LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG <0 NOVEMBER. VIERDE BLAD. Brieven van een Leidenaar. FEUILLETON. De arme niclit. No. 14331. Anno I50G. OLVIII. Het onderwijs kost de gemeente jaar lijks een groot bedrag en deze post toont voortdurend neiging tot uitzetting. Do be volking neemt ge-stadig toe en zoo staat men voor do noodzakelijkheid telkens, na verloop van ecnigo jaren, over te gaan tot het stichten van een nieuwe volks school. Daaraan is uu eenmaal niet te ontkomen. Voor zoover cr niet door particulieren of vereenigingen in wordt voorzien, heeft de gemeentelijke overheid er voor te zorgen, dat de gelegenheid voor lager onderwijs op voldoende wijze wordt gegeven. Al mocht de wet het niet voorschrijven, dan zo t er, geloof ik, nog niemand zijn, dio het niet zou willen cn zou wenschen, dat men het aankomend geslacht in on wetendheid liet opgroeien. Tegen dit onderwijs zelf is dan ook in onz-en gemeenteraad nog nooit geageerd. Zelfs in den tijd, dat het subsidie-stelsel voor het bijzonder onderwijs nog niet be stond, hebben ook zelfs de voorstanders van het bijzonder onderwijs en dat strekt hun tot eer in onzen gemeente raad steeds op royale en onpartijdigo wijze do belangen van het openbaar onderwijs in onzo gemeente mede behartigd. In on zen gemeenteraad is, zooals in vele andore dan ook nooit do schoolstrijd gevoerd. Wei zijn er af en toe pogingen aange wend om tot bezuiniging in do onderwijs uitgaven to komen, doch deze gingen dan zoowel uit van hen, die men voorstanders, als van hen, die men tegenstanders van het openbaar onderwijs pleegt te noemen. Men wilde het onderwijs op zichzelf geen kwaad doen, doch meende, dat men met minder uitgaven hetzelfde of ongeveer het- zelfdo resultaat kon bereiken. Ook oij de behandeling van de begroo ting van het jaar 1907 in de laatste Raads zitting is daarvan weer sprake geweest. Daar is in de eerste plaats doch niet voor het eerst een aanval gedaan op de ï'eisjes HoogereBurgcrschool, dio vlak weg een luxe-inrichting werd genoemd. Dc meening werd uitgesproken, dat dc leer- linen, dio deze school bezoeken, evengoed, zoo niet beter, naar de Hoogere Burger school voor Jongens konden gaan. Deo gemeente ontvangt voor deze onder wijsinrichting geen subsidie van het Rijk, zooals voor het Gymnasium, Jongens Bur gerschool en voor het lager enderwijs. Zij moet dus aIIcb zelf betalen. Doch dit behoeft nog geen reden te zijn om do school op te heffen. Do vraag is maar of zij aan een behoef te voldoet en of do vruchten, van dit on derwijs verkregen, dc kosten, er aan be steed, waard zijn En nu kan ik al dadelijk vaststellen, dat do opleiding, dio daar wordt verkre gen, niet gelijl. kun gesteld worden met dio der Joagms Burgerschool. Om dus te zeggen; laten de meisjes, dio deze school bezoeken, na*>r Je Jongens H. B.-S. gaan, heeft geen zin. Evonmin kan do op'cidmg gelijk gesteld worden of zelfs vergeleken met een Kweek schoolopleiding of met die van een andere» to Leiden bestiande inrichting van onder wijs. Zij heeft in het geheel van onze on- derwijs-instelliugen een eigen beteekenis. Do s^uool wordt gemiddeld door een hon derdtal leerlingen bezocht, een bewijs, dat er behoefte bestaat, speciaal voor dit on derwijs. Neemt men de school weg, dan zal er een leemte komen in het onderwijs systeem in Leiden, dio olders bevrediging moet zoekc.,. Leiden zal d door do opheffing een aantrekkelijkheid vc-nr een aantal men sehen en daaronder niet de minst gegoe den moeten missen. Ouders die dit soort onderwijs laat het dan luxe-onderwijs geheeten worden voor hun kinderen begeeren, zouden Lei den hierom niet metterwoon kiezen, of misschien nis zij er woonden, kunnen ver laten om het elders te