r>1aaUchappij der Uederlaedsehe Leüerhndo. Tweede Kamer. Het geschil in licl tawkirijl Ic Leiden. Op ondersoek. Uit de Rechtzaal. -> Gemengd Nieuws. Do Maatschappij dc-r Ned. Letterkunde hield gisteruvond in het Nutsgebonw haar cersto gewone inaandelijkscho vergadering in liet jaar 1900 1907, die in d© eerste plaats belegd wordt voor het benoemen van een voorzitter, waartoe werd gekozen prof dr. J. Verdam, en tot het samenstellen der vaste commission. Tot leden der commissie voor taal- en letterkunde werden, benoemd prof. dtf. J. Speyer en dr. J. J. Salverda de Grave en tot leden der commissie voor geschied en oudheidkunde herbenoemd prof. dr. F. Pijper en mi*. A. Telting cn nieuw benoemd prof. dr. C. IL Th. Busscmakcr. Na afloop der huishoudelijke werkzaam heden LielJ jhr. mi\ J. A. Feitb, Rijks-ar chivaris te Groningen,. een voordracht over den dood der graven van Aremberg cn 'Adolf van Nassau. Na ccn korte inleiding, waarin bij dcctl uitkomen, dat m het algemocn bij de be schrijving der details van historische feiten door ooggetuigen cn door latere geschied schrijvers ui teen loop end e voorstellingen .worden gegeven, kwam hij tot een zeer Hprckcnd vocvrbeeld daarvande slag bij Heiligcrlcc. Omtrent den slag zelf heerscht er vrij groot c eenstemmigheid, doch aan gaande den dood van berde bevelhebbers cn liun laatste rustplaatsen zijn de berichten van tijdgenootcn zóó uitcenloopcnd cn ten dcelc z66 fantastisch, dat spr.i diaorin aanleiding vond de waarheid van haar hin der li jSco; omhulsels trachtten tc ontdoen, iets wat ook reeds beproefd was door zijn in 1S49 overleden grootvader. Sinds dien tijd is er meer licht ontstoken cn hij dacht liicr vooral aan een nu drie jaren geleden ontdekten brief, zes dagen na den slag geschreven, dio bijna drio eeuwen in een kist is opgeborgen geweest cn thans in het familie-archief van Ewsum is bewaard. Do inhoud van 'dezen brief werd door spr. met vele andere berichten omtrent do lotgevallen, der beide Graven, vergeleken. Reeds ccnigo jaren na den slag schijnt heb verbaal ia omloop te zijn geweest, dat dc twee Graven door elkanders zwaard zijn jgKJvallcü. Het romantische Van dezo verf halen trok ook later schrijvers, vooral dio van minderen rang, aan. Eerst in 1907 ont stak iele bekende landfearchivans licht in dezo duistere zaak door een gerechtelijke bekentenis openbaar te maken van ccn zekeren Zybrant Sichcsz, die zelf verklaar de Aremberg tc hebben gedood. Bij latere schrijvers, o.a. bij Motley cn Van Lummel, bleef echter nog do voorstel ling bestaan, dat giaaf Adolf door Arem berg "zou zijn gedood. Een uitvoerig onderzoek cn veel studie heeft spr. er too gebracht als hoogstwaar schijnlijk met F ruin aan t.e nemen, dat Adolf op een tc vurig ros gezeten onder dc vijanden is geraakt cn daar al moedig strijdende i3 gevallen, vóór dat dc zijnen hem hebben kunnen ontzetten cn dat het vrij vast staat, dab graaf Van Aremberg, nadat zijn paard onder hem is doodge schoten, vermoord is door soldaten van hefc. laagste allooi. Nog meer onzekerheid heerscht er in de verhalen omtrent de plaats, waar zij zijn ter-aardc-bcsteld. Spr toonde uit verschil lende bronnen aan, dat geen voldoende ze kerheid bestaat waar graaf Adolf zijn laat ste rustplaats heeft gevonden en dat graaf Van Aremberg in dc kloosterkerk te