N£. 14331. Derde Blad. 10 November 1906. DE ERFOOM. Het hoofd, „Wensciht mijnheer een kamer Waarom niet?" „Op oe eerste verdieping, aan de straat; ten prachtig uitzicht" ,,0, op de eerste verdieping 1 Dat is me ie veel geld, ik zal vrel wat hoogcr klimmen, ik heb nog goede beenen. En goede armen ook", voegt hij er bij, terwijl hij zijn reie- koffertje uit de handen van den opdringe- tigen huisknecht neemt. ,,Dat zal ik wel dragen; er zit breekbare waar in." „Jan, breng mijnheer naar nummer 15." „Neen, naar 23, als 't u blieft, dat is j>nze gewone kamer van vader op zoon, want de Piedelens zijn vaste klanten, mijn beer de hotelhouder. Op mijn laatste reis, juist twintig jaren geleden, stapte ik af, jin6t zooals nu, in „Hotel de Normandie", bij uw voorganger." „Breng mjjnheer dan naar nummer 23," teidc de hotolbazitter met voorkomendheid, inaar bij zichzelven -denkend, dat zijn zaak niet veel voordeel zou hebben als alle klan ken zoo dikwijls terugkwamen. „Goed zoo," zeide mijnheer Piedelen. ,En dan, op 23 is er een schoorsteen." „O, een schoorsteen in de maand Juli," meesmuilde de bediende. „In den zomer kunnen er onweersbuien komen, mijn jongen, en dan is een goed Vuurtje niet te versmaden." Mijnheer Nicolaas Piedelen, een zestig- jariger, was een van die looze Norman- iiërs, achterhoudend, geslepen, slim, gevat *n in staat nog scherper te krabben dan llointje, de bekende held in het verhaal van feeintj© de Vos. Hij leefde alleen met zijn achternichtje Pauline, dat hem verzorgde ih zijn aanval len van jicht en met een engelachtig geduld jie onzinnige, slecht geluimde gemoedsge steldheid van den ongehuwden oudeta heer frist te verdragen. Hij meende haar zijn schuld afbetaald te hebben mot voortdurend te herhalen: „Als 'k dood ben, zul je alles hebben, kleine, en ilan kun je» een man naar je hart kiezen." Maar niettegenstaande zijn aanleg voor *en beroerte, bleef hij zoo gezond als een tisch in het water, en Pauline liep gevaar »en oude jongejuffrouw te worden. En als een goede ziel den zelfzuchtige hierop wees, dan antwoordde hij, in zijn handen wrij vend: „Ik belet haar niet te trouwen, als zij dat wil en als zij iemand vinden kan, die haar neemt om Laar mooie oogen." Die veronderstelling, hoe onwaarschijnu;! ook, vooral in Normandie, werd toch verwe zenlijkt. Een brave jonggezel, getroffen door de goede hoedanigheden van het jonge meisje, door haar zachtaardigheid, haar offervaardigheid, stelde zich voor en werd gunstig ontvangen, en het huwelijk werd gesloten, niettegenstaande den toorn van oom en zijn bedreigen met onterving. De wittebroodsweken waren nog niet voorbij, evenmin als de wrevel van mijnheer Piedelen, toen deze te Parijs aankwam om aan zijn wrok te voldoen. Daar hij vast besloten had geen rooden du.it aan zijn nichtje te geven, zat hij or erg over in, hoe zijn uitersten wil te bepalen. Aan wien zou hij zijn erfenis achterlaten? Niemand had hjj lief, noch verwanten, noch vrienden. Den Staat tot erfgenaam maken? Die had genoeg gekregen mot de belasting van zoo vele jlaren. Dan nog liever alles in het water gooienMaar, dan had hij zelf er ook niets meer aan. Toch wilde hij zoo graag iemand nog een voordeel doen met zijn bezit. Daar kwam hem een gedachte in het hoofd 1 Alles zou hij beleggen bij een. levens verzekering; zóó zou hij alleen er genot van hebben. Hij was nog gezond van lijf en leden cn dan, een lijfrente is een bewijs van een lang leven. En zoo was hij naar de hoofdstad gekomen na al zijn bezittingen in geld omgezet te hebben. „Die mcnschcn zien er niet zeer vertrouw- - baar uit," dacht bij, een dik pok papieren geldswaarden uit zijn liandkofftfr halende. „Maar veel geld óp .zak hebben in Parijs is toch ook gevaarlijk; die dieven zijn zou handigGelukkig, dat ik de geheime berg plaats van mijn vader hier heb 1" En naar den schoorsteen gegaan zijnde, stak hij zijn schat daarin en deed het valluik veer goed toe. „Daar zal niemand het zoeken!" Toen ging hij uit in rustige