Heel anders denk ik echter over ccn an
der middel tot bezuiniging bij het onder
wijs, dat sedert jaren reeds en ook nu
weer bij dc begrootings-debatten aan do
hand gedaan: namelijk do samenvoeging
van dc Jongensschool en de Meisjesschool
lste klasse tot een gemengd© Jongens-
en Meisjesschool.
Hier behoeft het onderwijs zelf niet in
het gedrang te komen; integendeel zou het
nog beter aan het doel kunnen beantwoor
den, terwij] er heel wat geld dcor bespaard
kon worden.
Zoo dikwijls daarover losjes is gespro
ken, is van de zijde van Burgemeester en
Wethouders, d:e met de Plaatselijke School
commissie voor deze hervorming geen
oog schijnen te hebben, het tegendeel wel
beweerd, maar men heeft de zaak nog
nooit eens ernstig onder do oogen gezien.
Laat men daarmee beginnen en vrij van
ecnig vooroordeel, cn zich spenend aan
behoudzucht, het vraagstuk eens grondig
onderzoeken.
Blijkt het dan dat dc voorstanders van
samenvoeging ongelijk heb oen, dan kan do
ze Kwestie voorgoed van do baan zijn;
komt men, wat voorshands mijn gevoelen
is, tot do slotsom, dat ccn combinatie in
het belang van dc gemeente cn het onder-
w.js niet schaadt, dan is uu de tijd tot
handelend optreden t rp.
Als ik het j*oed v.rstaan heb, dan is in
de Laatst© Raadszitting door den Wethou
der van Onderwijs gezegd, dat van B. cn
Ws. in dezen geen voorstel te wachten is.
Ik zou zeggen: daarbij moet de Raad zich
niet neerleggen.
Hij moet zich alle gegevens doen verschaf
fen, clie tot een juiste bcoordecling dor
zaak kunnen leidën en mij dunkt, dat de
schoolautoriteiten en in do eerst© plaats do
wethouder van onderwijs geroepen zijp het
noodigc licht cr over te ontsteken.
Men moet het ijzer smeden al3 het heet
is d.w.z. het juiste oogenblik weten to
kiezen en dat is thans aangebroken nu het
hoofd der jongensschool, de heer G. F. Ja-
pikse, na een lang© en eervolle loopbaan bij
het onderwijs met ingang van 1 Mei 1907
ontslag uit deze betrekking heeft aango-
vraagd. Er liggen dan voor een onderzoek
nog cenige maanden voor den boeg, en dat
is goed, omdat men niet eer tot de benoe
ming van een opvolger kan en mag over
gaan vóór men tot klaarheid is gekomen.
En omdat het hier nu eens een bij uitstek
Leidsch belang geldt, dat in de eerBte plaats
do opvoeding en ontwikkeling van ccn
deel onzer burgerij betreft en verder do al
tijd tscre quaestie van de gomecntelijke fi
nanciën raakt, heb ik ook eens ccn onder
zoek ingesteld en mij een meening over deze
zaak gevormd, die ik aan het publieke oor
dcel wenfleh t<? onderwerpen.
Daarvoor heb ik echter een afzonderlij
ken brief noodig, want ik zou er voor dezen
keer te veel ruimte door in beslag nemon.
Ditmaal besluit ik met de verzekering,
dat ik niet anders dan met lof getuigen
kan van don man, die sindo 1 Januari 1863
Henri Margaretha bezocht-. De geheel© fa
milie woonde de godsdienstoefening bij, en
zij was reeds naar de vroegkerk geweest.
Den vorigen dag was Margaretha niet
opgestaan. Henri valt© haar hand, onder
vroeg haar en sprak haar over het mooie
weer, den genczPr, 'die baar do krachten
zou terugschenken. De glimlach op Marga-
retha's lippen verdween cn terwijl zij een
blik op Lucie wierp, zeidc zij met buiten
gewoon ernstige en rustige stern:
„Wij zijn alleen, Henri; spreek maar niet
van wat nimmer zal gebouren. Gelooft gij
niet, dat het tijd is, eens te spreken over
het naderend einde, waarover wij nog niet
repten, om allen to ontzien V'
Lucie ging wat achteruit om dc tranen te
verbergen, die haar plotseling uit d© oogen
sprongen. Henri werd zeer bleek, maar zei:
Het mooie jaargetijde zal op u een invloed
hebben, welke u ton goede zal komen...."