Heili- gerlcc is begraven, maar later wanneer, dat is niet zeker naar dc Zuidelijke Ne derlanden is overgebracht en in den Her togelijken grafkelder to Edingcn of Engliieii is bijgezet. Na dezen spreker gaf onzb stadgenoot prof. dr. J. Verdam ccnige mededeclingcn over het vóór ©enigen tijd uitgegeven prozawerk ,,»Bloemo der doochden" van don bekenden Dirc Potter en wel uit zijn lateren levenstijd, welk werk door een tijd schriftartikel van don hoer Van Alfen, lceroar aan het gymnasium tc Maastricht, cn een beschouwing in heb onlangs ver schenen 1ste deel van. prof. Xalffs „Ge schiedenis d-er Nedorlandsche Letterkunde" als het- ccn cn ander in wijder kriug is be leend geworden. Spr. stond ten slott-c gerui- men tijd stil bij dc eigenaardigheden van den tekst uit een taalkundig oogpunt. Bij do voortgezetto behandeling van het Wetsontwerp tob wijziging van het I n d i- tclic Rcgccrmgsrcglcmont lichtte dc heer (P'icrso n een amendement toe, om voor inlanders cn vreemd© Ooster lingen liet adatrecht voorop tc stellen en om to bcpolou, dat zij aan voorschriften van burgeri jk on handelsrecht geheel of ge deeltelijk kunuen worden onderworpen of wol zich hicraau vrijwillig kunnen, onder werpen. Een der onovorkomenlijkc bezwaren van spreker is, dat rr.en wil regelen het adat- recht, dab bekend is,, maar niet genoeg studio maakt van do a-da treek ten, dio niet bekend zijn., Sprekers ameüdement is er een van vricnclschappolijkcn aard. De Regecring blijft volkomen vrij en wordt niet aan ban den gelegd door do voorafgaande studie, om, indien blijkt, dat do toepassing van het adatrecht ontoereikend of onwensche- iijk is, tot toepassing van ons recht over te gaan. Hierna lichtte dc lxecv Van Idsinga ccn amendement toe, om ons recht slechts toe to passen op inlanders en vreemde Oos terlingen, voor zoover do bij ben gebleken maatschappelijke behoeften dit cischeji, terwijl overigens dc met hun godsdiensten en gewoonten samenhangende rechtsrege len worden gevolgd. Voorts wil hij bij algemecne verorde ning geregeld zien do bevoegdheid van iu- Janders eu vreemdo. Oosterlingen om zich in hef: algemeen of voor één bepaalde rechtshandeling vrijwillig to onderwerpen aan niet op hen toepasselijke voorschriften van het burgerlijk recht der Europeanen en de gevolgen dier onder werping. Het amendement betoogde spreker sluit zich volkomen aan bij de bedoelin gen van do Regecring, wclko spreker ech ter in dc wet wil vastleggen. Do heer Van Doorn bestreed het amendement-Van Idsinga, omdat niet door i. voeren is, wat de heer Van Idsinga óók wil, dat do door dezen bedoelde verorde ningen, in die gedeelten van Indiè, waar de inlandsciio bevolking in het genot van haar eigen rechtsplegingen is, slecht® in zoover toepasselijk zijn, als hiermede be staanbaar is. Hoe zal uit to maken zijn, dio al dan niet bestaanbaarheid? De heer Van Kol, bestrijdende het amendement-Van Idsinga, dat den Minis ter vrij laat om den inlander tegen zijn val tc Europeaniseeren, sloot zich volkomen bjj liet aracndemcnt-Picrsoil aan. Do heer Tydeman wenscfaitc ingelicht t3 worden hoe> hc-t Inlandsoh recht in ver ordeningen geregeld zal kunnen worden, een mogelijkheid waarvan hij nic-t over tuigd is. De heer Van Deventer maakte ver schillende opmerkingen tegen het amend. Pierson cn wees er o.a, op, dat