zoeken. Uit dit oogpunt alleen zou het reeds ernstige overweging verdienen, zich tien maal te beraden vóór men tot de opheffing 26) Bij stilzwijgende overeenkomst werd het woord gevaar'' of „ongerustheid" uit huis verbannen; zelfs als zij aan tafel vereenigd waren, buiten 'do kamer van Margaretha, spraken zij over alledaagsehe -dingen, welke geheel vreemd waren aan hun eigen gedach ten, cn verklaarden om strijd, dat het mooie -weer do zieko zou genezen. Lucic zou weinig tijd geleden nooit ge loofd hebben, 'dat het mogelijk was, ceu dergelijke schijnbaar kalme rol to spelen, maar zij deed nu als de anderen, toonde aan haar nicht nooit anders dan een op gewekt gezicht en vond den moed om in de tegenwoordigheid van dit kind, dat zij reeds als verloren beschouwd©, te praten over gewone zaken en te lachen, ofschoon haar hart brak. De boomen der laan waren oud en hot sap steeg maar langzaam op, maar tusschen hun knobbelige troT ken waren reeds de struiken en heesters geheel groen. De kas tanjes ontbladerden reeds hun knoppen, het gras was zoo mooi lichtgroen en de lucht was zóó zacht-, dat men voor Margaretha dikwijls de vensters opende, om haar do natuur in feestkleed te laten zien. Zij was vroolijk cn opgeruimd en lachte zoo 'druk met de anderen mede, dat Lucid er van over tuigd was, dat zij zelve den ernst van den toestand niet kende. Maar eens op een Zondag bevond Lucie ficu toevallig alleen in do ziekckamer, toen overging. Leidon heeft eenmaal den naam een stad van het onderwijs te zijn, die men vooral om de goede en goedkoope oplei ding zijner kinderen, als woonplaats kiest cn niet om wat anders. Aan het onderwijs to tornen, komt mij daarom reeds gevaar lijk voor. Doch afgescheiden van deze overweging zou men onbillijk worden tegenover de vele vaders en verzorgers, die het onderwijs aan de Meisjes H. B.-S. voor hun kinderen nuttig en noodig oordeelen. En zij rijn toch ook burgers van Leiden, dragen ook bij in do lasten en in doorsneo genomen zeker niet het minst. Maar laat deze menschen dan den kos- tenden prijs betalen, is er gezegd. Waar om deze alleen en wie van andere onder- wijs-inrichtingen profiteeren nietl zou ik willen vragen. Dat zou al bijzonder onbillijk zijn, dunkt mij cn bovendien zou men de inrichting er mee vermoorden. Het best zal men doen dc school to laten bestaan, zooals ze thans reilt cn zeilt, wao natuurlijk niet uitsluit, dat het onderwijs zoo mogelijk nog tot hoogere volkomen heid wordt gebracht. Heel anders denk ik echter over ccn an der middel tot bezuiniging bij het onder wijs, dat sedert jaren reeds en ook nu weer bij dc begrootings-debatten aan do hand gedaan: namelijk do samenvoeging van dc Jongensschool en de Meisjesschool lste klasse tot een gemengd© Jongens- en Meisjesschool. Hier behoeft het onderwijs zelf niet in het gedrang te komen; integendeel zou het nog beter aan het doel kunnen beantwoor den, terwij] er heel wat geld dcor bespaard kon worden. Zoo dikwijls daarover losjes is gespro ken, is van de zijde van Burgemeester en Wethouders, d:e met de Plaatselijke School commissie voor deze hervorming geen oog schijnen te hebben, het tegendeel wel beweerd, maar men heeft de zaak nog nooit eens ernstig onder do oogen gezien. Laat men daarmee beginnen en vrij van ecnig vooroordeel, cn zich spenend aan behoudzucht, het vraagstuk eens grondig onderzoeken. Blijkt het dan dat dc voorstanders van samenvoeging ongelijk heb oen, dan kan do ze Kwestie voorgoed van do baan zijn; komt men, wat voorshands mijn gevoelen is, tot do slotsom, dat ccn combinatie in het belang van dc gemeente cn het onder- w.js niet schaadt, dan is uu de tijd tot handelend optreden t rp. Als ik het j*oed v.rstaan heb, dan is in de