Margaretha viel hem met een verwijten
den blik in do rede.
Henri", herhaald} zij zacht, „wij zijn
alleen on het is niet waardig, dat gij mij
tevreden wilt stellen met een valsche hoop."
Hij verborg het gelaat in de handen.
„Denkt gij, dat ik niet zie, nie'b gevoel,
welk een verzwakking mij sloopt? Gisteren
heb ik niet kunnen opstaanik geloof, dat
het nog maar een vraag van enkele dagen
„Op uw leeftijd, Margaretha, heeft de
natuur bijna onuitputtelijke bronnen
„En God kan Kelfs een wonder doen 1"
voegde Lucie er smeckend bij.
Margaretha wendde het hoofd naar haar
nicht.
„Ja, Lucie," antwoordde zij met zwakke
stem, „maar ik vraag dat niet. Ik ben ge
lukkig, naar God te zullen gaan. Het eeni-
a&n het hoofd der jongensschool lsb? klasse
stond, wiens leiding tot op dezen dag een
voortreffelijk© is geweest, waarvan de op
volgend© geslachten, dio door en onder hem
gevormd zijto, hebben geprofiteord en de
onderwijzers en onderwijzeressen, die met.
en naast hem werkten, hebben genoten.
Uit naam van een breede rij Leidscho
burgers ©n van velen buiten onze gemeente,
die zich nog den tijd herinneren toen zij nog
op dc schoolbanken aan de Aalmarkt z-aten,
breng ik hem hulde1 voor den langen cn
keurigen staat van dienst. Do zes maan
den, dio hij nog aan het hoofd der instelling
zal staan, zullen snel genoeg voorbij zijn en
mogen daarop volgen nog vele jaren van
welverdiende rust.
De ontslag-aanvraag van generaal Smeedlng.
„Do Nieuwe Courant" wy6t cr op, dat ge-
neraal-majoor Smeding, nauwelijks een
jaar, nadat hij zijn hoogo betrekking aan
vaardde, reeds den dienst verlaat, omdat
hij overtuigd ia, dat dc maatregel van den
Minister van Oorlog om het blijvend ge
deelte bij dc bereden wapens af t© sohaffon
zijn wapen met desorganisatie bedreigt. Het
blad schrijft:
„Het besluit van generaal Smeding
komt, zij het naar onzo mecning ten over
vloede, nog eens bewijzen hoe zwaar de ver
antwoordelijkheid is, dio do Minister van
Oorlog met zijn onvoorbereidcn en ave-
rechtschen ,,bozuiniging8"-maatregel op zich
neemt. Als zoodanig is het van beteekenis
voor degenen, die, naar wij hopen, in het
belang van 'e lands weerkracht on niét
door politieke bijbedoelingen gedreven, bij
do behandeling der Staatsbegrooting eeu
poging zouden willen doen om do voor be
houd van hot blijvend gedeelte benoodigde
geldën weder op het budget van Oorlog te
brengen.
Maar er valt, in verband daarmede, nog
iot-s over te zeggen. Het komt ons niet over
dreven voor er bij de Regecring op aan te
dringen, dat met een belissing op do ont
slag-aanvraag van generaal Smoding word©
gewacht-, totdat do afschaffing van het blij
vend godeeltc bij de bereden wapens do
sanctie der Volksvertegenwoordiging door
goedkeuring der Oorlogsbegrooting, gelijk
zij luidt-, zal hebben verkregen. Mocht toch
dio sanctie eens niet worden verleend, dan
zou intusschon zonder noodzaak de cavalerie
zijn boroofd van ccn Inspecteur, die in den
korten tijd zijner ambtsvervulling dat wa
pen ccn flinke schredo voorwaarts deed zet
ten. Een dergelijk uitstel zou bovendien de
Regeering ontslaan van de eigenaardige
moeilijkheden, welke zij, na den indruk,
dien do wel overwogen daad van generaal
Smeding ongetwijfeld in het leger zal ma
ken, bij het vervullen der door hem open
gelaten plaats tharys allicht zou ontmoe
ten."