liet Kon. besluit van 1882 betreffende do priosterra- dcr. moeilijkheden kan opleveren. Hij vroeg daarom of van den Minister tc wach ten is een aanvulling van dat K. B. in dien zin, dat een beslissing van den Priesterraad ook kan ter zijde gesteld worden door de burgerlijke ambtenaren, indien zij strijdt met de bepalingen bij algemeene verorde ning vastgelegd. Overigens betoogde hij, dat dit amen dement de Regeering van den wal in do sloot helpt. De moeilijkheden, welke zich in den loop der tijden hebben voorgedaan, zullen vermeerderd worden. Dc heer D c Savornin L o li m a n a-chtto door het amendement-Van Idzinga zijn bezwaren opgeheven. Dat amendement toch bindt tot niets, maar wijst alleen den (e volgen weg aan voor hot maken van do \CTordening. Want eerst ieoh zal moeten blijken, dat dc maatschappelijke behoeften do toepassing van het Europcesch recht cisohen. Dc Minister van Koloniën bestrijdt het amendement-Pierson, dat geheel indruïscht tegen het stolsel van het ontwerp. liet ara c n domen t-1 ds Ln g a daarentegen strookt geheel met 's Ministers bedoeling. Deze is nimmer geweest het Europcesch recht voorop te zetten. Doel moet zijn beido soorten van recht tc eerbiedigen, en al naar dc gebleken behoeften, het Europcesch recht door to voeren. Na nog eenig debat, waarbij dc heer Van Idsinga redactiewijziging aanbrengt, neemt de minister diens amendement over. De lieer Pïorson trekt zijn amendement in- Maar de heer Troclstra neemt het' over, terwijl hij, medo namens zijn partijgenoo- ten voorstelt, dit amendement ter onder zoek naar de aidcelingen te zenden. Spr. motiveerde dit voorstel niet een be roep op de onzekerheid over do bcteekenis van liet door de Regeering overgenomen amendement-Van Idsinga. De heer Lohman acht nieruv afJeeliDgs- on der zoek onnoodig. Het voorslel-Troelstra c.s. werd verwor pen met 55 tegen 19 stemmen. Eet door hem overgenomen amendement- Pierson wordt vervolgens ingetrokken. Artikel 1 en de volgen do artikelen wor den aangenomen, en -daarna het wetsonb worp met 59 tegen 15 stemmen. Dinsdag behandeling van de regeling der rechtspositie van de inlanclsche christenen. Zocr geachte RccBaatiel In uw nummer van 11 October nemen do heeren H. Bink en A. P. Houps het op voor (jen Christelijke!! Bond van timmerlie den, die door mjj was aangevallen. Zij betoogen in hun ingezonden strik, da't do Oh riste lijko Bond van Timmerlieden wel degelijk recht had om eveDtueele solli citanten to waarschuwen, omdat volgens heb onder ,,dc arbeidende klasse" geldende recht iedere timmerman, dio in Leiden ccn ledige plaats, wclko ook, komt vervullen, als een onderkruiper moet worden gebrand merkt, En zij besluiten dan aldus: ,,Do heer Verhoog toont daarmede 'niet ,,heb minste begrip van wat als recht en „wat als onrecht onder dc arbeidende „klasse wordt beschouwd, tc hebben." M. de E., wanïieer hier onder „de arbei dende klasse" verstaan worden de sociaal democratische leiders cn hun vo'gelingcn, dan beken ik gaarne, dat ik-nïet weet, wat o&tder „de arbeidende klasse als recht of onrecht geldt. Maar deze zoogenaamde „arbeidende klasse" zou ik liever do s t au- kende klasse willen n'ocmion; want z^e staken, zetten tot staken aan, of zijn,op weg om te staken. Tot de arbeidende klasse reken ik echter liever dc mannen, dio werkelijk