Laatst© Raadszitting door den Wethou der van Onderwijs gezegd, dat van B. cn Ws. in dezen geen voorstel te wachten is. Ik zou zeggen: daarbij moet de Raad zich niet neerleggen. Hij moet zich alle gegevens doen verschaf fen, clie tot een juiste bcoordecling dor zaak kunnen leidën en mij dunkt, dat de schoolautoriteiten en in do eerst© plaats do wethouder van onderwijs geroepen zijp het noodigc licht cr over te ontsteken. Men moet het ijzer smeden al3 het heet is d.w.z. het juiste oogenblik weten to kiezen en dat is thans aangebroken nu het hoofd der jongensschool, de heer G. F. Ja- pikse, na een lang© en eervolle loopbaan bij het onderwijs met ingang van 1 Mei 1907 ontslag uit deze betrekking heeft aango- vraagd. Er liggen dan voor een onderzoek nog cenige maanden voor den boeg, en dat is goed, omdat men niet eer tot de benoe ming van een opvolger kan en mag over gaan vóór men tot klaarheid is gekomen. En omdat het hier nu eens een bij uitstek Leidsch belang geldt, dat in de eerBte plaats do opvoeding en ontwikkeling van ccn deel onzer burgerij betreft en verder do al tijd tscre quaestie van de gomecntelijke fi nanciën raakt, heb ik ook eens ccn onder zoek ingesteld en mij een meening over deze zaak gevormd, die ik aan het publieke oor dcel wenfleh t<? onderwerpen. Daarvoor heb ik echter een afzonderlij ken brief noodig, want ik zou er voor dezen keer te veel ruimte door in beslag nemon. Ditmaal besluit ik met de verzekering, dat ik niet anders dan met lof getuigen kan van don man, die sindo 1 Januari 1863 Henri Margaretha bezocht-. De geheel© fa milie woonde de godsdienstoefening bij, en zij was reeds naar de vroegkerk geweest. Den vorigen dag was Margaretha niet opgestaan. Henri valt© haar hand, onder vroeg haar en sprak haar over het mooie weer, den genczPr, 'die baar do krachten zou terugschenken. De glimlach op Marga- retha's lippen verdween cn terwijl zij een blik op Lucie wierp, zeidc zij met buiten gewoon ernstige en rustige stern: „Wij zijn alleen, Henri; spreek maar niet van wat nimmer zal gebouren. Gelooft gij niet, dat het tijd is, eens te spreken over het naderend einde, waarover wij nog niet repten, om allen to ontzien V' Lucie ging wat achteruit om dc tranen te verbergen, die haar plotseling uit d© oogen sprongen. Henri werd zeer bleek, maar zei: Het mooie jaargetijde zal op u een invloed hebben, welke u ton goede zal komen...." Margaretha viel hem met een verwijten den blik in do rede. Henri", herhaald} zij zacht, „wij zijn alleen on het is niet waardig, dat gij mij tevreden wilt stellen met een valsche hoop." Hij verborg het gelaat in de handen. „Denkt gij, dat ik niet zie, nie'b gevoel, welk een verzwakking mij sloopt? Gisteren heb ik niet kunnen opstaanik geloof, dat het nog maar een vraag van enkele dagen „Op uw leeftijd, Margaretha, heeft de natuur bijna onuitputtelijke bronnen „En God kan Kelfs een wonder doen 1" voegde Lucie er smeckend bij. Margaretha wendde het hoofd naar haar nicht. „Ja, Lucie," antwoordde zij met zwakke stem, „maar ik vraag dat niet. Ik ben ge lukkig, naar God te zullen gaan. Het eeni- a&n het hoofd der jongensschool lsb? klasse stond, wiens leiding tot op dezen dag een voortreffelijk© is geweest, waarvan de op volgend© geslachten, dio door en onder hem gevormd zijto, hebben geprofiteord en de onderwijzers en onderwijzeressen, die met. en naast hem werkten, hebben genoten. Uit naam van een breede rij Leidscho burgers ©n van velen buiten onze gemeente, die zich nog den tijd herinneren toen zij nog op dc schoolbanken aan de Aalmarkt z-aten, breng ik hem hulde1 voor den langen cn keurigen staat van dienst. Do zes maan den, dio hij nog aan het hoofd der instelling zal staan, zullen snel genoeg voorbij