- Ir
„Het Vaderland'' botrourt hefc, dat „De
Nieuw© Courant" du ontslag aanvraag van
den inspecteur der Cavalerie dadeli.". benut
heeft om de plannen van minister Staal te
bestrijden. Het blad schrijft:
„De generaal Smeding heeft klaarblijke
lijk groot© bezwaren tegen dc voorstellen,
dio do Minister van Oorlog in het belang
van het land meent te moeten doen; bezwa
ren bij hem van zoo overwegenden aard,
dat hij moent do kundigheden, waarover hij
beschikt, niet meer t© kunnen en to moetou
aanwenden in het belang van het wapen der
cavalerie, aan welks hoofd hij gesteld is.
Dik kan wordën betreurd; gevraagd zou
kunnen worden of het den heer Smeding
werden de plannen van den Minister
werkelijkheid absoluut onmogelijk zou
zijn iets goeds voor het wapen der cavalerie
uit te lichten. Maar dit is iets, wat do heer
•Smeding met zichzelf moet uitmaken.
Het voorbeeld, door d©n inspecteur der
cavalerie gegeven, kan navolging wekken
Ook do inspecteurs van andere wapens zul
len zioh ongetwijfeld do vraag stellen: Zal
hot mij absoluut onmogelijk zijn iets in het
belang van hot wapen in belang van het
land te doen? Het is tc hopen, dat zij
niet dan na rijp beraad het antwoord op die
vraag zullen geven en hun aan t© nemen
houding vaststellen,
ge, dat mij heeft tegengehouden, is uw
liefde geweest-, van u en van allen
Maar die zal mij daarboven volgen; ik
zal u ook liefhebben, en bewonderen, ik
m-.-t u toch eenmaal verlaten, zelfs als
ik was blijven loven".
Hcnri vond, dat haar stem sedert den j
vorigen dag zeer verzwakt was.
„Margaretha," zeide hij, „denk daaraan
niet. Gij rijt aan uw ouders verschuldigd,
alles te beproeven om u zelf voor hen te
bewaren, gij hebt kalmto noodig, althans
vooreerst
Met rustigen glimlach keek zij hem aan.
„Kalmte 1 Zie mij eens goed aan, en zie
dan oens, of ik niet kalm en gelukkig ben.
God en gij allen zijt zoo goed voor mij 1
Maar ik vind het heerlijk eens openhartig
te spreken tot u beiden, die mijn beste
vrienden zijt, die ik in mijn liefde en mijn
gedachten vereenig, omdat gij beiden toe
gevend hebt weten te zijn voor mijn klein,
arm, dwaas hoofd.
Hcnri kleurde een weinig en keek bijna
onwillekeurig Lucie aan. Zij sloeg de
oogen niet op.
„Ziet gij," he -am Margaretha, „ik was
niet zeer gelukkig; dat was misschien mijD
fout; misschien gevoelde ik ook, dat ik hier
op aardo nooit voldaan zou zijn, zelfs als
ik mijn smaak had kunnen volgen. Ik zou
slechts één zaak wenschen, Henri, bij uw
zuster, bij do zusters to zijn."
„Arm kind,'' zuchtte hij, terwijl hij zacht
haar doorschijnende hand streelde.
„En Lucie heeft me eens aan het ver -
stand gebracht, dat er in den Hemel een
breede plaats, een toevluchtsoord is voor
onze droomen en onze verlangens. 0, lieve
Lucie," voegde zij er bij met groote teeder-
Maar het blijve, ten slotte, hun persoon
lijk© opvatting; en nu moet het zeker be
treurd' worden, dat het gebleken verschil
van mcening tusschen den Minister van
Oorlog en een opperofficier terstond is be
nut, om in dagbladen ccn strijd tc beginnen
tegen dc plannen van den Minister. Daar
mede is een wijzo van strijdvoeren ontke
tend, die do goschieó'enis leert het
niet licht kan worden bezworen en die,
naar het voorkomt, niet kan zijn in het
belang van het land."