arbeiden, of dio arbeiden willen, zooals o.a. do dertig sollicitanten, di© zich hebben aar geboden En 'dez© arbeidende klasse is het niet met dc bovengenoemde stakende klasse, maar is het met mij volkomen eens, 'dat allerminst als een onderkruiper moet wor den beschouwd wio de bij mij ledige plaats komt vervullen. Verder betoogen de heeren nog: „Christelijk is volgens den heer Verhoog „alleen hij, 'di© tevreden is; die met alles, „wat de. patroon oreert, genoegen neemt, „allereerst vraagt wat het belang van den „patroon is,, daarna wat hot belang van „vrouw en kind eischt. Het belang van „hemzelf, rechten als arbeider niet kent en „aTTcon van plichten tegenover do patroons „weet.te spreken." M. do R„ ïk wensch alleen, te constatcc- ren, \Jafc ik op dezen onzin niet eens ank .woord. Ten slotje voeren de heeren Bink en Houps nog hot volgende tegen mij aan: „Het blijkt, zegt de heer Verhoog, dat „de waarschuwing van den Christelijken „Bond al zeer weinig zedelijke waaide „heeft. ,',Of hiermede bedoeld wordt, dat ze „weinig zedelijke waarde heeft, omdat ze „Christelijk is, weten wij niet; alleen blijkt „hieruit, dat do heer Verhoog geen grooter „vijand kent dan een vakorganisatie, of ze „neutraal dan wel christelijk is. „Mogelijk is zedelijke waarde volgons „den heer Verhoog alleen te vinden bij den „Patroonshond; velen zullen dan mét oijs „eens zijn, dat dc heer Verhoog er een „eigenaardige, een arbeiders-vijandige zedé- lecr op nahoudt." Wat do opmerking betreft, dat een waar schuwing weinig zedelijk© waarde zou heb ben, omdat ze den naa*_i van Christelijk draagt, de twijfelachtige eer van deze bewe ring laat ik gaarne aan. do heeren Klas- senstrijders over. Dat ik een vijand ben van vakorganisa tie, is onwaar. Ik ben er integendeel een voorstander van, cn acht haar vooral in onzen tijd onmisbaar. Maar volkomen waar is, dat ik elke vakorganisatie, die op den grondslag van den klassenstrijd staat, het zij zij den naam van neutraal cf Christe lijk voert, verderfelijk acht voor het be drijf, verderfelijk voor do arbeiders cn hun gezinnen, verderfelijk voor de patroons, verderfelijk voor do gansehc maatschappij. En dat ik er een arbeiders-vijandige zede- leer op na zou houden, duarvan kunnen en wiilen mijn timmerlieden, die in dezen toch zeker do best© getuigen zrljn, gaarne het tegendeel getuigen. Ziehier, Mijnheer de Redacteur, mijn antwoord aan de heeren Bink en Houps. Op verder geschrijf ga ik niet in. Ik heb ernstiger dingen lo doen dan eindeloos tc dcbattecrcu. Do heeren Bink en Houps hebben daar voor al den tijd, ik heb dien niet. En te genover mijn gezin, en tegenover mijn per soneel heb ik ernstiger plichten te vervul len. Inmiddels zeg ik U, Mijnheer -dc Redac teur, hartelijk dank voor d© verleend© plaatsruimte, en heb de eer to zijn: Uw. dienstw. Dienaar, A. L. VERHOOG. Leiden, 13 October - 1803., Geacht© Redactie Door vriendelijke hand werd mij van uw geëerd blad het nummer van den lOden dezer toegezonden, waarin voorkomt een stukje van den heer Verhoog. Om genoemden heer van antwoord tc kunnen dienen, verzoek ik u beleefd deze regelen een plaatsje t© willen vcrleenen. U vergunne mij do opmerkingen en de conclusies des heeren Yoj-hoog in de door hem gestelde volgorde tc behandelen. lo. Mij was bekend, dat bedoelde mees terknecht