zijn en mogen daarop volgen nog vele jaren van welverdiende rust. De ontslag-aanvraag van generaal Smeedlng. „Do Nieuwe Courant" wy6t cr op, dat ge- neraal-majoor Smeding, nauwelijks een jaar, nadat hij zijn hoogo betrekking aan vaardde, reeds den dienst verlaat, omdat hij overtuigd ia, dat dc maatregel van den Minister van Oorlog om het blijvend ge deelte bij dc bereden wapens af t© sohaffon zijn wapen met desorganisatie bedreigt. Het blad schrijft: „Het besluit van generaal Smeding komt, zij het naar onzo mecning ten over vloede, nog eens bewijzen hoe zwaar de ver antwoordelijkheid is, dio do Minister van Oorlog met zijn onvoorbereidcn en ave- rechtschen ,,bozuiniging8"-maatregel op zich neemt. Als zoodanig is het van beteekenis voor degenen, die, naar wij hopen, in het belang van 'e lands weerkracht on niét door politieke bijbedoelingen gedreven, bij do behandeling der Staatsbegrooting eeu poging zouden willen doen om do voor be houd van hot blijvend gedeelte benoodigde geldën weder op het budget van Oorlog te brengen. Maar er valt, in verband daarmede, nog iot-s over te zeggen. Het komt ons niet over dreven voor er bij de Regecring op aan te dringen, dat met een belissing op do ont slag-aanvraag van generaal Smoding word© gewacht-, totdat do afschaffing van het blij vend godeeltc bij de bereden wapens do sanctie der Volksvertegenwoordiging door goedkeuring der Oorlogsbegrooting, gelijk zij luidt-, zal hebben verkregen. Mocht toch dio sanctie eens niet worden verleend, dan zou intusschon zonder noodzaak de cavalerie zijn boroofd van ccn Inspecteur, die in den korten tijd zijner ambtsvervulling dat wa pen ccn flinke schredo voorwaarts deed zet ten. Een dergelijk uitstel zou bovendien de Regeering ontslaan van de eigenaardige moeilijkheden, welke zij, na den indruk, dien do wel overwogen daad van generaal Smeding ongetwijfeld in het leger zal ma ken, bij het vervullen der door hem open gelaten plaats tharys allicht zou ontmoe ten." - Ir „Het Vaderland'' botrourt hefc, dat „De Nieuw© Courant" du ontslag aanvraag van den inspecteur der Cavalerie dadeli.". benut heeft om de plannen van minister Staal te bestrijden. Het blad schrijft: „De generaal Smeding heeft klaarblijke lijk groot© bezwaren tegen dc voorstellen, dio do Minister van Oorlog in het belang van het land meent te moeten doen; bezwa ren bij hem van zoo overwegenden aard, dat hij moent do kundigheden, waarover hij beschikt, niet meer t© kunnen en to moetou aanwenden in het belang van het wapen der cavalerie, aan welks hoofd hij gesteld is. Dik kan wordën betreurd; gevraagd zou kunnen worden of het den heer Smeding werden de plannen van den Minister werkelijkheid absoluut onmogelijk zou zijn iets goeds voor het wapen der cavalerie uit te lichten. Maar dit is iets, wat do heer •Smeding met zichzelf moet uitmaken. Het voorbeeld, door d©n inspecteur der cavalerie gegeven, kan navolging wekken Ook do inspecteurs van andere wapens zul len zioh ongetwijfeld do vraag stellen: Zal hot mij absoluut onmogelijk zijn iets in het belang van hot wapen in belang van het land te doen? Het is tc hopen, dat zij niet dan na rijp beraad het antwoord op die vraag zullen geven en hun aan t© nemen houding vaststellen, ge, dat mij heeft tegengehouden, is uw liefde geweest-, van u en van allen Maar die zal mij daarboven volgen; ik zal u ook liefhebben, en bewonderen, ik m-.