„Het Vaderland" betreurt het aldus
„De Nicuwo Courant" in antwoord hierop
dat wij dc ontslag-aanvraag van gene
raal Smeding als inspecteur der cavalerie
in verband met d© afschaffing van het blij
vend gedeelte bij do bereden wapens heb
ben besproken. Het gebleken vcrscnil van
mecning had niet mogen worden „benut"
om in dagbladen een strijd t© beginnen
tegen do plannen van den Minister.
De motioven voor do afkeuring van het
blad liggen verscholen in de volgendo ge
heimzinnig© woorden: „Daarmede is een
wijzo van strijdvoeren ontketend, di© de
geschiedenis leert het niet licht *.an
worden bezworen en dio, naar het voor
komt, niet kan zijn in het belang van het
land."
Deze zinsnede is zóó duister, dat men
geneigd zou zijn haar herkomst voor koog-
officieus t© houden.
Wion „komt het voor", dat d© door
ons gevoerde strijdwijze niet is „in het bi-
lang des lands" Waarom is zij dat niet,
indien zij kan bijdragen om do uoorvoering
van een maatregel, dien wij tegen „het
belang des lands" achten, to beletten?
Wat leert „de gescuiedenis" en welke?
Sinds wanneer cn waarom zou heb ccn ctag-
blad-redactio verboden zijn, do bekend ge
worden motieven van een geruchtmakende
daad van een staatsembtenaar of opper
officier tc besproken ca er do conclusies uit
t© trekken,, dio zij in 's lands belang acht
Ons artikel beoogt: bestrijding van een
maatregel, waarvan wij herhaaldelijk met
tal van argumenten do slecht© werking
hebben aangewezen. Voorts: handhaving,
zoo mogelijk, van den Inspecteur, in het
belang van het wapen, aan welks hoofd hij
geplaatst is.
Indien men wil aantoonon, dat dit een
wijz© van strijdvoeren is, dio niet deugt,
zal ruen deugdelijker gronden moeten aan
voeren dan het onbegrijpelijko zinnetje,
dat hierboven word aangehaald.
Erger evenwel dan dc onbeholpen beris
ping aan ons adres, is d© onvoorzichtigheid,
die „Het Vaderland" begaat door do ver
onderstelling neer te schrijven, dat het voor
beeld, door den inspecteur der cavalerie
gegeven, bij zijn arabtgenooton van do
andere wapens zeker navolging kan wek
ken.
Wij laten di© vraag geheel rusten. Hel
kan, naai* hot ons voorkomt, niet „in
het belang des lands" zijn baar op dit
oogenblik to stellen cn in do discussio to
betrokken. Het is een vraag, welker beant
woording volkomen aan do persoonlijke
opvatting van dio opper-officieren moet
worden overgelaten en eerst dan, maar
ddn ook zonder 6chroom of terughouding,
zal zij 't onderwerp van openbare bespre
king of critiek kunnen zijn, als dezen on
verhoopt inderdaad tot hetzelfdo besluit
als generaal Smeding mochten komen.
De „Niouwo Arnhomschc Courant", deze
ontslagaanvrage besprekend on do aanlei
ding cr too uagaand, zegt, do overtuiging
van don Inspecteur te eerbiedigen, cn ver
volgt in dozor voege:
„En nu mag gevraagd: Is het van d©
zijde van den inspecteur volkomen correct
gehandeld, om, alvorens d© maatregel in
de Statcn-Generaal een onderworp van be
spraking heeft uitgemaakt cn het ministe
rieel voorstel is goedgekeurd, reeds thans
zijn ontslag aan t© vragen Ha-d hij daar-
moo niet behooren te wachten tot hij,
staande voor een voldongen, feit, geplaatst
werd voor de keuze om of een maatregel
to helpen uitvoeren, welke hij afkeurde, óf
heen t© gaan?
hcid, „wat hebt gij mij getroost 1"
Lucie snikte.