naar Zwolle vertrok, zich dus niet bij dc stakers aanslootwaaruit volgt, dat het bezetten van diens plaats niet in optima forma, dat is, wat men onderkrui- jDerij noemt. Dat evenwel voor mijn organisatie, in verband met dc advertentie des heeren Verhoog in het „Vakblad voor do Bouw ambachten" werd gewaarschuwd tegen on derkruiping, berust op geheel andere gronden. In den strijd, dio thans te Lei den in liet timmervak gestreden wordt, is, volgens ieder onbevooroordeeld© en niet belanghebbende, die zich hieromtrent uit sprak, aan d© zijde der ,werklieden. Nie mand, tenzij hij met vooropgezetten onwiL behept zij zal na ernstige kennisneming van dit conflict tot een ander© conclusie kun nen komen. Do Leidsche correspondent vun het „Algemeen Handelsblad" leverde hier van in den loop dezer week nog een dui delijk bewijs, terwijl do „Stichtsche Cou rant" (anlinov. dagblad) van heden, 12 October schrijft: „Wij zhllen vol strekt niet beweren, dat de Leidsche sta kers ongelijk; Rebben, nceh, dat. zij, di© hun plaats pogen in te nemen, daarmee goed handelen Staat voor mij vast, dat do Leidsche pa troons zich stellen op een standpunt, dat m. i. niet in d© eerst© plaats uit een oog- puilt van belangen, noch uit een oog punt dce rechts reeds ernstige bestrijding verdient, clan volgt hieruit, dat ik, door do positie der patroons te versterken, in dezo economische worsteling hen sterk in hun kwaad, en hen, die benevens voor huQ belangen, than3 ook, en niet minder wor stellen voor het recht, afbreuk doe. Door als meesterknecht in dienst t© tce- dcn bij den heer Verhoog, zou ik mij aan dit kwaad hebben schuldig gemaakt. Dat andoren, die dit niet zouden beseffen, en den heer Verhoog hun diensten zouden aanbieden, zich cvon zeer aan dit kwaad zouden schuldig maken, spreekt vanzelf. En dat onzo organisatie, door dit kwaad niet aan te wijzen en er voor te waarschu wen^ zich schuldig zou maken aan plichts verzuim, 6taat m. i. onomstcotelijk vast. Daarom onze waarschuwing: Christen timmerlieden, niemand van u ga naar Leiden. Ook door als meesterknecht op te treden bij een patroon, dio jzich stelt op ccn standpunt, dat afkeuring, verdia it, ©u dio zich plaatst tegenover de rechten *.n belangen onzer Leidsche vakgenooten, valt g© hen aan in den rug 1 2o. Wij voegden hieraan toe een herha ling der sinds lang ter kennis gebrachte waarschuwingen t%en onderkruipcrij. Oiq deze reden: De heer Verhoog publiceert in zij 3©„ dat zich meer dan 30 sollicitanten hebben aangemeld. W.j wet©., allon hoeveel moe ito do patroons zien getrcosten om timmerlie den naar Leiden to lokken. Dezen mocfcM dan wel onderkruipersdiensten doen. Da« het in contact komen met „werklustig©" timinerMeden voor de Leidsche patroons, alsook door ckn heer Verhoog, niet zal be nut worden om hen over te hal m om ook zonder meesfcerknc&Kfc te worden, wat slechts één hunner kan zijn (stol het gun stige geval, dat cr één is onder hen, die de vereischt© geschiktheden bezit), toch naar Leiden te komen, om hen tc helpen in hun strijd tegen onze vakgenooten, is iets waaromtrent wij geen zekerheid, in tegendeel grootcn twijfel hebben. Op deze wijze zou de oproep om een mees terknecht, aan het werven van onderkrui pers dienstbaar kunnen zijn; en daarom hoorde bij ons advies om niet naar Leiden te gaan, ccn herhaling der waarschuwin gen van de drie landelijke timmerlieden organisaties, de Alg. Ned. Timmerlieden- bond, het Ned. Rioom3ch-Katholiek Tim-- merlieden-Secretariaat „St.