-t u toch eenmaal verlaten, zelfs als ik was blijven loven". Hcnri vond, dat haar stem sedert den j vorigen dag zeer verzwakt was. „Margaretha," zeide hij, „denk daaraan niet. Gij rijt aan uw ouders verschuldigd, alles te beproeven om u zelf voor hen te bewaren, gij hebt kalmto noodig, althans vooreerst Met rustigen glimlach keek zij hem aan. „Kalmte 1 Zie mij eens goed aan, en zie dan oens, of ik niet kalm en gelukkig ben. God en gij allen zijt zoo goed voor mij 1 Maar ik vind het heerlijk eens openhartig te spreken tot u beiden, die mijn beste vrienden zijt, die ik in mijn liefde en mijn gedachten vereenig, omdat gij beiden toe gevend hebt weten te zijn voor mijn klein, arm, dwaas hoofd. Hcnri kleurde een weinig en keek bijna onwillekeurig Lucie aan. Zij sloeg de oogen niet op. „Ziet gij," he -am Margaretha, „ik was niet zeer gelukkig; dat was misschien mijD fout; misschien gevoelde ik ook, dat ik hier op aardo nooit voldaan zou zijn, zelfs als ik mijn smaak had kunnen volgen. Ik zou slechts één zaak wenschen, Henri, bij uw zuster, bij do zusters to zijn." „Arm kind,'' zuchtte hij, terwijl hij zacht haar doorschijnende hand streelde. „En Lucie heeft me eens aan het ver - stand gebracht, dat er in den Hemel een breede plaats, een toevluchtsoord is voor onze droomen en onze verlangens. 0, lieve Lucie," voegde zij er bij met groote teeder- Maar het blijve, ten slotte, hun persoon lijk© opvatting; en nu moet het zeker be treurd' worden, dat het gebleken verschil van mcening tusschen den Minister van Oorlog en een opperofficier terstond is be nut, om in dagbladen ccn strijd tc beginnen tegen dc plannen van den Minister. Daar mede is een wijzo van strijdvoeren ontke tend, die do goschieó'enis leert het niet licht kan worden bezworen en die, naar het voorkomt, niet kan zijn in het belang van het land." „Het Vaderland" betreurt het aldus „De Nicuwo Courant" in antwoord hierop dat wij dc ontslag-aanvraag van gene raal Smeding als inspecteur der cavalerie in verband met d© afschaffing van het blij vend gedeelte bij do bereden wapens heb ben besproken. Het gebleken vcrscnil van mecning had niet mogen worden „benut" om in dagbladen een strijd t© beginnen tegen do plannen van den Minister. De motioven voor do afkeuring van het blad liggen verscholen in de volgendo ge heimzinnig© woorden: „Daarmede is een wijzo van strijdvoeren ontketend, di© de geschiedenis leert het niet licht *.an worden bezworen en dio, naar het voor komt, niet kan zijn in het belang van het land." Deze zinsnede is zóó duister, dat men geneigd zou zijn haar herkomst voor koog- officieus t© houden. Wion „komt het voor", dat d© door ons gevoerde strijdwijze niet is „in het bi- lang des lands" Waarom is zij dat niet, indien zij kan bijdragen om do uoorvoering van een maatregel, dien wij tegen „het belang des lands" achten, to beletten? Wat leert „de gescuiedenis" en welke? Sinds wanneer cn waarom zou heb ccn ctag- blad-redactio verboden zijn, do bekend ge worden motieven van een geruchtmakende daad van een staatsembtenaar of opper officier tc besproken ca er do conclusies uit t© trekken,, dio zij in 's lands belang acht Ons artikel beoogt: bestrijding van een maatregel, waarvan wij herhaaldelijk met tal van argumenten do slecht© werking hebben aangewezen. Voorts: handhaving, zoo mogelijk, van den Inspecteur, in het belang van het wapen, aan welks hoofd hij geplaatst is. Indien men wil aantoonon, dat dit een wijz© van strijdvoeren is, dio niet deugt, zal ruen deugdelijker gronden moeten aan voeren dan het onbegrijpelijko zinnetje, dat hierboven word aangehaald. Erger evenwel dan dc onbeholpen beris ping aan ons adres, is d© onvoorzichtigheid, die „Het Vaderland" begaat door do ver onderstelling neer te schrijven, dat het voor beeld, door den inspecteur der cavalerie gegeven, bij zijn arabtgenooton van do andere wapens zeker navolging kan wek ken. Wij laten di© vraag geheel rusten. Hel kan, naai* hot ons voorkomt, niet „in het belang des lands" zijn baar op dit oogenblik to stellen cn in do discussio to