Henri Keok met ontroering naar haar
Plotseling zeido Margaretha;
„Zij zijn in do laan, ik hoor ze, zeg hun
niets, dat zo moet bedroeveD, maar laat
mij, als wij alleen zijn, tot u spreken over
de wereld, waarheen ik ga, cn waar wij
elkander eenmaal Kullen wederzien. Dat
wilt gij wel, nietwaar? Wat moet dc He
mel 'heerlijk znjn, als d© aarde reeds zoo
schoon is! En gij, Hcnri, vraag den gees
telijke of hij eens bij mij komt. Hij zal wel
alles doen zonder moeder te veel verdriet
t© veroorzaken."
Zij sloot do oogen, want zij had zooveel
gesproken, maar rij opende ze weer opeens.
„Ik vergat iets. Henri, als ik er niet
meer ben, zeg dan aan moeder, dat ik ver
langd heb, dat zij voor George een opoffe
ring zou doen. Hoe weinig men ook voor
mij uitgaf, men zou het hem kunnen geven,
nietwaar? En het zou mij een zoete troost
zijn, als mij t heengaan kon dienen om mijn
goeden broeder gelukkig te maken/'
Henri drukte haar de hand zoDder ccn
woord te kunnen zeggen.
En bijna onmiddellijk daarop kwamen
de huisgenooten binnen met gemaakteu
lach ©n vroolijke woorden. Het was te
gelijk aandoenlijk en wreed, do moeder la
chende naar haar dochter t© zien gaan en
deze haar een tal van vragen te hooren
doen over de preek, dc kerk en wie er wa
ren. Men verteldo Laar het laatst© nieuws,
waarnaar zij meer dan gewoonlijk scheen
tc luisteren. Daarna stond Henri op en
mevrouw Opborger ging met hem de ka
mer uit.
Lucie wi3t, wat in dit onderhoud zou
Terwijl van verschillende zijden do oppo
sitie tegen den Minister van Oorlog ziefi
organiseert, een oppositie, waaraan partij
zucht niet vreemd is, krijgt dc ontslagaan
vrage van generaal Smeding do beteekenis.j
wellicht niet door hem bedoeld, van een
wapen tegen den Minister.
En dat bot als zoodanig gebruikt zal
worden in hot dobat, daarvan kan mou
zich verzekerd houden. Do politiek© en an
dere tegenstanders van minister Staal zul
len zich op deze ontslagaanvrage beroepen,
om do desorganiseenendo strekking yan
diens voorstellen tc illustrccren.
Toch bewijst zij als zoodanig uicls anders
als dat generaal Smeding do afschaffing
onraadzaam acht-, niets meer.
En al is het oordeel van ceu erkend be
kwamen deskundige, als hij, natuurlijk van
groot gewicht-, zoo zal daaraan toch geen
te groote beteekenis toegekend woraen,
door wie zich do oppositi© herinnert, in
dertijd door de lcger-autoritciton gevoerd
t-egon het voorstel van minister Eland toi»
verkorting van den diensttijd. Do uikomst/
heeft do ongegrondheid van dit verzet be
wezen cn er bestaat geen enkele gegrond©
roden, waarom ook dat van ge-noraal Smo
ding niet door dc uitkomsten zal worden
gelogenstraft.
Wij willen, op gezag van andoren, aaï«-
ncmon, dat gen. Sinoding zich als inspec
teur verdienstelijk heeft gemaakt iu vel©
kleino dingen. Maar een krachtige hervor
mende bowoging is van hem niet uitgegaan
on uit niets is gebleken, dat hij iets voelt
voor den eisch tot bezuiniging op d© mili
taire uitgaven, door het overgroot© deel
dor natio gesteld. Daarentegen verzet hij
zich thans door een opzienbarondo ontslng-
oanvrago tegen do pogingen van den
Minister om althans cenigszins to gemoofc
to komen aan dio cischen.