-Jozef" en onze „Christelijke Bond van Timmerlieden." Dat onze organisatio door deze waarschu wing „haar vrees voor onderkruiperij w e 1 wat ver uitstrekt", zooals do heer Ver hoog in zijn conclusies onder lo. zegt, kan waar zijn; t© ver echter mijns inziens geenszins. De tweed© conelusi© van den heer Ver hoog, geachte Redactie, vordert m. i. geeu ernstige bestrijding Dat cr zouden zijn, die zich zouden aan bieden al8 meesterknecht, heb ik zeer wel verwacht. Of het allen ernstige sollicitanten zijn is zelfs voor den heer Verhoog nog niet zeker. Dat cr onder zijn, die gesolliciteerd heb ben vóór ze do waarschuwing van onzen Bond hebben gelezen, is waarschijnlijk; dat er zullen zijn, dio na het lezen hiervan even zullen nadenken over wat zc staan te doen, is te hopen. Eveneens hoop ik ernstig, dat diegenen, 'di© gesolliciteerd hebben naar aanleiding der in het Ghr.-Sociaal Weekblad „Patri monium" geplaatste advertentie, do waar schuwing van onzen Bond, die de Redactie van genoemd blad zoo vriendelijk wae als ingezonden stuk op t© nemen, ter harte zullen nemenen de heer Verhoog van al zijn sollicitanten bericht ontvange van do intrekking hunner sollicitatie. Over christelijk of „zoogenaamd christe lijk" polemiseer ik thans met den heer Ver hoog niet! Hij schijnt in deze omstandig heden niet in staat te zijn wèl te onderschei den cn dus wèl t© doen. Laat ik hem, ten slotte, mogen zeggen, dat hij verkeerd doeten aan onze christen vakgenooten te Leiden mogen toeroepenSterkt hem noch eenig ander patroon in dit kwaad niet U, geacht© Redactie, beleefd dankend voor uw groot© vriendelijkheid, teckcn ik Hoogachtend, Uw dw. dn. L. F. v. WAGENINGEN, Secretaris van den Christelijken Bond van Timmerlieden in Nederland. RECIiAJïILS, A 40 Cents per regel. Eeüige inwoners van Leiden kunnen u zeggen, waar het te vinden is. Indien gij lijdt aan de een of ander© jeu king der huid, aan prikkelenden huiduitslag of droge aambeien, -Jan zoekt gij natuurlijk naar verlichting. Een aantal inwoners van deze stad hebben een geneesmiddel gevon den' om huidziekten van ouden 'datum te genezen. Zij sproken ér over. Leest dit: Mejuffrouw Ober, Boerhaavestraat 18 te Leiden, melclfons: Reeds ecnige maanden had ik veel tc lijden van een hevigen uitslag in het ge zicht en op dc handen. De pijn en jeuking werden zoo hevig, dat ik het niet meer kon uithouden; ik kon er zelfs 'des nachts niet meer van slapen. Mijn gezicht was heelc- maal opgezwollen en vol barsten cn op de hantfcn was het nog erger, pe zafen vol diepo kloven. Ik kon me haast niet meer wasschen en dit maakte mij wanhopig. Ik 'durfde me niet meer op straat begeven, want voor een fatsoenlijk mensch is het Verse krikkel ij k met iets dergelijks te 2ijn aangedaan. Ik was reeds in liet Ziekenhuis hiermede geweest, doch wat ik ook aan wendde, niets hielp. Ik liet een doosje Fos ter's Zalf komen en moet eerlijk zeggen, 'dat deza een zegen voor de menschhcid is Direct bij do toepassing hiervan verminder den de pijn en dc jeuking en thans ben ik geheel van mijn uitslag genezen. Uit dank baarheid zal ik gaarn© de weldadige wer king van uw geneesmiddel bekend maken. Ik, oradergeteokencLe, verklaar, dat het bovenstaande waar is en machtig u het publiek te maken op elk© wijze die u goed dunkt. Ziet toe, dat gij dezelfde zalf krijgt, die mejuffrouw Ober gehad heeft. Ze is tc Leiden verkrijgbaar bij de hee ren D. W. E. F. de Waal, Mar© 56, D. M. Kruisinga, Nieuwe Rijn 33, en Royst en Krak, Steenstraat 41. Toezending ge schiedt franco na ontvangst van postwis- rel a F. 1.75 voor één of F. ZO voor zes doozen. 