betrokken. Het is een vraag, welker beant woording volkomen aan do persoonlijke opvatting van dio opper-officieren moet worden overgelaten en eerst dan, maar ddn ook zonder 6chroom of terughouding, zal zij 't onderwerp van openbare bespre king of critiek kunnen zijn, als dezen on verhoopt inderdaad tot hetzelfdo besluit als generaal Smeding mochten komen. De „Niouwo Arnhomschc Courant", deze ontslagaanvrage besprekend on do aanlei ding cr too uagaand, zegt, do overtuiging van don Inspecteur te eerbiedigen, cn ver volgt in dozor voege: „En nu mag gevraagd: Is het van d© zijde van den inspecteur volkomen correct gehandeld, om, alvorens d© maatregel in de Statcn-Generaal een onderworp van be spraking heeft uitgemaakt cn het ministe rieel voorstel is goedgekeurd, reeds thans zijn ontslag aan t© vragen Ha-d hij daar- moo niet behooren te wachten tot hij, staande voor een voldongen, feit, geplaatst werd voor de keuze om of een maatregel to helpen uitvoeren, welke hij afkeurde, óf heen t© gaan? hcid, „wat hebt gij mij getroost 1" Lucie snikte. Henri Keok met ontroering naar haar Plotseling zeido Margaretha; „Zij zijn in do laan, ik hoor ze, zeg hun niets, dat zo moet bedroeveD, maar laat mij, als wij alleen zijn, tot u spreken over de wereld, waarheen ik ga, cn waar wij elkander eenmaal Kullen wederzien. Dat wilt gij wel, nietwaar? Wat moet dc He mel 'heerlijk znjn, als d© aarde reeds zoo schoon is! En gij, Hcnri, vraag den gees telijke of hij eens bij mij komt. Hij zal wel alles doen zonder moeder te veel verdriet t© veroorzaken." Zij sloot do oogen, want zij had zooveel gesproken, maar rij opende ze weer opeens. „Ik vergat iets. Henri, als ik er niet meer ben, zeg dan aan moeder, dat ik ver langd heb, dat zij voor George een opoffe ring zou doen. Hoe weinig men ook voor mij uitgaf, men zou het hem kunnen geven, nietwaar? En het zou mij een zoete troost zijn, als mij t heengaan kon dienen om mijn goeden broeder gelukkig te maken/' Henri drukte haar de hand zoDder ccn woord te kunnen zeggen. En bijna onmiddellijk daarop kwamen de huisgenooten binnen met gemaakteu lach ©n vroolijke woorden. Het was te gelijk aandoenlijk en wreed, do moeder la chende naar haar dochter t© zien gaan en deze haar een tal van vragen te hooren doen over de preek, dc kerk en wie er wa ren. Men verteldo Laar het laatst© nieuws, waarnaar zij meer dan gewoonlijk scheen tc luisteren. Daarna stond Henri op en mevrouw Opborger ging met hem de ka mer uit. Lucie wi3t, wat in dit onderhoud zou Terwijl van verschillende zijden do oppo sitie tegen den Minister van Oorlog ziefi organiseert, een oppositie, waaraan partij zucht niet vreemd is, krijgt dc ontslagaan vrage van generaal Smeding do beteekenis.j wellicht niet door hem bedoeld, van een wapen tegen den Minister. En dat bot als zoodanig gebruikt zal worden in hot dobat, daarvan kan mou zich verzekerd houden. Do politiek© en an dere tegenstanders van minister Staal zul len zich op deze ontslagaanvrage beroepen, om do desorganiseenendo strekking yan diens voorstellen tc illustrccren. Toch bewijst zij als zoodanig uicls anders als dat generaal Smeding do afschaffing onraadzaam acht-, niets meer. En al is het oordeel van ceu erkend be kwamen deskundige, als hij, natuurlijk van groot gewicht-, zoo zal daaraan toch geen te groote beteekenis toegekend woraen, door wie zich do oppositi© herinnert, in dertijd door de lcger-autoritciton gevoerd t-egon het voorstel van minister Eland toi» verkorting van den diensttijd. Do uikomst/ heeft do ongegrondheid van dit verzet be wezen cn er bestaat geen enkele gegrond© roden, waarom ook dat van ge-noraal Smo ding niet door dc uitkomsten zal worden gelogenstraft. Wij willen, op gezag van