gerustheid en begon een nauwgezet onderzoek naar ver schillende verzekeringsmaatschappijen, om diegene te kiezen, welke de meeste voor deden bood. Na veel wikken en wegen nam hij ©inde- lijk besluit, doch niet vóór hij lang er op aangedrongen had om een verlaging van in- lcggeld te verkrijgen, en bepaalde" toen den tijd tot het onderteekenen van het verdrag Maar in dien tijd waren er wolken aan den hemel gekomen, een geweldig onweer had zich ontlast boven de stad, en roer» mijnheer Piedelen te voet want. zuinig was hij altijd in zijn hotel terugkwam, v/as hij door en door nat. „Wat is u nat, mijnheer!" zei de hotel bezitter, een vriendelijk gezicht zettend; „ge lukkig heeft Jan een goed vuur in uw ka mer aangelegd." „Vuur!" Met een schreeuw, die eoD ge loei geleek, stoot de oude heer eigenaar en bediende op zij, vliegt als een bezettf»»» naar de tweede verdieping, doet zijn deur openeen flikkerend vuur glom in den haard! Mijnheer Piedelen hief zijn armen ten hemel, stootte een doffen kreet uit en viel neer als een blok hout. ,,'t Is een overvallende hartslag," zeide de geneesheer, die in allerijl gehaald was; „de familie moet gewaarschuwd worden." Paulino en haar man kwamen om do laatste eer te bewijzen aan den ouden gie rigaard en om de erfenis in ontvangst te ne men, van welke hij hen wilde uitsluiten, want... Toen de kamerbediend© den schoorsteen op een ongewone wijze had zien rooken, had bij in de rookgeieiding gekekem en er de Het meest wonderlijke gedeelte van den of de mensch is ongetwijfeld rijn of haar hoofd. Niettegenstaande men bij de beschou wing van vele der mcnschclijko hoofden geneigd is, tot het besluit te komen, dat er al heel weinig op te lezen is en nog min der van valt te zeggen, anders dan dat ze nietsbeduiaend cn zonder uitdrukking zijn, is hot toch een feit, dat er over het alge meen heel wat van te zeggen is. Het aangezicht van den mensch is ver sierd met oogen, ooren en andere onder- clceüen, zóó ingericht," dat 2e geschikt zijn om aan het geheel eon prettige of minder aardige uitdrukking te geven, al naar de omstandigheden dit meebrengen. Heeft bijv. iemand een lange rekening te betalen, dan trekt hij of zij met behulp der onderdeden een ellenlang gezicht, zuur als het extract van azijn; heeft hij daarentegen de hoogst aangename tijding ontvangen, dat zijn tante pas overleden is en dat de oude vrouw hem heeft bedacht met een goeden hoop bankbiljet ten, dan Lacht zijn gelaat en toont een gloed, als de zon op een hcctcn dag in Augustus. In vroeger jaren deecl het menschelijk gelaat dienst als spiegel der ziel en gaf op eerlijke wijze te kennen, wat de bezitter dacht of gevoelde. Dit ie nu echter geheel uit de mode en de gelaatstrekken worden thans rl.n.n ook hoofdzakelijk afgericht, om wat men voelt en denkt zorgvuldig te verbergen. Een open gelaat is ten huidigen dage een onding en wordt in beschaafde standen hoogst zelden meer gevonden. In de kringen der voorname lui doet het gelaat 'Jen dienst van masker en wordt iet zeiden, vooral door de lieve dames, bepleisterd en geverfd. Het eerste in het gelaat, dat de aandacht trekt, zijn de oogen, welke fonkelende bo venlichten in directe communicatie staan met de hersenen en van alles, wat ze bui ten zien, een getrouw rapport naar binnoD telegrafeer en. De oogen verdeelt men in verschillende soorten, die, als men ze dc revue laat pas» seeren, tot do conclusie leiden, «^at oogen het in wonderlijkheid winnen van Thvrnums. vermaard museum. Zoo heb je kalfsoogen, slr.ngenoogen, listige, domme, schele, traan-oogen, katten- oogen, scherpe, visch-, arendsoogen, ja wal niet al, behalve nog blauwe, bruine, zwarte, grijze, groene en de twijfelachtige. Het oog is een meesterstuk van mecha niek en hoewel uiterst teer en gevoelig papieren uitgehaald, die hem een mooi drinkgeld bezorgden. En zoo geschieddo het, dat, met behoud van zijn fortuin, de wraak van den ouden Nonnandiür opging in rook.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 11