904 48 Wal is zich laten „veislekken" Het verkeerd plaatsen van een bord: „verboden voor wielrijders" op den Langen Vijverberg, bracht gisteren menigeen voor den Haagschen Kantonrechter. Dat verbod gold voor het beschelpte pad aldaar. Maar nu was wèl zoo'n bord aan do Hofvijverzijde, doch verzuimd was er ook een te plaatsen aan de huizenzijde. Vandaar schromelijke verwarring, omdat de fietsers, denkende, dat daar waar géén bord stond, veilig gereden mocht worden, juist dat pad namen en.tóch de Hcr- mandadders naar hun notitieboekje en pot lood 2agen grijpen om hen op de „bon" te zetteif. Ter geruststelling van 'de fietsende ge meente zij medegedeeld, dat sedert eenigen tijd de fout hersteld is, en dat thans op het bedoelde gedeelte van den Vijverberg het waarschuwende bord is verrezen. Het hoofd een-er openbare school te Den Ha^g was inmiddels óók slachtoffer go- worclen en wees don kantonrechter op het onbillijke, nadat het O. M. 1 gulden boefco' tegen hem geëischt bad. De „bovenmeestcr.' wa3, naar. hij zei de, liever maar even zel^ gekomen om het den kantonrechter uit to' leggen in plaats van zich tc laten „verf stekken" „Wat is dat, verstekken?" vroeg dc kan-; tonrechter lachend. „Nu javerstek laten gaan!" „O zoo, nu ik hoop dat u dat nieuwe' wetord "niet voor de klasse zult onderwij zen", adviseerde de kantonrechter gemoe-'. dclijk. j De milicien-huzaar M. W, gedetacheerd bij het Algemeen Depot van Discipline, dio wegens het bij herhaling toevoegen van scheldwoorden aan meerderen in rang, we- gens bedreigingen cn plegen van daden vart geweld, 'alsmede wegens Ifct beschadigen van do brils in de arrestantenkamcr en' verbreking en beschadiging der boeien^' naar den krijgsraad tc 's-Gravenbage werd verwezen, werd to dier zake veroordeeld tot drie maanden militaire detentie, drie maanden militair© gevangenisstraf en twee maanden gevangenisstraf. Bij de dezer dagen uitgesproken sententie van het Hoog Militair Gerechtshof in ap pèl werd het vonnis bevestigd, doch do straf uitgebreid met ontzegging van hefc recht, om tc dienen voor den :ijd van drio jaren. Treurige omstandigheden. Een 25-jarige vrouw, te Zwolle woon achtig, was door haar man verlaten; in armoedige omstandigheden bleef zij mefc haar kind achter Toen haar kind was overleden, besloot zij naar Amsterdam te gaan, in d© meening, dat ze daar als dienstbode beter aan den kost zou komen. Z© verhuurde zich tegen 3 in de week met k©it en inwoning. Slechts kort bleef z© echter werkzaam, om daarna achtereen- volgens in twee andere diensten tc gaan'.', In al die diensten maakt© zc zich schuldig aan diefstal, meest van lijfgoederen, eens ook van een zilveren broche. Hoe ze tot die diefstallen gekomen was? Gebrek aan ondergoed had haar er toe gebracht en ook drankzucht, want ten ge- vjolge van het dóórgestane leed was zij aan den drank