Hij zal thans voor dio daad den bijval
oogsten van do organen der rechterzijde,
en van do linker conservatieven.
Dit teekont zijn optreden.
Er schuilt daarin t© veel politiek."
Uit het bericht uit Den Haag aan do
„Nieuwe Rottcrdamscho Courant", luiden
de
„Ook de inspecteurs der artillerio en der
infanterie hebben het voornemen spoedig
den dienst to verlaten, omdat zij verschil
lende maatregelen, dio van het Departe
ment van Oorlog uitgaau, schadelijk ach
ten cn zich daarmede niet kunnen vereeni-
gen. Dio maatregelen hebben medo betrek
king op do aanzienlijke vormindoring \:io
het blijvend gedeelte, waardoor zij de ka
der-opleiding niet behoorlijk voizckerd
achten",
kan men afleidcD, zegt „De Niouwo
Courant" nader, dat ,,Hct Vaderland"
reeds van een dergelijk voornemen van do
inspectours der arl-illerio en der infanterie
hao' hooren verluidon, toen het de onvoor
zichtigheid beging die mogelijkheid in hec
debat tc mongon. Anderzijds boorden wij
twijfel opporen aan do juistheid van hot
boricht.
Wij hopen, dat, indien dit voornemen
inderdaad bij de generaals Van Ermol
Schorcr cn Campbell mocht bestaan, zij
daaraan geen gevolg, zullen geven, alvorens
vaststaat, dat do maatregel, waartegen zij
ovorwegend bezwaar hebben, door do sanc
tie der Volksvertegenwoordiging op do
Oorlogsbcgrooting, gelijk zij luidt, defini
tief zal zijn geworden. Het spreekt toch
vanzolf, dat, ofschoon tot do afschaffing
re8p. inkrimping van het blijvend goa'cclto
door don Minister kan worden t.i roeda
is besloten zonder formeel de goed
keuring der Staten-Gcncraal to behoovcn,
die maatregel in do bestaando omstandig
heden, bij do afkeuring, dio zoowel van mi
litaire, al van parlementaire zijdo zioh dc
tegen heeft geopenbaard, feitelijk eerst als
definitief zal kunnen worden beschouwd,
nadat de Volksvertegenwoordiging do bc«
grooting, waarop voor hot eerst de gelden
voor do bekostiging van het blijvend ge
deelte niet zijn uitgetrokken, zal hebben
aangenomen.
En in haar nummer van .hedenochtend
zegt „Do Niouwo Courant":
„Het Vaderland" geeft thans dc hoog
worden ezegd. Terwijl Margaretha glim
lachend scheen to luisteren naar do be
schrijving van een jurk, welko de Ki> o
Paula haar dcei, drukto haar hand wel
sprekend dio van .ucic, om haar to doen
begrijpen dat zij ook wist, wat Henri op
dit oogenblik aan haar moeder vroeg.
Do ufwezigheid van mevrouw Opbc-rgcr
duurde lang. Misschien duurdo het onder
houd met haar neef zoo lang; misschien
ook had zij allc3 reeds spoedig begrepen
cu gevoelde rij behoefte, in d© eenzaam
heid hioht t© geven aan haar gepijnigd
hart. Zij was evenwel to sterk, of tc veel
gewend haar indrukken te behcerschen, om
haar ontroering over te storten in ccnig
mensehelijk hart, zelfs in dat van hem, dio,
naar do gowono orde der dingen, haar
steun had moeten zijn. Eindelijk kwam zij
in de kamer barer dochter terug en nie
mand zou hebben kunnen zeggen, of zij
al dan niet had geweend.
„Het oten is klaar," zeide zij zóó rustig,
uat Lucic cr van beefde. „Wilt gë, Mar
garetha, dat er iemand bij u blijft?"
„Neen, neen, ik heb liever, dat g-j allen
bij elkander zijt. Eén van u kan bij hefc
dessert wat bij mij komen."
(Wordt