andoren, aaï«- ncmon, dat gen. Sinoding zich als inspec teur verdienstelijk heeft gemaakt iu vel© kleino dingen. Maar een krachtige hervor mende bowoging is van hem niet uitgegaan on uit niets is gebleken, dat hij iets voelt voor den eisch tot bezuiniging op d© mili taire uitgaven, door het overgroot© deel dor natio gesteld. Daarentegen verzet hij zich thans door een opzienbarondo ontslng- oanvrago tegen do pogingen van den Minister om althans cenigszins to gemoofc to komen aan dio cischen. Hij zal thans voor dio daad den bijval oogsten van do organen der rechterzijde, en van do linker conservatieven. Dit teekont zijn optreden. Er schuilt daarin t© veel politiek." Uit het bericht uit Den Haag aan do „Nieuwe Rottcrdamscho Courant", luiden de „Ook de inspecteurs der artillerio en der infanterie hebben het voornemen spoedig den dienst to verlaten, omdat zij verschil lende maatregelen, dio van het Departe ment van Oorlog uitgaau, schadelijk ach ten cn zich daarmede niet kunnen vereeni- gen. Dio maatregelen hebben medo betrek king op do aanzienlijke vormindoring \:io het blijvend gedeelte, waardoor zij de ka der-opleiding niet behoorlijk voizckerd achten", kan men afleidcD, zegt „De Niouwo Courant" nader, dat ,,Hct Vaderland" reeds van een dergelijk voornemen van do inspectours der arl-illerio en der infanterie hao' hooren verluidon, toen het de onvoor zichtigheid beging die mogelijkheid in hec debat tc mongon. Anderzijds boorden wij twijfel opporen aan do juistheid van hot boricht. Wij hopen, dat, indien dit voornemen inderdaad bij de generaals Van Ermol Schorcr cn Campbell mocht bestaan, zij daaraan geen gevolg, zullen geven, alvorens vaststaat, dat do maatregel, waartegen zij ovorwegend bezwaar hebben, door do sanc tie der Volksvertegenwoordiging op do Oorlogsbcgrooting, gelijk zij luidt, defini tief zal zijn geworden. Het spreekt toch vanzolf, dat, ofschoon tot do afschaffing re8p. inkrimping van het blijvend goa'cclto door don Minister kan worden t.i roeda is besloten zonder formeel de goed keuring der Staten-Gcncraal to behoovcn, die maatregel in do bestaando omstandig heden, bij do afkeuring, dio zoowel van mi litaire, al van parlementaire zijdo zioh dc tegen heeft geopenbaard, feitelijk eerst als definitief zal kunnen worden beschouwd, nadat de Volksvertegenwoordiging do bc« grooting, waarop voor hot eerst de gelden voor do bekostiging van het blijvend ge deelte niet zijn uitgetrokken, zal hebben aangenomen. En in haar nummer van .hedenochtend zegt „Do Niouwo Courant": „Het Vaderland" geeft thans dc hoog worden ezegd. Terwijl Margaretha glim lachend scheen to luisteren naar do be schrijving van een jurk, welko de Ki> o Paula haar dcei, drukto haar hand wel sprekend dio van .ucic, om haar to doen begrijpen dat zij ook wist, wat Henri op dit oogenblik aan haar moeder vroeg. Do ufwezigheid van mevrouw Opbc-rgcr duurde lang. Misschien duurdo het onder houd met haar neef zoo lang; misschien ook had zij allc3 reeds spoedig begrepen cu gevoelde rij behoefte, in d© eenzaam heid hioht t© geven aan haar gepijnigd hart. Zij was evenwel to sterk, of tc veel gewend haar indrukken te behcerschen, om haar ontroering over te storten in ccnig mensehelijk hart, zelfs in dat van hem, dio, naar do gowono orde der dingen, haar steun had moeten zijn. Eindelijk kwam zij in de kamer barer dochter terug en nie mand zou hebben kunnen zeggen, of zij al dan niet had geweend. „Het oten is klaar," zeide zij zóó rustig, uat Lucic cr van beefde. „Wilt gë, Mar garetha, dat er iemand bij u blijft?" „Neen, neen, ik heb liever, dat g-j allen bij elkander zijt. Eén van u kan bij hefc dessert wat bij mij komen." (Wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 17