geraakt. Berouwvol bekende beklaagde, die gistoj ren voo-r de 5de kamer der rechtbank to Amsterdam terechtstond. Het O. M-, mr. Bol, eischt©, mot het oog op de treurige omstandigheden van bekl., de clemente straf van drie maandenj cr zal, deelde hij mede, voor d© beklaagde, dio van fatsoenlijke familie is, na het ver strijken van haar straftijd gezorgd worden. Een dame uit Zwolle trekt zich haar lob aan. Voor rekening van deze dame gaat zo eerst naar ©en herstellingsoord voor drank zuchtigen en daarna zal er ook verder voor haar worden zorg gedragen. Mr. Vis, toegevoegd verdediger, refereer de zich aan het oordeel der rechtbank. 26 October a.s. uitspraak. Do l y n c h-w o e d c in Amerika. Nog steeds hebben bloedige neger-ver volgingen plaats in verscheidene grooto steden van do Vercenigde Staten, en zooals gewoonlijk, zijn er eenig© orgclukkige zwarten ter dood gebracht, die aan bet himj ten laste gelegde part noch deel hadden. Tc Macom in Georgië werd een neger, die tegen twee jonge meisjes was tangeloo- pen, door de menigte aangevallen. Om zich te verdedigen, trok hij zijn revolver en kwetste twee jonge lieden. D© politie nam hem onmiddellijk gevangen en slaagde er slechts met moeite in hem ongedeerd d© gevangenis binnen t© krijgen. Daarop viel de woedend© menigte op alle zwarten aan, dio zich op do kermis t© Macom bevonden, waarvan er één door een kogel gedood werd. Te Basin, Mississippi, werd eon neger, bcsjchuldigd een blank© vrouw t© hebben aangevallen, aangehouden door ecnige per sonen, di© hem achtervolgd hadden. Een kwartier later bengeld© zijn lichaam: met kogels doorr:-hoten, aan den top van een telegraafpaal. Te Bloomington, Indiana, beeft de menig te een gevangenis overvallen, met het doel zich van een negar meester t© maken, di© van moord was beschuldigd, en hem daar na te lynchen, maar ze werd door de po- liti© teruggedrongen. Te Argenta, in Arkansas, heeft men met behulp van dynamiet een huis doen sprin gen, waarin zich twee negers bevonden, verdacht van moord op een politic-agent. D© ongelukkigen slaagden er in te ont snappen, maar men begon hen onmiddellijk' t© vervolgen en wanneer ze worden gegre pen, zullen ze zonder twijfel worden ge lyncht. In de gevangenis t© Argenta zat een neger, ook beschuldigd van moord. De man werd naar buiten gesleept, en onverwijld opgeknoopt. Later bleek, dat bij hoogst waarscliijnlijk onschuldig was. Senator Tillman, uit Zuid-Carolina ziet den toestand zoo donker in, dat hij van' een aanstaanden rassen-oorlog spreekt. T© Atlanta, waar het nog steeds nicfc' rustig is, bereiden de kleurlingen zich voov op een hardnekkige verdediging. En in allo neger-kerken van New-York zijn gisteren gebeden gezaegd, opdat do haat, dien de blanken in Amerika tegen de zwarten voeden, voortaan plaats moge maken voor betere gevoelens. Zwarten, die yoor de hén beschavend© blanken bidden Volgens ba richt ui it CarjdifJ hebben de Welseho kolenmijnwerkers op het verzoek van do Westfaalsch© en Rijn-' lanclsehe kolenmijn werkers om doze bij 'n stakng te steunen door 1 dag in de week mco t© staken, geantwoord, dat dat onmogelijk is, aangezien zij door hun contract gebons den zijn. Vermoedelijk zullen zij echter de Duitschers met een bijdrage uit hun weer- stand9kas helpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 20